New York, dag zes en zeven

Man man man ik ben weer wat tegengekomen! Ik sta vol blutsen en builen en mijn kin ziet gans blauw. Maar laat ik beginnen met het begin.

Gisteren dus. Rustig opgestaan, in de miezerregen iets gaan eten als ontbijt (de diner op de andere hoek van de straat) en dan naar het MoMa, ofwel het Newyorkse Museum of Modern Arts. Het is niet zo ver van hier, dus zijn we tevoet gegaan. Groot was onze verbazing toen we de rij zagen die stond aan te schuiven aan de kassa’s! Niet alleen een hoop kronkelgangetjes in het museum zelf (daar zijn ze hier goed in), maar ook nog een ganse rij buiten, tot op de straathoek! Gelukkig ging het al bij al behoorlijk snel, zodat we in minder dan tien minuten binnen stonden. Tip: je kan je ticket op voorhand kopen, het blijft een maand geldig, dus als je in NY bent en er staat geen rij: kopen die handel! En nog een tip, iets wat wij niet wisten: als je van plan bent zowel naar het Moma als naar Top of the Rock te gaan: in het Moma kan je een combiticket kopen waardoor je tien euro per persoon uitspaart. Het is maar dat ge het weet!

In het Moma zijn we eerst op de bovenste verdieping naar de tijdelijke tentoonstelling van Dali gaan kijken: zowel fragmenten van zijn films, als schilderijen, tekeningen en installaties. Knap! Die mens kan echt fantastisch schilderen, maar ofwel zat hij continu aan de lsd, ofwel was hij zo manisch als wat!
Enfin, een verdieping gezakt naar hedendaagse schilder- en beeldhouwkunst. Prachtige dingen gezien: Picasso, Van Gogh, Matisse, Cézanne, Bacon, Klee, Miro, Mondriaan, maar ook Warhol, Beuys, Duchamps, Kandinsky, Pollock… En vooral dan topwerken, echt geen klein bier. Wow. Gewoon wow.
De vleugel fotografie was veel minder imposant, net zoals de kleine collectie architectuur en design. Van de paar videoinstallaties was ik dan wel weer onder de indruk.

En nee, we hebben dat niet allemaal in één ruk bekeken: om de ‘museum fatigue’, zoals ze dat hier zo mooi zeggen, tegen te gaan, hebben we ondertussen ook iets gegeten. The Modern, het on-site chique restaurant, was volgens onze gids een aanrader, en niet ten onrechte, zo bleek. Gelukkig hadden ze er wel bijgezet dat het kleine porties waren, want zelfs naar Europese maatstaven vielen ze magertjes uit. Wat trouwens geheel werd gecompenseerd door de kwaliteit: ik heb zelden zo lekkere eendenconfit gegeten, vergezeld van een mangochutney en nog wel een paar dingen. De presentatie was magnifiek, de prijs geheel navenant :-p Ik heb me trouwens opnieuw laten verleiden door een absoluut heerlijk dessert, terwijl Bart nog aan het nagenieten was van zijn glas wijn.
We zaten trouwens aan de bar, en konden het doen en laten van de barmannen perfect volgen. Geïntrigeerd zag ik hoe een van hen de ene na de andere speciale roze cocktail maakte, met iets rozeroods in. Ik kon het niet laten om hem te vragen wat voor iets het was, en het bleken rozenblaadjes te zijn. Even later stond er een ‘proevertje’ voor mijn neus: hij had gewoon iets meer gemaakt bij zijn volgende cocktail, en had de overschot aan mij gegeven. ‘Coming up roses’ heette de speciale creatie van het Moma. Je neemt een aantal gekoelde rozenblaadjes van rode rozen, gooit er een stuk of drie partjes limoen bij en stampt alles goed plat. Daarna giet je er een stevige geut Bacardi Razz over, een flinke scheut rozenlikeur, vult het glas met ijsblokjes, en gaat even enthousiast tekeer met de shaker. Je giet over in een ijsgekoeld glas en vult aan met champagne, et voilà.

Bon, ik ben eventjes afgedwaald. Na het MoMa hadden we eigenlijk wel nog behoorlijk wat tijd over, zodat we een taxi hebben genomen naar het American Museum of Natural History. Ook daar hebben we rondgelopen tot mijn voeten helemaal beurs waren: dino’s in alle vormen en groottes (enfin, hun skeletten toch), alle mogelijke beestjes en biotopen, mineralen en fossielen, de evolutie van de mens aan de hand van skeletten (tot en met een schedel van een Floresiensis, ofte een hobbit), een complete zaal met alle mogelijke (opgezette en nagemaakte) zeebeesten, en als klap op de vuurpijl, een gigantische zaal (kon ook niet anders) met een weergave van een blauwe vinvis, op reële grootte.

