Zelfkennis?

Op donderdag mag ik een uurtje later beginnen lesgeven, zodat ik meestal eerst nog rustig wat achter mijn PC zit met een kop koffie.

Afgelopen donderdag was Bart al relatief vroeg vertrokken met Kobe, en moest ik Wolf nog naar school brengen. We hadden ontbeten, en hij lag wat tv te kijken in de zetel, terwijl ik in mijn slaapkleren… u raadt het al, voor de PC zat.

Rond tien over acht merkt Wolf vanuit de zetel fijntjes op: “Zeg mama, kijk jij een keer hoe laat het is? Dat ik niet te laat kom op school, hé.”

Ik heb me dus alweer mogen haasten bij het douchen en aankleden en zo. En ik heb de indruk dat mijn oudste zoon zijn mama een beetje kent.

En ja, hij was nog net op tijd :-p

Trap

Daarnet had ik de kinderen al naar de badkamer gestuurd om zich uit te kleden, terwijl ik nog snel de tafel afruimde en alles in de ijskast zette.

Ik hoor vaag iets van kikker, en aangezien dat doorgaans springen inhoudt, ga ik kijken. Ik zie nog net hoe Wolf zijn kleine broer trap per trap optilt en laat springen. Wolf weegt 24 kilo, zijn broertje iets van een 15. Absoluut geen goed idee dus, en ze weten nochtans dat ze niet mogen spelen op de trap.

Op het eigenste moment dat ik iets roep van ‘Stop!’, zie ik dat Wolf zijn evenwicht verliest, en net voor ik bij hen ben, slaan ze allebei achterover de trap af, een trede of vijf. Wolf kan nog een paar keer zijn voeten zetten, Kobe, die volledig op zijn broer vertrouwde, tuimelt languit op zijn rug naar beneden, kopje eerst. Onmiddellijk gaan beide kelen open (uiteraard) en grabbel ik naar hen: ze zien er enorm geschrokken uit – zoals ikzelf – maar meer niet. Wolf heeft niks, huilt van de schrik, en Kobe heeft zich wel een beetje pijn gedaan, maar is vooral ook geschrokken.

Gelukkig kan ik ze snel troosten, en gaan ze in de douche. En daar blijkt dat Kobe effectief grote rode plekken heeft op zijn schouderblad en onderrug, en een grote plek met krasje op zijn elleboog. Hij geeft nochtans geen krimp als ik hem was, dus hopelijk is het niet zo erg.

Bij het aantrekken van de pyama’s en het tandenpoetsen zijn ze allebei alweer vreselijk onnozel aan het doen. Oef.

Pas nu, nu ze in bed liggen, schiet het door mijn hoofd hoe erg het eigenlijk had kunnen zijn. Ze hebben intussen plechtig beloofd nooit meer te zullen spelen op de trap, maar toch.

Ik denk – nee, ik weet wel zeker dat ik er vannacht niet goed van zal slapen.

(En dan moet ik meteen aan Michel en San denken, en Anna. Ik mag het niet gedróómd hebben…)

Infoavond

Net thuis van de jaarlijkse infoavond van Wolfs kleuterschool.

De juf lijkt me bijzonder redelijk, een dame met heel veel ervaring. Ik denk dat ze dat dit jaar wel zal nodig hebben, want ze heeft 29 kleuters onder haar hoede. Jawel, 29. Gelukkig zijn er zorgjuffen aan wie ze af en toe 10 stuks kan uitlenen, maar dan nog.

Gelukkig is het een goeie school en zit Wolf er echt graag, en heb ik er het volste vertrouwen in.

29 vijfjarigen. Négenentwintig! Ik mag het niet gedróómd hebben!

Fijn :-)

Heerlijk gaan lunchen met Wolf en Bart in de Pizza Hut (ja, ik weet het, voor sommigen staat dat niet gelijk aan een lunch, maar die kunnen de boom in :-p ), daarna met Wolf gaan winkelen: toffe kleren gekocht voor hem, en zelfs een Spidermanpak, en nog bij een vriendin binnengewaaid.

Het was een fijn middagje, met een Wolf die zichzelf een verwend nest en een gelukzakje noemde, en niet wist hoe hard hij aan het stralen was.

