Haven: Dank

Een tijdje geleden kregen we het nieuws: de larp Haven stopt ermee! We zaten in zak en as: met de Vossen hadden we daar behoorlijk wat in geïnvesteerd en voor onze jongste Vos net zijn kostuum afgewerkt. Tsja…

Maar we begrijpen het ook: het team had het sowieso al moeilijk na de dood van kopman Erik, en door alle mogelijke persoonlijke problemen bleek het te moeilijk om een dergelijk project te blijven draaien. Want mispak je daar niet aan: er kruipt gigantisch veel werk in, in zo’n weekend.

We speelden het bijzonder graag, onze Akata, en ik ga het ook bijzonder hard missen. Maar vandaag en morgenvoormiddag mogen we nog spelen. Nog één keer de bizarre wereld met Bahadur, de speciaal ontworpen taal Eshki Ganu waar wij allemaal zot van waren, de faunporno, de problemen met de andere volkeren…

Dus ja, met alle plezier de uitgebreide schmink nog een laatste keer op ons toot, gegiechel met de dames onder elkaar en vooral ook toch nog een mysterie proberen oplossen.

We gaan ervoor, en we zijn de organisatie ongelofelijk dankbaar voor de voorbije evenementen.

Haven: een zalige dag

Ge hebt er geen gedacht van hoe deugd het doet! Op weekend, zonder mondmasker, met eindelijk weer alle larpvrienden. Zoals iemand het al zei: “Het is een tribe, een gemeenschap.” Hoeven we elkaar wekelijks of zelfs maar maandelijks te zien? Belange niet. Maar het zijn wel my kind of people, en ik heb ze gemist, zoveel is duidelijk.

Ik heb geen moment rust gehad vandaag. Zelfs toen ik, in dit heerlijke weer, een dekentje in de schaduw bij onze – ingame – tenten neerlegde met het idee een middagdutje te doen en de rug wat rust te gunnen, kwam er voortdurend iemand gewoon naast me liggen om dingen te bespreken. De rug heeft gerust, dat wel, mijn geest was nog meer bezig dan anders.

En ’s avonds ben ik gemarteld, in de steek gelaten, diep teleurgesteld, en heb ik gewoon gehuild van woede en machteloosheid. En ook van opluchting, op een bepaald moment.

Het was intens en het deed zo ongelofelijk veel deugd…

Eindelijk larpen!

Het was niet meteen de meest ideale timing, zo het eerste weekend van het nieuwe schooljaar.

Maar bon, ik moest enkel in de voormiddag lesgeven, we konden hier dus rond een uur of twee afspreken en dan rond een uur of drie vertrekken. Mijn wagen werd nota bene gevuld met en door jonge gasten: het jongste Vosje Jarne reed mee, en Jesse ook nog. En ik had de tank – aka. mijn Ford S-Max – ook nog ter beschikking. Maar best, want het ding zat ei- en stampvol.

Zelf voelde ik me niet bijzonder lekker, geef ik toe: doodop van de wisseling van vakantie naar lesgeven en een rug die dat niet fijn vond. Tsja.

We reden fluks naar Antwerpen om er Mireille op te vissen en reden dan door naar Nederland, naar een hele fijne locatie net over de grens. En jawel, stralend, maar echt stralend weer! Klein chanceke, precies!

Maar het was een klein beetje op, geef ik toe. Ik ben hallo gaan zeggen op ’t strand bij de tenten, aan spelkot en dergelijke, en tegen dan had Jarne onze spullen uitgeleegd. De auto werd geparkeerd, en ik ook. Als in: ik ben een uur in mijn bed gekropen vooraleer het spel in te gaan. Een paar mensen van spelleiding protesteerde daartegen, maar Lorre kent me meer dan goed genoeg: één blik op mijn gezicht was voldoende om me richting bed te sturen.

Ik heb diep geslapen, geloof ik, en daarna lukte het echt wel weer. Aankleden, schminken – vooral dat – en het spel in. En deugd dat dat deed, ge hebt er geen gedacht van!

