Beeldenparcours op de dijk in De Haan

Wolf moest deze morgen al om kwart voor negen aan de inhalator en dan om negen uur naar drainage, en dus zaten wij kwart voor acht al in de auto. Ha ja, drie kwartier rijden, en dan nog tien minuten stappen tot je van een parkeerplaatsje aan zijn paviljoen bent.

Het resultaat was dat ik om negen uur al in De Haan liep, en voor een keertje de andere kant van de dijk wilde lopen, omdat het daar vol staat met beelden die ik nog niet gezien had. Het was een grijze, bewolkte dag, maar helemaal niet koud, en de beelden waren prachtig. Ik ben van geen kanten een fotograaf, en dus doe ik eigenlijk met mijn iPhonefotootjes de beelden absoluut geen recht, maar bon, u moet zelf maar gaan kijken ginder op de dijk.

Ik ga nog wel eens terug op een heldere dag, zodat ik ook heldere foto’s kan nemen. Vooral de beelden van Linde Ergo spreken me echt wel aan. Ik ben benieuwd: zou haar “Inner Circle” te koop zijn? Blijkbaar zou het beeld er maar blijven staan tot 30/9…

Daarna reed ik vlotjes naar huis, maar blijkbaar had Bart mijn assistentie niet nodig om een cyste op zijn oog te laten wegnemen. Hij is daarna gewoon terug naar kantoor gefietst…

En ’s avonds had ik dan eindelijk nog eens afgesproken met Gwen. We hadden elkaar niet eens meer gezien voor haar verjaardag op 16 juni, stel u voor. Enfin, we hebben een zalig diner gehad, en ik had meteen ook de nodige rozen voor haar mee. Tradities…

Al bij al een fijne maandag gehad, prima compensatie voor het drukke weekend.

 

Lap…

Jawel, het is weer van dat, en ik vrees echt het ergste. Vannacht deed het op een bepaald moment zoveel pijn dat ik dacht dat we vandaag toch weer richting ziekenhuis zouden moeten gaan. Alleen… daar kunnen ze eigenlijk ook niet veel doen. De vorige keer hebben ze me zware pijnstilling gegeven, heel veel laten rusten, en dan voorzichtig weer in beweging gebracht. Niks minder, maar vooral ook niks meer dan dat.

Ik ben dan maar heel voorzichtig naar beneden gegaan, ben er nog in geslaagd me te douchen, met veel moeite, en heb dan gewoon in de zetel gelegen. Qua eten hebben we overschotjes gegeten, Merel en ik, er was gelukkig wel voldoende. En dan liet Wolf weten dat hij vandaag al mocht opgehaald worden, ik had dat verkeerd genoteerd, ik dacht dat het morgen was.
Bart had een vergadering om één uur, wist niet echt hoe lang die zou duren, maar wilde Wolf daarna wel ophalen. Neenee, had die gezegd, ik kom wel met de trein. Bart is hem dan maar van ’t station gaan halen, want zelfs dat zou voor mij te veel geweest zijn, denk ik. Hoewel, met enig doorzettingsvermogen kom je ook ver natuurlijk.

Het vervelendste vind ik mijn koor: er is namelijk vanavond én morgenavond nog een optreden van Djiezes, maar dat zal zonder mij zijn: ik kan met moeite rechtop staan momenteel. Blah. Blah blah blah.

Het enige wat mijn dag nog een klein beetje goed maakte, was het feit dat Annick gezellig kwam koffiedrinken. Ik had dat eerst nog wat afgehouden met het gedacht dat ik dus met Merel naar de GF kon gaan, maar niet dus. Gelukkig vond ook Merel dat niet zo erg: we zaten blijkbaar in B&B/koffiehuis De Gele Kat, waar een vrolijke jongedame met gele kattenoortjes, een gele blocknote en een gele stylo onze bestelling kwam opnemen en die dan ook netjes uitvoerde. Compleet met melkschuim, koekjes en een rekening.

