Een hele tijd geleden, ergens in januari, kwam het gesprek in mijn zesdes op het vrouwbeeld van de Romeinen en de pure misogynie die daar soms mee gepaard gaat. Het gesprek meanderde verder naar de hedendaagse visie en hoe vrouwen op de arbeidsmarkt vaak nog steeds gediscrimineerd worden. Het ging uiteindelijk ook over het fenomeen van de middenklassebubbel – waar de meeste leraars en leerlingen uit een ASO-school toch inzitten – en white male privilege. Ik mag dan zelf een vrouw zijn, ik zal (hopelijk) nooit begrijpen hoe het is om arm te zijn, hoe het is om in een niet-cultureel ingesteld gezin op te groeien, om geen intellectuele stimulansen te krijgen. En ik zal ook nooit weten hoe het voelt om geconfronteerd te worden met institutioneel racisme.
Bij dat laatste wilde ik een koe een koe noemen, al was het een beetje met een bang hartje. In de groep zitten twee meisjes met een migratieachtergrond. Ze zitten in het zesde jaar Latijn, het is niet dat ze dom zijn of niet geïnteresseerd of niet hard werken. Maar, zei ik hen ook vlakaf, ze gaan altijd een enorm nadeel hebben tegenover de rest van de klas, hoe goed ze ook zijn. Ze zijn meisjes, maar ze zijn vooral ook niet blank. En ook al zijn ze geweldig goed in wat ze doen, ze zullen daar altijd harder voor moeten werken dan een gewone blanke jongen, ze zullen zich harder moeten bewijzen. En ik wilde dat vooral ook de rest van de klas dat goed besefte.
Ja, het was een beetje een netelig onderwerp, maar ik wilde dat niet uit de weg gaan omdat het nu eenmaal realiteit was. Bleek dat beide dames dat ook erg geapprecieerd hadden: ze kwamen me na de les eventjes bedanken daarvoor.
Van een van hen kreeg ik achteraf zelfs nog een berichtje:
Ook al was het maar een kort gesprek uit het niets, toch heeft het wel geholpen. Ik ben blij dat er nog mensen zoals u bestaan, de manier waarop u denkt en het onder woorden brengt is heel mooi en inspirerend. We need more people like you.
Bedankt daarvoor!
Lifting you up in prayer and hoping you have a better day today.
Ja, ik was daardoor geraakt. Het zijn blijkbaar nog steeds van die kleine dingen die het verschil kunnen maken.
En vandaag had ik hen voor het eerst weer in de les na de paasvakantie en na hun Italiëreis. Bleken ze voor mij, als bedankje, een cadeautje te hebben meegebracht. Zonder veel woorden – maar we wisten alle drie waarover het ging – kreeg ik een prachtig blokje echt marmer in handen.
Ik was eventjes helemaal mijn kluts kwijt, maar ik heb wel de rest van de dag lopen grijnzen. Dit is er eentje dat ik ga koesteren. Niet alleen omwille van de boodschap die sinds mijn rugprobleem nog veel meer op mijn lijf is geschreven, maar om de betekenis erachter.
Dankjewel, dames. Jullie zijn de reden dat ik lesgeef.