Toen waren we te moe om zelfs maar de drie kilometer naar huis te strompelen, zodat we opnieuw een taxi zijn ingekropen. Een goeie douche en een namiddagdutje kunnen wonderen doen, zodat we tegen acht uur opnieuw de straat opgingen. We hadden ’s middags al succulent gegeten, maar hadden inmiddels uiteraard opnieuw honger, en zijn dan maar een MacDonalds binnengelopen :-p alwaar Bart een legendarische ‘quarterpounder with cheese’ heeft gegeten. Daarna zijn we afgezakt naar opnieuw Times Square, ditmaal omdat daar ook enkele cinemacomplexen zijn. De film ‘Wanted’ is trouwens een aanrader voor iedereen die van flitsende actie (en Angelina Jolie) houdt, maar voor het verhaal hoef je het eigenlijk niet te doen. Wist u trouwens dat die High Definition écht wel een enorm verschil maakt? Nooit geweten dat la Jolie zoveel huidproblemen had :-p

De hele dag is het trouwens verder droog gebleven. Overal lagen nog wel plassen van de nacht voordien, maar tijdens de dag is het weer gezellig opgewarmd tot een graad of 28, maar jammer genoeg met een bijzonder hoge vochtigheidsgraad, ook wel gekend als krulweer. Alleen… toen we uit de bioscoop buitenkwamen, was het aan het gieten. En niet zomaar gieten, maar echt wel met ganse bakken tegelijk, heelder kuipen, ganse zwembaden. Nodeloos gezegd, denk ik zo, dat we dan maar een taxi hebben genomen :-p

Vandaag dan. Geslapen tot een uur of acht, gegeten, en met argusogen naar de lucht gekeken. De weerdienst voorspelde regen, wolkbreuken en onweders, en het zag er inderdaad maar grijsjes uit. Toch hebben we het risico genomen, de regenjas stevig in de rugzak gepropt, om met de subway naar het zuiden van Manhattan te gaan: we wilden er fietsen huren om daarmee de Brooklyn Bridge over te gaan, en dan in Brooklyn rond te rijden.  De fietsverhuurder stond er inderdaad, maar keek raar op toen we fietsen wilden huren voor een hele dag: het ging stortregenen. We hebben, by the way, dan ook overal mensen gezien met regenjassen en paraplu’s, tot rubberlaarzen toe.

Enfin, wij dus fietsen gehuurd aan 40 dollar per stuk voor een hele dag, en de Brooklyn Bridge over. Echt wel de moeite (en behoorlijk steil ook): een prachtig zicht over de Hudson, de beroemde skyline en op Manhattan Bridge, en er is een aparte fietsstrook, wat het, gezien het razende verkeer, een stuk veiliger maakt. Aan de overkant lijk je in een andere stad te komen: helemaal andere huizen, en nauwelijks nog hoogbouw, maar vooral huizen van een drietal verdiepingen hoog, zoals bij ons in Gent, maar wel met de beroemde trappetjes overal. Een bijzonder charmant stadsdeel, hier zouden we zelfs wel willen wonen (gesteld dat we ooit uit Gent weg zouden willen). We zijn dan meteen maar een aantal kilometers verder gefietst tot in Prospect Park, het broertje (zusje?) van het gekendere Central Park. Geloof me vrij, als iemand je zegt dat Central Park een oefening was en Prospect Park het uiteindelijke resultaat, dan mag je die op hun woord geloven. In één woord: prachtig! Uitgestrekte grasvelden, dichte bossen, beekjes, watervalletjes, meertjes… Na anderhalf uur rondrijden ergens een hotdog van een kraampje binnengespeeld, en dan verder gereden, doorheen de prachtige residentiële wijken (wel met aaneengesloten huizen, maar niettemin heel mooi).Trouwens, het weer was intussen helemaal uitgeklaard, met hier en daar nog een wolk, maar verder helemaal zonnig, en zo’n 26 graden. Bart en ik zijn dan ook mooi verbrand in ons gezicht en op onze armen :-p

En toen heb ik het kunnen presteren… Al rijdend doorheen de typische wijken wilde ik een filmpje maken. Eén hand aan het stuur, in de andere hand het cameraatje. Alleen ging het plots nogal enthousiast naar beneden, en sprong het licht nog op rood ook! Ik klop dus met mijn linkerhand mijn rem toe… Alleen is dat niet zo’n bijster snugger idee omdat daar de voorrem zit. Ik ben dus op spectaculaire manier over mijn stuur geslagen, en met mijn bakkes tegen de grond. En ja, dat heb ik op film :-p Versuft bleef ik eventjes liggen, terwijl bezorgde omstaanders kwamen toegesneld. Ik krabbelde moeizaam overeind (had niet eens gemerkt dat Bart ook gevallen was) en stelde vast dat mijn knokkels en ellebogen flink geschaafd en aan het bloeden waren, en dat mijn kin pijn deed. Een vrouw die een paar huizen verder woonde en alles had zien gebeuren, bood aan om me mee te nemen naar haar huis om het vuil uit de wonden te wassen en alles te ontsmetten, een aanbod dat ik dankbaar aannam. Even later had ik het glas van mijn uurwerk uit mijn elleboog gepulkt, was alles gewassen, en zat ik meteen onder de pleisters. Fijn zicht :-p Mijn kin is gelukkig niet geschaafd, maar ziet ondertussen wel flink blauw en staat wat dik.

Pas toen ik weer bij de fietsen kwam, merkte ik dat ook Bart een geschaafde knokkel had, en dat ook hij moest gevallen zijn. Ha ja, zei hij, het was dat of over mij heen rijden, en dat laatste vond hij nu ook weer geen strak plan. Ondertussen is gebleken dat zijn knie geraakt is, en dat vooral de spieren van zijn rechterarm bijzonder hard tegenpruttelen: hij kan zijn arm nog met moeite bewegen, en hij doet behoorlijk pijn. Maar een dokter? Ho maar!

