Flanellen slaapkleed

Ik wéét dat het bijzonder bomma-achtig is, maar ik slaap het liefst in een lang slaapkleed. Een pyama ligt me niet: ik draag niet graag een broek ’s nachts. Zoals mijn grootmoeder placht te zeggen: ‘Al wat leeft moet lucht hebben’.

In de zomer hou ik het op een t-shirtachtig model, met korte mouwtjes. Naakt slapen is geen optie, dan verstijft mijn linkerschouder helemaal.

In de winter ben ik nogal een kouwelijke. Ik heb voor de echt koude dagen (of van die dagen waarin ik zelf moe loop en dus niet opgewarmd raak) een elektrisch deken. En dus een lang slaapkleed, met lange mouwen. Het liefst van al eentje tot op mijn voeten, zodat ik mijn ijspootjes erin kan wikkelen en Bart geen hartstilstand hoef te bezorgen door ze bij hem te steken. En als het even kan in flanel, heerlijk zacht en warm.

Alleen… Die dingen zijn dus niet te vinden, he. Het kan me niet schelen wat erop staat, al zijn het grote roze blommen, het is begot een slaapkleed, en niemand hoeft dat te zien. Maar kan iemand me zeggen waar ik dat kan vinden? Een slaapkleed tot op mijn voeten, in flanel? Mocht u me dat kunnen vertellen, ik zal u gedenken in mijn warme comfortabele dromen, opgerold onder mijn donsdekentje, en waarachtig, ik zal u dankbaar zijn 🙂

Rare jongens, die leerlingen.

Blijkbaar heeft het full-time werken, gecombineerd met twee kinderen, een huishouden en het maken van een stapel facturen, toch meer invloed op de frequentie van mijn blogposts dan ik had verwacht. Enfin, dat stel ik toch vast als ik mijn blogje bekijk.

Misschien heeft het feit dat ik wat ziekjes ben, daar ook wel mee te maken. Heel veel fut heb ik niet, en het grootste deel van mijn energie gaat dan op in het lesgeven. Ha ja, want dat doe ik doodgraag, en die energie maakt net dat de leerlingen graag naar mijn les komen, ook al is het Latijn. Intussen loop ik te sniffen en te snuffen dat het geen naam meer heeft, en begin ik ook lichtjes hees te worden. Al kan dat uiteraard ook wel zijn van het feit dat ik opnieuw vollen bak aan het lesgeven ben, en mijn stem nog gewoon moet worden aan het harde werken. Het is niet alsof ik, in die zes maanden bij mijn baby, veel heb gepraat…

Leerlingen zijn trouwens rare wezens. Ze mogen tussen de lesuren geen gebruik maken van de drank- of koekjesautomaten die in de gang staan (kwestie van niet teveel tijd te verliezen bij het wisselen van lokalen), en ik joeg er in het passeren dan ook een paar weg. Waarop die ene, een zesdejaars die nooit in mijn klas heeft gezeten, me aankijkt en zegt: “Heh, mevrouw, een nieuwe coupe? Het staat u echt wel!” Ik was eventjes uit mijn lood geslagen, dat geef ik toe. Je geeft zo’n lummel onder zijn voeten, en dan krijg je nog een complimentje ook. En het is niet alsof hij daar iets kon bij winnen: hij zit niet bij me in de klas, en mijn naam als gangdictator is toch al gevestigd. Ik keek hem dus verbouwereerd aan, hij schoot in de lach, en zei: “Ja maar, ik meen dat wel hoor, mevrouw, het gaat u echt af, veel beter dan dat lang haar”. Waarop ik hem met een brede grijns naar zijn klas joeg. En al fluitend naar de mijne vertrok :-p

Moe

Ik ben moe. Echt wel. Slecht geslapen vannacht, en dan uiteraard weer dat ritme vandaag.

Ik moet wel zeggen, ik heb goed lesgegeven vandaag. Geen inleidende zever of kennismaking, ze kennen me al allemaal van vorige jaren, en da’s nog zo gemakkelijk. Meteen ook weer op het goeie tempo, lekker zeveren, goeie interactie met de zesdes, geen enkel probleem met de blijkbaar aartsmoeilijke derdes… Blijkbaar hebben ze me toch gemist :-p

Daarna nog kopies gaan nemen, kwestie van uptodate te zijn met de cursussen, en dan Wolf afgehaald, en daarna Kobe. Ik had medelijden met het ventje. Niet dat hij daar slecht zat, verre van, maar hij had zó hard moeten kijken, er was zó veel te zien geweest, dat hij nauwelijks had geslapen. Hier thuis is hij dan gecrasht: hij heeft met moeite gegeten, en ligt al de hele tijd te slapen.

