Vreemde vogels
Dat het hier wel vaker de zoete inval is, dat heb ik al verteld. Vandaag kwam tegen half twaalf Julie aanwaaien: haar mama moet werken van twaalf tot vijf, en dat clasht nogal met de uren van de scouts. Dus zaten we met zeven aan tafel: ook mijn pa was mee, zoals quasi elke zondag.
Tegen twee uur werden de drie kinderen richting scouts gesommeerd, en daalde de stilte zowaar neder. Die iets later doorbroken werd door een zacht gesnurk. Jawel.
Ik ging de meisjes ophalen om vijf uur, en toen werd er hier vooral gigantisch veel gegiecheld en gelachen en geschaterd.
Alleen ging Julie’s mama haar ophalen rond kwart voor zes, en ging ik dan om zes uur iets ophalen bij een vriendin. Het werd kwart voor zeven, tot zover mijn plannen.
Maar bon, alle duiven weer in hun eigen kot.
Vriendjes
Soms is het hier een echt duivenkot, met vriendjes die binnen en buiten lopen. Chan, een vriendje van Kobe, zit hier bijna elke dag, en ook Rhune komt regelmatig langs. Ik vind dat helemaal niet erg, want ik stuur hen gewoon naar huis als het niet uitkomt.
Vandaag was het weer de moeite: ongelofelijk warm voor september, ik moet het u niet vertellen, en dus blies ik in allerijl het reeds opgeruimde zwembadje op, en vulde het. Chan zat hier en kreeg een zwembroek van Kobe, en Rhune reed snel even naar huis om er ook eentje te halen. Quinten, Wolfs beste vriend, kon helaas niet, of die was ook afgekomen.
Het watergevecht dat volgde, was best amusant om zien.
Maar gisteren is toch wel de hoofdvogel afgeschoten. Zondagavond, zeven uur, en de bel gaat. Twee kleine meisjes, vijf of zes jaar, aan de deur die vragen of Merel mag komen spelen. Mijn wenkbrauwen gingen ongeveer door het plafond, denk ik. Ik vroeg uiteraard of dit wel mocht van hun mama, en ja hoor, bevestigden ze me allebei, dat mocht. Ze wonen allebei wat verderop in de straat, dat wist ik. Enfin, Merel zag het helemaal zitten, en dus gingen ze buiten op de speeltuin. Toch voor eventjes, want om half acht is het echt Merels bedtijd. “En mama weet dat jullie hier zijn?” “Ja mevrouw”. Oké dan.
Wat later vroeg ik nog eens of hun mama wist waar ze waren. “Jaja, mama weet dat”, met grote stelligheid. Bon, zeker? Merel mocht nog even haar kamer laten zien, en daarna ging ik hen naar huis sturen. Toen ik dus tegen twintig over zeven de meisjes terug naar buiten stuurde, stopte meteen een auto voor de deur: een van de mama’s! Die wist natuurlijk aan geen kanten waar de dochters uithingen, en was in paniek gaan zoeken. Ook de andere mama, en nog een nonkel waren aan het rondrijden doorheen de ganse wijk.
Ik heb me verontschuldigd en verzekerd dat de meisjes bleven beweren dat hun ouders wisten waar ze uithingen, en de moeders begrepen dat volledig, maar waren vooral gigantisch opgelucht dat de meisjes terecht waren. En ik heb zo’n donkerbruin vermoeden dat ze dit niet snel zullen herhalen.
Tsja.
366 – 06 september 2016 – duivenkot
Hedera, of toch een versietje ervan
Sinds een paar jaar heeft de larpwereld, en dan meer bepaald de reeks Omen, een eigen folkbandje. De bezetting ervan is echt moeilijk, want er zijn zowel leden uit West-Vlaanderen als Limburg en Geldenaken, en dat maakt het niet bijzonder praktisch. Niet dat ze vaak samenkomen om te oefenen, dat is net eigen aan folk natuurlijk, dat je vrij makkelijk kan samenspelen.
