Marketing

Eind augustus was ik met de directie op workshop marketing gegaan, vandaag zaten we een eerste keer samen om dat te bespreken. We hebben een goeie USP, maar er is duidelijk nog veel werk, en we moeten die echt veel sterker gaan uitbouwen.
We willen een groene school zijn met oog voor duurzaamheid, vooral op vlak van leren dan. Ja, er zijn al veel dingen veranderd, zoals het feit dat er al enige tijd geen frisdrank meer is in de eetzaal, alleen nog kraantjeswater en van die smaakjeswaters. En nu is dat ook het geval in de automaten, tot ontzetting van sommige leerlingen. We verkopen ook geen snoeprepen meer als dessert, maar er zijn zelfgebakken mueslikoeken te krijgen, en die zijn ferm lekker. En er is nu ook in de kleine speeltijd fruit te koop, en van die kerstomaatjes en zo.

Er is ook een werkgroep duurzaamheid, en die zijn bezig om echt voor duidelijke gescheiden vuilbakken te zorgen en dat soort dingen. Maar zolang er bijvoorbeeld nog steeds niet op elke radiator een knop staat en dat ding dus niet uit te schakelen is, of het feit dat we de ramen moeten openzetten voor verluchting, ook in volle winter, is er echt nog wel genoeg werk. Veel daarvan is gewoon een budgettair probleem, en zal ook niet zo snel opgelost geraken.

Directie is dus wel mee, wat dat betreft, en ook bijvoorbeeld dat we aan de perceptie van onze school moeten werken. De feiten mogen er dan zijn, als de perceptie niet volgt, ben je daar niks mee.

Maar bon, eerst gaat onze adjunct in ouderschapsverlof voor vier maanden, en dus gaan we ergens in maart hiermee verder. Zucht. Maar de wil is er al, en dat is al iets.

Overleefd

Voila, we hebben de eerste schoolweek ook alweer overleefd. Het is toch altijd wennen, maar aan de andere kant: de rust en regelmaat doen ook echt deugd!

Ik heb het huis bij momenten weer helemaal voor mezelf, en het ritme is terug: elke dag om zeven uur opstaan, en dan de routine van de dag. Mijn rooster is niet ideaal te noemen – 3 keer amper twee uurtjes, en dan 6 uur plus half uur toezicht op vrijdag – maar dat verandert toch in oktober. En Kobe, die is vlotjes gestart, heb ik de indruk. Hij heeft er zijn draai al gevonden, er zijn vriendjes, en dat fietsen, dat doen we voorlopig zo goed als volledig samen. Maandag en dinsdag zijn we zowel ’s morgens als ’s avonds samen gereden, woensdagmorgen is Bart met hem meegefietst en ben ik teruggereden, idem donderdagmorgen, en donderdagavond is hij zelf teruggefietst.

Ik weet wel dat we ons bij Wolf daar eigenlijk helemaal geen zorgen in maakten, maar die fietste ook vaker, en nam in de lagere school ook zelfstandig de tram of de fiets om naar pakweg Quinten te rijden. Kobe is natuurlijk ook een jaar jonger, maar vooral: hij zit met zijn hoofd zowat overal behalve bij wat hij aan het doen is, is veel verstrooider en impulsiever, en ja, we letten wat meer op hem. Tsja. Wolf is nu eenmaal al altijd veel zelfstandiger geweest.

En Merel vindt haar nieuwe juf, juf Ann, de max! Ze zit nu met veel meer meisjes in de klas, een echt groepje vriendinnetjes, en ook dat vindt ze bijzonder fijn.

Yup. Goed gestart, zou ik zeggen.

We zijn er weer aan begonnen…

Gisteren zat ik eigenlijk ook al de hele voormiddag op school – vakantietaak en algemene dingen – en ik ben al sinds 16 augustus bezig op de website: dingen vernieuwen, aanpassen en elke dag een blogpost.

Maar vandaag was het dus al helemaal officieel: in de voormiddag klassenraden, bespreking van zorgleerlingen, en meteen ook een vakgroepvergadering eraan gekoppeld. Ha ja, lang niet al die leerlingen doen Latijn, dus hoefden we niet voortdurend aanwezig te zijn.

Om één uur had de school een broodjeslunch voorzien, kwart voor twee maakte ik de obligate groepsfoto, en dan werd er vergaderd tot half vier.

Ik zat alweer meteen helemaal in the vibe, ik zie het helemaal zitten.