En ja, hij heeft eerst een tijdje bij mij op mijn arm gezeten. Ik heb hem echt gemist, zo na vijf maanden intens te hebben samengeleefd. Maar aan de andere kant voelde ik me nu weer opleven. Oh, en ik heb massa’s complimentjes gekregen, dat ik er zo goed uitzag, en dat mijn korte haar zo knap was. Leuk 🙂

Terug naar school

Het mag misschien eigenaardig klinken, maar ik ben ongelofelijk blij en opgewonden dat ik morgen weer naar school mag.

Mijn boekentas staat klaar, mijn agenda is ingevuld, er zit zelfs een flesje water en een koek klaar. Mijn rode en zwarte pen zijn weer “ingeschreven” na vijf maanden uitgedroogd te zijn, er is vers krijt voorhanden, en de USBstick zit in mijn pennenzak.
Kobes tas staat klaar, zijn kleertjes liggen gereed.
Wolfs boekentas is opgevuld met schriftje, fruit, water, fristi en koek, en zijn kleren liggen te wachten.

Het is de eerste keer dat Kobe naar de crèche gaat, maar dat vind ik niet erg, die mensen weten wat ze doen. Ja, ik zal wel af en toe aan hem denken, en mijn GSM zal op mijn bureau liggen, maar verder…

Eigenlijk ben ik opgelucht. Ik deug voor geen meter als huisvrouw. Echt niet.

Driekoningenommegang in Wondelgem

Deze namiddag, na een Elanorvergadering (Elanor = het Tolkiengenootschap, maar de website ligt tijdelijk plat) ben ik met Wolf naar de Driekoningenommegank hier in Wondelgem geweest. Bart bleef thuis bij Kobe (eigenlijk wel handig, die flesvoeding) en Pieter van den apotheek was zo lief om zowel mij en Wolf als Delphine, Marthe (Wolfs vriendinnetje) en Victor (respectievelijk vrouw en kinderen van) alsook Delphines zus naar het tweede startpunt van de stoet te brengen.
De hele parcours van de stoet zou echt veel te lang geweest zijn voor de kinderen, ik heb Wolf nu al een paar keer voor eventjes gedragen. Zelfs nu waren we al een uur aan het stappen, met voorop de fanfare, dan een steeds meer aanzwellende groep mensen, het genootschap, drie reuzen vooraan, de drie koningen met elk een koningskind, een heerlijk dixielandgroepje, en de drie grote reuzen. Er was jammer genoeg geen boer met een grote kar waarop de kinderen konden zitten, zoals blijkbaar wel de vorige jaren het geval was, en wat trouwens de reden was dat ik geen buggy heb genomen voor Wolf. Overal werden er fakkels en andere lichtjes meegedragen, en bijna alle kinderen hadden wel een kroon, een cape en/of een ster mee.
Wolf wilde dat op het laatste moment niet, zodoende lieten we zijn kroon maar thuis. Jammer eigenlijk.

Ook aan de kant van de weg stonden overal lichtjes en fakkels, en overal stond volk buiten te kijken, te zwaaien, te kletsen, en vooral ook dreupels te schenken voor het genootschap.

Het eindpunt was Den Dries, waar een hoop kraampjes waren opgesteld, een groot kampvuur werd onderhouden door de locale scouts, en een podium stond.
Ik had de laatste tien minuten Wolf aan de gang gehouden met de belofte van een pannenkoek, en die waren er dan nog niet eens! Gelukkig stond er wel een kraampje met chocomelk (met vrije gift) en (naast dreupels, soep, glühwein, hotdogs, beenhesp, en ik mis wellicht nog een paar dingen) eentje met gestreken mastellen. Die bleken evenzeer in de smaak te vallen, Wolf heeft naast zijn eigen mastel ook een helft van Marthe ingepikt (die had toch te veel).

Jammer genoeg begon het tien minuten na aankomst te regenen, zodat we ons naar huis hebben gehaast.

Wolf heeft nog twee boterhammen binnengespeeld, en is dan compleet strijk gegaan in zijn bedje. Ik denk dat het misschien wel wat veel was voor een bijna-vierjarige :-p

Helluvanafternoon

Bleh.

Het had geen zin om nog voor de middag te vertrekken, want Kobe moest eten rond twaalf uur, en hij was maar wakker om elf uur. Fijn dus. Ik ben alleen nog in de apotheek geraakt, en toen bleek dat ik zowat de helft niet eens mee had. Goed bezig.