Nu, om één of andere reden hadden ze besloten om te spelen op een wiccadagje in Wachtebeke, en ik had me erbij aangesloten. Voor de gelegenheid waren we met vijf: twee dames die tot hiertoe eigenlijk het voortouw hadden genomen, maar er nu allebei gingen mee stoppen, na dit. De ene zingt en speelt thin whistle, de andere zingt, doet percussie, en speelt prachtig harp. Verder was er ook nog Lorre, de enige man in het gezelschap, die zingt en gitaar speelt, en voor de gelegenheid werden we bijgestaan door Mabyr, die een kei is in percussie en banjo. En ik daar dus bij, met vooral zang, en een klein beetje viool en verder nog castagnetten. Tsja…
We namen op voorhand alles nog kort even door, en hadden dan een optredentje in de tuin van ongeveer 50 minuten in een loden hitte. Nog een chance dat we in de schaduw van een paar bomen stonden.
Daarna volgde een optreden van een Ierse dansgroep in het zaaltje, waar het nog warmer was. Kudos voor die mensen, die hebben liters gezweet, dat weet ik wel zeker!
Daarna kwamen wij nog eens met een ingekort programma, en dat vond ik niet erg, want het was pokkeheet daar op dat podium. Maar ik heb wel genoten van het zingen, serieus.
Terwijl Lorre Katrien naar huis bracht, reed ik nog heel even rond om een cache of twee te zoeken daar op de Nederlandse grens, met beperkt resultaat overigens.
Tegen kwart over zeven zaten Lorre en ik heerlijk aan de tuintafel te eten, nog wat later bracht hij me met de auto naar de motogarage om de motor op te halen – eindelijk klaar, na de vraag tot reparatie in maart – en nog later reden we samen op diezelfde motor naar Barts kantoor. Ik dacht wel dat Lorre het gebouw zou appreciëren, en jawel, hij was serieus in de wolken.
Het was nog steeds 27°, en dus bleven we buiten zitten, met wat kaarsjes en een glas mede, en Bart kwam ons zowaar nog wat hapjes brengen ook. Goud waard, die man van mij! En op deze manier heb ik ook de tuin eens in actie gezien ’s nachts, en ik geef het u op een briefje: ik geniet er intens van!
Ik denk dat het na enen was toen we gingen slapen, na een bijzonder fijne avond. Ik maak niet makkelijk vrienden, maar ik denk dat ik er nu toch wel eentje heb bijgemaakt. Enfin, ik hoop het toch. Fijne gast, echt waar.
Van vriendinnetjes en taart
Merels boezemvriendinnetje Lieze kwam vandaag spelen. Eerst ging ze er in de voormiddag al zijn, dan pas tegen twaalf uur, maar uiteindelijk werd het, door omstandigheden, half twee. Merel liet het gelukkig niet aan haar hart komen, en was gewoon bijzonder blij toen Lieze er eindelijk was. Buiten was het intussen aan het gieten, en dus speelden ze boven. En hier beneden.
Merel had gevraagd of we samen een taart gingen bakken, maar toen ik in de namiddag die vraag stelde, speelde ze liever gewoon verder. Juist ja. Ik had wel alle ingrediënten al verzameld, en dus maakte ik ze maar zelf. Tsja.
Gelukkig is het een heel simpele, heel snelle taart: een appeltaart met een smeuïge vulling van amandel. Het recept had ik hier al eens eerder gepost, en ja, ze is echt lekker, en klaar in een goeie tien minuten, afhankelijk van uw tempo van appels schillen. En dan nog 20 minuten in de oven, en gewoon lauwwarm opeten.
Ze hielpen dan misschien niet maken, maar ze hielpen echt wel opeten, dat was geen enkel probleem!
