Met plasticine spelen is duidelijk een ernstige bezigheid!
Center Parcs 2013: de laatste dag
Blijkbaar worden we wel heel geroutineerd in het opruimen en zo. Ik ben namelijk iets voor acht opgestaan, heb ontbeten met de kinderen, en ben beginnen opruimen. Bart heeft eerst wat meegeholpen, is daarna de auto gaan halen, en tegen half tien was alles ingeladen, en waren we gewoonweg klaar! Het scheelt ook een pak dat de kinderen tegenwoordig gewoon meehelpen natuurlijk.
We zijn rustig de auto opnieuw gaan parkeren, en zijn naar de Action Factory getrokken. We hadden de jongens namelijk laten kiezen tussen zwemmen of minigolfen, en allebei kozen ze resoluut voor het minigolfen! Ze doen dat blijkbaar bijzonder graag.
We hebben dan nog rustig iets gegeten ter plekke, de kinderen nog even laten spelen, en rond één uur zijn we vertrokken, kwestie van niet teveel file te hebben rond Antwerpen. Tegen half vier waren we thuis in een koud huis, maar een uurtje later was het er lekker warm – lang leve de kachel – waren de eerste wasmachines al aan het draaien, waren de valiezen al leeg, en zaten de kinderen rustig te spelen.
Kobe had nochtans nog een date: hij mocht gaan slapen bij zijn liefje! Ella gaf een slaapfeestje voor hem, Xander en Kaat, en Kobe keek er enorm naar uit. Trots als een pauw stapte hij bij haar binnen met zijn rugzakje met pyjama, tandenborstel en Elandje, met nog een grote zak chips – dat had hij haar beloofd, en dat was papa nog speciaal gaan halen in de nachtwinkel omdat al de rest dicht was – en een klein cadeautje. Hij glunderde.
Zes jaar, en een slaapdate. Moet kunnen, zeker?
De rest van de vierde dag: iets minder cool
Omdat Wolf al een drukke voormiddag had gehad en de kleintjes eigenlijk ook moe waren, besloten we om er een rustige dag van te maken en niet te gaan zwemmen. Merel ondernam nog een poging tot slapen, en ik ging met de jongens tot aan de Kids Club, waar ze een masker mochten versieren (en Wolf er eentje maakte voor Merel).
Daarna kwam Bart af met Merel, was het tijd voor een vieruurtje (en kregen ze bij de animatie een bellenblaas),
en om vier uur begon de Halloween Parade. Twee jaar geleden, in de Kempervennen, hadden de jongens dat heel fijn gevonden. Het was dan ook heel leuk ingekleed: een enthousiaste heks nam de kinderen in het donker met lampionnetjes op sleeptouw, liet hen boze spoken wegjagen, en leidde hen uiteindelijk naar een heel griezelig plekje, waar in een kist voor elk een leuke heksenhoed zat.
Helaas.
Hier kregen we de Center Parcs clownsfiguur met een heks die duidelijk tegen haar zin de kinderen mee op sleeptouw nam. Uit de clownsmobiel, die wel met spinnen en skeletten versierd was, weerklonk vrolijke kindermuziek, en de tocht ging van de ene winkel naar het andere restaurant, waar ze blijkbaar niet op zo’n massa hadden gerekend, en kregen de kinderen telkens een snoepje. En na de vierde keer gedrum weerklonk: “Dat was het. Ga maar naar huis.” Juij.
Toen ik de heks erop aansprak, zei ze dat de Halloweentocht ’s avonds wél heel griezelig en uitgebreid was. Alleen jammer dat die op maandagmiddag om 16.00u al volgeboekt was. Mja. Wolf was behoorlijk ontgoocheld.
Maar geen nood, ik passeerde nog met Merel langs de kinderboerderij, en dat vond ze zalig.
Na een avondmaal in het pizzarestaurant ging Bart met de twee kleinsten naar het huisje, en ging ik met Wolf naar de Action Factory terug: deze Center Parcs heeft namelijk een kleine cinemazaal, en er stond Iron Man 3 geprogrammeerd. Wolf was bijzonder enthousiast toen hij dat hoorde, en blonk helemaal. Aan het zaaltje stond nog wel wat volk te wachten, maar de deuren waren nog gesloten. Toen om twintig na acht – de voorstelling begon om half negen – die deuren nog steeds gesloten bleven, ging iemand vragen wat er aan de hand was. Bleek de film niet door te gaan, want de Halloweentocht had het zaaltje nodig. Alleen waren ze het vergeten schrappen in het programmaboekje.