Enfin, daarna zijn we vrolijk verder gefietst, doorheen de wijken, heuvel op heuvel af, opnieuw tot aan de Hudson en een heerlijke ijsjeszaak (een bekende ‘fabriek’, blijkbaar) en dan opnieuw de brug over.
De fietsen waren trouwens ook beschadigd, maar bij het verhuurpunt hebben we ons van krommenaas gebaard, snel betaald, en gemaakt dat we weg waren :-p

Een metrorit en een douche later voelden we ons weer een beetje mens, zijn we heerlijk (en goedkoop) Thais gaan eten, en zijn dan afgezakt naar The Winter Garden Theatre, voor een voorstelling van Mamma Mia, de Abbamusical. Geef toe, je kan toch moeilijk in New York aan Broadway gezeten hebben en geen voorstelling hebben meegepikt.
Ik wist niet goed wat ik ervan moest verwachten, maar uiteindelijk vond ik het zijn 115 dollar per persoon wel waard 🙂 Ik zit nu nog ‘Does your mother know’ te neuriën…

Ondertussen (kudos voor wie zo ver heeft gelezen) is het al half één, en Bart slaapt al. Ik denk dat ik gezellig tegen hem aan ga kruipen…

New York, dag vijf

Half acht ’s morgens, en de hittegolf hier in New York is eindelijk gedaan: het regent buiten, en ze zeggen dat het zo’n graad of 25 wordt vandaag. Dat is niet zo erg, we hadden er rekening mee gehouden, en zijn van plan het grootste deel van de dag in het MoMa door te brengen.

Gisteren was eigenlijk weer best zalig: lang geslapen, lekker rustig ons klaargemaakt (hey, het is vakantie voor iets, en er zijn echt maar zoveel dingen die je kan doen in een dag zonder plat te vallen) en gaan ontbijten in een diner die ons was aangeraden door de Lonely Planet, een reisgids van New York. Die diner was inderdaad prima, maar wel opmerkelijk duurder dan de anderen. Bart is gegaan (het was half elf intussen) voor de brunch op zijn Amerikaans: drie roereieren met pikante Italiaanse worst, een bagel en frietjes. En koffie natuurlijk… Ik heb het weer gehouden op pancakes, die kan je bij ons niet krijgen (of toch nauwelijks).

Daarna zijn we tot aan Times Square geslenterd en hebben tickets gekocht voor Mamma Mia voor donderdag. Hey, je kan toch moeilijk logeren in het Theatre District vlak bij Broadway en geen show hebben gezien? De prijs schrikte me even af, maar kom, we zijn maar één keer met vakantie en ik zal er wel voor werken :-p

Daarna een taxi gehaild (ik heb daar echt de schwung van te pakken, denk ik) en richting Houston/Broadway, het begin van Soho. Daar door Mercer Street geslenterd, met zijn cast iron gebouwen en zijn chique winkels (Prada etc.) en aanbeland in Chinatown. Het weer was intussen bijna niet meer te harden: toen we buiten kwamen ’s morgens was het aan het druppelen, maar intussen was het kwik alweer boven de dertig gestegen, maar was het wel nog bijna even vochtig. Ik plakte bijna aan mezelf :-p Gelukkig zijn er wel overal Starbucks met hun ijskoude Frappucino (een soort van mokkamilkshake) en een goeie airconditioning.
We hebben dan wat rondgelopen in Chinatown (bijzonder toeristisch), heb me er een waaiertje aangeschaft omdat ik omver viel van de hitte, en we hebben er onze ogen uitgekeken. Alles staat bijna eentalig in het Chinees aangeduid, je ziet er Chinese kranten, Chinese affiches… Een oude man in de Starbucks zat naast ons de handleiding van Windows Vista door te nemen, maar dat waren dan ook de enige woorden die we konden lezen :-p

Daarna verder gewandeld naar Little Italy, maar daar rest blijkbaar niet zoveel van: wat Italiaanse restaurantjes (met goeie pizza, heb ik kunnen vaststellen) maar dat is het zowat.

Al slenterend (amai onze voeten, ik moet echt eens een foto nemen van die bleinen) kwamen we terug in Nolita/Soho, met al zijn winkels. Ik moet toegeven, veel alternatieve of tweedehandswinkeltjes heb ik er niet gezien, wel een hoop designers en andere poepchique toestanden: Marc Jacobs, Hilfiger, Burberry, de flagship van Diesel, Chanel… We zijn even een kijkje gaan nemen in Bloomingdales Soho, en eigenlijk is dat gewoon het hele concept van onze Inno, alleen met iets betere merken zoals Diane Von Furstenberg en zo. Gelukkig hebben ze me niet ondergespritst toen we doorheen de parfumafdeling op het gelijkvloers moesten.
We hebben zelfs zowaar nieuwe schoenen voor Bart gevonden: pikzwarte hoge Allstars, niet slecht dus. Die winkel was beyond hip: ik denk dat ze zelfs een eigen DJ hadden.

Daarna nog een babywinkel binnengewaaid en een T-shirt voor Wolf en een set vree wijze lampjes meegenomen, een bizarre winkel vol met mineralen en fossielen en schedels en zo bekeken, de Apple Store (nee, niet de Cube) gepasseerd en gezien dat er een lange wachtrij stond om binnen te mogen (de Iphone hadden ze er zelfs niet) en zo verder. De hele buurt is bijzonder slecht voor de portemonnee :-p

Enfin, tegen dan was het half vijf, en hebben we een taxi genomen naar uptown, naar de echte grote Apple Store, die met de kubus. Maf jong! Er stond een gigantische rij mensen aan te schuiven voor de Iphone, en in de ondergrondse winkel kon je over de koppen lopen. Ik denk dat je aan de kassa’s ook wel een half uur moest aanschuiven. Onvoorstelbaar dat een merk dat een tiental jaar geleden nog volledig nerdy en onhip was, nu zo’n gigantische buzz creëert!