Haven: de bedenkingen

Ja, ik heb mij keigoed geamuseerd. Het was een heftige, deze larp, maar niet op de manier waarop ik gedacht had dat het zou zijn.

Ik dacht: een universiteit, daar ga ik eindelijk meer info vinden over de Eshki Ganu. Wel, niet dus. Geen boeken in de bib, geen faculteitshoofd geschiedenis te bespeuren, de hoofdbibliothecaris die nauwelijks in het spel was. Frustratie, frustratie. Maar dan was er wel tonnen ander spel dat ons parten speelde en waar onze aandacht naartoe ging.

  • Twee van de onze werden beschuldigd van een misdaad en moesten daar een zware prijs voor betalen. Waar we allemaal aan gewerkt hebben, natuurlijk.
  • Het ontdekken van een nieuw geschrift dat we, dankzij gelukkig toeval én het scherpe inzicht van een van de onze, konden ontcijferen. En waarmee we dan ook de halve nacht zijn bezig geweest. Eindelijk wat extra info.
  • Ingesloten worden door een soort blob, en daarin dan uw minnaar verliezen. Er u met het nodige drama bij neerleggen dat hij gesneuveld is, en dan blijkt dat ze hem nog kunnen rechtzetten. Waarbij hij begint te flippen en te hallucineren (Koen, ge hebt dat prachtig gespeeld) en uiteindelijk in uw armen in slaap valt. Juist ja.
  • Ons Vespertje, mijn toyboy, verliezen aan een ritueel. Want zijn bloed was het enige dat ons kon redden, uiteraard. En ik die hem gezegd had mee te gaan, want het kwam wel goed. Wist ik veel. En dus tranen van woede en frustratie. Maar wel een NPC die nu in onze groep komt spelen ^^ Pluimkes FTW!
  • De zorgvuldig opgebouwde verstandhouding met de Strigoi kwijtspelen door een stom misverstand, en dan nog bijna iemand op zijn bek slaan. Raaah!
  • Ingame blijven aan uw kampvuur tot vier uur ’s nachts. Twee verloren zielen die er voor de gezelligheid willen bij komen zitten en zich verbazen over het gesprek. Dat was er namelijk eentje met twee Breaghan over hun fascisme en algemene ingesteldheid. Nooit gedacht dat die aan mijn kampvuur gingen mogen zitten, maar bon, blijkbaar waren ze zelfs sympathiek! Komt dat tegen!

Een hoop losse eindjes en stukjes, veel tranen gezien, er een paar vergoten, en vooral gezien dat het best wel goed was.

Haven

Het was me nog de moeite gisteren: we zijn alle vier in één auto geraakt, maar Jarne zat gewoon helemaal ingekapseld ^^

Enfin, we waren nog net op tijd om in de schemering onze tent op te zetten en in te richten. Niet dat we erin geslapen hebben hoor, zo zot zijn we op onze leeftijd – ik ben de jongste van de vijf – niet meer, maar het was wel zalig om een echte uitvalsbasis te hebben, een ingerichte tent met zitplaatsen en bedjes en parafernalia, waar zieken zijn genezen, hypnoses zijn uitgevoerd en het vooral ook heeft gezomerd. Meermaals zelfs.

Voor het eerst was ook ons kampvuur een drukke aangelegenheid: er heeft veel volk gezeten, van allerlei rassen, en voor het eerst zelfs een duo Breaghan. Nooit gedacht dat ik die nog aan ons vuur zou laten zitten. Maar blijkbaar kan het dus wel, al leidt dat om vier uur ’s nachts tot een stevige ingame discussie over fascisme en dergelijke. Moet kunnen.

De vuurkorf van 20 euro in den Aldi is trouwens helemaal goedgekeurd. Fijn ding, dik in orde.

