Of ik het niet zag zitten om eens een dagje met het gezin naar de Efteling te gaan, en daar dan over te bloggen?
Ik hoefde niet lang na te denken, vulde de doodle in, kreeg de nodige mails met uitleg, bracht gisterenavond Merel naar oma, en laadde deze morgen mijn drie mannen in de auto.
Want de Efteling bestaat zestig jaar, en wil eigenlijk ook wat meer bekendheid in België. Misschien heeft u de reclamecampagnes al gezien in de verschillende media? Maar mond-aan-mondreclame werkt nog het beste. En ik geef het u op een briefje: de Efteling is de moeite (en niet alleen omdat we er gratis naartoe mochten).
We waren er twee zomers geleden al eens geweest, met de familie van Bart. Merel was toen nog niet meer dan een bolle buik, en Kobe was amper drie en dus nog bijna een peuter. Het was toen gigantisch goed meegevallen, maar ik vond de kinderen nog wat klein.
Vandaag werden we in Antwerpen opgepikt door een bus, en rond tien uur afgezet aan de Efteling. We hadden op de bus al een serieuze goodiebag gekregen (tickets uiteraard, maar ook een sprookjesboekje, DVD, pins, sleutelhanger, twee doosjes tictac, twee bananen, twee appels, twee Kinder Délice, twee flesjes Fanta, flesjes water en twee kleurboekjes met potloodjes in een stevige zak van de Efteling zelf) maar aan de ingang werd dat nog aangevuld met een doosje snoep (dat ik aan mijn ma heb gegeven) en 20 euro Eftelinggeld, om ter plaatste te spenderen. Mooi!
(wat er nog overbleef na de dag)
En toen konden we gaan en staan waar we wilden, zolang we maar tegen vier uur terug aan de bus waren. We probeerden eigenlijk de dingen te vermijden die we de vorige keer al gedaan hadden, en de nieuwe dingen uit te proberen. Wolf was nu groot genoeg voor de rollercoasters, en ik zag dat ook wel zitten.
Maar, zoals Bart opmerkte: zo’n dagje Efteling (of eigenlijk om het even welk pretpark) moet je zien als een dagje wandelen in het park met af en toe als bij toeval een attractie. De wachttijden zijn namelijk niet van de poes. Maar hierop heeft de Efteling dan net dat streepje voor op de Belgische parken: het is een echt aangenaam park om in te wandelen, met veel bomen, bloemen, waterpartijen en grasvelden. En, bijzonder geapprecieerd: een vrij precieze aanduiding van de wachttijden aan de ingang van elke attractie. Niet zomaar een tijdsaanduiding in de rij, maar echt een variabel elektronisch cijfer.
De eerste attractie van de dag had meteen een wachttijd van 50 minuten, maar omdat het nog maar de eerste was, zagen de kinderen dat wel zitten. Toch gek, eigenlijk: je mag er niet aan dénken om bij de dokter 50 minuten te moeten rechtstaan in de wachtkamer. Maar bon, de Bobslee verdiende het wel: een behoorlijk wilde en geschifte ‘rollercoaster’, een echte bobslee. Je wordt naar boven getrokken, maar de wagentjes gaan inderdaad grotendeels in een halve pijp naar beneden in een waanzinnige snelheid. Kobe zat te roepen naast me, hij was echt bang, het ventje. We hadden dan ook niet goed ingeschat hoe wild het wel ging zijn. Ik vond het in alle geval de max :-p
Kobe zag helemaal wit, dus besloten we om het even wat rustiger aan te doen, en daarna iets te eten. We deden een boottochtje van zo’n twintig minuten (wachttijd vijf minuten) waarbij hij helemaal op zijn plooi kwam. Of lag dat aan het tictacje dat ze kregen?
Qua eten is het ons ook bijzonder goed meegevallen. Je kan er overal picknicken, er zijn frieten, hamburgers, hot dogs maar ook Oosterse dingen te krijgen aan diverse kraampjes, en er zijn verschillende soorten restaurants: self service, maar ook met bediening. Een echt restaurant, quoi. Wij opteerden voor dat laatste, en werden er snel en efficiënt bediend. Bart nam zalm met dikke frieten en sla, en ik koos voor gamba’s met een kruidenrisotto, een fris slaatje en een saffraanmousse.