Daarna zijn we langs de smalle kant van Central Park terug naar het hotel gelopen, om daar te crashen met een liter water. Amai mijn voeten (letterlijk te nemen)!

Een dutje en een goeie douche later kon ik er alweer tegen, en zijn we een restaurantje hier niet ver vandaan gaan opzoeken, iets wat opnieuw de Lonely Planet ons aanraadde. Hip, vol en lawaaierig, maar verzorgd, en bijzonder lekker eten. Ik denk dat je dit als typische Amerikaanse fusionkeuken kan zien. Als voorgerecht heb ik een bord scampi’s gekregen, gepaneerd in macadamianootjes, met een zoete mangochutney: bijzonder lekker. Bart had eendeborst op flatbread, wat neerkwam op een soort kleine pizza, maar dan wel vééél beter. Het hoofdgerecht bestond voor mij alweer uit vis (ik heb hier nog geen vlees gegeten), zijnde gebakken geelvintonijn in een korstje van één of ander soort zaadjes, met teryakisaus en een soort wasabimayonaise, gebakken aubergine en bonen, en heerlijke paddestoelen in een oliebollendeeg (zoals bij Chinese voorgerechten). Het was om je vingers bij af te likken, ik heb geen kruimeltje achtergelaten.

Je kon ons bijna buitenrollen, zodat we nog voor een avondwandeling zijn gegaan. Ik wilde heel graag even tot aan de Hudson lopen, maar blijkbaar zaten we op het einde van het Hudsonpark, zodat we al gauw in een vrij gore buurt verzeilden, met pakhuizen en een vertrekplaats van vuilkarren en een parking en zo… Niet bepaald het romantische wandelingetje dat ik in gedachten had, het was zelfs behoorlijk creepy bij momenten. Enfin, probleemloos weer aan het hotel geraakt, en bedje binnen, doodop. Het zijn lange dagen, en die warmte doet er geen goed aan.

Maar ik heb het prima naar mijn zin, zeker als ik dinotekeningen van mijn oudste zoon doorgestuurd krijg vanuit het dinomuseum in Brussel. Wolf, ik denk dat je rotverwend zal zijn als we terug thuiskomen!

New York, dag vier

Bijna elf uur ’s avonds, en ik ga toch nog snel neerschrijven wat we zoal gedaan hebben vandaag. Was eigenlijk best een fijn dagje.

Ik was deze morgen dus rond zes uur wakker, heb zitten computeren (wat moet een mens anders doen op zo’n uur?) tot een uur of acht, en ben toen weer in slaap gevallen tot bijna tien uur. We hadden om elf uur afgesproken aan de Chrysler Building, dus we mochten ons nog haasten. Snel een douchke gepakt, aangekleed, opgedaan, en weg met de taxi. Ginder nog snel een Starbucks binnengewaaid voor het obligate caffeïneshot en iets om te knabbelen, en dan de lobby van de Chrysler binnen. Helaas wist ik niet dat de rest van het gebouw niet toegankelijk is, het zijn allemaal kantoren. De lobby is anders wel prachtig: art deco alom, met magnifiek ingelegde houten liftdeuren, en een volledig beschilderd plafond. Ik zou echt dolgraag de rest van het gebouw eens verkennen, maar ik denk dat ik daar niet alleen in ben.

Enfin, wij dan maar te voet naar de Empire State Building, zo’n acht blocks verder. Daar ben ik wel even verschoten: de wachttijd bedroeg anderhalf uur. Daar hebben we dan maar meteen vriendelijk voor bedankt, en ik had echt medelijden met de kinderen wier ouders meedogenloos in de rij aansloten. Ik heb toen maar even mijn Lonely Planet reisgids opengeslagen, en gemerkt dat er eigenlijk wel een prima alternatief was: de Top of the Rock, ofwel het observatorium van het Rockenfeller Center. Opnieuw dus een aantal blocks gewandeld, intussen even mijn neus binnengestoken in Lush en in Victoria’s Secret (een vrouw moet haar wereld toch een beetje kennen) en bij de Rockenfeller Tower aangekomen. Daar kan je blijkbaar timed tickets krijgen, maar blijkbaar was het er zo rustig dat we meteen naar boven konden. De lift op zichzelf is al spectaculair (en ze maken er een showtje van ook): 67 verdiepingen in 40 seconden, het ding zoeft echt naar boven. Op het bovenste dek heb je een spectaculair zicht op gans Manhattan: Central Park, een prachtige kijk op de Empire State, alleen de Chrysler, mijn favoriet, zit deels achter een ander gebouw verscholen.

Dat schijnt ook een voordeel te zijn tegenover de iets hogere Empire State: je hebt zowel een binnendek als een dek in openlucht, wat het bijzonder mooi maakt.

Trouwens, voor wie toch graag de Empire State bezoekt: je kan tickets online kopen, en dan kan je meteen de eerste wachtrij overslaan, en binnen gaan aanschuiven voor de security check en de liften.

Terug beneden op de begane grond zijn we een Ben & Jerry’s tegengekomen, en ik bestelde ‘one scoop’, ofte één bolletje. Ja man! Ik kreeg zo’n grote kuip van een koekje, en meteen genoeg ijskrijm om bij ons drie of vier bolletjes te zijn. Nodeloos te zeggen dat ik het nauwelijks opkreeg, ook al was het bijzonder lekker.