Het is toch een dankbaar kind om iets voor te kopen 🙂

Sportkamp

Al in april had ik een mailtje gekregen van de mama van een van Wolfs vriendjes: of ze niet met zijn allen naar een sportkamp gingen hier in de sporthal in Wondelgem, de voorlaatste week van de vakantie.

Dat leek me een bijzonder goed idee, en ik schreef dus in. Een weekje later zat er een betalingsuitnodiging in de bus, met wat meer uitleg over het kamp en zo. Ik betaalde, en dat was dat.

Tot vanmorgen.

Wolf stond glunderend van anticipatie naast mij in de sporthal, zijn rugzak met turnschoenen, boterhammetjes, drankjes en een koekje netjes op zijn rug, terwijl zijn vriendjes al aan het zwaaien waren vanuit de zaal.

En toen stond hij niet op de lijst. Hoezo niet op de lijst? Unk? De vriendelijke dame van de sportdienst was al aan het bellen voor een ander probleem, en vroeg meteen even wat het probleem was met Wolf. “Wolf De Waele? Maar die is uitgeschreven, mevrouw, die is geannuleerd.”

Ah? Huh? Geannuleerd? Hoe komt het dat ik daar niks van weet? En wat nu?

“Tsja, mevrouw, er staan al 20 kinderen op de lijst, het is volzet. Belt u maar even naar de sportdienst zelf om te horen wat het probleem is.”

De blik op Wolfs gezichtje was hartverscheurend.

Vanuit het secretariaat belde ik dus naar de sportdienst, die me doorverwees naar de financiële dienst. Blijkbaar had ik niet betaald, en stond Wolf daarom op de zwarte lijst. Hallo?
“Tsja, mevrouw, u heeft ingeschreven op 31 april, wij hebben een brief verstuurd op 5 mei, en op 20 mei hebben wij hem geannuleerd. U heeft veertien dagen om te betalen, en daarna wordt dat automatisch geschrapt. Ah, ik zie hier dat uw betaling op 24 mei is binnengekomen, en dat wij dat teruggestort hebben.”
Bon. Onze snelle post kennende, zal dat briefje wel een week onderweg geweest zijn, en mezelf kennende, zal dat een paar dagen geduurd hebben voordat ik betaald heb. Neem daar nog het verlengde Hemelvaartweekend bij, en dan was dat dus te laat. En ik heb de terugbetaling gewoon niet zien passeren… Kunnen ze dan in hemelsnaam niet gewoon een geautomatiseerd mailtje sturen dat er geannuleerd is, hm? Als de rest wel automatisch kan?

Enfin, gelukkig bleken er twee kinderen uitgeschreven te zijn, zodat Wolf alsnog mocht blijven. Zijn (en mijn) opluchting was groot.

En ik? Ik bedaarde mijn adrenaline-opstoot met een stevige koffie, en sloeg de stress en de inwendige stoom neer met een stevige maagpil. En dacht er het mijne van.

Kak

We waren al laat, en toen zaten ze nog uren aan tafel. Soms kunnen de kinderen behoorlijk op mijn zenuwen werken. Ze moesten immers nog in bad, want Wolf had me geholpen in de tuin en het containerpark en viel wel onder het predicaat ‘vuil’ te klasseren.
Ik stelde nog de douche voor, maar twee paar grote smekende ogen vermurwden mijn moederhart, en Wolf liet het bad lopen, terwijl Kobe nog knabbelde op zijn laatste boterhammetje. Een goeie vijf minuten later zaten ze alletwee glimmend van plezier en zeep in bad te plonzen, omgeven door stapels speelgoed. Net genoeg tijd dus om me zelf ook even af te spoelen. Van tuinwerk word je stoffig en plakkig, het was dus geen overbodige luxe.
Ik stond al in mijn blootje en – zo stel ik het me toch voor – met één voet in de lucht om in de douche te stappen, toen Wolf een gesmoorde kreet slaakte. Ik liet mijn voet zakken en keek om.
Bruine vlokken verspreidden zich in het badwater, tussen het speelgoed en de kinderen door. Kobe staarde tussen zijn eigen beentjes, alwaar zich meer vlokken manifesteerden, tot zijn eigen grote ontzetting.

Zucht.

