Folie FTW!

Voor al wie met één of ander lichaamsdeel in het gips zit en toch graag zou douchen, heb ik maar één woord: vershoudfolie! (Of plastiekfolie of shrink wrap, hoe je het ook wil noemen.)

Je moet er niet mee in bad gaan zitten of rechtstreeks onder de waterstraal gaan staan, maar het houdt wel alle opspattende water weg.

Yay voor folie!

Venus

venus

Wanneer ik, bij het sluiten van de gordijnen, nog even naar buiten kijk, zie ik boven de zuidwestelijke huizen een helderwitte ster staan stralen. Boven de einder is het nog net niet helemaal donker, en daarom kan ik de rest van de sterren (nog) niet zien.

Ik weet dat ik naar Venus sta te staren, en ik ben me er, een ondeelbaar moment, van bewust hoe klein ik wel ben.

En dan sluit ik met een ruk resoluut de gordijnen. In mijn eigen universum ben ik God. Toch voor een enkel ondeelbaar moment.

Vrienden versus kennissen

Vandaag is me het verschil tussen vrienden en kennissen nog maar eens duidelijk geworden.

Ja, op facebook heb ik intussen meer dan 600 ‘vriendjes’. Daar zitten echte vrienden tussen, maar vooral veel kennissen, collega’s, blogosfeervrienden, leerlingen en larpers. Ik ga er wel prat op dat ik hen moet kennen, al was het maar van puur online. Ik moet hen onmiddellijk kunnen thuisbrengen, en er net iets meer over weten dan enkel hun naam. Het overgrote merendeel valt dus onder de categorie ‘kennissen’.

Want vrienden, dat heb ik me vandaag nog eens gerealiseerd, zijn die mensen bij wie ik mezelf ben en kan zijn. Màg zijn, ook. Diegenen die me vaak al lang kennen, en bij wie ik geen blad voor de mond neem, en vooral aan wie ik probleemloos mijn emoties kan tonen. Want, hoe open ik ook lijk, ik steek heel veel van mezelf weg. Zoals iedereen, veronderstel ik.

En dan duikt er plots weer iemand op die ik al jaren ken, die ik een beetje uit het oog verloren was, maar die ik eigenlijk wel tot mijn vrienden reken. En dan kan het me niet echt schelen hoe ik eruit zie, en zitten we twee uur vol te kletsen over emoties en gevoelens. Gewoon, samen in de zetel.

En weet je? Dat doet deugd -)

Lente

De zon schijnt, en half Vlaanderen zit in zijn tuin. Zelfs Wolf kwam me daarnet vragen of hij buiten mocht spelen. Dat mocht, want hij was van plan een beetje heen en weer te fietsen op het voetpad. Het gras ligt er namelijk nog modderig bij, en ook de speeltuigen zijn nog wat vuil.

Maar de lente komt er onmiskenbaar aan:  daarnet zaten er drie mussen in de struik voor het raam te spelen en te fluiten, een paar dagen geleden (in de gietende regen) vloog een dikke vrouwtjesmerel rond met stro in haar bek, en ik heb net opgemerkt dat de vlinderstruik al vol kleine blaadjes staat.

De hond wil voortdurend buiten, en overal lopen wandelaars te genieten van de zon.

En ik? Ik zit languit in de zetel, en kijk verlangend naar buiten. Het gras is altijd groener aan de overkant, nietwaar?

Laptop

Ik heb al een jaar of twee een laptop. In het begin heb ik hem voortdurend meegesleept naar school, maar intussen heb ik een vaste PC met uitstekende internetverbinding in mijn lokaal, zodat dat niet meer hoeft.

Het ding ligt sindsdien voor het merendeel van de tijd in een schuif. Uiteraard gebruik ik hem wel af en toe, op reis bijvoorbeeld, of in de zomer als ik buiten wil zitten bij de kinderen. Hij heeft ook al gediend als depannage bij Netlash (toen de nieuwe computers nog niet waren toegekomen en de stagiair zonder computer zat), of om een vriendin uit de nood te helpen bij een acute laptopcrash.

Maar de laatste paar dagen weet ik bijzonder goed waarom ik het ding heb: ik geniet er immens van! Ik zit in de zetel, met telefoons, afstandsbediening en te verbeteren toetsen bij de hand, mijn geopereerde voetje netjes omhoog, en de laptop op schoot. Op die manier hou ik contact met de buitenwereld en voel ik me niet echt afgesneden. En kan ik me eigenlijk best wel verzoenen met mijn tijdelijke immobiele lot.

Nu nog proberen uitvissen waarom hij zo vreselijk warm wordt, en we zijn er helemaal 🙂

Het liefste zoontje ter wereld

Ik weet wel dat veel mama’s dit over hun kind zeggen, en ja, de boutade ‘Mijn kind schoon kind’ is niet voor niks een boutade, maar lees even mee, en u zal me wel gelijk geven.

