Typische vakantievrijdag
Het is niet alsof het vandaag echt mooi weer was, en dus bleven we voornamelijk binnen, de kinderen en ik.
Er werd geslapen, ontbeten, en toen vond Kobe dat het tijd was dat we een van die nieuwgekochte puzzels uithaalden. Maar aangezien hij vaak snel interesse verliest, wilde ik hem gerust een handje helpen. Ik sorteerde alle randjes eruit, en hij puzzelde die samen. En toen… Tsja, toen lag er dus een half afgewerkte puzzel op mijn tafel, en daar kan ik niet afblijven. Tegen ’s avonds lag er dus een afgewerkte puzzel klaar ^^ En Kobe wilde die per se fotograferen.
Tussendoor had ik ook al een nieuw werkje moeten opzetten op het weefgetouw: een eenvoudig groen sjaaltje voor Elandje ^^
En verder? Verder ruimde ik nog de grote kast in onze slaapkamer op, met lakens, pyjama’s en blijkbaar ook spelletjes. Mijn vreugde was groot toen ik daar niet alleen onze oude Risk, Twister en Trivial Pursuit terugvond, maar ook Warhammer Quest! Man, dat spel heb ik uren gespeeld, en ik ben er zeker van dat ook Wolf dat de max gaat vinden.
En natuurlijk werd er geëindigd met een fietstochtje onder de intussen stralende ondergaande zon, om nog wat meer pokémon te vangen. Samen met mijn lief op de fiets, het heeft toch wel wat, ja.
366 – 29 juli 2016 – puzzel
Van kasten, cakes en compost.
De meeste kasten zijn redelijk ondankbaar als ge ze uitkuist: het is niet alsof ik ze allemaal dagelijks opentrek. Daarom was de boekenkast wel zo’n bevredigend exemplaar: er lag een hoop rommel tussen, en de boeken zelf waren intussen nogal chaotisch gestapeld.
Aangenaam om naar te kijken, voorwaar!
Gisteren had ik in de winkel nog een halfronde cakevorm gevonden – eigenlijk voor een voetbalcake, maar who cares – en dus bakten Kobe en ik vandaag een cake. Ha ja, want hij wil een pokéball als cake op zijn nog te plannen verjaardagsfeestje, en dan konden we het beter nu even uitproberen. Ik bakte en passant ook nog brood, werkte de kast van gisteren af, plantte de passiflora eindelijk buiten in een grote bak, en las boek twee van de Hunger Gamestrilogie uit. Het mogen misschien boeken zijn voor jongvolwassenen, ze zijn steengoed, en zeer vlot geschreven. En het helpt wel om de spanning erin te houden als je de films niet gezien hebt.
Al bij al een zeer ontspannen dagje, vandaag. Fijn zo!
Middagje Eindhoven
Het plan was om op te ruimen, tegen tien uur uit het huisje te zijn, zoals de traditie vereist te minigolfen, dan iets te eten in het centrum, te zwemmen, en naar huis te rijden.
Dat was duidelijk buiten het weer gerekend, hmpf. Rond acht uur is het beginnen onweren, en eigenlijk is nauwelijks nog gestopt. Bart en Wolf zijn relatief droog de auto kunnen gaan halen, maar daarna begon het weer gigantisch te gieten. Ons terrasje stond onder vijf centimeter water, gene zever.
We waren al blij dat we min of meer droog in de auto geraakten, maar minigolfen zat er duidelijk niet in, en om te zwemmen hadden we geen zin. We gingen dus maar naar huis rijden, en afhankelijk van het weer onderweg een stop maken, eventueel in Antwerpen. Maar het weer klaarde op naarmate we aan het rijden waren, en toen kwam ik op het idee om eens te kijken wat Eindhoven te bieden heeft. De autostrade passeert er op vijf kilometer, ’t is niet dat het een enorme omweg is. Bart wist te melden dat er een knap museum was, en ik was meteen verkocht.
We parkeerden aan de rand van de voetgangerszone, en liepen een restaurantje binnen om te lunchen. In Nederland kan je ’s middags nauwelijks deftig eten krijgen, enkel snacks, maar de omeletten en croques waren zeer in orde. Merel was echter alweer doodop, en ging quasi meteen liggen. Tsja.
Maar na het eten (en een paar pokéstops en een poging tot geocachen op een overvolle markt) liepen we naar het Van Abbemuseum. Ik moet het toegeven: echt de moeite waard! Een mooie verzameling moderne kunst, met veel uitleg, zeer enthousiaste suppoosten, en een sfeervol museumcafé.
Tegen half vijf waren we thuis, tegen half zes was alles al opgeruimd, opgeborgen, en had ik zelfs al een kast vol oude snoep getackled.
Hoe fijn het weekje vakantie ook was, we zijn ook blij van weer gewoon thuis te zijn. In ons eigen bed, hopelijk zonder muggen. En vooral – dixit Kobe – met een goeie wifi.
