Kaartje

Wolf had op voorhand al uitgebreid in zijn klas verteld dat hij naar Plopsaland mocht. Daarop had de juf een hele goeie suggestie: geef je kind een kaartje mee waarop niet alleen zijn naam staat (dat weet hij/zij doorgaans wel) maar ook de telefoonnummers van de ouders of degenen met wie hij mee is. Als hij dan verloren loopt, kan er gebeld worden, en moet er niet omgeroepen worden en zo. Op die manier bespaar je een hoop paniek en gezoek.

Wolf had dus in zijn binnenzak zo’n kaartje zitten, op zijn eigen uitdrukkelijke verzoek. Hij voelde zich meteen een pak geruster.

Die juf van Wolf, die is nog zo dom niet 🙂

Plopsaland

Deze morgen was Wolf, ondanks de schoolreis van de dag voordien (waarover ik trouwens een bijzonder onsamenhangende uitleg heb gekregen, iets met een ouwe geit en krokodillen en twee glijbanen waarvan er eentje gevaarlijk was en een heksenbos) toch weer vroeg wakker. Ook nu zal de anticipatie er wel voor iets tussen gezeten hebben: zijn peter en zijn tante kwamen hem rond negen uur halen voor een dagje Plopsaland, samen met Branko, het tienjarig neefje van tante Else.

Toen ze binnenkwamen stond hij letterlijk te springen van opwinding en toertjes te crossen door de keuken. En geloof me, toertjes crossen in onze keuken met nog vijf man in, is niet eenvoudig, zelfs niet als je vijf bent.

Hij kreeg zijn regenjasje aan, stevige schoenen, en weg waren ze. Rond een uur of elf kwam er een fotootje in de inbox: Wolf die uitgebreid stond te grijnzen naast de figuur van Plop.

Ik had ze rond een uur of acht terugverwacht, maar het was net geen tien uur toen ze terug voor de deur stonden. Wolf zag er hondenmoe uit, maar met pretlichtjes in zijn ogen en blosjes op zijn wangen, en stoere verhalen natuurlijk. Ze hadden op alle mogelijke attracties gezeten (waar hij opmocht, tenminste) en ze waren zelfs natgespat, stel je voor! Om zes uur sloten de attracties, was er een receptie en broodjesmaaltijd en blijkbaar ook een buffet voor alle gasten van het interimkantoor (op wiens uitnodiging zij daar ook waren), en een uurtje later gingen een aantal attracties opnieuw open. Dat verklaarde meteen waarom ze zo laat waren.

Ze stonden daar allevier te glunderen, het was blijkbaar mooi geweest.

Nog geen drie minuten later viel Wolf met een diepe zucht in zijn bed. Ik vermoed dat hij al sliep tegen dat ik zijn kamer uit was. Maar hij glimlachte wel 🙂

Schoolreis

Wolf was deze morgen al vroeg wakker, de zenuwen, veronderstel ik. Want vandaag gaat hij voor het eerst echt op schoolreis.

Het eerste klasje heeft wel een ‘schoolreis’, maar dan blijven ze eigenlijk gewoon op school en is er een springkasteel en ijsjes en zo.

Dit jaar gaan ze echt op uitstap, compleet met lunchpakket, goeie stapschoenen en goed humeur.

Helaas… Het is al een paar dagen prachtig weer geweest, maar vandaag valt dat nogal hard tegen. De bedoeling is onder andere dat ze op een speeltuin spelen, maar in de gietende regen zal de lol daar snel af zijn. Wolf liet het aan zijn hart niet komen, ruilde de Crocs (juf had dat voorgesteld omdat ze daar makkelijk zelf het zand uit kunnen schudden) gezwind in voor gesloten schoenen, ritste zijn regenjasje dicht, en huppelde naar school.

Ik had me, na een blik door het venster, de moeite bespaard om mijn haar te drogen. Maar best ook: een verzopen kieken was er niks tegen.

Maar dan wel een kieken met een glimlach 🙂

Delen

Soms zijn mijn jongens echt fantastisch.

Elf uur, en dus tijd om iets te knabbelen. Wolf vroeg en kreeg een potje yoghurt, Kobe had liever een pannenkoekje (die als ontbijt waren bedoeld maar schromelijk over het hoofd gezien).
Wolf (5) ziet Kobe (nog geen 2) kijken naar zijn yoghurtje, en geeft hem spontaan een hapje. Waarop Kobe zegt dat hij het lekker vindt, en Wolf prompt zijn pannenkoek aanbiedt om ook een hapje te nemen. Dat herhaalt zich trouwens nog een keer of twee. En na afloop neemt Wolf netjes een nat doekje en veegt daarmee Kobes mond af.

