Ochtendblues

Dit is niet meteen mijn favoriete soort ochtenden. Soms kan ik blij en welgemoed fluks uit mijn bed springen en staan zingen boven de lavabo. Vandaag echter…

Ik had al totaal geen zin om op te staan, omdat ik vreselijk slecht geslapen heb (kinderen, katten, toilet,…) Gelukkig heb ik een schat van een man die me dan zachtjes wakker kust, knuffelt en kriebelt tot ik wel wakker móet worden. Met een glimlach op mijn gezicht. En als kers op de taart doet hij dan de gordijnen open, omdat hij weet dat ik van licht hoe dan ook wakker word.

Grmbl. Als hij bovengekomen is met Wolfs fles melk, strompel ik slaapdronken naar de badkamer om mijn zoontje te begroeten. Die heeft blijkbaar een ochtendhumeur om U tegen te zeggen vandaag, want zelfs een knuffel wijst hij resoluut en huilend af. Hij wil nog slapen, en rolt zich in foetushouding op op zijn luierkussen in de badkamer. Zucht.
Aangezien ik echt wel op uur sta, en ook Bart zo snel mogelijk naar kantoor wil, zit er niks anders op dan een gevecht aan te gaan. Fijn hoor, ’s morgens vroeg een peuter willen aankleden die krijst, trappelt, huilt, slaat, wurmt… Datzelfde gevecht gaat verder hier in de keuken voor zijn schoenen en zijn pull. Alleen om samen met papa de hond eten te geven, kalmeert hij even. Als ik daarna suggereer een andere tuut te nemen, begint het brullen opnieuw, en zet papa hem gewoon in de auto. Een halfslachtig kusje later zijn mijn twee mannen weg.

Poeh. Als ik op mijn nuchtere maag koffie kon verdragen, dan wilde ik nu een koffie. Het zal een haastige douche worden, vrees ik, en een lange dag van deliberaties op school. Mét koffie.

Elke keer weer als ik klaprozen zie, word ik melancholisch…

In Flanders fields the poppies blow
Between the crosses, row on row
That mark our place; and in the sky
The larks, still bravely singing, fly
Scarce heard amid the guns below.

We are the Dead. Short days ago
We lived, felt dawn, saw sunset glow,
Loved and were loved, and now we lie
In Flanders fields.

Take up our quarrel with the foe:
To you from failing hands we throw
The torch; be yours to hold it high.
If ye break faith with us who die
We shall not sleep, though poppies grow
In Flanders fields.

– John McCrae

Raaaaaaahhhhhhhhhhhh !

Daarnet nog eens de fout begaan tegen mijn vader te zeggen dat ik nog veel werk had.

Want, in het onderwijs, daar werken ze niet meneer. Die doen niet anders dan klagen en met vakantie gaan, meneer. Die hebben allemaal een jobke na hun uren, want die hebben toch niks anders te doen, meneer. En als ze dan ne keer moeten werken gelijk nen normale mens, dan klagen ze steen en been, meneer. Want, ja meneer, in ’t onderwijs zijn ’t allemaal luiaards, meneer.

Waarom, WAAROM, godverdomme, zijn er dan leraars te weinig ? Omdat het zo schitterend betaalt ? Omdat je van in het begin werkzekerheid hebt ? Omdat je weken op voorhand weet of je op 1 september opnieuw mag beginnen ? Omdat je verlof kunt nemen om aan het ziekbed van je oma te zitten ? Of om getuige te zijn op het huwelijk van je beste vriendin op een vrijdag ?

Of misschien, heel misschien, omdat de pubers tegenwoordig zo dankbaar zijn om mee te werken ?

Of, wie weet, omdat ze ook moeten werken ? Ook op zaterdag en zondag ?

Nee meneer, die van ’t onderwijs kunnen niet werken meneer.

Waarom ik dan niet in het onderwijs sta meneer ? Euhhhh… Omdat ik dat toch niet zag zitten meneer.

RRRRRRRRRRRRRRRRRRRAAAAAAAAAAAAAAAAAAAAAAHHHHHHHHHHHHHHHHHHHHHHH !

/rant off

Sign of the times…

Daarnet verliet een van mijn leerlingen, een toffe gast van 17, het examen Latijn. In hun agenda moet het uur genoteerd worden waarop ze de klas verlaten, kwestie dat ze niet nog uren gaan rondhangen op straat of op cafe.

Toen de gast in kwestie vroeg hoe laat het was, wees ik naar de klok aan de muur. Hij grinnikte schaapachtig en zei dat hij dat niet kon lezen. Waarop ik, stomverbaasd: “Jij draagt toch geen bril ?”

Hij: “Errr, nee, ik kan gewoon geen klok lezen, mevrouw. Al van mijn vijfde heb ik een digitaal polshorloge, en nu mijn GSM.”

Ik denk dat de uitdrukking op mijn gezicht goud waard was…

Au.

Ok, kwart over vier ’s nachts, en ik zit aan mijn PC. Dat kan alleen maar betekenen dat ik aan het wachten ben tot de pijnstiller inkickt. Ja, ik ben dus weer wakker geworden van de onhoudbare pijn in mijn kaak.

Morgen scanner. Hopelijk vinden ze iets dat behandelbaar is, want dit is, zeker op langere termijn, totaal niet houdbaar. Het kan toch niet dat ik gemiddeld 1 pijnstiller per dag moet nemen, en dan nog eigenlijk geen harde dingen knabbel ? Dat ik schrik heb om op restaurant te gaan, dat ik de helft van de nachten wakker word van de pijn ?