Zoals altijd waren de kinderen rond zeven uur wakker, vakantie of niet, en gingen ze met papa naar de badkamer. Diezelfde papa wou geen risico op extra beenbreuken bij zijn vrouw lopen door haar zonder toezicht van de trap te laten stommelen met haar krukken, en maakte me rond half acht wakker. Een kwartier later zat ik bij de kinderen aan tafel boterhammetjes te smeren, en nog een kwartier later was papa naar het werk vertrokken, met medeneming van Kobe om die onderweg in de kribbe te droppen, en met achterlating van Wolf.

Diezelfde Wolf heeft uitmuntend voor me gezorgd. Hij bezorgde me stapels kussens om me te installeren, drapeerde een dekentje over me, en nestelde zich daarna liefdevol in mijn arm om samen tv te kijken. Een uurtje later overhandigde hij me mijn krukken, schoof een tapijtje uit de weg en gaf de hond een duw, en loodste me naar de keuken als piloot van een vliegtuig, mét bijhorend gebrom.
Daar hielp hij me de afwasmachine aanzetten, gaf me een tas, nam de melk uit de ijskast, zette de microgolf in werking, en maakte me een volmaakte latte, compleet mét suikerklontje en lepeltje. Intussen had hij ook al geholpen de was te sorteren, in de machine te steken (waspoeder doseren en in het laatje doen was voor mij) en het boeltje aan te zetten, en een mand propere was naar de living te versleuren. Daarna nam hij omzichtig de volle kop hete koffie in een ovenwant en zette die op het salontafeltje bij me, en kroop weer bij me in de zetel.
’s Middags hielp hij de tafel zetten en afruimen, liet hij een paar keer de hond buiten en weer binnen, hielp hij me nog maar eens een koffie te zetten, voorzag me van koekjes, bouwde een kussenhuisje rond me, sprong enthousiast heen en weer toen het lukte een paar spelletjes te winnen met de Wii (die hij zorgvuldig bij me had gebracht, nadat hij de tv wat had gedraaid en zo), nam de telefoon voor me op, en was eigenlijk ongelofelijk braaf, lief en geduldig met me.

Wolf is net vijf geworden. Waar heb ik zo’n ongelofelijk kind aan verdiend? En zeg me nu niet dat de titel van deze post niet op zijn plaats is, toch zeker voor vandaag.

Ma

Weet je wat eigenlijk nog het raarste van al is aan gans die operatie? Dat mijn eigen ma nog van niks weet!

Die zit namelijk in Cuba, een reis van drie weken die ze al altijd wilde maken. Ze heeft al de halve wereld gezien (Senegal, Mexico, Peru, Thailand…), maar Cuba, dat had ze altijd al eens willen doen en dat was er nog nooit van gekomen. Nu, ze is intussen al 63 en ze wordt er niet jonger op. Mijn vader zag het al niet meer zitten om mee te gaan, die vond het al welletjes. Zelf wou ze het niet langer uitstellen: haar eigen ma, 87 ondertussen, is momenteel in goede gezondheid, maar dat zegt niks over volgend jaar. Hetzelfde geldt voor mijn vader.

Het kon dus best wel eens de laatste kans voor Cuba zijn voor haar, en die heeft ze dan ook gegrepen. Ze heeft zich ingeschreven in een groepsreis van drie weken, en wég was ze. Maandag komt ze terug.

Mijn operatie is eigenlijk bijzonder snel gepland en geregeld. Ik belde naar mijn orthopedist (we waren het er al eerder over eens geworden dat een operatie de enige overblijvende mogelijkheid was) en hij stelde me een paar data voor. Gisteren was voor hem een rare dag: hij moest die namiddag een vliegtuig halen, en had de voormiddag vrijgehouden voor last-minutes en spoedgevallen. Daar rekende hij me ook bij, zodat ik amper een week op voorhand alles wist (het was bijna nog in het honderd gelopen door emailmalcommunicatie, maar bon). Het alternatief was, door een geplande operatie van de kinderen eind april, pas eind mei, en dat viel al helemaal niet meer te plannen met school, laat staan dat ik nog zo lang wilde blijven sukkelen.

Daardoor komt het dus dat mijn ma nog vrolijk in Cuba zit, en dat ze nog van niks weet. Ze heeft al een paar keer met mijn vader getelefoneerd, maar die heeft haar niks verteld. Bewust, of uit warhoofdigheid, dat laat ik in het midden. Hij is wel van plan om maandagnamiddag, wanneer hij haar gaat afhalen aan het station, langs hier te passeren, en dat zou ik bijzonder fijn vinden.