Spontaan delende kleuters. Waar kom je dat tegen?

Ik stond erbij, keek ernaar, en zag dat het goed was.

En schopte hen daarna meteen naar buiten richting zandbak en emmers water :-p

Ziek

Vorige week was ik ziek, nu is het de beurt aan Wolf. Ik heb er alleen geen idee van wat hem mankeert.

Hij was woensdag lusteloos toen ik hem van school afhaalde, en normaal gezien zou ik hem bij me gehouden hebben. Alleen moest ik die middag examen afnemen op school (een vooruitgeschoven versio) en kon dat voor een keertje niet. Ik heb hem bij een vriendinnetje afgezet, en samen zijn ze dan naar de turnles gegaan. Zonder problemen, eigenlijk.
Toen ik hem rond vier uur ging afhalen, had hij geen zin om nog langer te blijven spelen (wat me verwonderde) maar wilde hij mee naar huis. En ja hoor, hij had koorts.

Donderdag zijn we bij mijn ouders gaan eten en daarna even bij mijn oma langsgeweest, en ook daar lag hij gewoon lusteloos in de zetel. ’s Avonds had hij weer meer dan 39°.

Gisteren was niet veel beter, al merkte je wel duidelijk wanneer de Nurofensiroop begon te werken: dan was hij vrolijk en enthousiast buiten aan het spelen met zijn broertje, alsof er niks aan de hand was.

Deze morgen had hij weer koorts en mocht hij niet gaan zwemmen. Het feit dat hij daar niet eens tegen protesteerde, is al veelzeggend op zich. Intussen heeft hij een Perdolan suppo gekregen en voelt hij zich weer prima.

Ik weet dus niet wat ik moet doen: moet ik er nu de dokter bij halen of niet? Het is niet dat hij ergens pijn heeft: niet zijn keel, niet zijn oren… Alleen maar koorts dus.

Kinderen…

Zwemmen

Ondanks het feit dat hij door zijn operatie een paar zwemlessen moest missen, zit Wolf sinds vandaag toch in reeks drie. Normaal gesproken zou hij tegen de grote vakantie moeten kunnen zwemmen.

Ik ben wel trots, ja :-p

Nu nog leren fietsen…

Nog meer verwennerij

Da’s tenminste hoe Wolf het zelf noemt :-p

Gisteren moest mijn auto binnen in de garage, in Ledeberg. Omdat ik geen zin had om te zitten wachten met een vijfjarige, namen we de tram naar de Zuid. Wolf zag dat helemaal zitten: gaan winkelen met zijn mama! En jawel hoor, de buit was vrij snel binnen voor hem: twee nieuwe T-shirts (“Moh papa, die zijn wel mega cool hoor! Zo eentje van Star Wars met een lichtzwaard op, en dan nog enen van Spiderman! Wijs he!”), een lichtere zomerbroek die deze keer hopelijk niét afzakt, en een “vetcoole” zonnebril van Batman. Die laatste had hij al lang nodig: hij is blijkbaar ook behoorlijk lichtgevoelig, net zoals ik.

De liften en roltrappen waren op zich trouwens ook een attractie. Ik wilde in de Veritas voor de Tweiclub nog snel een paar haaknaalden halen, en toen overhaalde hij me om een bolletje feloranje wol te kopen, voor een paar vingerloze handschoentjes voor hem. “Die gaan zoooo mooi en zoooo warm zijn he mama, en dan kan ik mijn vingers zo nog helemaal gebruiken.” Hij kan het vooral niet uitleggen :-p

Een ‘Australisch’ ijsje later zaten we weer op de tram, en bleek er veel meer werk te zijn aan mijn auto dan gedacht. Gelukkig kregen we een vervangwagen, wat hij alweer een hele belevenis vond.

In de namiddag waren er dan hier een paar leerlingen van me, zodat hij zich de hele tijd bijzonder onzichtbaar en charmant heeft opgesteld, een echte gentleman.

Vandaag zijn we dan, ook al een vakantietraditie, MacDonalds gaan eten hier om de hoek, waar er een PlayPalace is. Hij eet dan altijd bijzonder snel, zodat hij kan gaan spelen. Het cadeautje van de Happy Meal vindt hij ook altijd fijn, hoe banaal het soms ook is. En dat we aansluitend een paar (broodnodige) zomerschoenen zijn gaan halen, en dat hij daar dan nog twee Spidermans heeft gekregen om op zijn Crocs te steken, vond hij al helemaal schitterend. Om over het feit dat hij er gratis draden voor een scoubidou heeft gekregen, nog maar te zwijgen: hij loopt al de hele middag te pronken met de armband die ik ermee gemaakt heb.