Pokémon in Center Parcs
Ik ben mijn gsm dus continu kwijt. Niet als in: ik weet niet waar ik hem gelegd heb, maar als in: Wolf is er mee op stap en ik krijg hem niet terug. Ja, om bereikbaar te blijven – in twee richtingen – heeft hij de zijne in mijn handtas gestoken, maar dat is niet helemaal hetzelfde. Maar Wolf amuseert zich te pletter met die Pokémon Go, en legt kilometers af. Tegenwoordig zelfs samen met zijn vader, want ook Bart maakt nu zelfs ochtendwandelingetjes en haalt verse koeken. Niet dat hij dat anders niet zou doen, maar toch niet met zoveel gusto en brio. Tsja.
Wolf neemt ook regelmatig foto’s van die beestjes:
Maar bon, er wordt dus weer gewandeld. We ontbeten laat, ik zat eigenlijk vooral te lezen, en tegen de middag wandelden we naar het centrum. Merel is er intussen weer helemaal door, ze heeft geslapen tot tien uur, nota bene.
We gaven de fietsjes binnen, en lieten Bart de Jungle Dome zien, waar we dan ook zelf een panini of croque aten, en aansluitend uitgebreid gingen zwemmen. Op die manier waren we er vroeg, en was er nog ampel tijd voor een ijsje buiten aan de pedalo’s, tussen de verschillende pokéstops waartussen Wolf steeds maar toertjes reed op zijn step. Bart had beide steps, die maandag niet meer in de bus hadden gekund, nu wel bij, en dat was eigenlijk wel een gemak, ja.
We waren dus een pak vroeger aan het huisje dan de voorbije dagen, aten rustig, staken Merel op tijd in bed, en toen gingen Bart en Wolf nog extra wandelen, want het stikt hier echt wel van de pokémon. En ik, ik vind al die extra lichaamsbeweging bij mijn mannen best wel oké ^^
Center Parcs dag drie, met zijn tienen.
Dat het een stevig dagje was, vandaag. Onze echtgenoten gingen al in de voormiddag aanzetten – Bart had zijn agenda leeg gekregen – om hier tegen de middag te zijn. Het plan was twaalf uur, maar dat liep wel even uit. Ook onze ochtend was heel erg traag gestart, zodat we alweer pas tegen half elf vertrokken, brood insloegen, en uiteindelijk kwart over elf aan de manège waren, op meer dan een half uur stappen, en het was al verdomde heet!
Het plan was dat Merel en Lena-Mare elk een half uurtje op een pony gingen rijden, en dat we dan zorgden dat we tegen twaalf uur terug in ons huisje gingen zijn. Nu, we hadden dus een en ander verkeerd ingeschat. Blijkbaar kan er wel pony gereden worden tussen elf en twaalf, maar dan echt startend om elf uur, of nog om half twaalf. We gingen dus nooit op tijd aan ons huisje terug zijn. Bleek nu ook dat beide kleintjes helemaal geen zin meer hadden om op een pony te zitten, maar Kobe en Elly wel. En dat er per rijdend kind een volwassene een half uur moest meestappen. Juist ja. Na een hoop palaver kwamen we tot een besluit: Gwen ging met de jongsten en de oudsten al terug naar het huisje gaan, en ik ging Kobe en Elly elk een kwartier laten rijden. Ik heb dus een half uur stevig doorgestapt met eerst een glunderende Kobe, en daarna een glunderende Elly. Het was heet, stoffig, maar gelukkig wel in een bosje. Oef.
We besloten met een drankje, en stapten toen een half uur terug naar ons huisje. Amai mijn enkel… Daar bleken trouwens de kleine meisjes elk een huurfietsje gekregen te hebben, want ook zij waren te moe om nog heelhuids thuis te geraken.
Enfin, tegen dan kwamen ook de heren toe, en kon er gegeten worden. We bleven nog eventjes rustig zitten na het eten, en gingen toen zwemmen. Ha ja, nu iedereen er nog eens tegelijk was… Al bleef Gwen wel in het huisje om alles op te ruimen, zodat ze na het eten konden vertrekken.
Na het zwemmen gingen we buiten op het terras zitten aan het Sports Center, waar Gwen ons opwachtte, en genoten van ons drinken. Tot het plots stevig begon te onweren, en we met onze cocktail binnen moesten vluchten. De bui was gelukkig snel over, en we wandelden dan maar op ’t gemakje terug naar huis. Merel had zich in het zwembad enorm goed geamuseerd, maar was compleet, maar dan ook compleet plat gevallen zodra we buiten kwamen. Ze voelde zich niet lekker, had buikpijn, en had naar eigen zeggen te veel water binnen gekregen. Ze wilde dan ook niks eten of drinken, en zat de hele tijd op mijn schoot of zelfs als een baby genesteld in mijn armen.
Ze is nog half naar het huisje gewandeld, half op het fietsje, half in mijn nek, en zodra we thuis kwamen, is ze op haar bed gaan liggen. Nog geen vijf minuten later sliep ze, in haar kleren, zonder eten.
