Twitter

twitter_maintenance.jpg

Goh, dat het toch een echte verslaving blijkt te zijn! Ik zit al de hele tijd te refreshen om te zien of het nog niet terug online is, en ik ben verre van de enige, zo blijkt. Clopin heeft het lastig, en ook Emich voelt het kriebelen, en er zijn er nog een pak.

En dan heb je nog geen Bart in huis gehad, die al vier dagen niet mag Twitteren.

Auw.

Ik heb net, bij het inpakken van een kerstcadeautje, met een plakkertje een stuk uit mijn lip getrokken. Straffe plakdinges, die lakskes. En nee, vraag me niet wat dat lakske aan mijn mond zat te doen, ik vraag het me eigenlijk ook nog af.

Stom zijn doet geen zeer, zeggen ze, awel, deze keer wel.

Te Koop

– splinternieuwe digibox, nooit gebruikt. Zit een lang verhaal aan vast, maar het ding staat dus te blinken.

– Toyota Carina, oud geval, maar ongelofelijk goeie wagen. Moet weg wegens a) niet praktisch als gezinswagen b) niet hip genoeg als bedrijfswagen voor Netlash. Ik vind het eigenlijk jammer dat hij weg moet, het is een vree wijze bak. EN hij staat hier nu zielig te wezen op onze oprit…

Verf

Ik heb net de badkamer opgemeten, en sta helemaal klaar om verf te halen (in Sint-Amandsberg dan nog, begot). Alleen… ik vind het zo jammer om de baby, die heerlijk ligt te slapen, daarvoor wakker te moeten maken.

De kleurconsulent is namelijk een paar dagen geleden langsgeweest, en ik zie het helemaal zitten. Nog een paar dingen zoals schilderen dit weekend, en badkameraccessoires uitzoeken, en we zitten in onze compleet afgewerkte, superdeluxe volledig-mijn-goesting badkamer 🙂

Folie

Ik heb echt een wijs product gevonden 🙂

Ik zeg al lang dat ik compleet ben uitgekeken op glasgordijnen, ofte van die voile toestanden zodat de mensen niet kunnen binnenkijken. In de keuken en de gang heb ik ze al afgeschaft, net zoals op de kinderkamers. In de living wil ik toch graag een béétje privacy, en vooral in de badkamer kan je niet echt zonder, zeker als die badkamer uitkijkt over twee straten (we liggen op een hoek).

Ik zeg al even lang dat ik, zodra de nieuwe badkamer er is, van die folie ga hangen die het effect geeft van gezandstraald glas. Ik weet het, er zijn esthetisch gezien nóg mooiere dingen, maar dit is praktisch, haalbaar en betaalbaar. Alleen had ik wat schrik om die op te hangen: wat als ik het niet goed krijg? Als het dan toch absoluut mijn ding niet blijkt te zijn? Als die folie niet waterbestendig is? Als ik het er om één of andere reden weer moet af halen?

Wel, ik heb de oplossing gevonden: elektrostatische folie! Jawel, die folie blijft lekker vanzelf plakken, en is er even makkelijk weer af te halen. Denk maar aan het vervelende elektrostatische effect bij vershoudfolie. Je haalt een beschermend laagje van de folie, maakt je venster nat, plakt de folie ertegen, wrijft er alle bubbeltjes en waterrestjes uit, et voilà! Hangt het niet meteen goed, dan haal je het er gewoon weer af en begint opnieuw. Het effect is echt wel behoorlijk: zodra mijn ruiten gekuist geraken, zal ik er een fotootje van posten. Het is ook een mooi helder wit licht dat erdoor komt, en ik kan nog steeds boven de streep folie naar buiten kijken. De prijs is evenwel niet zo mals: 18,99 euro per meter voor een hoogte van 90 cm.

Yep, weer een positief punt in de badkamer. Nu moet ik me deze winter nog eens bezighouden met ze er weer af te halen, en Melopee erin uit te snijden. Dan kan ik via Paul van Ostaijen naar buiten kijken 🙂

Kafka

Naar aanleiding van een post bij Tessa wilde ik jullie het volgende verhaal niet onthouden.

Ik moest voor een interimjob of zo (het is een paar jaar geleden) een paar papieren hebben, en ik wist niet of ik nu bij de VDAB of de RVA moest zijn daarvoor. Ik zou dat dus wel even gaan vragen bij de RVA in de Korte Meer, dacht ik zo, ik moest toch in ’t stad zijn.

Ik mijn moto op, en daar naartoe. Ik kom beneden in de hal, en ik zie dat de bureaus eigenlijk enkel in de voormiddag toegankelijk zijn voor het publiek, en dat je in de namiddag enkel telefonisch inlichtingen kan krijgen. Bon, ik was er nu toch, ik kon het evengoed even gaan vragen, en zou dan wel een andere keer terugkomen om de bewuste papieren.

