Een tijdje geleden viel een bijzonder leuk cadeautje in de inbox: de dienst toerisme van de stad Oostende wilde graag dat we de Citypass gingen uitproberen met de kinderen, en bood ons daarvoor een gratis overnachting in een hotel aan.
En wie zijn wij dan om dat te weigeren, zeker als je net in een verbouwing van je woonkamer zit, en je eigenlijk best wel graag een weekendje uit huis bent dan?
Het laatste weekend van juni pakte ik dus een grote weekendtas, wat speelgoed, en stonden we op een drie kwartier in Oostende. Altijd gedacht dat dat langer rijden was, dat was dus al een eerste meevaller.
Het hotel, hotel Europe, was een tweede meevaller: bijzonder netjes, nieuw en modern. De kinderen vonden vooral de autolift de max :-p Ook de kamer was bijzonder ruim: we hadden de suite gekregen, zodat Bart en ik in een groot bed sliepen, Wolf in de aanpalende open ruimte op een zetelbed, en Kobe in een kinderbedje, zoals gevraagd. Daarnaast was er nog een badkamer (uiteraard), een apart toilet en een terras van zeker 12 vierkante meter. Royaal dus.
Maar het ging om de stad Oostende, en wat die te bieden heeft. Na de lunch gingen we dus een wandelingetje maken langs de dijk. Blijkbaar was er die dag iets te doen van de Socialistische Mutualiteiten, want de hele stad was roodgekleurd en druk. Omdat het niet echt bijzonder warm was en er een fikse zeebries stond, hebben we de kinderen weggehouden van het strand. We hadden vooral andere dingen te doen :-p
De Citypass was er eentje voor 72 uur, de XL versie dan nog, die ons recht gaf op een trip met de Franlis, een stevige boot die rondvaarten maakt langs kust, haven en stad van ongeveer een half uur. Dat was dan ook de eerste halte, zijnde op het Westerstaketsel, maar alles zag er nogal gesloten uit. We zijn dan maar met de kinderen tot het einde van het staketsel gelopen, en het gevoel dat je op het water liep, vonden beiden vreselijk amusant. Bij het terugwandelen voer de Franlis net terug binnen en meerde aan. Ik informeerde wel even naar de afvaarturen van de volgende dag, maar toen ik het schip zag deinen, besloot ik wijselijk om de tocht maar over te slaan. We hebben twee kinderen die snel wagenziek zijn, en zelf ben ik daar ook nog steeds bijzonder gevoelig voor, dus we pasten toch maar liever. In de plaats daarvan kregen de jongens een ijsje, en maakten we een rondritje met de koets, iets waar ze bijzonder opgetogen over waren.
In het terugwandelen passeerden we het Noordzeeaquarium. Groot is dat zeker niet, ik schat een vijftiental grote aquaria en een hoop vitrinekasten met gedroogde dingen en afbeeldingen. Toch vonden vooral de kinderen het echt leuk: geen exotische vissen, maar dingen die ze kenden, zoals kreeften (en er waren doorzichtige babykreeftjes), zeepaardjes, baarzen, zeesterren, palingen, krabben, en zelfs kleine haaitjes!
Toen probeerden we ergens avondeten te vinden (boterhamachtige dingen zijn niet makkelijk te vinden) en moesten de kleintjes in bed. Dat had uiteraard nogal wat voeten in de aarde wegens geen afgesloten kamer, en dus de aanwezigheid van een lezende mama en papa :-p
De volgende morgen, na een fijn en gevarieerd ontbijt, ruimden we op en gingen deze keer stadinwaarts. Stipt om tien uur stonden we aan het huis van James Ensor, dat zijn naam als rariteitenkabinet wel verdient.
Daarna wandelden we wat verder, langs Oostendes winkelstraat, met tussenstop voor een drankje en een koekje, tot aan de Mercator. Dit prachtig zeilschip is terecht een van de gekendste toeristische attracties in Oostende. Ik had hem al meermaals gezien, maar vooral Wolf was er wild van!
Vandaar keerden we terug langs het water, voorbij de Amandine. Deze laatste Ijslandvaarder, die trouwens op het droge ligt, is volledig als museum ingericht en geeft een verbazend goed beeld van wat ze deden. Ik kan goed begrijpen dat dit schip een onderdeel vormt van de zeeklassen bij ons op school.
Toen begonnen de voeten van onze kleine man toch wel pijn te doen, en knaagden de magen. Toch zijn we even blijven hangen bij een onverwacht hilarisch schouwspel: een dame in de havensluis had er niet beter op gevonden dan haar rubberbootje vast te maken aan een touw, en toen het water zakte, hing dat meteen te bungelen natuurlijk…
Soit, een maaltijd later haalden we de auto op in het hotel, en reden we naar Earth Explorer. Kobe was intussen zo moe dat hij op die vijf minuten rijden in slaap viel, en niet eens wakker werd toen ik hem daarna in zijn buggy zette.
Zelf had ik het interactieve wetenschapspark al uitgebreid bezocht met school, zodat ik me met de slapende Kobe in de cafetaria nestelde met een paar National Geography-magazines die ik er gekregen had, terwijl Wolf laaiend enthousiast en helemaal opgewonden met zijn papa rondcrosste. Af en toe kwam hij bezweet en met blinkende oogjes verslag uitbrengen: “Mama, ik heb die vulkaan wel aangestoken he!” “Oh, mama, er is hier zo’n tornado, en ik was helemaal bang!” en ga zo maar door.
Daarna was ook zijn pijp compleet uit, zodat we maar naar huis reden. Toen ik hem achteraf vroeg wat hij het leukste had gevonden, bleek dat Earth Explorer en de Mercator geweest te zijn.
Wel jammer dat we de rest van de musea niet kunnen doen hebben, maar met kleine kinderen zijn de afstanden wat teveel gevraagd, en is het ook niet altijd even makkelijk om hen geboeid te houden.
Conclusie: twee fijne dagen, en een Citypass die toch wel de moeite is. Met andere woorden: ben je een paar dagen aan zee en zit het weer wat tegen, neem dan de kusttram naar Oostende en koop er zo’n pasje. Of neem gewoon de trein en ga musea doen. Een fijne dag gegarandeerd!
(En ja, dat had ik ook gezegd als we het niet gratis hadden gekregen van de Dienst Toerisme :-p )