We hadden nochtans fijn eten voorzien: een steengrill, en in Nederland is die altijd behoorlijk uitgebreid: vijf soorten vlees, kruidenboter, looksaus, cocktailsaus, aardappelsla met rundsvlees, sla, vijf soorten groenten in overvloed om te bakken, een half stokbrood per persoon, en daarna nog pudding en pralines. Voor de kinderen was er een typische kinderbox, met een speelgoedje, een kleurplaat, kleurtjes, een sapje, ook dus hetzelfde vlees en groenten, en een kinderei als dessert. 115 euro voor 5 volwasssenen, 4 kinderen (ik had eentje minder gerekend). Het vlees was op, maar van de rest was er nog massa’s over.
Enfin, tegen negen uur zijn de Meexjes naar huis vertrokken, en was het plots een pak stiller in het huisje. En ruimer, dat ook ^^
Center Parcs, dag twee
Het was een heel rustige morgen, om te beginnen. We sliepen lang, na alle muggenperikelen van gisterenavond. Man, nog zelden zoveel muggen samen gezien, om eerlijk te zijn! We ontbeten buiten, en genoten daarvan.
Pas tegen half elf waren we allemaal toonbaar genoeg en dat soort onzin, om richting het “centrum” te stappen. Ons huisje lag zowat het verste van allemaal, en het was toch al gauw twintig minuten stappen tot ginder. We kochten brood, wandelden verder, lieten de kinderen foto’s nemen, bekeken de biggetjes.
We liepen verder, en gingen de “Jungle Dome” binnen. Dat mag je gerust letterlijk nemen: binnenin was de atmosfeer van een tropisch woud gerecreëerd, met lianen, hoge temperatuur en luchtvochtigheid, papegaaien, flamingo’s, hangbruggen, wetenschappelijke uitleg over de verschillende flora en fauna, en uiteraard ook een terras.
We keerden terug, aten croque monsieurs, en hielden een halve siësta, als in: we ruimden de boel op, maakten plannen, en zaten toch wel het volle kwartier met ons tweetjes buiten, wat later door de jongens ’twee uur’ werd genoemd. Juist ja.
Maar kom, tegen half vijf stonden we opnieuw aan het meer voor een pedalotochtje in een zwaan. Dat hadden we de kinderen beloofd, vandaar.
Aansluitend gingen we afkoelen in de Grand Café met een cocktail en een ijsje, voor Ernest zijn 12de adoptiedag ^^
En toen, toen was het tijd voor nog een zwemmeke. Het mocht vrij laat worden, want we moesten toch maar boterhammen eten. Ik nam zelfs even mijn fototoestel mee naar binnen.
Bon, we aten, staken de kleintjes in bed, en ik ging nog een avondwandelingetje maken met Wolf en Ernest om nog wat Pokémon te vangen. Tsja…
366 – 19 juli 2016 – schol
Heijderbos
Gwen en ik hadden het al even gezegd: we gingen er met zijn allen een paar dagen op uit, zonder de echtgenoten, want die hadden toch geen tijd. Een huisje of zoiets dus voor negen mensen, aan het strand, of in de bossen, het maakte niet veel uit. Na een hoop gezoek kwamen we alsnog uit bij Center Parcs, en dan voor acht personen, want Leander is bijna 17 en volop aan het werken op de Gentse Feesten, en die had dus geen zin en tijd om mee te gaan. Zoals Merel opmerkte: “Kijk mama, iedereen heeft een vriendje mee! Ik heb Lena-Mare (ze schelen tien dagen), Kobe heeft Elly (een jaar jonger), Wolf heeft Ernest (een jaar ouder en ook rugbyspeler) en jij hebt Gwen!” Dat was dus uiteraard de bedoeling. Maar Gwen kon niet de hele week, want Leander vertrok vrijdagmorgen in alle vroegte op kamp, en ze wilde dus graag woensdagavond thuis zijn voor alle was en andere praktische besognes.
Enfin, ik boekte, en we spraken af dat we samen gingen rijden in de ‘bus’, hun camionette met acht zitplaatsen. Bart en Erik zouden dan woensdag achter komen, en ’s avonds zouden zij dan naar huis rijden, en Bart zou nog blijven tot vrijdag.
Om elf uur stonden we netjes gepakt en gezakt klaar, tegen half twaalf draaide een grote auto onze straat in, en nog een kwartiertje later zat de koffer ei-, maar eivol.
Ik kroop achter het stuur, en we tuften vrolijk richting Nederland. Rond Turnhout begon iedereen wel honger te krijgen, en Gwen kreeg het lumineuze idee om even van de autostrade af te gaan, en in Kasterlee op hun favoriete plekje te gaan eten. Het weer was zalig, de kinderen speelden, en wij kletsten.
Pas tegen drieën reden we verder naar de buurt van Nijmegen, en verzeilden we blijkbaar vooral op gewestwegen, ipv. de autostrade. Ach ja. Tegen half vijf waren we in het huisje, om half zes lagen we in het water, en tegen zeven uur waren we terug en maakte ik avondeten.
We waren allemaal hondemoe, en het was al lang voorbij de kleintjes hun bedtijd, maar bon, ik denk dat het een fijne eerste dag was, zij het uitputtend.