Ik dus naar boven, waar ik terechtkom aan een soort balie. Daarachter staan een hoop bureaus opgesteld, beladen met paperassen, en waar een dame van middelbare leeftijd zit te … zwoegen, had ik bijna gezegd.
Zeer verstoord kijkt ze op, wanneer ik beleefd mijn keel schraap om de aandacht te trekken.

– Excuseer, mevrouw, kunt u mij soms zeggen…

Zonder een woord uit te brengen wijst ze naar een bord, waar nog eens de openingsuren herhaald worden.

– Ik besef dat, mevrouw, maar ik wil enkel een inlichting.
– Madam (het Gentse accent kan/wil ze niet weg steken), de bureau’s zijn nui geslote, veur inlichtinge moede belle.
– Ja maar, mevrouw, ik ben hier nu toch, kan u me soms zeggen…
– Zeg, kundegij nie leze messchiens? Os ge een inlichtinge wilt, moede ofwel morgenneuchtink terugkome, ofwel ne kier belle.
– Maar mevrouw…

Nors draait ze zich terug naar haar papierwerk, en keurt me geen blik meer waardig.

Bon. Ik open mijn handtas, en haal mijn GSM boven. Onverstoord begin ik het nummer van het bureau (dat op het bord naast mij geafficheerd staat) in te tikken. Vanuit mijn ooghoeken zie ik dat het mens nors in mijn richting kijkt omdat ik nog steeds niet verdwenen ben. Dan gaat de telefoon op haar bureau over. Met een blik die het midden houdt tussen verbazing, ontzetting en ongeloof staart ze in mijn richting. De telefoon rinkelt. Zij staart.

Na een tiental belsignalen spreek ik haar aan: ‘Excuseer mevrouw, maar zou het mogelijk zijn de telefoon op te nemen? Ik zou graag een inlichting willen.’

Nog even blijft ze in mijn richting staren, dan pas komt ze in beweging. Ik zet de GSM af, zodat het gerinkel ophoudt.

– Ja?
– Wel, mevrouw, formulier xxy/14, kan ik dat bij u krijgen, of moet ik daarvoor bij de VDAB zijn?
– VDAB
– Ah, bedankt mevrouw, meer moest ik niet weten! Nog een prettige namiddag verder!

Ik denk dat ze daar nog even is blijven staan kijken. Kafka is de wereld nog niet uit.

Hoest

Kijk, zo krijg je me dus echt kwaad.

Bart heeft al weken last van een deftige blafhoest. Veel kan ik er uiteraard niet aan doen, behalve hem een beetje bemoederen. Zelf zegt hij dat hij het maar echt krijgt als er een kou op zijn borst valt, zoals bijvoorbeeld in de onverwarmde gangen en kamers van ons huis.  Granted, dat kan best zijn.

Gisteren was het zo erg dat hij toch wel hoestsiroop heeft genomen, of zijn longen lagen binnen de kortste keren ergens aan zijn en mijn voeten. Soit. Dokters zijn overbodig, vindt hij, dus ik laat hem maar doen.

Tot het me deze morgen opviel dat hij zijn auto ging aanzetten in de vrieskou (bevroren ruiten, weetuwel) zonder jas aan. Hmm. Dan is het in de gangen hier toch minstens tien graden warmer.

En dàn viel het me op dat hij geen winterjas draagt, wel zo’n kostuumvestachtig lang ding. Mooi, toegegeven, classy, stijlvol, cool, en absoluut niet warm.

‘Ik moet toch nooit buiten zijn, ik ga van mijn kantoor altijd recht de auto in’.

Yep. Behalve die volle vijf minuten dat hij Wolf gaat afzetten aan school, en het hele eind met hem meeloopt. Uit ervaring weet ik dat dat ver genoeg is om in de regen doorweekt te zijn, of – zoals nu – door en door koud als je geen jas aanhebt. Of het eindje naar het restaurant ’s middags. Ook geen jas voor nodig natuurlijk.

Het erge is, dat je een klein kind kan verplichten een jas aan te doen. Een volwassen man met een blafhoest blijkbaar niet. En dat verstand? Dat heb ik al jaren geleden opgegeven.

Grr. Dat hij zijn warme melk met honing in het vervolg zélf maakt. Né.

Woord van het jaar

Ik ben het volmondig eens met Imke Dielen bij de verkiezing van het Woord van het jaar 2007, en ga ook voor de “slurptaks”, al was ik toch wel even het woord “wilfen” aan het overwegen. Ik had dat nog niet gehoord, en had eerst “milfen” gelezen, wat me grote ogen deed opzetten.

Maar die slurptaks is toch net iets sympathieker 🙂