Tegen dat ik gegeten had, belde mijn broer met VIPkaarten voor een promsconcert met receptie voor, tijdens en na, en goeie fuif. Whiskybar, champagnebar, oesterbar, the works. Het heeft enige voeten in de aarde gehad, maar uiteindelijk zorgt oma voor de drie kleinkinderen (4, 1,5 jaar en 5 maanden). Ze zuchtte al op voorhand :-p

Rond half twee vertrokken:
– C&A om de twee soldenbroeken van gisteren voor Bart om te ruilen (ik had mijn ventje magerder ingeschat) maar zijn maat was er niet meer, dus 1 broek meegenomen die niet in solden was. De pantoffeltjes voor Kobe waren ook te klein. Vind maar eens pantoffeltjes zonder zool in maat 21 :-p Dus niet echt een succes.
– BBKS, een chique kinderwinkel op de Elyseese Velden waar ik graag in de solden eens binnenspring, is blijkbaar verdwenen. Wellicht failliet door de net iets te hoge prijzen.
– GB Groene Vallei, om een ebaydinkske op te halen in het Kialapunt aldaar. Alleen was de scanner kapot/nog niet geleverd, dus ook dat was ‘niet geslaagd’
Ik begon het al op mijn heupen te krijgen. Zeul maar eens rond met een baby van 8 kilo in een maxicosi. Dat wéégt!

– Dreamland, om een nieuwe autostoel voor in Barts Audi, waar hij Isofix in laten installeren heeft. “Laten installeren, mevrouw? Isofix is tegenwoordig standaard, alleen dat speciale Isofixsysteem van Bébéconfort moet nog apart geïnstalleerd worden. Wat heeft uw man precies?” Ja, goeie vraag.  Ik heb dan maar een stevige autostoel groep 3 voor Wolf voor in mijn auto meegenomen, eentje waarop hij kan zitten met de autogordel om. Eentje voor grote jongens dus. Maar echt een succes kan je het niet noemen.

– ’t Fabriekske (mega schoenwinkel op de Drongensesteenweg): een nieuw paar korte zwarte botjes voor mij, en een paar van die parksloefkes voor Kobe. “Maar mevrouw, ik denk niet dat dat nog bestaat in maat 21. Zeker dat die andere te klein zijn?” En ook niks gevonden voor mezelf. Alleen een rechterarm die 5 centimeter langer is ondertussen.

– Colruyt. Gewoon mijn ding gedaan, en ze hadden alles. Oef.

Ondertussen was het vier uur, de etenstijd van Kobe. Die had wel wat liggen slapen hier en daar, maar toch niet vol overtuiging. Gelukkig heb ik een droom van een kind, zodat hij wel ijverig aan het tutteren was om me duidelijk te maken dat hij honger had, maar verder geen kik gaf. Integendeel, zodra ik iets zei tegen hem, begon hij te lachen naar me.

Allez bon, de hele namiddag weg, ik pompaf, en eigenlijk gewoon geen bal resultaat, als je de Colruyt niet meerekent. Ik ga nog maar eens naar de apotheek lopen, en ik denk dat ik daarna een lange hete stoomdouche ga nemen. Kwestie van niet in slaap te vallen tijdens dat concert.

Droom

Goh, plots herinner ik het me weer. Ik heb vannacht gedroomd van Huug, en Michel kwam er ook efkes in voor. Bizar bizar. Zeker als je weet dat ik beide heren nog nooit in levenden lijve gezien heb (bijkans omver rijden telt niet mee).

Bart en ik zaten in een soort cinemazaal, maar de voorstelling was nog niet begonnen. Plots stoot Bart me aan: “Kijk ne keer achter u? Daar zijn ze bezig met Bill, de androgyne zanger van TH (kwestie van hier geen slapende honden wakker te maken). Hij had genoeg van dat imago en van de beschuldiging dat hij in feite tóch een vrouw is, en ze zijn hem aan het bijwerken”. Er was een legertje mensen met hem bezig, en uiteindelijk zag hij eruit als een student die van een cantus komt, veels te weinig slaapt en veel te veel drinkt: kort zwart haar, een papperig bleek gezicht, pukkels, een brilletje, en nogal nerdy kledij. Hij trok eigenlijk aan geen kanten nog op het origineel. Hij was allesbehalve sexy, en dat vond Bart ook.

“Moh”, riep ik uit terwijl ik recht sprong, “Ik vraag me af of hij nu (nog) in de smaak zou vallen bij homo’s. Eens gaan vragen aan Huug”. Die lag blijkbaar op een groot geel bed naast de middengang achteraan in de zaal languissant te wezen, maar bleek bij nader inzien bijzonder vrolijk. Naast hem zat – in een gewone cinemazetel – Michel, maar die stond op om iets te halen toen ik aan kwam lopen, en zei nog in ’t voorbijgaan tegen mij: “Pas op voor die groene hé!” (Geen idee trouwens waar dat op sloeg.)

Ik stelde Huug de vraag wat hij vond van de vernieuwde Bill, maar het antwoord daarop weet ik niet meer, want toen nam mijn droom een totaal andere wending.

