Eigenlijk zijn de examens, behalve hopeloos saai tijdens de toezichten en het verbeteren, ook vooral uitstekend voor mijn sociaal leven. In een normale week heb ik amper 50 minuten middagpauze, die de facto doorgaans maar 40 minuten zijn, tegen dat iedereen uit de klas is en zo. Veel te kort om ergens te gaan eten, natuurlijk.
Maar in de examens? Tsja, dan heb ik gedaan om 12.05u, of moet ik zelfs helemaal niet naar school en mag ik thuis verbeteren. En dan spreek ik al eens graag af met vrienden om te lunchen. Natuurlijk verspeel ik daar tijd mee, maar die haal ik dan wel ’s avonds of in het weekend in. Mijn vrienden weten dat intussen, en contacteren me vaak zelf al om eens af te spreken.
Zo ging ik vandaag iets eten met Xavier, die ik toch ook al meer dan vijftien jaar ken. Sinds hij verhuisd is naar Niel, moeten we grondiger afspreken dan vroeger, maar dat heeft zo zijn voordelen. We aten iets, deden nog wat boodschappen in de stad, en verzeilden in de Barazza voor koffie. En eigenlijk geniet ik telkens immens hard van de gesprekken met hem: hij is brutally honest, we kennen elkaar zodanig goed dat we absoluut geen blad voor de mond hoeven te nemen of zelfs maar moeten nadenken hoe we iets verwoorden, en dat doet deugd. Ik mag zijn wie ik ben, en de dingen zeggen zoals ik denk, en dat geldt voor hem ook. En dan worden dan vaak van die diepe, maar wel keiharde gesprekken, met af en toe een lachsalvo ertussen.
Twee cynici samen, het heeft wel wat. Geen idee wat precies, maar ik vermoed dat het toch wel in de buurt van vriendschap komt. Toch wel.