Helaas hebben we daarna afscheid moeten nemen van Robby (ze had al een dag extra verlof gevraagd en gekregen, en moest nog vier uur op de bus terug naar Washington). Toen zijn we heel even de vlakbij gelegen Saint Patrick’s Cathedral binnengelopen (een gotische kerk naar het model van de Dom van Keulen) en dan een taxi naar huis genomen. We waren allebei moe, verhit, en hadden zere voeten, zodat we aan rust toe waren. Moet ook kunnen, op vakantie, ondanks alle mensen die zeggen dat we elk moment moeten benutten (en vooral niet aan de PC zitten :-p )

Rond half zeven voelden we ons opnieuw fit en monter, en klaar om een nieuwe confrontatie met een portie heerlijke sushi aan te gaan. Na de maaltijd begon het al te schemeren, en zijn we doorheen de zwoele avond (toch zeker nog 27°, schat ik) afgezakt naar Times Square. Dat is pas impressionant ’s avonds, wanneer het er vol loopt met volk en de schreeuwerige kleuren van de neonverlichting en de LCDschermen nog beter tot hun recht komen.

Op aanraden van iemand uit de Lonely Planet zijn we dan op zoek gegaan naar The View, de bovenste roterende verdieping van het Mariott Marquis hotel op Times Square. Je zit er op de 49ste verdieping, en het hele restaurant/lounge bar draait zachtjes rond. Ik denk dat een omwenteling ongeveer een uur duurt. We hebben er een cocktail gedronken, de obligate 7 dollar per persoon betaald (als je er niet eet of verblijft in het hotel) en genoten van het mooie uitzicht over nachtelijk New York.

Om onze voeten te sparen voor het betere werk morgen zijn we dan maar opnieuw met een taxi naar het hotel teruggekeerd, en genieten nu opnieuw van de airco. Al mocht die gerust wat minder lawaaierig zijn.

Enfin, tot morgen voor het volgende verslag!

New York, dag drie

’t Is weer niet mogelijk: had ik een ellenlang bericht geschreven, heeft de computer dat opgegeten! Blijkbaar wil hij niet tussentijds saven. Oh ik haat die dingen soms!!! Enfin, we gaan herbeginnen. Drie kwartier werk naar de vaantjes…

Het is nu trouwens amper pas zeven uur ’s morgens. Ik kon gewoon niet meer slapen, dat komt ervan als je om tien uur in je bed kruipt. Bart slaapt nog, heerlijk rustig, ook al begint de kamer nogal warm te worden. De airco durf ik nog niet aan te zetten, omdat die een vreselijk lawaai maakt.

Gisteren hadden we om tien uur afgesproken met Robby in de lobby (god dat klinkt stom). Hiernaast is ook een diner, zodat we daar dan gaan ontbijten zijn.  Koffie, pancakes, en voor Bart meteen een stevige sandwich. Ik vraag me trouwens nog steeds af wat hier het verschil is tussen een caffe latte en een café au lait, behalve de prijs dan.

Anyway, daarna wilden we onze voeten een beetje sparen, en hebben we een taxi genomen naar de Chrysler building, dat prachtige art decogebouw. Tot mijn grote verbazing kostte de rit amper 8 euro, fooi inbegrepen. Voor de prijs moet je het zeker niet laten dus! Enfin, wij dus naar binnen, ik zo opgewonden als een kind dat een ijsje krijgt. Helaas… het gebouw is gesloten in het weekend.

We zijn dan maar te voet naar het water gewandeld: door het dambordpatroon en de genummerde straten kan je bijna niet verloren lopen. De kaarsrechte straten hebben dan ook nog het voordeel dat je, zeker door de brede avenues, bijzonder ver kan kijken en dus een prachtig zicht hebt. Het water, daarmee bedoel ik de in New York bijzonder aanwezige rivier de Hudson. Die is vrij breed, en zorgt ervoor dat Manhattan een eiland is.

Wat ik me op voorhand nooit gerealiseerd heb, is dat datgene wat wij New York City noemen, bijna volledig in Manhattan ligt. Het grootste deel van NY bestaat nochtans uit Queens en Brooklyn (samen Long Island) en de Bronx, die al een stuk van het vasteland van upstate NY vormt. Alle gekende plaatsen en bezienswaardigheden liggen vrijwel allemaal in Manhattan: Little Italy, Chinatown, Soho, de Empire State Building, Central Park, de musea, Ground Zero… Ik dacht, om eerlijk te zijn, dat Manhattan enkel het financiële district was. Niet dus, dat is enkel de zuidpunt van het eiland. Manhattan is trouwens groot genoeg om een stad op zich te vormen. De andere oever is trouwens al New Jersey, met Jersey city.

Ik had in de Weekend Knack een artikeltje gelezen over de watertaxi in New York. Dat is een knalgele (conform de gewone taxi’s) vrij grote boot met een gekoeld benedendek met zetels zoals in een bus, en een open bovendek waar je een prachtig zicht hebt op de skyline van Manhattan en het tegenoverliggende stadsdeel, of New Jersey dus. Hij doet een tiental verschillende plaatsen aan rond Manhattan, en kost amper 20 euro voor een dag (volgens het hop-on-hop-offsysteem). Wat we helaas niet wisten, is dat hij enkel vaart in het weekend.

We zijn dus op die watertaxi gestapt, en zijn nog even meegevaren naar Hunter’s Point (het eindpunt), waar we een prachtig zicht hadden op de skyline van Manhattan. Een aanrader! Daarna ging het in vrij grote vaart zuidwaarts, voorbij de bruggen en de watervallen (een kunstproject). Maar best ook dat het snel ging, zodat we wat konden afkoelen. We zijn ergens een thermometer tegengekomen, die 95° aanwees, zijnde 35° Celcius. Ik kan je verzekeren, dat is heet!