Hmm. Iemand een droomverklaring? Dit zou ik wel eens willen weten…

Solden

Kijk, ik ben niet zo gek dat ik op de eerste dag van de solden in de lichte sneeuw met een baby van vijf maanden ga rondhossen.
Ik ben wél op onze vaste stek iets gaan eten met Bart, en daarna in ’t passeren in de C&A aan de Wondelgembrug binnengestapt. Lang niet zoveel volk als ne mens wel zou denken, en overvolle rekken.

Zelf had ik niks nodig (wegens nog niet normaal geproportioneerd – borstvoeding, weetuwel), maar de kinderkleding is er echt wel goed: degelijk, mooi en betaalbaar.

De vangst (en ik ben er best wel trots op):

– een donkergrijze battlebroek voor Bart (14,5 €)
– een zwarte battlebroek voor Bart (6 €, jawel)
– een zwart gileetje voor Wolf (13,30 €)
– een zwarte jeans voor Wolf (8,40 €)
– een zwarte battlebroek voor Wolf (10,5 €)
– een jeans voor Wolf (17,5 €)
– 3 paar zwarte snoopysokken voor mezelf (6,30 €)

en een paar pantoffeltjes voor Kobe van 8 euro, omdat hij voortdurend zijn sokjes uitschopt. Alleen zijn ze op het randje van te klein. Maat 20 te klein voor een baby van een half jaar, dat kind heeft écht wel grote voeten!

What do babies dream about?

Ik heb me dat gisteren zitten afvragen, terwijl Kobe in mijn armen lag te slapen. Hij lag duidelijk te dromen, want hij trok voortdurend gezichten, en glimlachte de hele tijd. Het was heerlijk om te zien.

Maar: waarover dromen baby’s dan? Zeker als ze dan zo glimlachen? Over gigantische borsten waar de melk uitspuit?

Of heeft u een beter idee?

Nieuwjaarswens

Het is bijna middernacht wanneer ik dit schrijf. Misschien vindt u me nu zielig omdat ik blijkbaar op dit tijdstip aan de computer zit, maar geloof me: dat is het niet.

Ik heb net samen met mijn ventje, die een schitterende Médoc van 1973 aan het drinken is, samen op de zetel, dicht tegen hem aan, naar een filmpje gekeken. Kobe lag een paar meter verderop in zijn wiegje te slapen, en Wolf ligt veilig en rustig in zijn bedje. Het haardvuur knettert (en is al een paar keer bijna uitgegaan wegens te lekker liggen om recht te staan en er hout op te doen), er branden een paar kaarsen, de gordijnen zijn dicht, en de hond aan onze voeten ligt te bibberen omwille van de vroege vuurwerkknallen.

Rond zeven uur hebben we allemaal samen gekookt. Wolf kreeg chipjes, terwijl wij een aperitiefje dronken, en zelfs de baby had een feesthoedje op. En het gezicht van een driejarige wanneer hij met een vuurspatter door het donkere huis loopt, is om te stelen. Boodschappen hebben we niet gedaan, want The Fox in the Box heeft alles netjes aan huis geleverd. En ja, het heeft enorm gesmaakt.
Wolf zat netjes op tijd in zijn bed (hij viel sowieso om van de slaap) na het obligate kabouterverhaaltje.

Zielig, zegt u? Melig? Mja. Misschien wel.

Maar wij hoeven straks niet meer door de koude. Gewoon, gezellig de trap op, half slapend, en slapewarm tegen elkaar aanschurken.
Wij hoeven ook geen obligate drie kussen uitdelen aan het verenigde gezelschap, of champagne drinken (wat we geen van beiden echt graag drinken) op het vastgestelde uur. We hoeven ook niet de confrontatie aangaan met die ene ambetanterik die toch net ‘iets’ teveel heeft gedronken, of ons per se happy en vrolijk gedragen terwijl we net in een na-de-maaltijd-dipje zitten. Of luisteren naar het oeverloze gelul van degene naast wie we toevallig zitten, maar wiens verhaal ons eigenlijk geen ene bal kan schelen.
En we moeten ook niet thuis komen in een koud en donker huis, een ware anticlimax na de feestvreugde.

Ja, toen ik twintig was, zou ik dit scenario ook niet zien zitten hebben, da’s waar. Maar ik ben geen twintig meer, en da’s de realiteit.

U mag me dus gerust zielig vinden. Dan glimlach ik gewoon even naar u. En dan herhaal ik de nieuwjaarswens die ik al naar veel vrienden heb gestuurd:

Moge 2008 alleen maar goeds in petto hebben, en moge je het komende jaar even gelukkig worden als ik nu ben. En dat meen ik uit de grond van mijn hart.