Zucht.
Om Wolf toch nog iets te gunnen – een slechte parade, geen Halloweentocht, geen film – wilde ik wel met hem blijven voor de “Halloweenshow”. Alleen bleek dat opnieuw dezelfde entertainer te zijn van de maandagavond, met dezelfde liedjes. Dat zag ik echt niet zitten, en teleurgesteld dropen we af. Al een geluk, vond Wolf, dat de Cool Factor zo cool was geweest, of de dag was echt helemaal erg geweest.
En ik, ik was er het hart van in, van mijn teleurgestelde zoon. Morgen, als we weer thuis zijn, krijgt hij van mij een volwaardig filmavondje. Beloofd.
De vierde dag in Nederland: Cool Factor
Drie voor acht stipt kwam Wolf me wakker maken. Ik had hem gevraagd dat om acht uur te doen, en hij wilde me drie minuten wakkerwordtijd extra geven. Want om acht uur stipt stond hij daar weer: of ik nu ging opstaan, of wa! Hij wilde namelijk op tijd zijn voor zijn Cool Factor om kwart voor tien. Terwijl die acht uur al meer dan ruim gerekend was, uiteraard. Zucht.
Cool Factor is namelijk een televisieprogramma waarin kinderen een hoop opdrachten, missies en (verantwoorde) stunts uithalen. Veel ervan wordt effectief in Center Parcs gefilmd, en zo goed als elk park heeft nu ook zo’n Cool Factor activiteiten voor kinderen tussen acht en twaalf.
Ik had Wolf ingeschreven, en hij stond dus te popelen. We wisten niet op voorhand wat er precies op het programma ging staan, maar dat het iets ging te maken hebben met de übercoole klimtoren, dat stond wel vast.
En jawel hoor: om kwart voor tien stond in de Action Factory een groot scherm klaar met een filmpje en twee coole begeleiders.
Wolf kreeg instructies, een helm, een klimgordel, een rugzak voor zijn zwemspullen, en een BMX.
In groep ging het naar de klimtoren, waar hij rondomrond op verschillende manieren uitgedaagd werd naar boven te geraken. Eigenlijk is het ding wel verdomde hoog, en de monitoren hebben er een zevental kinderen afgeplukt: zij durfden op een bepaald punt gewoon niet verder.
Wolf is er geraakt, al vertelde hij achteraf dat hij af en toe stond te trillen op zijn benen. Om maar even te tonen hoe hoog die toren wel is:
Boven moest hij dan via een soort touwentrechter terug naar beneden.
Na al het geklim kropen ze opnieuw op de fiets, en reden ze naar het zwembad. Daar kregen ze drie minuten om zich om te kleden, en wij ouders kregen van die grappige plastiekjes voor rond de schoenen. Ha ja, want wij mochten mee naar binnen om te kijken wat ze in het zwembad gingen uitspoken. Daar kregen ze allemaal een ander soort helmpje op, een zwemvest, en een soortement raft, waarmee ze twee rondjes in de wildwaterbaan mochten maken. Die werd trouwens speciaal voor hen even afgesloten.
Bij elke missie kregen ze een opdracht, waarbij ze een cijfer konden verdienen.
Voor de derde opdracht reden ze naar het bos, waar ze geblinddoekt voorwerpen moesten herkennen. Het was nogal ver om te voet achteraan te crossen, en de monitoren gaven ons dan ook de raad om gewoon al naar de Action Factory terug te keren en af te wachten tot de kinderen op de tonen van ‘Indiana Jones’ terug de Action Factory binnen reden.
Met de drie cijfers konden de kinderen elk een kistje openmaken, waarin een armbandje van Cool Factor zat, en een bandana. Wolf vond het de max, en straalde.
Terwijl ik met hem naar het huisje terugwandelde waar Bart ons middageten had klaargemaakt, taterde hij honderduit.
Missie geslaagd dus.
