Waimes, dag vier
Het was een zalige dag vandaag, echt waar. Het begon allemaal heel sloom, met eerst het samen kijken naar een barbiefilm op Ketnet, en dan ontbijt buiten. Daarna joeg ik de kinderen allemaal in de douche, terwijl ik mezelf ook aankleedde, en tegen dat we goed en wel met alle spulletjes in de auto zaten, was het kwart over elf. Vakantie, zeker?
Maar we reden naar Bütgenbach, zo’n vijf kilometer verderop, en reden eerst gewoon naar het centrum, naar de kerk. Daar zat een hele leuke geocache, eentje met een raadsel. Terwijl ik het raadsel oploste en zo nieuwe coördinaten kon berekenen, speelden de kinderen op de grote speeltuin daar: ideaal. De tweede set coördinaten wees naar een paar straten verderop, en dus trokken we door de hitte bergop, om dan de meest schattige cache te vinden ooit! Blijkbaar in de eigenaar zijn voortuin, een mini-huisje:
Merel vond het mega schattig…
Enfin, wij weer terug naar de kerk, en er ietsje voorbij naar de lokale pizzeria. Het moet gezegd: heerlijke pizza’s, veels te groot, en zeer snel. Alleen jammer dat het er stikte van de wespen, alle wespenvallen en schoteltjes met kruidnagel ten spijt.
Wolf en ik aten amper de helft op, Kobe slechts een kwart, en Merel had een kinderspaghetti gekregen die zelfs ik niet had opgekregen. En dat eigenlijk allemaal voor weinig geld. Het leuke was nog dat we de restanten gewoon meekregen in een pizzadoos, voor thuis, en dat was dan ons avondeten :-p
Enfin, we reden – schandalig eigenlijk, maar ik wist niet hoe ver het precies was – tot aan het vroegere station, vonden daar de coördinaten van een mysteriecache, en liepen het paadje langs het meer van Bütchenbach naar beneden, om dan vast te stellen dat de cache hoger lag, langs het fietspad. Wij dus op onze stappen teruggekeerd – een klim door het netelbos was uitgesloten – en de cache gaan zoeken. En pas toen klikte ik op de volgende, en die lag, jawel, beneden aan het paadje waar we daarnet hadden gestaan. Wij dus weer terug :-p
Veel van het meer hebben we eigenlijk niet gezien, maar we konden wel al zien dat het eigenlijk niet veel anders dan pakweg de Blaarmeersen was. We keerden terug naar de auto, passeerden langs de GB, en reden via een omwegje naar huis, zodat we nog twee caches konden meepikken. De eerste cache stond aangeduid als gevaarlijk, en inderdaad, we begonnen er zelfs niet aan: een veel te steile klim naar boven.
De tweede lag iets verderop, langs een ‘natuurleerpad’, en Merel glom van trots dat zij hem had ‘gevonden’.
En toen passeerden we toch wel in Weywertz zeker, langs de bakker die ook ijsje verkocht.
We reden snel naar het huisje, de kinderen trokken zwemkledij aan, en hop, richting de Warche en het dammetje. Veel gedamd werd er eigenlijk niet, wel gewoon in het water gespeeld.
Om half zeven stonden we thuis, vielen de kinderen als hongerige wolven de pizza aan – tot zover het broodje dat ik gekocht had – en lagen ze daarna languit in de zetel moe maar voldaan te wezen.
En ik, ik ruimde nog wat op, blogde, keek een stuk van een wijvenfilm, en nam voor het eerst in lang nog eens een bad, omdat ik hier niet het gevoel heb dat ik altijd nog vanalles moet doen.
Vakantie, dus.
365 – 13 augustus 2015 – Bütgenbach
Waimes, dag drie
Het begon alweer allemaal heel rustig: de kinderen keken naar de ochtendfilm, we ontbeten, ik nam een douche… Met andere woorden: het was kwart voor elf toen we het huis uitstapten, netjes op schema. Ik wilde rond elf uur aan de Mont Rigi zijn, om daar de stilaan traditionele venenwandeling van drie kilometer te doen, intussen daar de multicache te verwerken, en dan tegen half een of zo te eten in de uitmuntende brasserie aldaar.
Edoch.
