Fysiotherapeut en andere perikelen

Wolfs rug is dus echt niet in orde, en het betert aan geen kanten met de kinesitherapie die hij gekregen heeft. De kinesist stuurde hem terug richting huisarts, die ons prompt doorverwees naar een fysiotherapeut.

Juist ja.

Enfin, ik dus gebeld naar het Jan Palfijn, en de eerste afspraak die ik kon maken bij gelijk wie van het team, is de tweede week van de paasvakantie.

Juist ja.

Ik vrees dat hij nog even op zijn tanden zal moeten bijten dus, en nog even wachten met rugby. Niet dat dat nu trouwens aan de orde zou zijn, want vanmiddag is hij weer wat anders tegengekomen.

Normaal gezien is hij op woensdag thuis zo een vijftal minuten voor half één. Vandaag niet dus. Het werd kwart voor één, en ik werd bezorgd. En bellen kon ik niet, want hij had zijn gsm niet bij. Zucht. En toen zag ik hem komen aanstrompelen – we zaten voor het eerst buiten te eten – met zijn fiets in de hand. Hij was blijkbaar gevallen ter hoogte van de Neptunus – zonder duidelijke aanleiding, hij wist het zelf niet – en had zich toch wel pijn gedaan, ja. Zijn stuur stond helemaal paraplu, en zijn rem was compleet ontregeld. Zijn ego was gedeukt, en zijn rechterhand helaas ook. Maar bon, ik plooide zijn stuur weer recht, legde ijs op zijn hand en stak het daarna in een verband, en voederde hem. Hij was een beetje van slag, ja.

Daarna wandelden we rustig samen naar de fietsenmaker, die bijzonder begrijpend was, en de fiets er vandaag nog tussen wilde nemen zodat Wolf hem morgen weer kan gebruiken. Fijne mens.

Enfin, voorlopig geen rugby dus, om meerdere redenen. Alweer.

Kinesist

Wolf heeft een dikke maand geleden zijn rug bezeerd. Niks ernstigs, gewoon een verkeerde beweging bij de rugby, bij een nieuwe techniek. Ze leren namelijk de line-out, en daarbij moeten twee spelers een derde zo hoog mogelijk in de lucht steken, zodat die een ingeworpen bal kan pakken. Maar die middelste speler had er precies niet zoveel zin in, en hield zich slap, in plaats van zijn spieren op te spannen. Resultaat: je steekt precies een zware zak patatten in de lucht.

Enfin, Wolf had na de training gezegd dat zijn rug pijn deed, en ik zei dat het wel zou overgaan. Niet dus. Want na een week of drie klaagde hij er echt over, en begon het precies meer en meer pijn te doen. We zijn dan naar de dokter geweest, en die stelde vast wat ik vermoedde: niks aan het beendergestel of zijn ruggengraat, wel spier of pees. En dat zou ook gerust wel kunnen, gezien het feit dat hij nog steeds explosief aan het groeien is. Voorlopig even geen rugby of L.O.

Kinesist dus. Blijkbaar zit er effectief vanalles vast in die rug van hem, en zetten ze het los.

Simultaan ga ik ook naar de kinesist – ze werken er met vijf, dat kan dus – want bij mij is gans mijn rechterschouder vast. De trapezius zit verkrampt, waardoor gans mijn arm pijn doet, mijn nek, enfin, alles. De eerste keer heeft de kinesist enkel gewerkt op mijn nek, de volgende keer was het gans mijn schouder en rug. De derde keer heeft ze dan de pees en het aanhechtingspunt aan mijn schouder onder handen genomen: auw.

Maar we leven in de hoop dat het werkt.

Dertien

Dertien is hij vandaag geworden, mijn Wolf. Dertien.

De dag begon voor hem om middernacht met chocoladetaart en een herberg vol vikingen die voor hem Happy Birthday zongen. Ik denk niet dat hij harder kon glunderen. En die taart, die was de max!

We gingen slapen rond drie uur, waren weer op om negen uur, en speelden toen nog wat verder. We hielden een hele mooie dienst voor gesneuvelde vrienden, passeerden rond half één bij Omaly voor Wolfs verjaardag, en reden toen naar huis, waar Bart en mijn pa elkaar intussen hadden geëntertaind. Bart had weer succulent gekookt, en ik smaakte er weer eens niks van. Blah.

Maar toen was er verjaardagstaart, en Wolf mocht het virtuele kaarsje uitblazen.

De rest van de dag was bijzonder rustig: ons pa ging naar huis, ik viel prompt in slaap in de zetel, en ik vermoed dat ook Wolf wel een tukje heeft gedaan.

Hij vond het in elk geval een zalige verjaardag!