Onder vrienden

Ik had al op de mini gezegd dat de Korda boys welkom waren op de Gentse Feesten, met alle plezier. En dat ze dan ook gerust mochten blijven slapen, zeker als ze hun fiets meebrachten, want parkeren tijdens de GF is niet, euh, ideaal.

Koen kwam zeker ook al, Mathias en Wim ook, en ook Michael zag het volledig zitten. De rest moest helaas werken, en de weekends waren geen optie wegens vorige zondag Tomorrowland en nu zaterdag feestje van Michael.

Toen puntje bij paaltje kwam, kwamen ze uiteindelijk al tegen de middag: Koen met Lorres grotere auto mét fiets, en Wim en Mathias met de camionette, ook met een fiets. Michael was zo zot om in dit weer anderhalf uur op de moto te kruipen, maar bon.

Er was quiche, en er was vooral ook ons zwembad, dat met die 38° verschrikkelijk goed gebruikt is. Zalig gewoon!

Tegen vier uur was er verse fruitsla, versgedraaid ijs en vlaai die Merel nog snel gemaakt had. Dik in orde!

Tegen kwart voor zeven zaten we allemaal op de fiets, tegen kwart na zeven hadden de heren al een gratis Duvel in handen. Nog wat later zaten we in Café Belfort om iets te eten, en daarna hebben we gewoon rondgelopen en zowat alles eens bekeken. Tegen half elf zijn we op Polé Polé verzeild, waar rond een uur of elf Wolf werd weggekaapt door een paar bevallige dames van de scouts.

Om half een konden we vrolijk terug fietsen, en we zijn nog blijven napraten (en afkoelen) op ons terras tot zo’n half drie, schat ik.

Fantastisch chille dag, eigenlijk, bijzonder aangenaam. Fijne gasten, die larpers.

Tomorrowland!

Er wordt veel geschreven over Tomorrowland, en dan vooral dat het compleet geschift is. Wel, je moet het duidelijk zien om het geloven, en dan vooral te merken dat er geen woord van overdreven is.

Tomorrowland. Is. Compleet. Geschift.

Oh, en ook wel zalig!

Bart kwam een paar maanden geleden af met het feit dat hij twee B2B VIPtickets had voor de eerste zondag van Tomorrowland, en of ik zin had om mee te gaan. Ik twijfelde geen moment: de beats interesseren me niet zo – al kan ik ze soms wel smaken – maar ik wilde het vooral eens meegemaakt hebben. En als dat dan gratis kan vanuit de hoogste Skyboxen als absolute VIP, dan zeg ik zeker geen nee.

We gingen Wolf ophalen aan het station om half vier en vertrokken hier rond een uur of vier. Een uur later draaiden we de B2B parking op, vanwaar een shuttelbus vertrok, quasi onmiddellijk. Toen al viel het oog voor detail me op: de parking zelf was het terrein van een groot bouwbedrijf, maar ze hadden speciaal een metalen trap laten optrekken en dan een pad, netjes tussen twee nadars, speciaal aangelegd met gravel om de bus te bereiken. Dus nee, geen grote omwegen of stoffige toestanden. Oh, en ook een afdakje in riet zodat je droog of in de schaduw kon wachten indien nodig. Serieus zeg.

Ook van aan de dropplaats tot de ingang was alles afgezet met rieten schuttingen zodat je de buurtbewoners niet stoort, met om de tien meter een vuilzak en overal stewards. Echt.

En dan, ja, dan is het visueel een waar spektakel. Bart en ik kuierden door het park tot aan de skyboxen naast de main stage en ik keek mijn ogen uit. Wat een bouwwerken, wat een volk, wat een aankleding, wat een sfeer! Ik heb wel al wat festivals en festivalletjes bezocht, maar dit is toch nog iets aparts. En iedereen loopt er te lachen, begroet iedereen, zegt sorry als je toevallig tegen iemand botst, of neemt je spontaan vast voor een dansje.

We klommen naar boven en hadden het mooiste uitzicht van het hele park. Serieus! En dan was het nog lang niet volgelopen. We dronken iets, dansten wat mee met vooral Kolsch, aten voortreffelijk, en namen een nest selfies.

Daarna wilden we een toertje over het terrein maken, en kon ik net afspreken met Koen die er op de camping werkte, maar nu vrij had. Hij nam ons mee over zowat het hele terrein en we kletsten honderduit, dat ook.

Bart ging daarna iets drinken, ik ging even de “wei” op met Koen en zijn collega’s om even de sfeer daar mee te maken. Helaas moesten ze al vrij snel weer weg om te werken, en dus ging ik ook maar naar boven voor dessert, voor meer muziek, en dan natuurlijk het afsluitende stuk van “3 are Legend”, zijnde Steve Aoki, Dimitri Vegas en Like Mike. Zo goed vond ik hen ook weer niet, maar de show mocht er  zijn en de sfeer zeker. Zo zot, maat!

En zelfs hier valt er Latijn te spotten: “Amicorum spectaculum”. Ik helemaal in mijn nopjes.

Na afloop was het twintig minuten wandelen in alweer een amicale sfeer, bijzonder druk maar zonder gedrum, de bus stond al te wachten, en tegen twee uur waren we thuis.

Maar het oog voor detail, het afgewerkte tot in de puntjes, dat is onvoorstelbaar. En ja, je moet het zelf meegemaakt hebben.

Kampgangers

Dat het vanmorgen vroeg was: Kobe moest gepakt en gezakt om 7.40 uur aan het station staan, en dat op een zondag!

Maar hij zag het gelukkig volledig zitten:

Deze namiddag om half vier stond ik terug op datzelfde stationsplein: Wolf kwam na tien dagen eindelijk terug! Het nonchalante staan met de handen in de zakken is een thema, precies.