Center Parcs, derde dag: de vermoeidheid sloeg toe
Wolf had slecht geslapen, zei hij, en Kobe heeft duidelijk nog last van het virus in zijn bloed. En Merel, tsja, die gaat als bijna-driejarige zò hard door het leven, dat er al even hard geslapen wordt. Nochtans hielden we het op een rustige morgen: eerst eendjes voederen,
en tegen kwart over tien in de Action Factory, waar de kinderen in het speelkasteel een kamp gingen bouwen, en er duchtig geklauterd werd.
Merel heeft een tijdje met mij in het kleine cinemazaaltje naar K3 en de Bengeltjes gekeken, en halfweg kwam Kobe erbij. Na een tijdje werd het echter al te lang voor woelmuis Merel, en die ging dan maar weer naar beneden bij papa en grote broer.
Terwijl Bart profiteerde van de goede WIFI in het gebouw en wat werkmails afhandelde, ging ik dan maar even vliegeren met de kinderen op de ‘dijk’. Ideaal vliegerweer: zonnetje, niet echt koud, en toch een mooie bries.
Alleen duurde het te lang voor Merel, die zelf geen vlieger had. Had ik maar haar buggy meegenomen, en de koekjes die ik bij had in de Action Factory… Met grollende magen keerden we terug, in die mate zelfs dat ik al naar Bart belde om eten te bestellen voor de kinderen. Merel zag er zowaar wit van, van honger en vermoeidheid.
Niks dat een stevige (volwasssen) portie spaghetti niet kan oplossen, zo bleek.
Het kind geeuwde ook zowat haar hoofd eraf, op weg terug naar het huisje, en ik dacht dat ze dus wel een stevige tuk zou doen. Niet dus. Ze heeft een uur in haar bed gelegen, maar liggen tateren, zingen en spelen dat het geen naam meer heeft. Ik vermoed dat de vastgestelde kakbroek er geen goed aan gedaan heeft. Bart was intussen naar het Grand Café gegaan, kwestie van een paar belangrijke mails te kunnen afwerken, en daarna boodschappen te doen. De jongens zijn dan met hun iPads naar hem toegegaan, want ook zij waren de vreselijke wifi in het huisje beu.
Tegen vier uur hadden we allemaal een vieruurtje binnen, en vertrokken we weer naar het centrum om te gaan zwemmen. Ha ja, want dat is wat je doet in Center Parcs! Ik ben met Wolf in de Turbo Twister gegaan, heb talloze liters water – of zo voelde het toch – gehapt in de wildwaterbaan met Kobe op mijn rug/hangend aan mijn benen/half zittend op mijn schoot/een halve meter voor of achter mij/zijn hoofd er bijna afgrijnzend. Daarna loste ik Bart af, en keek geduldig toe hoe Merel iets probeerde te bouwen met zand en er dan weer genoeg water over kiepte om alles weer weg te spoelen, of hoe ze in haar eentje op de glijbaan ging.
Helaas eiste het gebrek aan middagdut wel zijn tol: Merel wilde niet uit het water, maar zodra we op zoek gingen naar een kleedhokje – tien over zes was duidelijk spitsuur – en ik haar opnam met koude handen, begon ze te brullen. Letterlijk. Ik kreeg haar gewoon niet stil: pas toen ze helemaal aangekleed was, kalmeerde ze een beetje, gewoon omdat ze te moe was om nog verder te huilen, denk ik. In de buggy zat ze te knikkebollen, en eenmaal in het huisje ging ze volledig plat. Ik kon haar nog net haar pyjama aantrekken, legde ze in bed, kreeg haar nog zover dat ze een flesje melk dronk – een boterham was duidelijk te veel gevraagd – en weg was ze. De jongens verging het niet zoveel beter: die aten nog wel, maar gingen daarna toch ook strijk.
En eigenlijk moet ik niet zo luid roepen: toen ik me na het eten installeerde in de zetel, lag ik ook binnen de kortste keren te maffen. Ik denk dat ik in totaal zo’n tien uur geslapen heb vannacht, en blijkbaar was het nodig. Tsja, vakantie zeker?
365 – 30 oktober
Zeewolde, dag twee
Ik vermoed dat je het al een soort van overwinning kan noemen, als je op vakantie tot half negen kan slapen. Zeker als dat een paar dagen geleden nog half tien was. De jongens waren uiteraard op rond zeven uur, en Bart ook – die kan zelden lang slapen op vakantie, dat is zijn werkritme. Merel was iets later ook wakker, maar dat ligt vooral aan de ultradunne muren hier. Je hoort echt alles, elk kuchje en hoestje, en dus ook elk woord. Dat ik zo lang kon slapen – en dat zij dus zo stil waren – mag een wonder heten.
