Zwemmen

Goh, zei Merel, ik zou zo graag nog eens gaan zwemmen…

Oh ja? Dan doen we dat toch gewoon? Ik stelde voor om in de namiddag naar de Rozenbroeken te gaan en meteen Sandra met Feija en Ayo mee te vragen. Die zagen dat ook volledig zitten, en dus stonden ze hier om twee uur.

De jongens waren meteen samen weg, beide meisjes waren iets aarzelender, en Sandra ging even mee in de wildwaterbaan. Ik mag dat soort dingen absoluut niet meer doen met die rug van mij, jammer genoeg, en dus ging ik als een braaf oud besje in het warmwatergedeelte. Sandra kwam me vrij snel vervoegen samen met de meisjes, en die gingen dan buiten spelen, en opnieuw binnen, en in het golfslagbad, en… terwijl wij bleven kletsen in het warme water.

Tot we, anderhalf uur later, plots Kobe en Ayo zagen binnenkomen van het buitenbad en een badmeester aanspreken. Ayo wees even naar ons en verdween toen naar binnen met die badmeester. Uh? Kobe kwam snel melden dat Ayo een salto had willen doen en met zijn hoofd nogal hard tegen de rand was geknald. Het was “zwaar aan het bloeden” volgens hem. Tsja, een hoofdwonde heeft niet veel nodig natuurlijk.

Bon, Sandra mee met hem, het bleek een stevige gap te zijn en ze hadden er een verband rond gedaan met de boodschap misschien toch naar de spoed te gaan. Goh, zei Sandra, dat bekijken we thuis nog wel even.

Het zwemmen was dus voorbij, maar ik had een grote kom fruitsla gemaakt en die netjes in een koelzak in Sandra’s auto gezet. We hebben dus rustigjes gepicknickt op het veld naast het zwembad, en zijn dan naar huis gereden.

Nog wat later liet Sandra weten dat ze alsnog naar de spoed waren gegaan: het stond echt wel te ver open voor steristrips, en er zaten zowaar twee nietjes in! Tsja… Ne mens gaat dan al ne keer zwemmen zeg!

GEJO: een succes!

Terwijl ik zaterdag in Dordrecht zat, zijn Bart en Merel naar Herentals gereden om er Kobe op te halen en meteen ook te luisteren naar het concert dat ze gaven als afsluiter.

En wat vond Kobe er nu zelf van, met alle twijfels waarmee hij vertrokken is? Wel, hij vond het de max! Drie uur per dag fagot spelen was veel, maar samen muziek maken is gewoon fantastisch! Nee, zijn koorzang is nog niet verbeterd, maar ook dat vond hij best amusant.

En er waren de vele spelletjes, het wijze Netezwembad, en vooral ook de kampvuren tot ’s avonds laat. En neem dat gerust maar letterlijk, volgens hem was het steevast middernacht voor ze in bed lagen.

Slotsom: als het niet clasht met de scouts, wil hij volgend jaar opnieuw. Dik in orde!

 

Ontbijten en geocachen in Dordt

Om negen uur gingen de wekkers af, maar waar ik op tien minuten klaar ben – als ik niet moet douchen tenminste – doen de beide dames hier in huis er vlotjes anderhalf uur over. Tsja. Ik ben geen ochtendmens, maar als ik wakker ben, moet het wel vooruit gaan.

Kwart over negen liep ik dus met een blije Ella langs een hele mooie vliet een beetje verderop, een ochtendwandeling van zo’n drie kwartier.

Bij mijn thuiskomst waren de dames nog verre van klaar, en we hadden tegen elf uur afgesproken bij Hanneke, zo’n drie kilometer verderop. Ha, dacht ik, ideaal voor een fietstochtje en intussen wat geocaches oppikken!

Ik ging dus de fiets op en genoot van het toch wel groene Dordrecht: het stadscentrum is eigenlijk niet zo heel groot, maar de rand wel. Ik vermoed dat het te vergelijken is qua grootte met Gent. En ja, wel een paar caches gevonden.

Tegen half twaalf zaten we met zijn allen aan tafel bij Hanneke, die een meer dan royaal ontbijt/brunch had voorzien: rozijnenbrood, wit brood, kadetjes (of hoe die dingen ook heten), bruin brood, drie soorten toost, gekookte eitjes, gesneden tomaat en komkommer, een massa beleg, zowel zoet als hartig… Ik heb, zoals eigenlijk al het hele weekend, weer veel te veel gegeten, maar het smaakte ook zo…

Tegen tweeën kwam Arend Mireille ophalen en reden Caterina en Sabrina ook naar huis. Ik volgde op de fiets, maar toch net iets trager.