Oh, en een tweede positieve noot: het heeft geregend vandaag! Nu ja, regen, het heeft toch een half uurtje gedruppeld, in die mate dat op een bepaald moment gans ons terras toch nat lag. Het droogde wel heel snel op, dat ook, maar toch: er was vocht, en die typische geur van regen op een zomerse dag na een periode van droogte. Petrichor, heet die geur, en dat wil blijkbaar zeggen: “het bloed van de goden op de stenen”. Poëtisch, die Grieken.

Ampla House revisited

Eind februari was ik met Bart naar de officieuze opening gegaan van het Ampla House, de luxe coworking space aan de Coupure waar hij kleine aandeelhouder van is.

Ik had toen gezegd dat ik wel eens wilde terugkomen om er iets te eten, en Véronique was uitermate geïnteresseerd om foto’s te nemen. Dus ja, deze middag togen we gezellig samen in Ionesco (Bart elektrische auto met nummerplaat UBU, vandaar) richting Coupure.

De lunch was simpel maar echt wel lekker: een vegetarische pasta met courgettes en curry. En toen gingen we rondlopen, toonde ik Véronique het hele gebouw, nam ze tonnen foto’s, en was ze er weg van. Qua werkplek kan dit wel tellen, ja. Amai!

En ja, Véronique is ook wel een goede fotografe, ja.

Er was geen tijd meer voor verdere plannen, dus reden we naar huis, maar met alweer een mooie middag op ons conto.

Rein Decoodt – Terug!

Als Véronique me belt met de vraag of ik mee ga naar theater/film/tentoonstelling, dan zeg ik zo goed als nooit nee, want ik weet dat het interessant zal zijn, en dat onze smaken gelijk lopen.

Om acht uur zaten we dus samen op de tribune van Bij’ de Vieze Gasten voor een monoloog die uitverkocht was, en ik begrijp prima waarom. Ik was ook wel stevig onder de indruk.

Zoals de website vermeldt: In 2009 trekt de jonge actrice Rein Decoodt door Mexico. Vanuit het niets wordt ze overvallen door endocarditis, een boosaardige bacterie die haar lichaam en geest teistert van kop tot teen. Na een lange strijd weet ze dat ze niet meer zal worden wie ze was. Zowel fysiek als psychisch is haar ‘zijn’ getekend door onzichtbare en zichtbare littekens.

En jawel, het is Rein zelf die het stuk brengt, die op een bepaald moment haar tekst even kwijt is, maar die dat zonder meer gewoon terug oppikt. Chapeau, als je weet dat geheugenproblemen maar een van de weinige problemen zijn waarmee ze sindsdien te kampen heeft.
Ze brengt het relaas van haar ziekte en de manier om ermee om te gaan, heel eenvoudig, bijna onderkoeld, en net dàt maakt de kracht uit van dit stuk. Je zou het heel melodramatisch kunnen brengen, tranentrekkerig, maar precies dat doet ze niet, waardoor je op een gegeven moment als publiek toch gewoon met tranen in de ogen zit.

Bewondering. Dat is uiteindelijk wat overblijft na deze voorstelling. Een mateloze bewondering voor een jonge actrice en hoe ze zich, na een onnozele bacterie en de verwoestende impact daarvan op haar lijf en geest, door het leven slaat. En warempel opnieuw op de planken staat, dat ook.

Ik weet niet wanneer Rein deze monoloog nog eens brengt, maar als u hem kan zien: gewoon doen. Echt.

(zwart-witbeeld van Fred Debrock)

EVA foam workshop

Het lag al maanden vast: vandaag zou Danny ons een heuse workshop rond het werken met EVA foam geven. Ons zijnde de Vossen, mijn groepje LARPdames met wie ik al jaren samenspeel. En EVA foam, dat is een soort van yogamattenmousse die je perfect kan bewerken en beschilderen tot het eruit ziet alsof je een pantser, botten, een dierenkop of wat je ook maar kan bedenken, aanhebt. Alleen moet je dus weten hoe je dat doet, en dat is wat Danny ons vandaag ging leren bij hem thuis in zijn garage in Antwerpen.