Wolf sprong recht, en begon het gecontamineerde speelgoed van tussen de vlokken te vissen, vrij stoïcijns. Kobe bleef staren. Ik trok weer een minimum aan kleren aan en liet de douche lopen. Wolf verhuisde uit eigen beweging, Kobe begon te huilen en wilde zo snel mogelijk ook onder een propere waterstraal staan. Beiden werden dus in de douche gedropt, terwijl mama het bad probeerde te ontdoen van resterende vlokken.
Enfin, een dik kwartier later waren ze opnieuw gewassen, gedroogd, in pyama’s gestoken, tanden gepoetst en in bed gestopt.

En toen kon ik eindelijk mezelf afspoelen.

(Noot voor de insiders: ik was eigenlijk nog steeds aan het grinniken, want Wolf had zich plots verschrikt de bedenking gemaakt: “Mama, ik denk, als jij die kaka doorspoelt, dat we toch wel een boze zwelpoet gaan hebben!” En toen schoot ik in de lach en kon het me eigenlijk allemaal niet zoveel meer deren :-p )

Zwemmen

Omdat ik Wolf niet kon ophalen van school op zijn laatste dagje (de school sloot om 12.00), is mijn ma ingesprongen, en is zij hem komen afhalen. Hij mocht dan meteen ook twee keer blijven slapen, wat ongelofelijk goed uitkwam met al dat geklop en gehamer hier in huis.

Ik moest hem dus wel donderdagnamiddag op gaan pikken in Zomergem, en toen bleek het zo warm dat de mussen van het dak vielen. En toen had ik het lumineuze idee om Kobe op te halen tegen een uur of vier, de zwembroeken mee te pakken, en te gaan zwemmen in de vijver waar ik als kind altijd ging zwemmen. Het is een pracht van een vijver, met een klein zandstrandje, een grasveld rondom, verschillende soorten waterlelies, een eilandje met een brugje ernaartoe, en een prachtige fauna van kikkers en libellen enzovoort. Als je deze site een paar keer ververst, zie je in één van de headers een zicht van die vijver. Wij hebben er destijds ons trouwfoto’s genomen 🙂

Enfin, we zijn dus gaan zwemmen. Wolf genoot ervan met volle teugen, ikzelf heb ook behoorlijk wat gezwommen, maar Kobe durfde niet. Toen ik hem meenam in het water, begon hij prompt te huilen. Hij wilde zelfs niet pootje baden, maar bleek perfect gelukkig met het strandje en een schopje. En dan mag ik de ezels niet vergeten. Achter een strategisch geplaatst bosje ligt namelijk nog een grote wei, en daar staan ezels op, al zolang ik me kan herinneren. Aan de hoeveelste versie van Margriet ze inmiddels zitten, ik zou het niet weten. Maar nu stonden er twee volwassen ezels en een veulentje. Ik denk dat Kobe toch wel een keer of tien is gaan kijken, afwisselend met oma, opa of mama. Hij vond het heerlijk…

En ik, ik heb ervan genoten.

Geef mij maar vakantie, yup.

Kasteelkuiswoede

Onlangs was ik boven met iets bezig, en Wolf was meegekomen naar boven. Op zijn kamer staat zo’n groot kasteel van Playmobil, en eigenlijk speelt hij daar weinig mee. Bij ons worden de kamers vrijwel uitsluitend gebruikt om te slapen, vandaar.

En hij ging dus met dat kasteel spelen.  Na een goeie vijf minuten kwam hij bij mij, en vroeg een stofvod en een borsteltje. En iets later een emmertje en een spons en zeemvel. Hmm.

Iets later ging ik toch even gaan kijken. En daar zat hij, netjes op zijn knieën, zijn kasteel te kuisen, en alle poppetjes met toebehoren te wassen. Hij had namelijk gemerkt dat er eigenlijk toch wel behoorlijk wat stof op lag, en vond dat dat niet kon zijn.

’t Is dat ik er hem zelf uitgeperst heb, want anders zou ik er nog aan twijfelen of hij wel van mij is.

Mijn jongens

Ja ik weet het, zoals elke moeder ben ik zot van mijn jongens. Maar zeg nu zelf, als ge die stoute snoetjes ziet, ge zoudt toch van minder?

stoutesnoetjes