Tegen kwart voor drie zat ik met fiets en al in de auto, maar omdat ik nog mijn cacheboek wilde ophalen in Antwerpen, niet wist of Philip het zelf al opgehaald had en ik niet meteen antwoord kreeg, reed ik nog even de impressionante Dordtse brug over om in Zwijndrecht nog een paar fijne caches te vinden.

Kwart over vier stond ik in Antwerpen aan het Galgeweel om er in het cafetaria mijn geliefde cacheboek terug in handen te krijgen, zocht ik nog een drietal caches op Linkeroever, en draaide ik tegen zessen de straat in.

Doodop, ook al had ik bijzonder goed geslapen ’s nachts.

Maar zo’n weekenden, daar zeg ik niet nee tegen!

Tripje Dordrecht

Yup, ook dit is een traditie: elk jaar met het Big Rivers Festival trekken we met de Vossen naar Dordrecht, de stad waar twee van ons wonen en waar dan een soort mini Gentse Feesten aan de gang is. Bijzonder aangenaam, bijzonder sfeervol, en eigenlijk niet al te druk. In een hele mooie stad, dat ook ^^

Vorig jaar is het niet gelukt: mijn rug stond het niet toe. Dit jaar wilde ik wel bijzonder graag gaan, maar maar twee dagen, geen drie. Alweer dezelfde reden.

De eerste keer was trouwens in 2012, zo blijkt: Els en ik trokken toen naar Hanneke en Sabrina, met een hele fijne foto tot gevolg

Geen idee eigenlijk hoe vaak we dat al hebben gedaan, maar het blijft elke keer weer fun!

Ik kwam tegen de middag bij Sabrina aan, waar Caterina al was blijven slapen, en iets later kwamen ook Hanneke en Mireille toe, en samen gingen we naar een bijzonder fijn Italiaans restaurantje waar Sabrina soms werkt, en waar ze ons een proeverij gaven. Veel te veel gegeten, serieus!

We kuierden gezellig de stad in, liepen wat rond en dronken een koffie bij een bandje met een mandoline.

We zwaaiden naar een vriendin die passeerde in een bootje, gingen dan maar op een trapje zitten voor een selfie, en bleven toen gewoon een hele tijd zitten en onnozel doen. Wie ons zag zitten, dacht wellicht dat we gewoon allemaal zat waren :-p

En toen waren er churro’s, liepen we verder rond, en gingen toen luisteren naar Acrobat, een goeie U2 tribute band.

We liepen nog wat verder, kuierden toen al richting ons restaurant aan de Korte Kalkhaven (de Merz) en luisterden er even naar een steengoeie groep die Nederlandstalige covers bracht. Goed staan dansen, maar toen was het tijd om te eten. Alweer. Intussen hadden we het gezelschap van Edith en Jacinta, twee Dordtse vriendinnen.

Je moet bij die laatste foto trouwens maar eens letten op de dames in de achtergrond :-p

Enfin, we liepen terug naar de Grote Kerk en gingen naar een AC/DC tribute kijken. Opnieuw zeer te pruimen, overigens.

Daarna was het tijd voor nog een wandelingetje richting de Vismarkt, want daar hebben ze fabuleuze ijsjes. En dat ijssalon deed net de deur voor onze neus dicht. Zeven teleurgestelde dames waren echter geen match voor de jonge kerel die nog de zonneluiken aan het inrollen was, en we mochten alsnog binnen via de achterdeur. Dik in orde!!

We bleven nog even hangen bij de dromerige synthpop van Ultraverse, maar besloten toen dat het welletjes was: de rug had zich wonderwel goed gehouden, maar trop is te veel.

We wandelden terug naar de fietsen, fietsten nog een tiental minuten, en lagen rond één uur in bed.

Maar wat een fijne dag onder vriendinnen zeg!

 

Introductie Antwerpen

Eind mei, na het concert van Anouk, had Philip vastgesteld dat ik écht wel geen bal kende van Antwerpen, als ik zelfs bij het zien van de voetgangerstunnel verbaasd uit de lucht viel. Ja, ik wist dat die bestond, nee, ik had die nog nooit gezien. En ik wist al helemaal niet dat dat ding zo’n megaliften had.