We hadden om elf uur afgesproken, en dus draaiden we ongeveer allemaal tegelijk om half twaalf Danny’s straat in. Wolf was ook mee: de dames hadden geen bezwaar, en dit is een activiteit die hij nog wel aankan, omdat het ook veel zitten en kijken is, en hij tussendoor kan gaan liggen.

Sabrina zou Sabrina niet zijn, als ze niet de perfecte gastvrouw speelde, zelfs op verplaatsing. Ze palmde meteen de keuken van Danny en Els – die helaas niet kon blijven wegens andere verplichtingen – in, en er was nog warme citroencrumble met uiteraard verse koffie, waarvoor we Danny’s senseo plunderden. Hij bekeek het met welgevallen en knikte instemmend.

Daarna trokken we met zijn allen richting de kelder, waar we besloten om allemaal als startobject een bracer te maken, een onderarmbeschermer. We werden ingewijd in de geheimen van het patroontekenen, snijden, verhitten, frezen, schuren, dremelen, plakken, versieren, plastidippen, verven… en zagen dat het goed was. Dat het stoffig was, veel werk, maar ook ongelofelijk leuk.

Tussendoor was er catering van Sabrina: een courgettesoep, en dan iets met heel veel groenten, zalm, maar ook Italiaanse ham, balsamicocrème, tomaat, mozzarella… Italiaans dus, en zeer lekker! En als dessert frisse watermeloen met munt en, jawel, balsamico.

Het ontlokte Danny de uitspraak: “Goh, da’s toch heel anders dan met de mannen: die komen hier toe met een bak bier en een zak chips…” Tsja, wij weten ook waarom de Vossen de beste zijn.

Tegen half zes ruimden we op, en Wolf en ik moesten ons nog opjagen: het was een uur rijden, we moesten nog douchen en eten, en tegen zeven uur moesten we alweer weg, naar De Haan.

En ja, er moet nu hier dringend een deftige dremel gekocht worden. Dat is vanzelfsprekend, toch?

Impromptu barbecue

Jawel, de hel is niet bevroren, er is hier ten huize gebarbecued, mét gasten zelfs. Allez ja, dat laatste was niet gepland, maar wel bijzonder gezellig.

Merel had deze namiddag namelijk verjaardagsfeestje van Lieze. Omdat ze nog altijd niet echt durft fietsen – eigenlijk kan ze het al lang, maar ze durft gewoon niet – reden zowel Bart als ik mee per fiets om haar te begeleiden. Kobe was ook uitgenodigd om samen met Kaat de bende meisjes in goede banen te leiden. Enfin, Merel viel wel een keer en stond te stampvoeten – waar heb ik dat nog gehoord? – maar we geraakten er zonder problemen, en ik bleef vijf minuutjes hangen en reed toen naar huis. Kwart over vijf stonden Bart en ik er terug om hen op te halen, en toen stonden Els en Jurgen erop dat we nog iets bleven drinken op het terras. Het werd bijzonder gezellig, maar tegen zessen verklaarden we dat we naar huis moesten, want Wolf ging thuiskomen – die was met Barts elektrische fiets naar een vriendje, een hele vooruitgang – en we gingen barbecuen, jawel. Waarop Lieze meteen begon te roepen en te springen: “Ooh, barbecue, mag ik mee, mag ik mee?” en Merel onmiddellijk mee begon te springen. Goh ja, waarom niet? Mijn echtgenoot kennende was er meer dan eten genoeg. Lieze mocht mee. Toen we dat verklaarden, begon Janne – de kleinste van vier – prompt te huilen dat ze ook mee wou, en Kaat – 11, Kobes leeftijd – te mokken dat dat niet eerlijk was. Juist.