Van vriendjes, vriendinnetjes en vlaaien
Wat doet ne mens als het een hele dag regent op een vakantiedag? Juist, vriendjes en vriendinnetjes uitnodigen. Kobe ging spelen bij Sebastiaan, en ik had naar Els gebeld, de mama van Merels boezemvriendinnetje Lieze. Die waren net terug van vakantie, maar het was geen enkel probleem. Dus hebben die twee hier zo goed als de hele tijd op Merels kamer gespeeld – waar ze sowieso heelder dagen zit – naar een film gekeken, en show gegeven. Dat laatste was vooral met zeer veel gegiechel, ik heb een klein stukje gefilmd.
Merel en Lieze geven een 'show' from Gudrun Rombaut on Vimeo.
Ik probeerde intussen zinnige dingen te doen, maar kwam niet verder dan het opruimen van mijn bureau en het sorteren van mijn moeders kettingen en oorbellen.
Oh, en het maken van een vlaai, maar dan ene die wél perfect lukte, omdat ik deze keer wel de correcte ingrediënten in huis had. Het is het meest simpele recept ooit, gepikt van bij Ilse: 16 speculozen, 16 lange vingers, 6 stukken peperkoek, 3 lepels bruine suiker, 3 lepels kandijsiroop, 1 liter melk. Even laten weken, mixen, 11 minuten in de microgolf (600W), roeren, nog 11 minuten, klaar. Enfin, eigenlijk niet: de vlaai krijgt maar haar consistentie als ze afkoelt, en dat is het moeilijke stuk van het hele recept :-p En als ge ze na de eerste keer bakken in een fancy vormpje giet, ziet ze er de max uit.
De leden van de Cthulhugroep hadden de nodige commentaar, maar vonden wel allemaal dat het bijzonder lekker was, dit in tegenstelling tot de rauwe champignons met dipsaus die ook op tafel stonden.
Οι βαρβαροι!
366 – 02 augustus 2016 – BFF
Center Parcs dag drie, met zijn tienen.
Dat het een stevig dagje was, vandaag. Onze echtgenoten gingen al in de voormiddag aanzetten – Bart had zijn agenda leeg gekregen – om hier tegen de middag te zijn. Het plan was twaalf uur, maar dat liep wel even uit. Ook onze ochtend was heel erg traag gestart, zodat we alweer pas tegen half elf vertrokken, brood insloegen, en uiteindelijk kwart over elf aan de manège waren, op meer dan een half uur stappen, en het was al verdomde heet!
Het plan was dat Merel en Lena-Mare elk een half uurtje op een pony gingen rijden, en dat we dan zorgden dat we tegen twaalf uur terug in ons huisje gingen zijn. Nu, we hadden dus een en ander verkeerd ingeschat. Blijkbaar kan er wel pony gereden worden tussen elf en twaalf, maar dan echt startend om elf uur, of nog om half twaalf. We gingen dus nooit op tijd aan ons huisje terug zijn. Bleek nu ook dat beide kleintjes helemaal geen zin meer hadden om op een pony te zitten, maar Kobe en Elly wel. En dat er per rijdend kind een volwassene een half uur moest meestappen. Juist ja. Na een hoop palaver kwamen we tot een besluit: Gwen ging met de jongsten en de oudsten al terug naar het huisje gaan, en ik ging Kobe en Elly elk een kwartier laten rijden. Ik heb dus een half uur stevig doorgestapt met eerst een glunderende Kobe, en daarna een glunderende Elly. Het was heet, stoffig, maar gelukkig wel in een bosje. Oef.
We besloten met een drankje, en stapten toen een half uur terug naar ons huisje. Amai mijn enkel… Daar bleken trouwens de kleine meisjes elk een huurfietsje gekregen te hebben, want ook zij waren te moe om nog heelhuids thuis te geraken.
Enfin, tegen dan kwamen ook de heren toe, en kon er gegeten worden. We bleven nog eventjes rustig zitten na het eten, en gingen toen zwemmen. Ha ja, nu iedereen er nog eens tegelijk was… Al bleef Gwen wel in het huisje om alles op te ruimen, zodat ze na het eten konden vertrekken.