Het was niet slecht, zeker niet, maar uiteraard ook geen haute cuisine. Dat verwacht je ook niet in een pretpark, vind ik. En alles aan een faire prijs, wat ook niet in elk pretpark het geval is.
Daarna hebben we opgesplitst: Bart en Kobe zijn rustig in het sprookjesbos gaan wandelen en hebben er naar sprookjes geluisterd en gekeken.
Wolf en ik zijn naar de rollercoasters getrokken. De Python, met zijn loopings en zijn kurkentrekkers, zagen we allebei niet zitten: Wolf durfde niet goed, en ik vreesde dat mijn eten er zou uitliggen. Maar Sint-Joris en de Draak, de grootste dubbele houten achtbaan in Europa, oh ja, dat wel. Groot was onze verbazing toen de wachttijd amper vijftien minuten bleek. Dewandeltocht langs de aanschuifroute was bijna langer… En effectief, nog geen vijftien minuten later zaten Wolf en ik stevig vastgesnoerd in zo’n wagentje. Wolf was er niet gerust in, hij was eigenlijk wel wat bang.
Maar ik moet zeggen: het was de max! Een ongelofelijk wijze rups, waar je een paar keer het gevoel krijgt dat je zweeft door de pure snelheid. Zó wijs zelfs, dat we onmiddellijk opnieuw gegaan zijn, maar deze keer in de andere van de twee. Het parcours is lichtjes anders, en de rode is iets straffer dan de blauwe. Echt waar de max, maat!
Wolf was licht euforisch toen we buitenwandelden, zo amusant vond hij het. Adrenaline, het doet wat met een mens. Gillen, bijvoorbeeld, al kan Wolf beweren wat hij wil.
Daarna hebben we vijfendertig minuten staan aanschuiven bij de Vliegende Hollander, ofte de splash, zoals Wolf het noemde. Het aanschuiven gebeurt in een ‘griezelige’ setting, wat er in de praktijk op neerkomt dat het donker, muf en vooral enorm lawaaierig was. Ik kwam er in elk geval met koppijn buiten. En de rit zelf: meh. Je zit in een groot bootachtig iets, en vaart eerst rustig in het pikdonker. Daarna krijgt het ding plots snelheid, en zit je zelfs op een moment vast terwijl je helemaal achterover ligt. En dan kom je terug in openlucht, en komt het ding in het water terecht. Eigenlijk een beetje een teleurstelling: een zeer korte rit voor een serieus lange wachttijd. Wolf deelde die mening, en ik hoorde de mensen rondom mij hetzelfde zeggen. Mja.
En toen was het helaas tijd. We namen het treintje terug, moesten ons nog haasten, en kwamen nog een kwartier te laat bij de bus.
Het weer was overigens zalig: een heerlijke zon, net niet te warm, met af en toe een wolkje, en een zacht briesje. Dat kan je natuurlijk niet bestellen, daar moet je geluk mee hebben.
Maar voor de rest? We hebben al een paar pretparken gedaan, maar dit komt toch wel bovenaan te staan.
– fijne attracties, voor elke leeftijd
– accuraat aangeduide wachttijden
– verzorgd en proper, ook de toiletten en de paadjes
– een schitterend park, met heel veel groen en heel veel bloemen
– doenbare prijzen voor eten en drank, je krijgt niet voortdurend het gevoel dat ze het geld uit je zakken slaan. Zoals de gratis plattegrondjes, waar je in sommige andere parken twee euro voor moet betalen.
– doenbare afstand: anderhalf uur rijden vanuit Gent
Minpunten:
– de alomtegenwoordige muziek kan op het systeem beginnen werken
– je kan lang niet alle attracties doen (maar dat is in elk pretpark het geval)
Of zoals Bart het zei: in vergelijking met andere pretparken zijn er bar weinig minpunten.
Wij gaan er nog naar toe, dat weet ik alvast. En ik garandeer u met de hand op het hart: de Efteling is een aanrader. Waar ik met plezier ook gewoon voor betaald had, zoals de vorige keer.