Toen we stipt om elf uur parkeerden aan de Mont Rigi, bleek de rugzak niet mee te zijn. Wolf had nochtans alles in de auto gezet, inclusief zijn step, zei hij. Zucht. We zijn dan maar teruggereden om het rugzakje op te halen, en gingen dus niet meer op tijd zijn voor de wandeling voor de middag. Tsja. We hebben dan maar eerst twee geocaches langs de baan in de Venen gedaan. De eerste was een 300 meter het bos in langs een smal, modderig paadje. En vooral dat laatste vonden de kinderen de max. Tot onze grote verbazing stond er daar dan in het midden van het bos een kruis, zoals je dat eigenlijk bijna overal vindt hier in de Ardennen. En er zat inderdaad een mooie grote cache.
We keerden terug, reden iets verder naar Signal de Botrange, maar vonden de cache daar niet: de GPS wees naar een omheind stukje, en het plekje zoals het op een spoilerfoto stond, was leeg. Tsja.
Tegen dan was het half een, en was het ideaal om ons op het terras van de Mont Rigi neer te vleien en iets te eten. Het uitzicht was, zoals altijd, schitterend.
Na het eten gingen we voor het tochtje van drie kilometer langs de soms behoorlijk beschadigde paadjes, en probeerden we de mysterie-cache op te lossen. Helaas, ik snapte niet alle Franse vragen, en dus ging het oostelijke coördinaat de mist in. Het was een prachtige wandeling, dat wel.
Na die drie kilometer op een ganse, uitputtende en vreselijk zware dag verklaarden Kobe en Merel dat ze doodop waren en wel in de auto gingen wachten. Wolf en ik ging even kijken op de juiste noorderbreedte, maar ook hij begon lastig te doen: hij moest naar het toilet. Terwijl we op letterlijk tien meter van het restaurant liepen en hij perfect kon gaan.
Ik ben toen echt boos geworden: het was precies of het allemaal tegen hun zin was – zij waren vragende partij – en of ik hen al de ganse dag had afgebeuld. Anderhalf uur wandelen op een ganse dag, ik vraag het u… Ik had echt zin om ons boeltje te pakken en naar Wondelgem te rijden, daar konden ze dan hun goesting doen zonder mij te ambeteren.
Maar een uurtje later was ik alweer wat bekoeld, vroegen zij deemoedig of we toch nog konden blijven, en reed ik dan maar met Wolf naar de Delhaize. En passant namen we nog even de cache aan de kerk van Waimes mee, en kocht ik ook nog de krant en een tijdschrift, de Libelle, godbetert! Maar meer hadden ze niet, tenzij de Dag Allemaal.
Enfin, we aten buiten, ik stak eerst Merel in bed en nog iets later Kobe, en daarna gingen Wolf en ik voor een korte avondwandeling in de schemering, het blokje om, al bij al een volle kilometer :-p
365 – 12 augustus 2015 – wij viertjes
Waimes, dag twee
En of we chance hebben met het weer! We sliepen lang (enfin, ik toch) en ontbeten rond een uur of tien buiten in de zon. Fantastisch!
Tegen dat iedereen klaar was, het logboek ingevuld en de hints opgezocht, was het elf uur. Ik wilde een wandeling maken, hier niet ver vandaag, van een goeie vijf kilometer, langs vijf verschillende caches. Ik dacht, mja, anderhalf uur, met het zoeken erbij misschien twee. Gelukkig had ik een voorraadje koekjes bij en een flesje water, want dat anderhalf uur, dat werd er drie. Het flesje water konden we gelukkig halverwege laten opvullen aan een boerderij.
We hebben wel alle vijf de caches gevonden, en hebben er een prachtige wandeling op zitten. De kinderen klaagden niet, zelfs Merel niet, en Wolf zorgde fantastisch voor zijn zusje. Heerlijk, die kinderen van me!
We vertrokken aan de Warche, aan ons afdamplekje, met meteen een bezoek aan een kapelletje, en liepen dan verder steil naar boven, tot we de RaVel kruisten, het prachtige fietsnetwerk doorheen de Ardennen, waar we tegelijk met een andere familie naar een cache zochten.
We liepen verder, en doken de netels in voor een volgende cache.
Intussen was het, tot onze grote verbazing, al één uur. We zaten ongeveer halverwege onze toer, en moesten sowieso verder om terug aan de auto te geraken.