Na het zwemmen gingen we buiten op het terras zitten aan het Sports Center, waar Gwen ons opwachtte, en genoten van ons drinken. Tot het plots stevig begon te onweren, en we met onze cocktail binnen moesten vluchten. De bui was gelukkig snel over, en we wandelden dan maar op ’t gemakje terug naar huis. Merel had zich in het zwembad enorm goed geamuseerd, maar was compleet, maar dan ook compleet plat gevallen zodra we buiten kwamen. Ze voelde zich niet lekker, had buikpijn, en had naar eigen zeggen te veel water binnen gekregen. Ze wilde dan ook niks eten of drinken, en zat de hele tijd op mijn schoot of zelfs als een baby genesteld in mijn armen.
Ze is nog half naar het huisje gewandeld, half op het fietsje, half in mijn nek, en zodra we thuis kwamen, is ze op haar bed gaan liggen. Nog geen vijf minuten later sliep ze, in haar kleren, zonder eten.
We hadden nochtans fijn eten voorzien: een steengrill, en in Nederland is die altijd behoorlijk uitgebreid: vijf soorten vlees, kruidenboter, looksaus, cocktailsaus, aardappelsla met rundsvlees, sla, vijf soorten groenten in overvloed om te bakken, een half stokbrood per persoon, en daarna nog pudding en pralines. Voor de kinderen was er een typische kinderbox, met een speelgoedje, een kleurplaat, kleurtjes, een sapje, ook dus hetzelfde vlees en groenten, en een kinderei als dessert. 115 euro voor 5 volwasssenen, 4 kinderen (ik had eentje minder gerekend). Het vlees was op, maar van de rest was er nog massa’s over.
Enfin, tegen negen uur zijn de Meexjes naar huis vertrokken, en was het plots een pak stiller in het huisje. En ruimer, dat ook ^^
Center Parcs, dag twee
Het was een heel rustige morgen, om te beginnen. We sliepen lang, na alle muggenperikelen van gisterenavond. Man, nog zelden zoveel muggen samen gezien, om eerlijk te zijn! We ontbeten buiten, en genoten daarvan.
Pas tegen half elf waren we allemaal toonbaar genoeg en dat soort onzin, om richting het “centrum” te stappen. Ons huisje lag zowat het verste van allemaal, en het was toch al gauw twintig minuten stappen tot ginder. We kochten brood, wandelden verder, lieten de kinderen foto’s nemen, bekeken de biggetjes.
We liepen verder, en gingen de “Jungle Dome” binnen. Dat mag je gerust letterlijk nemen: binnenin was de atmosfeer van een tropisch woud gerecreëerd, met lianen, hoge temperatuur en luchtvochtigheid, papegaaien, flamingo’s, hangbruggen, wetenschappelijke uitleg over de verschillende flora en fauna, en uiteraard ook een terras.
We keerden terug, aten croque monsieurs, en hielden een halve siësta, als in: we ruimden de boel op, maakten plannen, en zaten toch wel het volle kwartier met ons tweetjes buiten, wat later door de jongens ’twee uur’ werd genoemd. Juist ja.
Maar kom, tegen half vijf stonden we opnieuw aan het meer voor een pedalotochtje in een zwaan. Dat hadden we de kinderen beloofd, vandaar.
Aansluitend gingen we afkoelen in de Grand Café met een cocktail en een ijsje, voor Ernest zijn 12de adoptiedag ^^
En toen, toen was het tijd voor nog een zwemmeke. Het mocht vrij laat worden, want we moesten toch maar boterhammen eten. Ik nam zelfs even mijn fototoestel mee naar binnen.
Bon, we aten, staken de kleintjes in bed, en ik ging nog een avondwandelingetje maken met Wolf en Ernest om nog wat Pokémon te vangen. Tsja…