Ik heb een bijzonder begrijpende echtgenoot, eentje die eigenlijk geen woorden nodig heeft om te begrijpen hoe ik me voel, en waar ik behoefte aan heb. Ik weet het, ik heb blijkbaar een uitzondering vast. En toch zijn er dingen die hij niet begrijpt of niet kan, maar dat verwoordt hij dan zelf (een bericht op zijn blog van in december):
Wij mannen zijn waardeloos.
We bouwen luchtkastelen met bedrijven en netwerken, RSZ en BTW, cash-flow en return on investment. We spreken van micro- en macro-economie, en doen alsof we de wereld laten draaien.
Maar, lieve vrouw, het zijn fantomen en spiegelingen. Enkel bedoeld om te verdoezelen dat als het er echt op aankomt we er niet veel van bakken.
Als om halfvijf ’s nachts onze vier maanden oude baby ziek is en zijn bedje onderkotst, dan wordt pijnlijk duidelijk hoe waardeloos we zijn.
Dan zitten we slaapdronken als een harige aap op de rand van het bed. En we zien hoe jij de baby troost, zijn kleertjes ververst, de kots van de vloer opveegt, zijn matrasje omdraait, verse lakentjes uit de kast haalt, zijn bedje opnieuw opmaakt, zijn snotneusje schoonmaakt, hem terug onderstopt en zachtjes troost. Dan kijken we me onze onderkaak naar voren hoe jij plots als een Indische godin acht armen en handen blijkt te hebben.
Dan hebben we precieze, doelgerichte orders nodig. Niet ‘haal eens verse kleren’, maar wel ‘haal in de lange kast van de kleine slaapkamer, tweede schuif rechts, een wit onderhemdje van de linkse stapel’. Want wij mannen, wij weten nooit iets liggen.
En je zal zien, lieve vrouw, dat dit net de nacht is waarin we onze lievelingspyama aan hebben, die pyama die vijftien jaar oud is en net een paar keer te veel gewassen. Waarvan de rekker het eigenlijk begeven heeft, maar die we niet kunnen opgeven omdat hij te vertrouwd aanvoelt. En dan kunnen we niet snel om zo’n wit onderhemdje lopen, want dan hebben we één hand nodig om onze pyamabroek op te houden. Wij zijn echt waardeloos.
En als alles dan voorbij is, dan houden we jou en de baby stevig vast, tot jullie in onze armen zachtjes in slaap vallen.
Want dat, beste schat, is ongeveer het enige wat wij mannen wel kunnen: jullie liefdevol vasthouden. Daar zijn we nu eens niet waardeloos in.
Weet je? Ik zie hem graag…