En toen ging ik maar weer eens door mijn rug.
Deze keer heb ik er geen idee van wat de concrete aanleiding was: ik heb niks speciaals gedaan of opgepakt, tenzij natuurlijk een peuter van 16 kilo, jawel.
Zaterdag had ik een lichte zeurende pijn, en ook zondag was dat het geval. Ik heb nochtans alle gewone dingen kunnen doen, en ben zelfs zonder noemenswaardige problemen drie uur in het koor op een stoel kunnen gaan zitten. Wat ik dus blijkbaar beter niet had gedaan.
Want maandag morgen was het om zeep: ik ben opgestaan met echt wel veel pijn. Desondanks ben ik gaan lesgeven (je kan daar afwisselen tussen zitten, staan, leunen, en rondlopen), maar na twee uur, toen ik twee uur tussen had, ben ik toch maar weer even naar huis gekomen om plat te liggen. Dat doet deugd, maar echt beteren doet het voorlopig niet.
Ook een goeie nachtrust heeft niet geholpen. Deze morgen was het nog steeds niet in orde, en heb ik bijzonder hard op mijn tanden gebeten om te werken. Intussen heb ik boodschappen gedaan en lig ik nu weer in de zetel. Plat. Met de bijzonder toegewijde hulp van mijn oudste, die zijn volle vijf jaar bijzonder hulpvaardig in de schaal gooit, en de hond eten geeft, licht aansteekt, post haalt, telefoon brengt…
Lief he 🙂