Saleich – dag drie
Het duurde wel even voor we weg waren deze morgen: we (zijnde Muriel, Eve, Monica en ik) gingen namelijk met ons vieren naar Saint-Lizier om er de toerist uit te hangen. Maar blijkbaar had Muriel erover zitten denken dat ik eigenlijk toch wel zeer snel wagenziek word, en dat ik dus beter gewoon zelf achter het stuur van haar Berlingo kon kruipen. Ge hebt er geen idee van hoe gelukkig ik werd van dat voorstel: voor mij betekent dat dat ik gewoon kan functioneren in plaats van de hele dag mottig te lopen.
Enfin, tegen half elf of zo liepen we doorheen het stadje, nam ik foto’s van vanalles en nog wat, sakkerde ik omdat het niet lukte, kreeg ik vooral veel tips en slaagde ik er zelfs in om met mijn beperkte toestel foto’s te maken in de donkere kerk, enfin, kathedraal. Oh, een een prachtig bijhorend klooster.
We liepen verder rond, dronken iets op het kleine marktpleintje, zochten met zijn allen een paar geocaches en zaten daardoor pas tegen half drie thuis aan tafel met een bijzonder lekkere quiche.
Een korte siësta later kreeg ik echt theorie en oefeningen op brandpuntsafstand en vooral focus, met appeltjes op een tafel. Zeer interessant, veel bijgeleerd. En toen kreeg ik een paar opdrachten waarbij ik ben beginnen rondlopen en rondkijken.
Het was alweer dik na achten voor we aan tafel gingen, maar Eve had zich uitgeleefd op de barbecue en eendenborst gebakken, vergezeld van gekookte aardappeltjes uit de tuin, met lookboter uiteraard, en gemarineerde babycourgettes, uiteraard ook uit de tuin. Ongelofelijk lekker! En daar voegde Carmen nog een ijsje aan toe van Griekse yoghurt met rode vruchten en honing. Nee, mager ga ik hier niet worden, wel gezond.
Saleich: dag twee
Vijf over acht werd ik door heerlijke geuren naar de ontbijttafel gelokt: Carmen had pancakes gebakken, maar onder andere met ricotta. Ongelofelijk lekker!
Intussen had ik al gedoucht, want het weer is hier vooral enorm vochtig. Rond de 30 graden ’s middags, dat ook, en de zon brandt stevig, maar het is vooral de vochtigheid die het zo drukkend maakt. Laat ik even visueel verhelderen: het eerste is mijn haar bij het opstaan, het tweede na een douche en het gebruik van de haardroger en het derde na een wandeling van een uur of twee vlak voor de middag. Hmpf. Vakantiehaar, noemen ze het hier.
Bon, na het ontbijt wandelden Monica en ik naar de Chapelle de Vallatès, twee kilometer in vogelvlucht en de trotse bezitter van een geocache. Uiteraard kreeg ik ondertussen les over compositie, vluchtlijnen en vonden we eindelijk ook hoe ik die bloody autofocus van mijn toestel kon temmen. Een paar beelden van onderweg:
En toen vond Monica ook haar eerste geocache ^^
Na nog wat extra uitleg wandelden we met een omwegje terug, een goeie 5 kilometer in totaal en wellicht een halve liter zweet. Ik kan goed tegen de warmte, maar hier zweet ik er me wel te pletter bij.
Na het middageten (met gevuld brikdeeg en groenten uit de moestuin en van de markt, en een stukje taart dat Carmen nog over had van haar kraampje op de markt)
en een korte rustpauze – kwestie van de rug te laten bekomen – reden Monica en ik naar Saint-Giron, het dichtstbijzijnde stadje: er moesten kaartjes gekocht worden, koffie gedronken, foto’s genomen en geocaches gezocht, of wat dacht u? Die geocaches waren onder andere in een mooi bos met een stevige stijgingsgraad, en het was eigenlijk wel jammer dat we niet de tijd hadden om het hele rondje te doen, aangezien we toch al tot het hoogste punt waren gekomen. Maar het was zo al tegen zevenen voor we terug waren.
En toen had Monica stoverij gemaakt ter ere van de Belgische feestdag en er waren verse frieten en pruimpjes in de oven als dessert en heb ik andermaal veel te veel gegeten.
We zijn ook vooral met zijn vijven blijven zitten tot half elf of zo, daar buiten op het terras onder het hoge afdak.
Yup, vakantie.
Saleich: dag één
Kwart voor acht werd ik hier al opgeroepen: vroeg voor een vakantiedag maar er moest wel degelijk gewerkt worden. Fotografiestage, weetuwel.
Er was een rustig gezamenlijk ontbijt met ons vijven: de drie gastvrouwen, Monica en ik. En aangezien Eve geen Nederlands spreekt, is dat hier gewoon ook nog een keer een Frans taalkamp, Roeland is er niks bij.
Daarna nam Monica me mee voor een tochtje rond de plaatselijke heuvel, de Chac, doorheen de bossen, langs de weiden, om te zien hoe ik foto’s maak en vooral welke fouten ik allemaal maak. Veel, zo bleek, ik heb dus veel marge om bij te leren. Maar ik vond dat er wel al een paar deftige beelden tussen zaten, zeker na de tips om gelaagdheid in de foto’s te steken om hen meer te doen spreken. De beste is foto van de dag geworden, maar hier zijn er nog een paar.
