Ik zag ze een tijdje geleden liggen in de winkel: zo’n diepgevroren kalkoenrollade. En meteen schoot er een recept door mijn hoofd, eentje dat ik vroeger wel eens maakte, toen we nog in de Forelstraat woonden. Lang, lang geleden dus. Ik leerde toen net koken, en zocht vaak recepten op in het kookboek van de Boerinnenbond. Ik had er zo eentje gekregen van mijn schoonmoeder, in echte Vlaamse traditie, en het was mijn bijbel.
Enfin, het recept dus. Poepsimpel, eigenlijk. De rollade aanbraden in een klein beetje boter, en dan een klein uur op 200° de oven in pleuren. Dan haal je het netje en alle folie eraf – ha ja, dat is samengesteld uit restjes van de kalkoen, op zich wel lekker vlees, maar niks mee aan te vangen anders – doe je er een flinke geut porto bij, het sap van een blik ananasschijven op sap (duh), en laat je het nog tien minuutjes in de oven staan. Af en toe eens omdraaien en de saus erover lepelen is een aanrader.
Vlees uit de schotel vissen, saus indikken, vlees in mooie schijven snijden, afwisselen met de opgewarmde ananas, en serveren met kroketjes.
Er is goed van gegeten, ja.