Voor mijn oud-leerlingen…

Elk jaar opnieuw sta ik met verwonderde blik te kijken naar onze leerlingen die afzwaaien.  Prachtige jongvolwassenen, de ene al wat volwassener dan de andere, die met een grote glimlach onze school de rug toekeren.

Ik weet dat ze nog vaak aan ons terug zullen denken en ons zelfs nog zullen missen, maar voor hen is het een deur die ze achter zich dichttrekken.

Wij, de leraars, wij kijken van op onze stoeltjes toe, wij glimlachen en zien dat het goed is. We denken terug aan die kleintjes die zes – voor sommigen zeven – jaar geleden hier aarzelend en verlegen binnenkwamen en zich onzeker een weg moesten zoeken doorheen het gebouw en het schoolleven.

En nu, nu blaken ze allemaal van zelfvertrouwen, zien ze er stralend uit, en voelen ze zich als een vis in het water.

Over een paar maanden zullen ze aarzelend, ietwat verlegen en vooral onzeker zich opnieuw een weg moeten zoeken door een nieuw gebouw, een nieuw schoolleven. Maar wat zijn ze veranderd die afgelopen zes jaar! Wat een bagage hebben ze meegekregen, wat een andere manier om in het leven te staan!

Wij, wij blijven achter. Dat is wat we doen. We krijgen hen binnen, we vormen hen, leren hen leven, en geven hen door, terug de wijde wereld in. En elke keer weer doet dat een beetje pijn. Geloof me, vraag het aan elke leraar, en die zal dat bevestigen. Want we zien hen graag. Elk op zijn eigen manier. Wanneer je hen dan moet afgeven, dan doet dat iets met je.  Elk jaar opnieuw is dat een afscheid.

Maar we laten hen met alle liefde, met heel ons hart weer los. Vergeten doen we niet, en dat is niet erg. Want we weten dat het goed komt, met die jonge gasten.

Het ga jullie goed, lieverds. En denk nog eens aan ons, wil je?

Eindejaarsshenanigans

Elk jaar verloopt de laatste maandag van het schooljaar zowat hetzelfde: eerst een lange dag deliberaties, koffie drinken, wachten en discussiëren.
Om 13.00 uur kregen de zesdes hun attestering, en aansluitend zette ik de zesdes die gaan spelen op onze proclamatie, nog eens aan het oefenen.

Daarna nog meer deliberaties, en dan de voetbalmatchen van de zesdes tegen de leraars, zoals elk jaar. Onze heren slagen er precies niet meer in te winnen, de laatste jaren, maar ze worden er natuurlijk ook niet jonger op. Verslag daarvan met massa’s foto’s vindt u hier, uiteraard.

En daarna was er, zoals altijd, de barbecue. Ook die was andermaal zalig: gewoon buiten in de binnentuin, met alle tachtig leerlingen geslaagd: de sfeer zat er gigantisch goed in! Om een of andere reden ben ik deze keer wél tussen de leerkrachten verzeild, terwijl ik meestal tussen de leerlingen zit. Goh, oud worden zeker?

En als afsluiter ben ik rond middernacht in alle rust en stilte naar huis gefietst, doorheen de onverlichte Lange Velden, en ik heb er zelfs mijn eigen licht uitgedaan: fietsen in het donker is en blijft zalig. Echt.

Lokaal

Ik heb iets met lokalen opfleuren. Ooit heb ik het gedaan in Gentbrugge en de Ottogracht, deels omdat ik dacht dat ik daar ging blijven, deels uit energie-overschot en blind enthousiasme.
In de voorbije 15 jaar had ik een van nature aangenaam lokaal in Mariakerke dat weinig opfleuren behoefde, vond ik. Maar sinds vorig jaar hebben ze me in een schoendoos gestoken, zowat het droevigste lokaal van de hele school.

Tsja.

Ik wilde eigenlijk vorig jaar al alles aanpakken, maar toen gebeurde de rug en lag alles stil. En dit jaar was eigenlijk gewoon hectisch, geen idee hoe het komt. Soit, vandaag heb ik dus afgesproken met een paar leerlingen om te komen afschuren, afwassen en primen. Ik deed gewoon een oproep naar mijn eigen leerlingen, zo’n tachtig stuks, en ik dacht dat er zo’n vijftal zouden op reageren. Ja gij. Vier eerstes, vier tweedes en zeven vijfdes tekenden present! Het ging nogal ne gang zeg! Echt goed is het niet gedaan, ik had dat ook niet verwacht, maar wat gedaan is,  is toch gedaan. En hun enthousiasme was zalig.

In augustus komt er een werkdag op school, en ik hoop dat er dan een definitieve laag verf op komt, zodat ik zelf kan beginnen aanpakken qua versiering en tekeningen.

Fijne, fijne dag

Vandaag heb ik er echt gewoon carpe diem van gemaakt. Als in: doen wat je moet doen, maar op de leukst mogelijke manier.

Er was om te beginnen de twee uur les in het zesde. Momenteel zijn we bezig met Antieke Filosofie, en dus trokken we naar de buitenklas. Soms heb ik mijn bord nodig voor de meest bizarre tekeningetjes en grafieken, maar niet vandaag. Vandaag had ik de zon nodig, gewoon om Plato’s allegorie van de grot te kunnen uitleggen.

En na de pauze liepen we het park in. Da’s dus echt zalig aan onze school: we liggen naast een groot veld en een fijn bos. Daar kon ik me volledig aan de categorieën en substanties, oorzaken, δυναμις en ενεργεια van Aristoteles gooien, compleet met zijn peripatetische methode.

Toen was er nog een uur toezicht bij blijkbaar een van de zwaarste klassen van de school, maar gelukkig heb ik mijn reputatie mee en waren ze lammetjes. Tegen één uur kon ik me met een bord eten naar de muziekrepetitie reppen, waar ik na een kwartier alweer wegliep voor een klastitularisonderonsje met de directie. Ik heb ondertussen dan maar mijn bord leeggegeten ^^ Toen volgde nog een les met de tweedes – altijd een uitdaging, maar altijd fijn – gevolgd door nog een stukje repetitie, en daarna repte ik me naar huis, waar op het moment dat ik binnenkwam, de koffiemachine aansloeg. Ik had tegen half vijf namelijk afgesproken met Jesse, en die was ietsje te vroeg. Hij was al koffie aan het zetten en zijn taartjes uit aan het halen. De vorige keer was ons koffiemomentje gewoon veel en veel te kort geweest, en dus kwam hij nu een uur of twee kletsen. En dat is precies wat we gedaan hebben, relaxed, gezellig, met een stukje taart en een paar koffies, en veel blabla.

Dit zijn zo van die volle, maar op een of andere manier toch relaxte dagen.
Carpe diem, Horatius had wel een punt, ja.