Aan Pier 17 zijn we afgestapt (ondanks de Touristil begon ik wat zeeziek te worden), om eerst iets te eten in een deli. Het ding was afgeleefd en met een slechte airco, maar de sandwiches waren wel lekker en bijzonder groot. Daarna zijn we in een elektronicawinkel binnengestapt voor een nieuw geheugenkaartje voor mijn fototoestel (25 dollar voor een Gb, zijnde 1300 foto’s in plaats van 12 op mijn 16 Mb) en een Flip voor Johan. We vonden het echt niet erg dat we even moesten wachten, het was er heerlijk koel.

Daarna te voet gemeanderd door het financiële district (lang leve Barts GPS, en trots dat hij was!), naar Wall Street (obligate fotootjes met de fameuze stier) en naar de zuidpunt, zijnde Battery Park. We hadden gedacht om daar de ferry te nemen naar Ellis Island en het Vrijheidsbeeld, maar er stond een gigantische wachtrij in de brandende zon. We zijn misschien wel gek, maar nog niet onnozel. Geen Ellis Island dus, wel de watertaxi één halte omhoog, om daar richting Ground Zero te gaan.

Eerst zijn we wel, voor koffie en toiletten en zo, binnengewaaid in een Barnes and Nobles, een gigantische boekenwinkel. Bart was zo in zijn nopjes dat we hem meteen kwijt waren, en dat hij zelfs geen koffie hoefde. Als hij zich niet had ingehouden, had hij zowat de hele winkel leeggekocht :-p Ettelijke boeken (en kilo’s) later zijn we dan toch naar Ground Zero gestapt.

Eigenlijk is dat niet meer dan een gigantische bouwput, maar je wordt er wel stil van. Ook Robby, een Amerikaanse spraakwaterval, werd er zowaar stil van, maar dat kan ook van de hitte geweest zijn. Zij woont en werkt momenteel in Washington DC, maar heeft jarenlang in Brooklyn gewoond. Toch is ze een toerist zoals wij, want eigenlijk kent ze Manhattan helemaal niet.

Daarna zijn we terug naar het water geslenterd, om er opnieuw de watertaxi te nemen richting ons hotel. Aangezien we alledrie eigenlijk nogal pompaf waren, onze voeten pijn deden (8 bleinen and counting) en het welletjes was in die hitte, was een echte taxi tot aan de voordeur meer dan welkom.

Een verkwikkende douche en wat rust later, konden we er opnieuw een beetje tegen. We zagen het nochtans niet zitten om ver te lopen voor een restaurant, zodat we het restaurant hier ter plaatse hebben geprobeerd. Niet goedkoop, maar wel bijzonder lekker: gesauteerde zalm op een bedje van lotus, jonge prei en geparfumeerde rijst in een kokosmelksausje. met vooraf een cocktail, en achteraf een crème brûlée met kokos. Lekker! We hebben overigens buiten gegeten, wat qua temperatuur eindelijk te doen was, en het waaide ook vreselijk hard (glazen durfden omver waaien, vol of niet). Ze voorspelden thunderstorms, maar daar heb ik niet veel van gemerkt. Kan ook zijn dat ik te diep sliep.
Toen waren we niet alleen moe, maar ook nog volgegeten en tipsy van de alkohol, zodat het bedjestijd was.

Ondertussen is het bijna acht uur, en ga ik nog even liggen. Bart slaapt nog, en we hebben pas om elf uur afgesproken met Robby aan de Chrysler Building (tweede poging). Zij is meer dan een uur onderweg om hier te geraken, dus…

Enfin, later meer.

Klustijd

Wie me een beetje kent, weet dat de zomervakantie voor mij klustijd is. Door het jaar heb ik zelden tijd om echt te klussen, zodat dat allemaal een beetje op een hoop komt, en ik dus een gigantische to-dolijst heb tegen dat het juli wordt.

Eigenlijk doe ik dat best graag. Gewoon omdat het dingen zijn die nodig zijn, en je vooral ook het resultaat ziet. En ook wel een beetje omdat ik er best trots op ben dat ik het allemaal een beetje kan. Ik geef toe, het is verre van vakwerk, maar bon, het is toch gedaan en het doet waar het moet voor dienen. Meer moet dat niet zijn. Ik ben per slot van rekening maar een leekracht en geen professional.

Vorige week heb ik me onledig gehouden met al het hout uit het bestaande houtkot te sleuren, een mooie houtstapel tegen de muur te stapelen, en daar dan een afdakje voor te maken zodat dat hout niet doornat wordt. Mijn rug vond het niet zo fijn, maar het resultaat is er wel. Nu kan mijn motor in het houthok staan (alleen moet ik er nog een deur voor maken).

p7110009.JPG Aangezien ik nu al wat meer ruimte heb in de garage, en ik mijn werktafel al heb binnengezet, vond ik dat ik maar wat verder moest doen. Vorige week zijn ze een nieuwe chauffageketel komen installeren, nu heb ik er dus twee grote legplanken naast gemaakt, breed, zodat ze voor bv. kinderfietsjes in de winter kunnen dienen.

p7140015.JPG

Hier vult ne mens dus gemakkelijk zijn dagen mee he.