Er waren schitterende spring rolls als middageten, en daarna kreeg ik van Monica wat theorie en een hoop oefeningen rond ISO, sluitertijd, brandpuntsafstand en diafragma. En heb ik wel een hoop bijgeleerd. Alleen de rug wilde niet helemaal meer mee, maar bon. Ik ben dan even gaan liggen, zodat ik er weer helemaal klaar voor was tegen het avondeten: worstjes met boontjes uit de moestuin en daarna pruimentaart met pruimpjes uit de boomgaard.
En toen hadden we het plan opgevat om nog braambessen te gaan plukken maar waren we eigenlijk wat te laat weg om nog veel te zien. Maar het werd andermaal super gezellig. En mooi. En amusant. En met snapshots.
Het lijkt echt wel een vakantie met vriendinnen in plaats van een opleiding. Mooi meegenomen!
366 – 20 juli 2020 – Saleich
Onderweg naar het mooie Saleich
Ik heb me een paar weken geleden op den bots ingeschreven voor een fotografievakantie in het zuiden van Frankrijk, meer bepaald in Saleich aan de voet van de Pyreneeën, gegeven door Monica Monté, een vriendin van vroeger. Ik had het zien passeren op haar Facebook en dacht: waarom ook niet? Dan leer ik eindelijk eens deftig om te gaan met mijn camera in plaats van alles op full automatic te trekken. De kinderen moedigden me aan, en dus schreef ik me in en reserveerde de TGV tot aan Toulouse, waar Monica me dan wel ging komen oppikken. Ik bleek uiteindelijk de enige kandidate te zijn, maar bon, ze vond het niet erg want het was toch sowieso bij vriendinnen, The Sisters of Saleich.
Ik zag alleen op tegen de reis, en terecht, zo bleek alweer. Het begon nochtans schitterend, ik ben echt met mijn gat in de boter gevallen. Bart en Merel zwaaiden me iets voor half tien uit op het perron van Gent-Sint-Pieters, en in Brussel-Zuid droeg een vriendelijke jongeman mijn koffer op het perron. Rollen is geen probleem, maar de opstap in de TGV is vrij hoog, en dus wachtte ik even aan de ingang op iemand van de treinbegeleiders. Twee dames die net kwamen aanwandelen, boden aan om hem in de trein te zetten, en voilà, ook dat was geregeld. Bij het uitstappen in Parijs kwamen diezelfde dames een handje helpen, en pas toen zag ik dat een van hen een mondmasker aan had van Cadzandië, de locatie van Björn van Ideekids. “Moh”, zei de dame in kwestie, “hoe ken jij Björn?’ Na een korte uitleg zei ze: “Maar ik ben zijn vrouw!” Waarop ik in de lach schoot, want ik had Veronique helemaal niet herkend en zij mij niet. Enfin, zij was met vier vriendinnen onderweg naar Angoulême en had een taxi aangevraagd voor vijf naar Paris Montparnasse. Waar ik dus ook nog bij kon. We hebben zelfs ook samen gegeten in de buurt van het station en het was echt wel gezellig en gemoedelijk, en vooral totaal onverwacht.
Bon, ze hielpen me nog het station in en ik nam de volgende TGV naar Toulouse, vier uur en een kwart. Blijkbaar is er zelfs een limiet aan wat mijn lijf accepteert aan treinen, want het laatste half uur begon ik echt wel misselijk te worden, blergh.
Gelukkig stond Monica me kwart over zes op te wachten in een snikheet – 35 graden – Toulouse, want Saleich ligt nog een klein uur per auto verder richting de Pyreneeën. Ik denk niet dat ik vijf zinnen gezegd heb tijdens dat uur, het ging echt niet. En toen ze de oprit opdraaide, ben ik de auto uitgesprongen en heb prompt overgegeven in de berm. Eurgh.
Maar ik voelde me meteen een pak beter, kon even gaan liggen, en het warme welkom van The Sisters of Saleich – Carmen, haar zus Muriel (twee Vlamingen) en Muriels vrouw Eve (een Française) – maakte veel goed. En het avondeten ook natuurlijk, buiten op het overdekte terras in de ruime tuin. En toen ze ook nog vroegen naar het fenomeen LARP was het hek helemaal van de dam.
Ik denk, nee, ik ben er eigenlijk zeker van dat het hier goed zal zijn, in dit ruime, fijne, koele huis. Het bed is alvast prima!
366 – 19 juli 2020 – eetkamer
366 – 15 juli 2020 – een kwart voorbij
366 – 14 juli 2020 – zelfgebakken kattentongen
Bordeaux: slot
Die laatste dag hebben we eigenlijk niet veel van Bordeaux gezien: we zijn opgestaan om zeven uur, zaten om acht uur in de Über en hadden dus nog tijd om te ontbijten aan het station, want de trein vertrok kwart over negen.
In Parijs namen we een taxi tot aan het Noordstation, waar we in het café er tegenover een smakelijke steak tartaar aten, vaststelden dat er een zeer bizar scheef huisje voor het station stond dat een kunstwerk bleek te zijn, en dan maar de trein namen tot in Rijsel.
Daar geraakten we vlot in de parkeergarage, iets minder vlot eruit – het systeem accepteert geen buitenlandse betaalkaarten – en dan zeer zeer vlot in Gent, waar we mooi op tijd waren om om half vier onze kampdochter op te halen. Moe, zeer hees, maar proper gewassen en heel erg tevreden: meer moet dat niet zijn na zo’n kamp.
Thuis werden de valiesjes uitgeleegd en de was verzameld, en dat was dat.
Maar het was wel een zalige vakantie, een paar dagen echt weg, en dat deed deugd.