Want, weet je? Ik mis mijn mama…

Operatie

Voor wie het nog niet wist: ik ben deze morgen geopereerd aan mijn voet. Eindelijk.

Ik sukkel al sinds eind mei met die voet, en ik heb zowat alles al geprobeerd: kinesie, cortisonespuiten, shockwavetherapie, speciale laars, immobilisatie… In samenspraak met mijn orthopedist zijn we tot de conclusie gekomen dat ik nog drie opties had: gewoon blijven lopen (en dat is voor mij geen optie), amputeren (maar niet echt) of een operatie. Dat laatste is het dus geworden: hij heeft mijn hiel aan de zijkant opengesneden, het bot schoongeschraapt van alle kalk, alle zieke weefsel weggesneden, en de pees die alle ellende veroorzaakt losgemaakt.

Om acht uur zijn we binnengegaan in het ziekenhuis, rond half tien werd ik op de recovery (jawel) met mijn voet in een ijsbad gewikkeld, en tegen half elf werd ik de operatiekamer binnengerold. Veel weet ik daar niet meer van: vrijwel onmiddellijk kreeg ik de verdoving ingespoten (wat behoorlijk pijn deed aan mijn arm, trouwens) en was ik van de wereld. Toen ik een uurtje later wakker werd op de recovery, was mijn hele been rood, zat mijn voet tot aan de knie in een halve gips (de rest is puur verband om de wonde niet te belasten) en had ik het zodanig koud dat ik oncontroleerbaar aan het klappertanden was. Ze gaven me een soortement haardrogerbuis die warmte blies, en die me geleidelijk aan opwarmde. Ik begon me ook beter te voelen, en zodra ik naar mijn kamer mocht, was alles ok. Mijn voet was nog verdoofd, pijn had ik niet. Ik las wat, keek wat tv, sliep nog een beetje, en warmde helemaal op zodra ik eten had gekregen en dus weer energie had getankt.

Bart bracht me liefdevol naar huis tegen half zes, en installeerde me met laptop, telefoon, GSM, afstandsbediening en allerhande tijdschriften in de zetel, en ik werd vertroeteld met gesmeerde boterhammetjes, en knuffels van kleine kleuters.

Als een operatie dan toch moet, dan graag zoals vandaag 🙂

Ikea

Vandaag ben ik nog snel, voor de voetoperatie die me een behoorlijk aantal weken huisarrest bezorgt, naar de Ikea gegaan. Voor Wolf is dat een echt uitje: hij mag dan een uur in de kinderopvang spelen, met klimtoestanden en ballenbad en zo, en daarna eten we in het restaurant. De lange rij wachtenden schrikte hem niet eens af, hij had het ervoor over om een dikke twintig minuten aan te schuiven. Het bizarre is dat hij vooral gretig is naar het ijsje als dessert, maar het niet eens volledig opeet: het is hem te veel.

Zelf heb ik nauwelijks meer gekocht dan ik in gedachten had, en daar zal de zere voet en rug wel voor iets tussengezeten hebben. De buit: een nieuw donsdeken voor mezelf, een nieuw hoofdkussen (dat wel iets steviger zou moeten zijn dan het vorige), drie lampjes om op de kleerkast te monteren zodat ik tussen al het zwart tenminste zie wat ik neem, en twee kleine tapijtjes voor de hond.

Niet slecht, qua zelfbeheersing, zou ik zo zeggen :-p

Eland

Deze avond ben ik bij een vriendin langsgeweest, en die heeft een verzameling pluchen elanden. Iets wat ik eigenlijk niet wist, en me niet eens was opgevallen. Ter mijner verdediging: haar verzameling staat hier en daar op een vensterbank, en de gordijnen waren gesloten.

Ze schoot in elk geval in de lach toen ik, op een bepaald moment in de conversatie, vertelde dat ik op zoek was naar een tweede exemplaar van Kobes favoriete knuffel, zijnde een eland met een oranje-roze-paars gestreept mutsje en sjaaltje aan. Meer nog, ze had hem zelfs staan, mét etiketje er nog aan. Dat was in ieder geval voor mij een meevaller, want op die manier kon ik achterhalen waar mijn oom hem destijds (anderhalf jaar geleden) gekocht had.

eland

Bij deze dus een oproep: wie heeft er nog een eland met een oranje-roze-paars gestreept mutsje en sjaaltje staan, destijds verkocht in de Casa, die het ding kan missen? Ik betaal er uiteraard voor, maar je zou vooral mijn Kobe een groot plezier doen.

Een betere foto heb ik momenteel niet, omdat ik voortdurend vergeet het beest te fotograferen en er maar aan denk als hij al veilig in de armen van Kobe onder zijn dekentje zit.