We liepen doorheen een wolk van pluisjes van wilgenroosjes, en zochten en vonden de Hexsenbaum, een prachtige loofboom te midden van een naaldbos.
Nog wat verder zochten we redelijk lang naar cache nummer vijf, en liepen daarna het laatste stukje terug richting brugje over de Warche. We passeerden daarbij een oude steengroeve, die echt de indruk van een ravijn gaf, ongelofelijk steil en diep, en prachtig blauw water.
Al bij al was het twee uur voor we terug in het huisje waren. Ik had gelukkig lasagne gekocht die maar in de microgolf moest, en dus zaten we iets later gelukkig aan tafel. Oef. De kinderen waren nu echt wel moe, zodat ik hen rustig tv laten kijken heb. Rond vier uur heb ik hen dan wat koekjes gevoederd bij wijze van vieruurtje, en hen in de auto gelokt. Ik had geen zin om naar de Delhaize in Waimes te rijden, en ging er van uit dat er in het iets grotere dorpje Weywertz – Champagne, waar we zitten, is echt maar een gehucht – een bakker zou te vinden zijn. En jawel, twee kilometer later stonden we aan de kerk van Weywertz en zagen we een bakkerij. Die ook toch wel schepijs verkocht zeker! Toeme toch!
Enfin, we zijn dan met de auto nog wat caches gaan zoeken, maar hadden niet echt veel geluk. Aan de “Eisen Vennbahnbrücke” hebben we met zijn drieën -Merel voederde intussen de schapen – een half uur gezocht, maar niks gevonden, en dat is wel frustrerend. De cache iets verderop hadden we in minder dan een minuut, maar de volgende was weer pech. Merel en Kobe hadden geen zin in de klim en bleven in de auto zitten, maar Wolf en ik gingen op onderzoek uit in een doornenhaag vol brandnetels. Na tien minuten, en ettelijk getengel, hebben we het opgegeven: zonder lange mouwen, lange broek en handschoenen had dit eigenlijk geen zin. Maar op de weg naar huis zat er nog een poepsimpele, en die hebben we dan nog maar meegenomen.
Om zeven uur zaten we, alweer buiten, genoeglijk aan tafel, en konden terug kijken op een prachtige dag.
365 – 11 augustus 2015 – weids
Waimes, dag één
Jawel, we zijn weer weg voor een aantal dagen, maar dit is zo ondertussen een beetje een vaste stek, in het weekendhuis van mijn nicht. We waren hier vorig jaar ook, twee dagen met Bart en twee dagen met mijn ouders, en het jaar voordien ook, toen ook met een paar dagen Bart. Dit jaar is het echter compleet zonder Bart: we zijn nog maar net terug van Kreta en dus heeft hij werk in te halen. Daarbij, wat doe je vooral in de Ardennen? Wandelen. En wat kan Bart niet met zijn kapotte knie? Juist.
We joegen ons deze morgen niet op, maakten rustig de valiezen, en zaten rond elf uur in de auto. Iets over twaalf belden we aan in Heverlee bij een thuiswerkende Jan, die ons de sleutels overhandigde. Hun huisje kan je het best vergelijken met een cottage van Center Parcs: een living met een driezit en twee eenzits, en daarnaast de eettafel die eigenlijk al in de gerieflijke kleine keuken staat. Er is een grote schuifdeur naar een gezellig terras in de tuin, die uitkijkt over de koeien. Er is een slaapkamer met een tweepersoonsbed, en een tweede slaapkamer met een tweepersoonsbed en daarboven een eenpersoonsbed, en nog plaats voor een babybed. Toilet is apart, en er is een kleine badkamer met ligbad. Daarboven is nog een grote, voorlopig niet ingerichte zolder waar ze nog twee – zij het vrij lage – kamers kunnen maken.
Enfin, we reden eerst nog naar de Abdij van Park, een prachtig plekje waar je ook nog lekker kan eten. Het duurde wel even voor we ons eten kregen, en ‘zonder komkommer’ was blijkbaar niet echt ‘zonder komkommer’, maar bon. Daarna liepen we nog even rond, maar ze zijn grondig aan het restaureren, en je kon dus eigenlijk niet zoveel van de abdij zien.
