12 jaar
Lieve Wolf
je verjaardag is al een paar dagen voorbij, ik geef het toe, maar het kwam er niet van je te schrijven. Je bent twaalf nu, en draai het of keer het zoals je wel, ergens blijft dat toch een mijlpaal.
Ik heb zo bijvoorbeeld hier de inschrijvingspapieren liggen voor het middelbaar. Je gaat uiteraard naar mijn school gaan, dat is zowat de dichtstbijzijnde middelbare school, en een goeie school bovendien. Je kiest ook zelf voor de vier uur Latijn, en je weet dat je me daar een immens plezier mee doet. Eigenlijk heb je niet echt de keuze, want met jouw palmares in het lagere zou het zonde zijn mocht je geen Latijn proberen. Maar zoals gezegd, je kiest er ook zelf voor.
En verder is er alweer niet echt een trendbreuk met vorig jaar. Je bent nog steeds mijn lieve, bedachtzame en vooral zorgzame Wolf. Ja, je durft al eens de prepuber uithangen, en het valt me op dat je in het weekend zelfs al eens tot na tienen durft slapen. Maar echte humeurswisselingen zoals een echte puber heb je gelukkig (nog) niet. Het hanggedrag begint zich wel al te manifesteren, en je kan met je ogen rollen als geen ander als ik je weer eens wijs op het feit dat je je bord niet hebt afgeruimd of zo.
Ik heb het er ook al met je over gehad: wij twee, wij gaan nog serieus boel hebben. Dan grinnik je schaapachtig, en moet je me gelijk geven. Maar voorlopig komen we nog prima overeen, Wolfje. Je snapt perfect wanneer ik een lastige dag heb, en vice versa, en dan laten we elkaar gewoon met rust. Soms kom je ook gewoon je hart luchten bij mij, en moet ik luisteren naar je minutenlang geraas over wat er allemaal oneerlijk, onrechtvaardig en unfair is in deze wereld, en vooral dan tegenover jou. Soms kom je me ook gewoon een knuffel geven, zomaar.
Ik zou er eigenlijk graag wat vaker met jou op uit trekken, gewoon, wij twee onder elkaar. Helaas, er is nog steeds je broer en je zus, en ook al zien we die alletwee doodgraag, soms zijn ze gewoon lastig. Want lag het aan ons, dan gingen we gewoon samen cachen. Misschien is dat wel een ideetje voor deze zomer, jij en ik op de moto, terwijl de kleintjes bij papa blijven.
Soms zie je er ook echt zo volwassen en groot uit, en soms gedraag je je ook zo. Maar af en toe, vooral als je met Kobe en Merel aan het spelen bent, zie ik toch ook nog een klein kind in je, liefje. Je zit op de wip tussen twee werelden, en je hebt het er nu soms al lastig mee.
Toch kan je niet zeggen dat ik je veel verbied: als je een berichtje krijgt van Quinten met de vraag of je langskomt, zal ik daar zo goed als altijd ja op zeggen, als je er de tijd voor hebt. Dan neem je je fiets en rijd je tot daar, of stap je gewoon de tram op. Je tramabonnement zit tegenwoordig standaard in de binnenzak van je winterjas, heb ik gemerkt, en ik vind dat best grappig.
Ach Wolf, ik vind het eigenlijk gewoon fantastisch dat ik je groot mag zien worden, en ik vind het vooral fascinerend om te zien hoe jij op die twaalf jaar echt al bent uitgegroeid tot een tiener met heel erg duidelijke ideeën en standpunten. En ik voel me bevoorrecht dat je me nog steeds de kans geeft om er zo’n groot deel van uit te maken, en dat je bij mij terechtkomt voor raad en daad.
Ik zie je graag, Wolf. Meer en meer.
366 – 14 februari 2016 – catechese
Verjaar-dagje
Wolf mocht uiteraard kiezen vandaag wat hij wilde doen.
Dus sliepen we lang en maakten we er een ontzettend rustige en relaxte ochtend van.
Tegen half één stonden we in ’t stad, en was er pizza! Wolf had ervoor gekozen om te gaan eten bij de Pizzahut, en dat is dus wat we deden. En toen ik zei dat het zijn verjaardag was, kreeg hij prompt een verjaardagskaartje en een upgrade van zijn dessert. Het smaakte!
En toen, toen was oorspronkelijk het plan om naar het Designmuseum te gaan, voor de nieuwe opstelling. Maar geef toe, op de eerste zonnige dag van de vakantie, nu eindelijk de zon wilde schijnen, konden we toch niet binnen gaan lopen?