We ontbeten op ’t gemakje, er werd wat tv gekeken,
een kamp gebouwd, wat gevloekt op de rampzalige wifi die ons toch 25 euro had gekost voor vier dagen, koffie gedronken…
En rond tien uur gingen we met zijn allen naar de Action Factory: de jongens wilden dolgraag op het speelkasteel, en Wolf nam zowaar Merel mee naar boven! Die jongen, dat is dus ongelofelijk hoe die zorgt voor zijn kleine zusje…
De tweede keer vond ze het echter niet meer leuk, wilde eruit, en kwam dan maar bij papa en mij zitten. Ik ging eventjes met haar naar de cinema kijken (maar de film was voor iets grotere), liep wat rond, en ze eindigde met papa voor de tv in de Kids Club. Papa werd er trouwens ook helemaal goed gezind van, van die Action Factory, maar dat lag vooral aan de uitstekende wifi aldaar, die ervoor zorgde dat hij probleemloos zijn werkmails kon beantwoorden.
We keerden naar het huisje terug,
Bart kookte, en ik stak na het eten het gehele kroost in bed. Merel was gewoon doodop, al wilde ze het niet toegeven. Kobe heeft duidelijk de weerslag van die infectie en de antibiotica, en sliep ook vrolijk drie uur, en zelfs Wolf kroop voor een tijdje in zijn bed. Hij heeft last van hoofdpijn, en blijkbaar is er wel meer dat rondspookt in dat kopje van hem, want hij werd luid gillend en nat van het zweet wakker.
Ik joeg er wat herhalingstoetsen door, sakkerde intussen nog wat op de verdomde wifi van KPN, en deed uiteindelijk ook een tukje van een dik half uur. Tsja, die toetsen zijn zò inspirerend…
En toen ging het – eindelijk – richting zwembad. Waar Merel de vorige keren telkens nog moest wennen aan het idee, en pas voetje voor voetje het water indurfde, ging ze nu meteen op Barts arm mee het diepe in. Er werd geplonsd in het golfslagbad, de stroming, ik dook met de jongens de wildwaterbaan in, de gigantisch steile glijbaan af – man ik heb gegild zeg! – ik deed tussendoor ook nog de gewone open buisglijbaan en de hogere gesloten buisglijbaan met Wolf, en loste toen Bart af in het peuterbadje. Merel ging trots als een gieter alleen op de kleuterglijbaan, amuseerde zich in de zandbak, speelde met potjes en emmertjes, en amuseerde zich te pletter, samen met haar broertje. Want Bart ging intussen met Wolf in de Turbo Twister, waar je acht jaar en 1,40 meter voor moet zijn. Wolf was wildenthousiast, het blijkt een speciale attractie te zijn in rubberen banden waarbij je alle kanten uitgaat. Morgen wil ik hem zelf ook eens proberen, erger dan die steile glijbaan kan het niet zijn.
Na dik twee uur waterplezier vonden we het welletjes, deden nog snel boodschappen, aten, en staken iedereen in bed. Bij Merel zal het geen minuut geduurd hebben tegen dat ze sliep, en ik vermoed bij de jongens eigenlijk niet veel langer.
Intussen is het negen uur, en ik ga me voor de tv installeren, denk ik, en daar rustig in slaap vallen. Want ook voor mij zijn het vermoeiende dagen. Buitenlucht en beweging, weet u wel?
365 – 29 oktober
Vakantie
Vijf zalige daagjes vakantie, maar het begon iets minder goed. Enfin, niks ergs hoor, maar ik had in gedachten van toch rond tien uur te kunnen vertrekken. Ik moest wel de ‘valiezen’ nog maken, maar als je jaren op internaat hebt gezeten, word je daar bijzonder snel in. Het is ook niet bepaald de eerste keer dat we naar Center Parcs gaan, dus dan weet je het ook wel. En alles was netjes gewassen en opgevouwen, dat helpt ook.