We zijn dan maar doorgereden om een paar straten verder een geocache te doen, en dan richting Waimes. Rond een uur of vijf liepen we in de plaatselijke Delhaize, en nog een tiental minuten later waren we dus bedden aan het opmaken, en het voelde echt aan als een beetje thuiskomen. Het is dan ook niet het ‘cleane’ en vooral lege van een gehuurd huisje, nee, hier staat er koffie in de kast, ligt er kinderspeelgoed, is er perfecte WiFi en sateliettv, en kennen we het intussen door en door. Heerlijk.
We gingen nog snel de geocache een paar meter verderop in de straat zoeken, aten boterhammen, en ik stak de kinderen in bed. En genoot van de stilte, de avondlucht, en het kunnen uitlezen van de laatste van de 893 bladzijden van ‘The First Man in Rome’ van Colleen McCullough. Vakantie, dus.
365 – 10 augustus 2015 – beetje thuis
Variaties op hetzelfde thema
Zo van die rustige tussendagen in de vakantie, ook die kunnen heerlijk zijn.
Gisteren lummelden we ook maar wat rond, kuisten in de voormiddag de benedenverdieping, gingen in de namiddag een pakje posten, Vics boompje ontdoen van onkruid, en een nieuwe tuinslanghaspel ophalen. Ik ontdekte er meteen een paar nieuwe plekjes in Vinderhoute.
Vandaag begon al even rustig. Zodra ik de nieuwe tuinslangsproeier – de oude is gepikt uit de voortuin terwijl wij in Kreta zaten – aangesloten had, wilden de kinderen er meteen mee spelen. Het is dan ook wel een amusant ding :-p Kobe mocht echter in de namiddag gaan spelen bij Sebastiaan, en had zijn kleren al aan, waar Wolf zijn pyjama had uitgetrokken en in zijn onderbroek rondcrosste. Maar kijk maar naar Kobes gezicht, hoe plezant het precies wel was.
Na de middag ging Kobe spelen, en lieten we Merel achter bij papa: Wolf en ik gingen per fiets de stad in om een cadeautje voor Merel op te halen in de Hema, kabeltjes te halen in de Switch voor Bart, en een roze zwembril van Freecycle in de Steendam. Met andere woorden: we fietsen van in de Molenaarsstraat via de brandweer en de ziekenhuizen naar Sint-Jacobs en de Steendam, en dan via de Belfortstraat richting de Switch. Helaas moesten we daarbij ook de Cora Kemperman passeren, en ik heb er een prachtige rok in zebrastrepen en twee T-shirts met lange mouwen gekocht. Gewone prijs: 199 euro. Soldenprijs: 82 euro. Netjes dus.
Als beloning voor het geduldige wachten passeerden we langs de Australian Ice Cream, en liepen al likkend richting de Switch, tot we een bankje tegenkwamen.
Daarna ging het richting Hema, bonden we een groot pakket met een paar stevige fietsrekkers vast, en stapten we door de mensenmassa naar het Dreupelkot. Niet dat ik mijn elfjarige dreupels wou leren drinken, maar er zit daar een geocache, en daar zijn we een tijdje geleden op den bots mee begonnen. We zijn een paar keer door het steegje gelopen, samen met een koppel Hollandse geocachers, en dankzij de tip vonden we het kleine rolletje. Wolf glom van trots.
En toen zijn we maar de Burgstraat doorgefietst om in het Begijnhof nog twee caches te zoeken. De eerste hadden we vrij snel, en toen passeerden we een prachtig terrasje en stopten we even om iets te drinken. Heerlijk plekje, meteen ook aangeraden aan Bart.
De tweede cache vonden we niet meteen, tot iemand aan de overkant van de straat zijn raam opentrok en vroeg of we hulp wilden. Ja dus ^^ Meteen cache vier op onze naam kunnen schrijven.
Tegen dan was het al kwart over zes, en fietsten we langs het Gaardenierspad terug naar huis.
’s Avonds ben ik met Wolf en Kobe nog even tot aan het Houtjen gefietst omdat er daar blijkbaar een moeilijke cache zit, en inderdaad, we vonden hem ook niet echt. Jammer, maar ik denk dat we nu wel vertrokken zijn in het cachen. Leuke hobby!