(Ja, ik weet wel dat dit niks is, vergeleken met mensen die zelf verbouwen. Daar heb ik dan ook een oeverloos respect voor. En ik vind dat die goed zot zijn :-p )

Sfeerfeest

Vandaag ben ik gezellig met mijn oudste zoon gaan rondlopen op het ‘Sfeerfeest’. Afgezien van die vreselijke naam, was het eigenlijk wel ok. Het hele Sint-Pietersplein was ter ere van deze 11juliviering verkeersvrij gemaakt, en dat is eigenlijk best wel fijn 🙂 Het is pas sinds de auto’s er gebannen zijn, dat het opvalt hoe groot dit plein eigenlijk wel is.

Binnen de drie minuten liep Wolf al trots te zwaaien met een klein papieren leeuwenvlagje, en nog een paar minuten later was hij aan het spelen met een even gele, met zwarte leeuwenkop bedrukte ballon. Veel volk was er jammer genoeg niet, maar bon, als de meeste mensen moeten werken, kan dat ook niet anders.

Door het initieel slechte weer en het ontieglijk vroege uur (toch voor zoiets) hadden we de kinderdisco gemist. Van één tot twee (de site van stad Gent kondigde aan half één tot half twee, zodat we ons al helemaal niet gehaast hadden) is veel te vroeg als je een kind deftig eten wil geven.

We liepen bijna dadelijk San met haar twee jongsten tegen het lijf, en daarna had Wolf het reuzenrad gespot. Het klein half uurtje aanschuiven nam hij er graag bij, hij wou echt wel eens op zo’n ding zitten. Het Sint-Amandsplein was de ideale plaats voor zoiets, het rad was net hoog genoeg om over alle daken heen te kijken, en was bovendien nog gratis ook. Alleen… Het mag dan een heerlijk sfeervol nostalgisch antiek ding zijn (Bij de ‘Verboden armen of benen uit te steken’ was een ‘e’ geschrapt), de veiligheid baarde me wel wat zorgen. De zitjes waren het best te vergelijken met die van een skilift: zitbankjes voor twee personen (of drie kinderen) met een aaneengesloten voetensteun, en een enkele baar als vergrendeling. Ik hield Wolf angstvallig vast, want die was er zonder problemen onderdoor geglipt. Nu, een ouder kan best zelf wel inschatten of zijn kind er in mag of niet onder diens begeleiding, maar hier en daar zag ik kinderen zitten zonder volwassene (er waren nogal wat jeugdgroepen op het plein), waarvan sommigen ook klein genoeg waren om onder de bar door te schuiven. Ik heb echt een paar keer mijn hart vastgehouden…

Verder hebben we nog even staan kijken naar Yevgueni, daarna een ijsje gegeten, een zakje kroakamandels gekocht en doorgelopen naar het binnenplein van De Wereld van Kina, alwaar San een koffietje zat te drinken en de kinderen aan het spelen waren. Ik heb me dan maar bij haar gezet, en Wolf ook laten spelen. Af en toe had ik ook hier mijn bedenkingen: er waren diverse spelen, maar blijkbaar zonder toezicht. Zo waren onze kinderen (twee vierjarigen en een tweejarige) op een bepaald moment zorgeloos met een paar stokken aan het spelen, zonder dat er ook maar iemand zich aan stoorde.
Blijkbaar waren er een hoop activiteiten en workshops voorzien, maar allemaal vanaf zes jaar. Jammer eigenlijk. Zowat het enige dat de kleintjes konden doen, was zich laten schminken, maar daar moest je dan wel weer drie euro voor betalen.
Nu, Wolf en Jan lieten het niet aan hun hart komen en amuseerden zich door een pluchen beest over een glazen afsluiting heen en weer te gooien 🙂

Als afsluiter van de dag zijn Wolf en ik dan nog even gaan rondlopen in de prachtige tuin van de Sint-Pietersabdij. Die was open voor publiek, en er stonden zelfs strandstoelen.
Ook hier heb ik, helaas, weer even mijn hoofd geschud. Ik weet wel dat die ruïnes die nog in de tuin liggen, in niet al te beste staat zijn, en dat er overal planten op groeien. Maar dat kinderen ze dan ongegeneerd als klimparcours gebruikten, waarbij de nodige stenen werden losgeschopt, kan toch niet de bedoeling geweest zijn? Of die twee kinderen die een zware steen tegen de muur keilden in de hoop andere stenen los te krijgen, onder het goedkeurende geknik van hun vader? En wat als er eentje naar beneden donderde?

Al bij al een heel aangename namiddag gehad, al heeft de opvoedkundige in mij het soms lastig gehad. Of zou dat pure beroepsmisvorming zijn, die des te harder naar boven komt nu het vakantie is?

Ruzie

Wolf over zijn megacool kartonnen speelhuisje:

“Maar als Marthe komt, dan gaan we dat huisje wegzetten, he mama, want anders maken we weer ruzie!”

Tsja, zelfkennis op die leeftijd…

Klusjeslijst zomer 2008

Jawel, ik waag me er opnieuw aan: het klusjeslijstje! (zeg maar lijst). Als ik het zo bekijk, ga ik deze zomer vooral heel veel moeten schilderen. Meh. Ik doe dat wel graag – voor eventjes. Niet massa’s aan een stuk… Enfin ja, ik zal er niet echt aan ontsnappen, vrees ik. Ik ben nu eenmaal de handige van ons twee, en vooral: degene met twee maanden tijd. De dingen waar ik al aan begonnen ben, staan in cursief. Wat vetgedrukt staat, is er nieuw bijgekomen. Doorstreept is wat is afgewerkt, wellicht niet zonder enige trots.