“Mama, ik ben toch een gelukzak hé. Ik denk dat ik de gelukkigste jongen ben van de hele wereld! En daarom krijg jij een mega grote knuffel!”

Je zou het er toch gewoon om doen, nee?

Verwennerij

Als het vakantie is, kan ik het niet laten Wolf te verwennen. Mijn ma vindt het schandalig dat ik ook tijdens de vakantie Kobe naar de opvang doe, maar op die manier krijg ik ook zelf nog iets gedaan, en kan ik met Wolf vanalles doen zonder dat zijn kleine broertje roet in het eten gooit. En face it, volgend jaar kan dat al niet meer, dus ik moet ervan profiteren.

Gisteren was dus zo’n profiteerdagje 🙂

Bart had Kobe afgezet in de opvang, zodat ik lekker lang in slaapkleren kon rondlopen. Lekker lang is in casu dan 9 uur, maar kom. Een hoop paperasserij afgewerkt, telefoontjes gepleegd, stommiteiten geregeld, terwijl Wolf rustig zat te spelen of tv te kijken.
Rond half twaalf dan richting Brico om een domme vijs die niet bij een haakje zat, en dan naar ’t stad: afspraak met papa! Ik had vanuit de parkeergarage papa een seintje gegeven dat hij richting Korenmarkt mocht komen, en zo stonden Wolf en ik prinsheerlijk over de reling van de Sint-Michielsbrug uit te kijken naar papa, en hoe hij gezwind kwam aangestapt in ons richting. Zijn glimlach toen hij ons zag, sprak boekdelen. De glinsterende oogjes van mijn zoontje naast mij ook trouwens.

Enfin, rustig gegeten in de Pizza Hut (het juniorbuffet daar is ideaal voor een ongeduldige vijfjarige: onmiddellijk eten, en dan nog een pannenkoek als dessert!) en dan na een korte stop in papa’s kantoor naar de film!
En ook dat was weer een belevenis, want het ging om 3D! Die bril was misschien wel niet ideaal voor kleine kopjes, maar al bij al viel het best mee. Hij was in elk geval behoorlijk enthousiast, en daar doen we het voor natuurlijk.

Na afloop nog even een ontplofte stroomadapter gaan omruilen (en een voorbeeldig wachtend kind is zalig!) en dan naar huis: buiten spelen met het kleine broertje!

Wolf zei al van zichzelf dat hij een gelukzak was, en ik ben ongelofelijk blij dat ik hem dat allemaal kan bieden. Niet dat het altijd materieel moet zijn hoor, belange niet, maar het is wel eens leuk 🙂

Twee jongens onder het mes

Gisteren zijn zowel Wolf als Kobe geopereerd. Het codewoord van de dag was ‘wachten’, en veel meer dan we gedacht hadden.

Stipt om half acht waren we in de opname, en daar hebben we zo’n twintig minuutjes gewacht. Geen probleem. Boven op de kinderafdeling werden ze allebei onmiddellijk gemeten, gewogen, en mochten we bijna onmiddellijk naar beneden naar de gang van het operatiekwartier. Wolf kreeg een dikke knuffel, en werd binnengereden. Achteraf vertelde men me dat hij zelfs toen nog aan het tateren was, absoluut niet zenuwachtig, en gewoon vrolijk.
Zo kennen we hem wel, ja.

Intussen zaten we met Kobe te wachten, maar die was onmiddellijk na Wolf aan de beurt, dus zo heel lang ging dat niet duren. Dàchten we…
Het werd een half uur, drie kwartier, een uur… En toen kwamen ze zeggen dat er iets mis was met de sterilisatie van één van de machines, en dat het nog wel een twintigtal minuutjes ging duren. Hmm. Daar zit je dan, met een peuter van anderhalf, in een ziekenhuisgang. Gelukkig kwamen ze een bak oude kinderboekjes brengen. Veel bruikbaars voor Kobe zat er niet tussen, maar het was toch beter dan niks.

Intussen kwamen ze melden dat Wolf wakker was op de recovery, en dat we naar hem toe mochten. Bart bleef bij Kobe, ik ging zo’n schortje aandoen, en knuffelde mijn oudste. Alles was in orde, pijn deed het niet, maar hij voelde zich behoorlijk mottig, had zelfs overgegeven.

