Wolf zit sinds zondagmiddag opnieuw in het Zeepreventorium, maar aangezien het vandaag een feestdag was, mochten we op bezoekdag, en hem zelfs meenemen van 10 tot 19.00 uur. Althans, dat was de theorie. Omdat hij serieus last heeft van een hoest en slijm op zijn longen – ze zijn het aan het onderzoeken – moest hij al om half vijf terug zijn voor aërosol en drainage. De dag werd dus iets korter dan gepland, maar bon, zijn rug staat een langere uitstap toch niet echt toe.
Iets over elven pikten we hem op en haalden we uiteraard nog een ijsje in De Haan zelf. Allez ja, Wolf moest wachten op zijn warme wafel.
Daarna reden we naar Brugge, om daar in L’Estaminet iets te eten. Dik in orde, alleen hebben we behoorlijk lang moeten wachten. En hadden we ook lang rondgereden voor een parkeerplaatsje: eerst konden we niet door omwille van een optocht en moesten we rondrijden, en toen was de parkeergarage van Park volzet. Aan de Magdalenakerk vonden we gelukkig wél nog een plaatsje, en moest er blijkbaar eerst ook nog gespeeld worden op de grote speeltuin aldaar. Door alledrie, ja.
Daarna wandelden we langs een brug, een van de kunstwerken van de Triênnale, richting Markt. Daar losten we de max van een geocache op, nota bene op een van de drukste plaatsen van gans Brugge, en toch vielen we niet op. Tsja, als je die cache in fietszakken stopt…
Daarna wandelden we verder om nog drie kunstwerken van de Triënnale te bekijken: de walvis, de lange metalen nek (of hoe je het ook moet noemen) en de oranje tunnels. Tussendoor dronken we ook snel iets, en kreeg de hangry Merel een pannenkoek.
Toen was het welletjes, was ook de tijd op, en brachten we Wolf tegen half vijf terug naar het Zeepreventorium, waar we nog bij hem bleven tijdens het aerosollen.
Daarna reden we naar huis via een omwegje, en deden we nog een cache waarbij we alledrie in de lach zijn geschoten. Je moest namelijk met een bidon aan een ketting in een kreek water scheppen, dat in een buis gieten, en dan een bovendrijvend kokertje opvissen waarin een sleuteltje zat, waarmee je een vogelhuisje wat verderop kon openen. Op zich leuk bedacht maar niet zo grappig natuurlijk. Het verrassende element zat hem in de buis, waarin gaten zaten om ze te draineren, en een van die gaten was héél gemeen geplaatst, zodat je een stevige straal water op jezelf kreeg, als je niet oplette. Een heuse pispaal dus.
Enfin, kwart voor zeven waren we terug thuis na een geslaagde middag. Yup yup.