Autoperikelen

De rug mag dan om zeep zijn, sommige afspraken zijn nogal moeilijk om te annuleren. En dus hees ik me gisterenmorgen met stok en al in mijn auto – autorijden gaat gelukkig wél nog zonder problemen –  en reed naar de garage voor jaarlijks onderhoud en keuringsnazicht. Tsja. Gelukkig reed Bart meteen ook mee, zodat ik er niet hoefde te blijven – dat was eigenlijk wel voorzien, met een leenfiets en al – want dat zou met de rug nu gewoon niet lukken. Een drie kwartier later lag ik dus alweer in de zetel, oef. Een halve dag en een stevige rekening later had ik een auto die in orde stond, of dat dacht ik toch.

Want toen ik deze namiddag op het afgesproken uur – met stok en al, of wat dacht je – aan de keuring stond, bleek hij op twee punten afgekeurd te zijn! Eén: de roetuitstoot. En laat dat nu net zijn waarom hij op onderhoud is geweest en de filters en zo vervangen zijn. Hmm.
Twee: het plastiek kapje van mijn rechter spiegel is eraf, maar de spiegel zelf werkt wel nog perfect. Wait, what? “Ah ja”, zei de controleur toen ik ernaar vroeg: “Ziet dat er iemand tegen valt en zich pijn doet?” Euh, ik rij met een machine van een paar ton, die spiegel gaat echt het verschil maken.

Nu, ik wist natuurlijk wel dat dat kapje eraf was, maar dacht niet dat ze daar gingen moeilijk over doen, en de garage ook niet. Per slot van rekening is het een auto van tien jaar oud die over een paar maanden vervangen gaat worden. Hmpf. Morgen een venijnig telefoontje richting garage, me dunkt.

En zo blijft ne mens bezig, natuurlijk. Soit, het is niet alsof ik veel anders kan behalve plat liggen en af en toe op mijn tanden bijten.