Vossendagje

Binnenkort is er eindelijk, na bijna twee jaar, weer een LARP. Ik kijk er immens naar uit, dat is echt voor mij de ultieme ontspanning en het ultieme escapisme.

Alleen vraagt zo’n Haven altijd wel wat voorbereiding, want het is een behoorlijk ingewikkeld systeem. Deze keer zijn het van de Vossen enkel Mireille en ik, en onze nieuwste, jongste aanwinst Jarne, die mee gaan. Hanneke en Sabrina zitten in het buitenland, dacht ik, en Stefaan is aan het trainen voor zijn schermen. Caterina zou zelfs stoppen met larpen…

Het vorige weekend was in maart 2020, toen nog vol goede hoop op een normaal leven. Toen hadden we de ‘boekhouding’ in orde gezet en Jarnes personage vorm gegeven. Vandaag hebben we dat personage afgewerkt, een aantal nieuwe elementen uit de online mini toegevoegd, en gewoon een gezellige avond gehad. Stefaan gaat wel niet mee op weekend, maar was toch afgekomen ^^

Man, het gaat zo deugd doen, opnieuw larpen. En dan wel allemaal, hopelijk, met certificaat, zodat we ons niet schuldig hoeven te voelen en weinig risico lopen.

Barbecue onder vrienden

Toen we op de IJzertoren stonden, ging mijn telefoon: Gwen, met de vraag of we niet kwamen barbecueën dit weekend. Eigenlijk zat ze al de hele maand te wachten op de combinatie van goed weer en een vrije avond, maar dat bleef maar tegenvallen.

Deze avond rond half zeven stonden we bij hen, het risico nemend dat het letterlijk in het water zou vallen. Maar het bleef droog en Eriks barbecuetechnieken zijn blijkbaar meesterlijk.

Het blijft toch een heerlijk iets, vrienden die je al meer dan dertig jaar kent. Het voelt zo heerlijk vertrouwd, je pakt gewoon uit de kasten wat je nodig heb, de gespreksonderwerpen zijn ongelofelijk divers én tegelijk vertrouwd en bekend, je kent elkaar door en door… Het maakt dus eigenlijk ook niet uit hoe lang je elkaar al niet meer gezien hebt, je pikt gewoon de draad op.

Gwen had al een couscoussalade gemaakt, en andere gerechten, en samen hebben we nog een aardappel gemaakt volgens recept van Ottolenghi: met een zachtgekookt eitje in, en vooral een heerlijke vitello tonnato bij. Erik had intussen het nodige lamsvlees perfect roze gebakken, en ik heb eigenlijk veel te veel gegeten.

Kobe zat intussen thuis met vrienden een binge watch te houden, en Wolf had gewoon geen zin gehad om mee te gaan. Merel heeft wel een vriendinnetje gevonden in Lena-Mare, die hebben de hele avond samen gespeeld en uiteindelijk gekletst.

En toen was het plots middernacht voor we het beseften: dat zijn van die fantastische avonden die voorbij zijn voor je het goed en wel door hebt.

Yup. Zelfs bij een rottige zomer heb je dan toch vakantiegevoel, ja.

Picknick in het Middelheimpark, editie 4

Ik probeer er een traditie van te maken, van die zomerse picknick in het Middelheimpark.

In 2017 was dat voor de eerste keer het geval, en toen waren we redelijk op den bots met een man of twintig en liepen we ook rond om het beeldenpark zelf te zien.

In 2018 hadden we het door omstandigheden moeten uitstellen naar eind augustus en waren er behalve ons nog vier anderen. Maar gezellig werd het wel.

Editie 2019 was door eerder slecht weer opnieuw eind augustus, maar toen waren we toch weer met achttien in totaal ^^

Vorig jaar was er, om bekende redenen, geen picknick, maar dit jaar dacht ik: waarom niet op 21 juli? Een vrije dag voor iedereen, vaak geen echte plannen voor vakantie dit jaar, en met ruimte voor uitstel. En: geen Gentse Feesten.
Ik postte het op Facebook, nodigde vooral de LARPvriendjes uit, en zag dat iedereen duidelijk behoefte had aan samenzijn en een gezellige babbel.

Het weer beloofde droog te blijven, 23° was ideaal, en jawel, maar liefst 48 mensen (baby Wannes meegerekend) kwamen gezellig op het grasveld zitten. Er werd gepraat, getetterd, gegeten, een groepje ging kubb spelen, de oudere kinderen gingen op wandel met de hond, enfin, vakantiesfeer troef. Het was vooral duidelijk dat we elkaar gemist hadden. LARPvolk, ja, maar eigenlijk zijn we gewoon, zoals Danny het uitdrukte, een tribe. En ik mis mijn tribe.

Uiteraard was er halverwege de namiddag de verhuis van de schaduw van de boom naar de schaduwrijke rand achteraan het veld. Trouwens, dat is toch wel de fijnste wegbeschrijving ooit: “Ge parkeert aan de Middelheimlaan, komt binnen via de hoofdingang links van de gesmolten boot, gaat rechts richting het kasteeltje en dan weer links, en tegenover de ijsbeer gaat ge het veld op naar de zwangere roddelende vrouwen.”

Enfin, ik had een heerlijke, rustgevende, ontspannen namiddag.

Huisje kijken

Peggy, de personeelsverantwoordelijke van onze school, is eigenlijk al lang meer dan een collega.

Afgelopen jaar is ze verhuisd van Mariakerke naar Wondelgem, en ook al had ik de bouw van dat nieuwe huis meegevolgd – zowel door haar verhalen als door af en toe eens langs te fietsen – ik was er nog steeds niet geraakt.

Enfin, geraakt is eigenlijk niet het juiste woord: als risicopatiënt was het voor haar nu niet direct aangeraden om volk over de vloer te laten komen. Maar we hadden al eventjes gezegd: als het van de vakantie goed weer is, kom ik ne keer op uw terras koffie drinken en uw huis bekijken. Meer nog: we hadden de week van de 19de voorzien in onze agenda, want daarvoor zou het toch niet lukken.

En dus kreeg ik plichtsgetrouw een berichtje: dinsdag koffie? Vrolijk fietste ik dus richting Peggy, waar ik dacht een goed uur of zo te zitten. Ja goe were!

Ik had het eigenlijk moeten weten: we hadden al zo lang niet meer de tijd gehad om eens deftig te kletsen aangezien zij vooral thuis werkte. Ik was er tegen kwart voor drie, en het was na zessen tegen dat ik weer op de fiets zat.

Maar man, dat deed deugd! Gewoon over vanalles nog eens tetteren, en eigenlijk bijzonder weinig over het werk, zo hoort dat in de vakantie.

En dat huis? Stevig de moeite!

Vriendjesdag

Voor haar laatste blokfluitles mocht Merel een vriendinnetje meenemen, en dus reed ik rond een uur of vijf met twee giechelende meiden op de achterbank naar de Poel.

Erg vond ik dat absoluut niet, want de café Labath is weer helemaal open en dus kon ik rustig binnen genieten van mijn koffietje, mijn boek en voor de gelegenheid zelfs een stukje taart. Dat had ik verdiend, vond ik, na een lange dag deliberaties.

Maar na de les waren we eigenlijk niet gehaast, zodat ik de magische woorden sprak: “Zeg dames, wat denken jullie van een ijsje?” Het antwoord was iets tussen een sprong, een gil, een lach, of alles tegelijk.

Een dikke vijf minuten later zaten we, zoals de traditie het vereist, op het muurtje van de Graslei. Ik had geen ijsje meer genomen, die taart was al welletjes. Maar de gezichten spraken boekdelen.