Wat ik dus zou moeten proberen doen deze zomer (en er zal nog wel een hoop bijkomen)

* los schilderwerk:
– deuren beneden in de gang schilderen
– zolderluik schilderen
– keukendeuren herschilderen
– raamkozijnen aan de buitenkant herschilderen
voordeur beitsen (nog één laag)
– achterdeur beitsen
– muur boven de nieuwe voordeur in orde zetten en schilderen

* badkamer:
– badkamer retoucheren
– badkamerdeur schilderen
– gedicht uitsnijden in matteerfilm
– blaasvuurtje een vaste plaats geven en ophangen
– kabels organiseren

* garage
garage opruimen
– nagaan of we een carport/afdak kunnen en mogen zetten, en daar dan werk van maken
– nieuwe verwarmingsketel laten installeren
– materiaalrekje ophangen
* kinderkamer
– de kinderen samen op één kamer proberen leggen. Als dat lukt:
– grote kleerkast uitlegen, demonteren en verhuizen.
– muur achter grote kast schilderen
– Wolfs meubels verhuizen
– gekochte decoratie ophangen
kussens maken met de overschot van de gordijnstof (2 gemaakt)
tekeningen van draakjes schilderen in Wolfs kamer (de tekeningen liggen te wachten om uitgezaagd te worden)
kinderstoeltjes renoveren
keukenstoelen renoveren (1 is al geschilderd, nu de andere twee)
alle kinderkleren opnieuw uitsorteren

* nieuwe berging
– muur plamuren
– nieuw houtwerk plamuren
– afschuren
– plafond en schuine wand schilderen
– nieuw houtwerk primen
– nieuw houtwerk schilderen
– behangen
– nieuw plafondlicht zoeken en ophangen
– nieuwe wandspots zoeken en ophangen

* bureau
– halve bureau afbreken
– boekentas uitlegen, nota’s en cursussen sorteren
– nieuwe leerplannen bekijken, analyseren en implementeren
– klok repareren
– Wolfs PC repareren (wellicht videokaart)

* tuinwerk
– arduinen afsluitinkjes in de grond steken
kleine tuintje achteraan opruimen
– een paar zakken aarde gaan scheppen op de boerderij om het gat op te vullen
– boompje of stokroos zoeken en planten
* diversen
– hoop ongebruikte spullen op Ebay verkopen
– kaders in loft ophangen
– afgebreide vest in elkaar naaien
– afgebreide pull afwerken
– tvtoestel ophalen op de boerderij
– beide espressomachines binnendoen voor reparatie
– grote vuilbakken afspuiten en kuisen
– 8mm filmpjes en trouwvideo laten digitaliseren voor ze kapot gaan.
– crème brûlée leren maken
– naar containerpark rijden met een pak rommel
– foto’s in kadertjes steken en ophangen
– tafelkleed naaien
– fietsje voor Wolf ophalen
– klamboe repareren
echtgenoot graag zien (dit heeft Bart toegevoegd en doorstreept, ik zie het eerder als een work in progress)
mozaiek herbeginnen en afwerken
– aannemers contacteren voor grote werken volgend jaar
– inlichtingen winnen voor zonnepanelen

Reispas

imgaspx.jpg

Zo’n reispas halen heeft voeten in de aarde. En vooral véél tijd nodig. Oh, en nog een handige tip: op voorhand op de website lezen wat je precies nodig hebt :-p

Deze morgen gingen Bart en ik de deur uit, richting dienstencentrum Wondelgem. Ik was gewapend met mijn oude reispas, mijn identiteitskaart en pasfoto’s, Bart had enkel zichzelf en zijn oude kartonnen identiteitskaart bij.
Het feit dat Bart Kobe nog moest afzetten bij de opvang (een baby pak je op en je bent weg) en ik Wolf naar school moest zien te krijgen (“Maar mama, ik wil nog een boterham, de zesde al.” “Er zit iets in mijn schoen!” “Ik krijg die vest niet over mijn gilet!” “Maar mamaaaaaaa!”) resulteerde in het feit dat Bart al buitenkwam op het moment dat ik binnen wilde gaan in het dienstencentrum.
Hij moest:
– aangifte doen van verlies van zijn oude reispas (Huh? Had hij die dan? We wisten beiden van niks meer.)
– foto’s laten nemen (duh)
– zijn vervallen identiteitskaart vernieuwen
– pas dan zijn reispas aanvragen.

Ik ging binnen rond kwart voor negen. Anderhalf uur later stond ik weer buiten, met de belofte van een digitale reispas op 26 juni. Alleen…

– had ik intussen drie kwartier zitten wachten
– had ik de krant van gisteren gelezen (die van vandaag was te nat)
– was ik binnengegaan, en kreeg ik toen te horen dat ik 86 euro kwijt ging zijn, wat ik niet bijhad natuurlijk
– bleek er geen bancontact te zijn in ons dienstencentrum
– ben ik naar de Delhaize gereden om geld af te halen en intussen boodschappen te doen (De speculaaspasta is weer binnen, yay!)
– heb ik opnieuw tien minuten zitten wachten (er zat 1 persoon voor mij, toen ik een kwartier later buitenkwam stonden er 11 te wachten. Ik heb twee minuten chance gehad!)
– ben ik 86 euro lichter
– is er een hoek van mijn oude reispas
– zijn de pasfotootjes van vorig jaar goed bevonden
– heeft een dame aan het loket me met stralende glimlach te woord gestaan

en kan ik dus binnen een tweetal weken mijn reispas afhalen. Yay 🙂

Nu ga ik ontbijten: een stevige kop koffie, en twee koffiekoeken die ik als beloning heb gekocht in de Delhaize. Hey, ge weet zeker niet hoeveel calorieën dat verbruikt, zo zitten wachten zeker?