Dat duurde zo nog een eindje, tot ze, rond kwart na tien, kwamen zeggen dat Wolf naar boven mocht, en dat we misschien dan Kobe (na twee uur in die gang!) mochten meenemen.
Wij opgelucht naar boven, maar we waren nauwelijks vertrokken, of de verpleegster kreeg de boodschap dat Kobe mocht blijven. Oi vé! En jawel, nog een drie kwartier later, om elf uur (TWEE UUR en DRIE KWARTIER in een ziekenhuisgang met een kind van 20 maanden, dat niks te eten heeft gekregen) mocht Kobe eindelijk binnen. Ik was op van de zenuwen en de ergernis, maar mocht dat niet laten blijken omdat Kobe kalm moest blijven. Die heeft geen enkel moment gehuild, gezaagd of geneut, is vooral zichzelf gebleven. Gelukkig was er op het einde van de gang een lifthal die volledig beschilderd was, waar we dus regelmatig naar toe wandelden.

Enfin, Kobe binnen, ik naar boven, Wolf een knuffel gegeven, en ik naar de cafetaria, want ook ik had, net zoals de kinderen, nog niks gegeten of gedronken.

Wolf heeft nog een paar keer overgegeven, één keer zelfs in ware Excorcist-stijl (Bart heeft de rest van de dag mijn tshirt aangehad, want ik had nog een topje aan en zijn kleren waren doorweekt) en voelde zich daarna zienderogen beter.

Kobes operatie duurde lang, en het werd bang afwachten voor ons. Pas rond vier uur kreeg ik het signaal dat ik naar beneden mocht naar de recovery, waar hij lag te zieltogen in zijn bedje, met een infuus aan zijn voetje en een hoop plakkers op zijn lijfje. Operatie was geslaagd: één teelballetje zat netjes op zijn plaats, vastgehouden door een rekkertje dat tegen zijn bil was geplakt (anders trekken de te korte bloedvaten het weer naar omhoog) en het andere was weggehaald, wegens niet volgroeid en ook veel te hoog. Ook zijn plassertje was, net zoals bij Wolf, behandeld voor fimosis, waardoor de voorhuid was opengesneden en losgemaakt van de eikel.
Hij voelde zich ellendig, en huilde zachtjes in mijn armen. Ik heb hem gewiegd en zachtjes in slaap gezongen, en het daaropvolgende anderhalve uur de Flair (die daar lag) gelezen naast zijn bedje.
En toen mocht ook hij naar boven, waar hij passief voor zich uit lag te kijken.

We hadden verwacht dat Wolf rond zes uur naar huis mocht, maar het was, alweer, wachten op de dokter, die pas rond acht uur langskwam. Intussen was ik al gaan vragen naar een paar boterhammen voor Wolf die half uitgehongerd was. Enfin, papa en Wolf naar huis, en ik bij Kobe, die onrustig sliep, en af en toe begon te krijsen wanneer hij een plasje deed in zijn pamper.

Jammer genoeg kwamen dokter en nachtverpleegster en zo altijd op een moment dat hij diep aan het slapen was, zodat hij daarna niet opnieuw in slaap viel. Ik heb uiteindelijk de halve nacht met Kobe op mijn schoot, of languit boven op mij doorgebracht, en in totaal amper een dik uur geslapen.

En om half acht kwamen ze me wakker maken (toen sliepen we allebei net) omdat wij eigenlijk op de grote dagkamer lagen (er waren geen kamers voor moeder+kind meer beschikbaar) en er zes kinderen gingen toekomen. Kobe en ik zijn dan maar verhuisd naar een box: net groot genoeg voor een kinderbed en een stoel, en wat gerief. Niet zo comfortabel als een eigen bed in die grote kamer, maar wel veel rustiger. Niet dat Kobe daar een boodschap aan had: hij was wakker en voelde zich veel en veel beter: hij babbelde, speelde, en krijste occasioneel. Als ontbijt speelde hij drie boterhammen binnen, en ook zijn middageten was meer dan één portie. Ik mocht wel geen moment van hem weggaan, helaas.

Al bij al is alles goed gelukt, en hebben de kinderen minder pijn dan verwacht. Hopelijk blijft het zo…

Operatie

Geen blog vandaag, want we zitten in het ziekenhuis. Met de twee kinderen, helaas. En ik ben niet echt in de stemming om te bloggen.
Morgen meer nieuws dus.