Allez, werk dan toch ! Dat ik weer kan gaan slapen !

Bizar

Ik heb het kot voor mij alleen. Nu, dat gebeurt wel meer, alleen niet op dit uur.

Wolf is net mee met mijn moeder en blijft daar twee nachten slapen, en Bart zit in Genève voor beroepsdoeleinden (prachtig woord, niet ?). Daardoor zal ik de nacht alleen in huis doorbrengen, en vooral, zal ik morgenvroeg helemaal alleen opstaan en naar school vertrekken. Ik heb morgen examens af te nemen, ziet u.

Dus ja. Alleen. Niet dat ik het erg vind hoor, een heerlijk rustig huisje, zonder storende geluiden (behalve dan het geronk van mijn PC die nog steeds openstaat omdat ik nog altijd er het stof moet uitblazen omdat een paar dagen geleden mijn grafische kaart het begaf omdat er een millimeter stof oplag).

Nu nog even bezig een examen op te stellen/verfijnen, en dan naar een detective kijken. Kijk, nooit gedacht dat ik het ging zeggen, maar ik hou wel van het WK. Gewoon omdat de KRO besloten heeft tegenover elke match een Britse detective te programmeren. Niet dat er hier ten huize ooit voetbal opstaat (ik ben de enige die al eens het tennis of de Tour durf opzetten) maar die detectives… Ik vrees dat ik absoluut geen WK-weduwe ben, maar Bart eerder een detectiveweduwnaar.

In elk geval, hij heeft al even gebeld, en overleeft het ginder blijkbaar. Alhoewel, ik weet nog niet hoe hij de avond zal doorbrengen. Zijn laptop is namelijk plat en de stekkers zijn er anders. Maar heeft elk deftig hotel geen omschakeldingen liggen ?

Catch of the day

Daarnet buiten in het gras een al licht opgedroogde mus gevonden, ik vermoed dus van gisteren.

Amper vijf minuten daarna een klein spitsmuisje van onder de keukentafel gevist en in de vuilbak gegooid.

De zwarte snoodaard was natuurlijk nergens te bespeuren.

Moto iemand ?

Qua ergernis kan dit wel tellen: puffende hitte, dus ik met een groot hart en een bijzonder goed gevoel op de motor naar mijn koorrepetitie.
Mijn beestje start probleemloos. Grigrigri brmmmmmm brmmmmmmm. Ronk. Wapper. Wind in mijn haar en zo.

Einde van de straat: sputter sputter.

“Tiens ? Het is toch niet zo koud dat ik de choke moet gebruiken ?”

Sputter sputter sput.

“Hmm. Fijn. Wellicht is de benzine op, en moet ik overschakelen op de reservetank.”

Grigrigrigrigri brmmmmmmmm brmmmmm BROAM BROAM brrmmmmm.

“Hah 🙂 Koor, here I come !”

Wapper waai grijns.

Een goeie halve straat verder: sputter sputter sput.

“Huh ? Maar enfin ? Grmbl.”

Duw duw peddel peddel richting zijkant van de straat, efkes geïnspecteerd wat er mis kon gegaan zijn.

Zweet.

Alle knoppen staan aan, alle draden zitten er nog.

Zweet druip bak. Zwarte helm op mijn hoofd, weetuwel ?

“Hmm. Zeg dat het geen waar is !”

Met argusogen de benzinetank opengedraaid en even geschud met de tank. Geen vertrouwd geklots. Geen geschitter van vloeistof. Met moeite benzinedampen.

“Godverdegodverde miljaar tedju etc. etc.”

Drup zweet stap richting huis zweet bak onweersgezicht grmbl grmbl.

“Bart ! Als ge nog ne keer met mijne moto rijdt, kunt ge gvd er wel voor zorgen dat ge de tank opvult ook!”

Deemoedig gezicht, koele airco in auto, half uur te laat op koor.

Grmbl.

Een trots gevoel

Heh. Straks is om 17.00u in het Pand de verdediging van de doctoraalscriptie van mijn kleine broertje, jawel. Straks is mijn eigenste kleine broertje doctor ingenieur in de Biomedische Wetenschappen.
Je kan niet geloven hoe trots ik wel ben 🙂

Hehe

Ik zit momenteel lekker rustig in het computerlokaal van de school, terwijl rond mij 25 leerlingen van 17 zitten te zweten op een Latijnse tekst. Een mooi stukje Plautus – Het Spookhuis, mag ik wel zeggen.

Is dit sadistisch ? Nah, ik denk het niet. Die examens zijn onontkoombaar, en het stukje tekst is niet te moeilijk, denk ik. Wat moet ik anders zitten doen ? Ik kan net zo goed van de gelegenheid gebruik maken en een beetje bloggen. Afkijken kunnen ze toch niet: ze zitten ver uit elkaar, en het is geen geziene leerstof.

Mmm. Deze middag eerst rustig buiten op het terras een koffietje drinken met een vriend, en daarna mijn snoetje gaan afhalen bij de onthaalmoeder. En vanavond, als de zon weg is, nog wat examens opstellen. Wie weet misschien zelfs al wat verbeteren. Mja. Zolang de grote pakken verbeterwerk er nog niet zijn, is het leven tijdens de examens best mooi.

Je zal me volgende week wel anders horen piepen :-p