Nee, ik moest eerst nog met Kobe naar de dokter, en aangezien het vrije consultatie was, en één van de drie dokters en de secretaresse met vakantie, ging het niet bepaald vooruit, daar in die volle wachtkamer. We hebben iets meer dan een uur zitten wachten, en dat hielp niet qua planning. Kobe heeft namelijk al twee weken last van ontstoken wondjes. Eerst dacht ik dat het om een opengekrabde muggenbeet ging, vanachter op zijn bil, maar die bleef maar open, en na verloop van tijd werd het precies erger, en kwamen er open plekjes bij. Ik dacht eerst aan irritatie van de plakkers, en ben vorige week donderdag (de zeventiende) met hem naar de dokter geweest. Die gaf me een antibioticumzalf mee, en zei dat het snel ging verbeteren. Dat deed het eerst wel, maar vrijdagavond kon ik vaststellen dat het echt niet verbeterd was op die week tijd, integendeel: het begon plots weer erger te worden, en er kwamen open wondjes bij, vooraan op zijn bil, en eentje in zijn lies. Ik dacht nog even het weekend af te wachten en stevig te smeren, maar helaas. Ik vermoed dat het om een stafylokokkeninfectie gaat of zo, in elk geval iets waar een steviger algemeen antibioticum aan te pas zou komen, in plaats van iets plaatselijks, aangezien het duidelijk in zijn bloed zit. De dokter gaf me gelijk, en schreef een breedspectrum voor. Ze was er aan de andere kant toch niet helemaal gerust in, en nam een staaltje voor labo-analyse, voor het geval dat het toch iets raars zou zijn. Arme Kobe…
Enfin, tegen half elf waren we vrolijk richting Utrecht and beyond aan het tuffen, werd er gezongen in de auto, koekjes verorberd, en vonden we ter hoogte van Gorinchem dat het tijd was voor middageten. Alwaar we in de parkeergarage konden vaststellen dat we voor Merel wel muts, sjaal en handschoenen mee hadden, maar geen jas. Zucht. Ik heb de eerste niet weggewaaide Gorinchemse bij het nekvel gestekt, en gevraagd waar we een goedkoop kinderjasje konden vinden. Dat bleek een tiental meter verder te zijn dan waar we stonden, een department store met eigen merk, stijl C&A. Ik heb een heel leuk exemplaar gevonden in gewatteerde regenstof, rood met witte sterretjes, voor 29,90 euro. Echt goedkoop is dat niet, maar ik had echt geen zin om gans Gorinchem af te kletsen met een half weggewaaide verkleumde Merel. En het kwam van 39,90, dus né.
Gorinchem is anders wel een aardig stadje, ja…
We aten smakelijk in een lunchrestaurantje, en reden nog een half uurtje verder naar Zeewolde, om daar aan te schuiven voor de check-in van Center Parcs Het Eemhof. Het is er eentje die we nog niet kennen, vandaar. We installeerden ons, gingen de auto parkeren, wandelden richting centrum,
dronken daar een koffie – respectievelijk aten een ijsje –
en stelden vast dat Merel en Kobe allebei doodop waren. Wolfs hondenoogjes waren net niet overtuigend genoeg om me nog richting zwembad mee te krijgen, en dus ging hij maar met mij mee op verkenning doorheen het park. We wandelden tot aan het Eemmeer en de jachthaven daar,
bekeken even de Action Center, keurden alvast de minigolf goed voor later gebruik, en keerden maar terug. Arme Wolf. Bijna had ik medelijden met hem.
Na het eten staken we Merel en Kobe in bed, en tegen kwart over acht – na het ergste gedonder en geregen – wandelde ik terug met Wolf naar datzelfde Action Center, waar de Welkomstshow was. Nu ja, show… een drietal niet onverdienstelijke zangers zong om beurten een paar crooners, in een best gezellige omgeving. Ik dronk een piña colada, Wolf kreeg een Smurf (ananassap, siroop van Blue Curacao en melk, iets om te onthouden), hij kroop rond in het speelkasteel, ik won met de gratis loterij zowaar een portie bitterballen en hij een 3-D dessert (whatever that may be) en tegen half tien stak ik hem in bed.
Eigenlijk was het gewoon een gezellig moeder-zoonavondje, zoals hij ook zelf zei. Vooral het kwartiertje wandelen, lekker ingeduffeld, was heerlijk om te kletsen en onnozel te doen.
Vakantie. Yup.