De jongens hadden elkaar gelukkig even gezien op het kampterrein, want ze moeten elkaar 24 dagen missen: eerst Kobes muziekkamp, en ondertussen vertrok Wolf voor tien dagen, en aansluitend dus Kobe voor tien dagen. Tsja.

Ook van Merels kamp was er trouwens een leuke foto:

Een blij weerzien met een oude vriendin

Ann had ik eigenlijk al in jaren niet meer gezien. Als in: vijfentwintig jaar. Nee, strikt genomen is dat niet waar: ze is me ongelofelijk uit de nood komen helpen op een absoluut crisismoment, toen Vic begraven werd en Bart in het ziekenhuis lag na een knieoperatie. Zij is toen spontaan ingegaan op een oproep op mijn Facebook en komen babysitten. Ja, dat was in 2015, en ik had beloofd om dan samen eens te gaan eten als bedankje. Dat was er, tot mijn grote schaamte, nog nooit van gekomen.

Maar de laatste tijd waren we weer vaker aan het kletsen op Facebook, en eigenlijk waren we in mijn studententijd echt wel goeie vriendinnen. Man, samen hebben we toch serieus wat uitgestoken…

Bon, het was een kwestie van de koe bij de horens te vatten en er een datum op te plakken, en gisteren pikte ik haar dus op bij haar thuis in Sint-Denijs, om dan samen naar Chaflo te rijden in Destelbergen.

Vreemd, maar het was alsof we elkaar vorige maand nog spraken. We tetterden honderduit, giechelden als twee bakvissen, ook al waren ze de wijn vergeten, en genoten.

Oh, en het eten was bijzonder lekker ook.

Anneke, deze keer gaan we geen twintig jaar wachten. Dit was veel te leuk!

Middagje Gent

Oorspronkelijk was het de bedoeling dat Kobe met het GEJO ging optreden op de Gentse Feesten deze namiddag, maar er was ergens iets verkeerd gegaan in de planning, zodat dat in het water viel. Mja, kan gebeuren. Maar Merel en ik waren wel al van plan om ’t stad in te gaan, en we laten ons niet zomaar van onze plannen afbrengen.

Tegen twaalf reden Kobe en ik, met Merel achterop mijn fiets, dus richting het centrum om er aan ’t Groot Kanon af te spreken met Bart. Meteen loodste die ons richting Oudburg voor een heerlijke sushi. Bart ging eerst gaan voor de boot met 70 stuks, maar die met 44 bleek toch voldoende :-p

Bart ging daarna opnieuw de fiets op richting kantoor, wij slenterden rustig door de Lange Munt, over de Zuivelbrug, naar het Design Museum. Ha ja, een nieuwe tentoonstelling én een speurtocht van Vlieg: meer moet dat niet zijn. Zeker als je dan nog vaststelt dat het museum gratis is voor Gentenaars tijdens de Gentse Feesten. Vlieg gaat dit jaar over smaak, en dus zat er in hun boekje een meelworm – had ik eerst mailworm geschreven, ugh – een hostie van kweekvlees en een jellybean met koffiesmaak. Leuk gedaan!

En toen waren er – duh! – ijsjes.

BTW, we hadden geen belleketrek gedaan, die mens in de achtergrond had net de politie over de vloer gehad omdat wellicht een of andere pipo die vond dat hij toch kon passeren met zijn camion op de Gentse Feesten, zich in dat steegje had proberen draaien en gans de gevel had beschadigd.

We liepen nog wat verder, zagen dat de feesten echt maar vanavond beginnen, en fietsten toen maar rustigjes naar huis.

Oh, en wijze affiches:

Zwembadperikelen, deel twee

Mja, eind juni is ons nieuwe zwembad voor een paar dagen vrij intens gebruikt. Sindsdien is het weer zo wat beginnen kwakkelen, in elk geval niet goed genoeg om buiten te zwemmen.
Kobe en ik hadden wel de filter aangesloten en dat soort dingen, we checkten de pH en deden er chloor bij, maar het water werd precies vuil. En groen. En vies. En er zaten massa’s grijze muggenlarven in. Als in: honderden. Ugh. Yuck. De kat vond het zelfs drinkbaar.

Nee, niet meer bruikbaar. Ik spoelde de filter twee keer per dag uit, maar het hielp niet direct. Bon, dan maar met Kobe naar de Brico voor een “shock treatment” voor groen water. En toen, ja toen viel onze euro: wat we in huis hadden gehaald als chloor, bleek pH mini te zijn, een product om de pH te verlagen maar niet om de bacteriën en algen onder controle te houden. Zucht.

We koppelden de filter los, deden een stevige dosis “Snelle Chloor” in het water, en zagen het uur na uur opklaren. We hadden ook een handmatige stofzuiger meegebracht, waardoor we het vuil konden opzuigen. Vierentwintig uur later was het water weer helemaal helder en het chloorgehalte zoals het moest zijn. Yay!

Gisteren waren we dan gaan zwemmen in de Rozenbroeken, vandaag mocht Merel mee met Sandra en Feija naar Merelbeke voor een heuse zwemles. Sandra geeft les aan twee kinderen, maar er was er maar eentje en dus mocht Merel mee. Toen ze thuis kwamen, zijn ze snel eerst samen naar de bibliotheek gegaan, en daarna hadden de meisjes nog niet genoeg gezwommen en doken ze ons zwembadje nog eens in.

Zo blij dat het gelukt is! Ik zag het niet zitten om nog eens 6500 liter water te gebruiken en het dan weer groen te zien worden. Oef.