Op.

Yup, ’t bobijntje is op, ik ben zowaar aan het eind van mijn Latijn. Serieus, ik ben te moe om te slapen momenteel, en zo moe dat ik wel zou kunnen huilen.

Het was me ook het dagje wel. Om half negen stond ik op school, samen met een superenthousiast lerarenkorps en een goeie zeshonderd leerlingen. We hebben er een knaller van een afsluiter van het schooljaar van gemaakt: stapels workshops, een speelplaats met een keigoeie DJ die er gewoon een dansplein van had gemaakt, en massa’s enthousiaste leerlingen. Ik liep ertussen als een kip zonder kop om zo veel mogelijk foto’s te proberen maken, en had tussen tien en elf nog generale repetitie met de leerlingen voor vanavond.

Het verslag van onze Final KAMdown zal maar voor in augustus zijn, maar het zegt al veel dat je je leerlingen om 12.00 uur naar huis laat gaan, en dan om half één de muziek moet afzetten omdat je speelplaats nog vol staat met dansende leerlingen.

We kregen nog een broodjeslunch met het team, waarvoor dank, maar ik was al niet meer veel van zeg, vrees ik. Tegen half twee was ik thuis, en ik heb als een blok geslapen tot half vier. Toen werd ik gewekt door de kinderen, gaf ik hen een knuffel, kleedde me om, en was om vier uur alweer op school: een laatste keer inzingen voor de leerlingen, en dan om half vijf de afstudeerfoto’s nemen. Het stralende weer maakte veel goed.

Tussen half zes en half acht was er dan de proclamatie, en die verliep gelukkig zoals het hoorde, zij het wel serieus warm. Aansluitend was er de receptie/walking dinner, en heb ik nog met veel leerlingen staan praten. Ze hebben me nog uitdrukkelijk en herhaaldelijk gevraagd of ik alsjeblief alsjeblief alsjeblief niet mee ging naar I Love Summer, de fuif in het jeugdhuis waar ik ook de laatste jaren ben geweest, maar ik zag het echt niet meer zitten. Mijn voeten deden pijn, mijn rug deed pijn, en ik kon mijn ogen quasi niet meer openhouden.

Het is genoeg geweest. Ik ga een week slapen, denk ik. Echt.

Zesdekes

Wanneer ik in ’t stad een oudleerling tegenkom, die me vol enthousiasme en met een glinstering in zijn of haar ogen vertelt wat hij/zij nu aan het doen is, dan ben ik telkens weer trots dat ik elk jaar opnieuw zoveel jonge mensen mag zien uitgroeien tot prachtige volwassenen.
Maar ik moet het toegeven: de lichting van dit jaar ga ik toch nog extra missen. Ik vind het doodjammer dat ik ze vier maanden heb moeten afgeven aan een interimaris, want de band met deze groep was toch wel iets aparts.
Mijn zesdekes. Ze gaan toch altijd een beetje van mij blijven.

Stevig dagje

Terwijl Bart eerst de kleintjes afzette en dan met Wolf naar de orthodontist reed – hij gaat wel degelijk een beugel moeten dragen, zijn tanden staan schots en scheef – reed ik naar school voor een dagje klassenraden. Die van zes en aansluitend vijf gingen eigenlijk verrassend vlot vooruit, waardoor we een pak vroeger klaar waren dan verwacht. Fijne meevaller! Tussendoor had ik nog even staan oefenen met de leerlingen die muziek gaan brengen op de proclamatie.

Ik fietste vrolijk tegen drie uur naar huis, en had nog tijd voor een klein tukje – ik ben doodop, eind-van-het-schooljaar-op – voordat de kinderen thuis kwamen. Tegen half zes stond ik in de sporthal van de Bourgoyen voor de voetbalmatchen van onze leerkrachten (m/v) tegen de zesdes, en daarna reed ik weer even naar huis om het verslag daarvan snel online te zetten. Kwestie van kort op de bal te spelen.

Tegen half negen was ik opnieuw op school voor de onvolprezen barbecue van de zesdes. We hadden ongelofelijk veel geluk met het weer, konden de hele tijd buitenzitten, en ik genoot van scampi, halloumi en fijne gesprekken met mijn leerlingen. Het was een fijne lichting dit jaar, echt waar.

Tegen half een hebben we ze buitengekuist, en ik ging niet lang blijven, moe zijnde en al…

Tsja. ’t Is dat het leuk was, zeker?