Haven VI: beschouwing

Wat ik schreef op de Haven Facebookpagina:

“We schrijven dinsdagavond, en ik heb Haven nog steeds niet uit mijn systeem. Op zich wil dat wel wat zeggen, want sommige lives zijn bij wijze van spreken vergeten zodra je in de auto stapt. Deze niet dus.

Voor het eerst waren de Vossen (Taoxka) weer voltallig, en dat deed deugd, en dat deed veel aan het spelplezier. Ik ben vrijwel continu bezig geweest, heb een paar rustige momenten aan het kampvuur beleefd, en minder rustige in een of andere ruïne.

Het personage heeft jammer genoeg wel wat nadelen: als je niet zo sociaal bent en niet houdt van formele toestanden, heb je weinig mee van zo’n fantastische setting. Ik heb amper met lokale bevolking gepraat, vrijwel niks gezien van de nochtans schitterend ingeklede locatie, en sommige mensen zelfs niet eens opgemerkt. Met de meeste spelersgroepen heb ik eigenlijk ook geen enkel contact gehad, en ik ben eigenlijk ook nergens geraakt behalve in ons eigen kamp en in de herberg. Jammer, maar dat ligt aan het personage. Dat neemt totaal niet weg dat ik me fantastisch geamuseerd heb.

Enkele hoogtepunten;
– het eten. Yup. Al had ik geen tijd voor de nochtans speciaal voor mij gemaakte sushi. Jullie zijn schatjes!
– de faun porn. Serieus zeg!! BTW, ga niet googlen op faun porn. Geen. Goed. Idee.
– de speciaal voor ons gemaakte begeleidende reclameteksten. Serieus wat tijd in gestoken, om dan vast te stellen dat het om “nieuwe meisjes” ging, en dat soort dingen.
– het binnengaan van de ruïne, en dan het gewoon niet kunnen laten om ondanks het kapotte lijf toch naar boven te klimmen, gewoon omdat het moet. En het niet anders kan. En ik het vooral niet anders wil.
– het half uurtje hot tub met mijn twee “toy boys” en mijn zusje. Ongelofelijke oase van rust, en een wereld van vervreemding voor Uqatl.
– de echo van Sergei, en meer bepaald de snor van Erik. Trànen gelachen!
– van tranen gelachen gesproken: de one-man-show van Koen met Petit Papa. Voor het eerst iemand een kiwiplantage horen uitspreken, en dat was dan nog wegens geen adem meer van het lachen.
– van Petit Papa gesproken: als ochtendbegroeting dat popje voor uw neus krijgen, zorgt er meteen voor dat ge wakker zijt. Koen, ge hebt een evil mind, en mijn gezicht moet de moeite waard geweest zijn. Ik zie u gewoon graag, gast!
– van graag zien gesproken: merci, Jarne, om zo enthousiast mee te spelen. Ik was al een pak meer op mijn gemak in uw buurt dan de vorige Haven. Ge moogt nog mijn pluimen dragen
– van dragen gesproken: ’s nachts om drie uur lopen zeulen met een imaginair lijk, met een aantal Franssprekenden: het was eens wat anders. En dan als begroeting bij het ontbijt een knipoog krijgen van de Strigoi: het doet wat met een vrouw.
– van vrouw gesproken: de lentebloesem van Agnes. Een persoonlijke check op mijn bucket list. Ik heb ervan gedróómd! Nogmaals merci, Freya, om het me toe te staan.

Enfin, ik kan nog wel een aantal momenten bedenken, maar dat zou op den duur een beetje veel worden. In elk geval aan iedereen (figuranten, spelers, keukenploeg, en vooral crew) een ongelofelijk merci. Het is geen evidente wereld, maar het is een mooie. Hij mag er zijn, en ik wou dat ik er nu al naar terug kon.

Ik mis Aturi. En dat zegt wel wat, ja.”

Het enige grote minpunt is dat bij de eindstrijd Mireille haar personage is gesneuveld. Zucht. Maar bon, we zien wel weer dan.