Wij, de volwassenen, keken even naar elkaar, en schoten toen in de lach. Waarop ik voorstelde dat we nog even langs de Delhaize konden om extra vlees, dat er van de rest wellicht meer dan genoeg was, en dat ze gerust alle vijf mochten komen barbecuen. Els en Jurgen waren pompaf van het feestje en zeiden geen nee, maar hadden zelf nog barbecuevlees in de diepvries, ze gingen dat dan wel meebrengen. Een goed half uur later kwamen ze dus bij ons aan, waar de barbecue al vrolijk aan het gloeien was, de tafel gedekt stond, en het heerlijk zitten was. We dronken aperitief, stonden om beurten te bakken, en de kinderen stelden een showtje samen. Wolf was steendood – hij was niet alleen naar Jens gefietst, ze waren met een ganse bende naar ’t stad gefietst – maar genoot intens, en hij niet alleen.

En natuurlijk waren er als dessert geroosterde marshmallows en gegrillde ananas. Jammer dat er daar niet extra van was, die was meteen op.

Maar ik had een zalige avond, heerlijk ontspannend, en helemaal geïmproviseerd. De max, toch?

Pomodoré

Gwen en ik hadden het op de Griekse dag afgesproken: vandaag zouden we ergens iets gaan eten, want het kwam er maar niet van. Na het gedoe van Wolf op te halen vanmiddag – gelukkig had Bart gekookt – en meer dan een uur onderweg te zijn geweest voor de vijf kilometer naar en van de Décathlon voor een paar rugbyschoenen – we hebben in het terugkeren gewoon het veer gepakt, serieus zeg – was ik om eerlijk te zijn wel moe, maar hey, ik zie haar al zo weinig, en dus stond ik rond acht uur in de Kasteellaan, aan Pomodoré.

Ik was er al heel vaak voorbijgereden – ha ja, bijna aan de rotonde van de Dampoort – had er al heel vaak in de file gestaan, en had dus ook al heel vaak gedacht om daar toch eens te gaan eten. Het is een restaurant met verse pasta, maar daarom niet Italiaans, noch qua menu, noch qua inrichting. Het is eerder Scandinavisch, met veel blank hout, een zwarte houten vloer, zwart geschilderde muren en plafond, maar ook veel witte details en een knappe verlichting, zodat het niet somber oogt.

Er is ook een kleine maar sober ingerichte tuin met een handvol tafeltjes, maar die waren bezet, zodat we binnen bij het raam gingen zitten.

We bekeken even de vrij kleine kaart en de drie suggesties, en besloten allebei om te gaan voor de Ravioli met artisjok, bouillon van asperges, gegrilde groene asperges en witte asperges. Het basisconcept is eigenlijk dat je opteert voor een van de zeven basissausen, grote of kleine portie, en dan er zelf nog garnituren naar keuze toevoegt. Daarnaast zijn er ook nog een paar salades en een drietal suggesties, waarvan wij er dus eentje kozen.

Ik dacht dat we zo’n drietal van die grote ravioli gingen krijgen, en was daardoor een beetje verrast door het grote bord vol gitzwarte kleine ravioli en knapperige asperges. Ik moet het toegeven: bijzonder smakelijk!
Een dessert konden we ook niet laten, en terwijl Gwen voor een semi-fredo ging, koos ik een panna cotta met roos, lychee en rood fruit.

Is het een aanrader? Welja. Simpel, snel, efficiënt en toch weer absoluut niet standaard, voor een redelijke prijs. Zoals Gwen bij het thuiskomen tegen Erik zei: “Daar moeten we eens terug met de kinderen: dat lijkt me ideaal!”

U weet het dus, als u de volgende keer nog eens staat aan te schuiven aan de Dampoort en een hongergevoel de kop opsteekt: doe het rondje, parkeer, en ga lekker eten. Smakelijk!

Pomodoré
Kasteellaan 487, 9000 Gent
0473 26 28 14
Di-vrij 12u-14u en 17u30-21u.
Zaterdag van 18u-21u30