We opteerden in de plaats voor een lange multicache, “Ghent, the arts quarter” met een tiental verschillende gps-coördinaten en dus een lange zoektocht van het een naar het ander. Het was eigenlijk wel leuk: aan elke locatie moesten we een foto en dus ook een letter linken, waardoor we uiteindelijk een eindcoördinaat kregen. We begonnen aan de Sint-Niklaaskerk, en zowel Kobe als Merel namen er een paar foto’s.
Over de Sint-Michielsbrug ging het verder, langs het Pand, voorbij het Justitiepaleis, over de Kouter, en zo langs de Minard naar de Krook.
Via het trapje aan de Paddenhoek kwamen we in de Lammerstraat, en trokken verder naar het Sint-Pietersplein. Van daaruit ging het over het brugje aan de abdij naar het Muinkpark, intussen vrolijk kletsend met ne maat die we onderweg waren tegengekomen. Tegen dan begonnen de kinderen wat moe te worden, maar de belofte van een ijsje in de Zuid maakte veel goed natuurlijk.
En toen begon de GPS lastig te doen. We liepen naar het Sint-Annaplein, en kregen zo de laatste oplossing om de juiste coördinaten in te voeren. Hmpf. Dat wilde maar niet lukken, ook al probeerde ik zelfs de telefoon herop te starten en dergelijke. Enfin, via de Reep en het Bisdomplein liepen we terug naar de Korenmarkt en de parking van de Ramen. En jawel, op dat moment kreeg de GPS er weer zin in, en bleek de cache verstopt te zijn aan de Reep, waar we daarnet nog liepen. Omdat we het intussen allemaal niet meer zagen zitten om nog te voet terug te keren, reden we met de auto tot aan de Reep, waar Wolf en ik netjes de cache vonden.
Missie geslaagd, hele mooie wandeling gemaakt van net geen 7 kilometer zonder zagende kinderen, en volop genoten van de zon.
En Wolf, Wolf zag dat het goed was. Zeker toen we thuis Merel in bed staken, en de jongens nog naar The Mummy mochten kijken, vergezeld van Wolfs favoriete drank en chips.
Toen ik hem daarna in bed stak, zei hij dat hij een hele fijne verjaardag had gehad. Meer moet dat niet zijn, zeker?
366 – 12 februari 2016 – 12 jaar!
CRPS
Vandaag eindelijk met Wolf naar de orthopedist, nogmaals, na de MRscan van vorige week. Bij een vorig bezoek had hij een vermoeden, maar dat wilde hij bevestigd zien door medische beelden.
En jawel, er is eindelijk een diagnose, maar of ik daar nu zo gelukkig mee ben?
Wolf heeft namelijk een Complex Regionaal Pijn Syndroom (CRPS), beter gekend als een Sudeck. Met andere woorden, zoals ik het aan hem heb uitgelegd: toen hij zijn voet omsloeg, is een van zijn pijnsensoren geactiveerd. Normaal gezien moet die, bij het genezen, langzaam uitgeschakeld worden, maar dat is dus niet gebeurd. Het letsel is intussen volledig weg, maar zijn hersenen willen dat blijkbaar niet geloven, en blijven pijnsignalen doorgeven. Mechanisch kan hij dus perfect sporten, maar die pijnsensor merkt belasting, en gaat dus nog meer pijn beginnen doen als tegenreactie.
Wat is daar de behandeling van? Wel… geen. We gaan proberen met gerichte kinesie, en ook eens langsgaan bij een fysisch geneesheer, maar verder moet dat er gewoon langzaam uitgaan. Blijkbaar is het zeldzaam bij kinderen, zo’n CRPS.
Zucht.
Wellicht geen rugby meer dit jaar, en een zwaar gefrustreerd kind. En ik snap hem.
366 – 02 februari 2016 – orthopedist
366 – 29 januari 2016 – MRscan
366 – 16 januari 2016 – paintball met het rugbyteam
Enkelperikelen: deel twee
Vanavond zaten Wolf en ik dus bij de orthopedist, en die heeft wel degelijk een – voorlopig theoretische – diagnose: letsel aan de syndesmose. Dat is een letsel aan de gewrichtsband die vlak boven de enkel het scheenbeen en het kuitbeen verbindt, ook wel ligamentum tibiofibulare genoemd.
Ik wist ook niet dat daar een gewrichtsband zit, maar blijkbaar wel, en blijkbaar kan die lastig doen. Tsja. Alles wijst daarop, maar hij wil dat wel bevestigd zien via medische beeldvorming, en dus wordt het een MR-scan. Gewoon om zeker te zijn, want het is niet de bedoeling dat een kind van elf jaar een blijvend letsel aan de voet oploopt.
Ik heb er geen idee van wat je tegen een dergelijk probleem kan doen. Rusten, wellicht? Maar bon, alweer wat wachten. Hopelijk geraken we vrij snel binnen bij de MR-dienst, want dat is doorgaans nogal volgeboekt.