Zoals ik hier een aantal dagen geleden zei, doe ik een poging om qua lectuur netjes af te wisselen: gewoon boek – scifiboek(enreeks) – klassieker – fantasy boek(enreeks).
Ik had de Ilium/Olympos van Dan Simmons gelezen (scifi), was naar ‘De Avonden’ van Reve gegaan (klassieker) en dan meteen naar ‘A Tale of Two Cities’ van Dickens (klassieker).
Ik weet niet waarom, maar ik lees dus echt graag Dickens. Ik heb het zowel voor zijn schrijfstijl als zijn vertelstijl, en ik hou van kostuumdinges, of het nu film, reeks of boeken zijn.
En dit boek, tsja, het wordt met recht en reden als een klassieker beschouwd. Een pracht van een liefdesintrige speelt zich af met de Franse revolutie als achtergrond, maar situeert zich zowel in Parijs als in Londen. En het leuke is: bij Dickens weet je écht niet hoe het zal aflopen, want hij geeft eigenlijk niet echt om happy endings. Nee, da’s niet waar: het eindigt altijd wel ergens positief, maar het kan best zijn dat het hoofdpersonage de dood vindt, en dat de rest daardoor gelouterd wordt. Ook positief te noemen dus, maar niet Hollywoodiaans.
De sfeer is grimmig, zoals in de meeste van zijn boeken: de Franse revolutie met al zijn paranoia, wreedheden, terechtstellingen en extreme armoede wordt niet bepaald verbloemd. Je krijgt er echt de rauwheid van die tijd onder ogen, en het kan geen pretje geweest zijn, tenzij je van (rijke) adel was. En dan liefst niet in 1789 in Parijs zelf, want dan was je ook de klos.
Het boek was er op een paar dagen door, en dat zegt genoeg. Dickens, ja, het is een wereld op zich, maar eentje waarin ik graag vertoef.