We spraken toen af dat hij me vandaag een rondleiding voor beginners zou geven in Antwerpen. Ik had meteen voorgesteld om de fiets mee te brengen, want dan kan je veel meer zien. Hij had dan ook minutieus alles voorbereid, een hele route uitgestippeld en me vooral de architecturale parels laten zien, zoals ik aangegeven had.

Het begon al goed: ik vond de park&ride niet van Linkeroever. Tsja, op een bepaald moment staat die niet meer aangegeven en mijn gps stuurde me de andere richting uit. Maar bon, kwart over tien stapten we beiden op de fiets om te beginnen met de nieuwbouwwijk naast de Blancefloerlaan met de namen van de opvarenden van de Belgica. Al meanderend kwamen we uit aan het Galgeweel, waarvan het me verwonderde dat het eigenlijk zo dicht bij Antwerpen centrum (of dorp) ligt. En daar zochten we, jawel, een geocache! Philip had het vroeger ooit al wel eens gedaan en wist dat ik een fervent cacher ben, en dus had hij meteen ook een aantal caches in de route opgenomen. Maar hoe lief, hoe de max is dat zeg!

We fietsten verder langs Linkeroever, namen de fietserstunnel naast de Kennedytunnel – zot jong, nooit geweten dat daar nog een extra tunnel lag! – en hadden daarna het meest indrukwekkende zicht op Antwerpen over de Schelde heen. Jong, een gids als Philip die alle plekjes weet zijn én er dan ook nog stapels weetjes over kan vertellen: onbetaalbaar! Zeker als ge ondertussen ook nog dik onnozel doet, de hele tijd zit te lachen en u de max amuseert.

We fietsten langs de nieuw aangelegde kaaien ’t stad binnen, en hij liet me allerhande mooie gebouwen en pleintjes zien, waaronder uiteraard het standbeeld van Nello en Patrache van aangetrouwde familie Batist Vermeulen (hij is getrouwd met de zus van mijn schoonzusje, getrouwd met mijn jongste broer).

De kathedraal staat deels in de steigers, maar er stond wel een knap gedicht op de omheining.

De Vlaeykensgang was nog zoiets waar ik nog nooit van gehoord had, behalve dan het restaurant natuurlijk.

En toen dachten we er plots aan dat we misschien wel Lorre in zijn nekvel konden stekken voor een lunchke. Hij had al gegeten, maar zag het volledig zitten om mee een terrasje te doen. We liepen eerst tot aan de Stadsfeestzaal, maar behalve heel mooi was het er ook drukkend warm, zodat we toch maar terugkeerden naar de Graanmarkt en er iets aten in de Wasbar.

Intussen had ik vastgesteld dat ik mijn cachelogboek blijkbaar vergeten was op een elektriciteitskot aan het Galgeweel, waarop we Philips nauwkeurige planning door elkaar gooiden en opnieuw naar Linkeroever reden, deze keer via de roltrap van de voetgangerstunnel. Knap!

Helaas, geen cacheboek meer te bespeuren. Ik heb grondig gevloekt en ik hoop maar dat iemand het meegenomen heeft en me contacteert, mijn gegevens staan erin.
We staken opnieuw de Schelde over via de fietserstunnel en reden terug de stad in voor meer mooie gebouwen en uitzichten, inclusief het Steen, het oudste houten gebouw van Antwerpen, de Carolus Borromeus – fijne akoestiek in de kapel – en een speciale graffito.

Toen was het tijd voor koffie, dus reden we naar Coffeelabs.

En toen ging de tocht verder, door een stukje unief, langs prachtige gebouwen, tot iets voor zessen in de brouwerij De Koninck. We dronken iets en tegen half zeven zaten we aan tafel in “The Butcher’s Son” voor een bijzonder lekkere maaltijd. Goeie keuze, Philip.

Waarom aten we nu zo vroeg? Wel, Philip had plannen met het avondlicht, en hij had groot gelijk! Eerst verloren we een dik uur op de Cogels-Osylei – die gebouwen! Die poëzie! –  iets wat ingecalculeerd was, en dan verder via Berchem naar het water, richting het Eilandje.

Daar gingen we niet naar de top van het MAS – dat kende ik al – maar gewoon de zonsondergang over het water. Machtig.

Als afsluiter gingen we nog iets drinken op de Stadswaag, fietsten toen door de voetgangerstunnel terug naar Linkeroever, pikten er nog in het donker een laatste cache op, en tegen half een zat ik in mijn auto richting Gent. Met een grote glimlach op mijn gezicht en zo’n 40 kilometer op de teller.

Philip, mocht ge het nog niet weten: ge zijt de max!