Interview

Ergens in mei kreeg ik via via een vraag: of ik een dubbelinterview wilde doen met een huidige student Klassieke Talen. Ze willen de alumniwerking van de UGent een boost geven, blijkbaar. Goh… waarom ook niet?

Deze middag stond ik om drie uur op de trappen van de Blandijn en werd ik naar binnen geloodst naar een van de lokalen waar ik vroeger nog Duitse Taalkunde had gekregen. Daar zat een bijzonder taalvaardig jongmens me op te wachten, samen met twee mensen met microfoons en camera’s. Ze hadden een reeks vragen voor elk van ons voorzien, maar eigenlijk was dat niet eens nodig. Brian en ik hadden blijkbaar meteen een klik en begonnen al, nog voordat de camera draaide, honderduit te tetteren. Het was echt leuk om te horen hoe verschillend de opleiding tegenwoordig is, en tegelijk hoe er toch nog niks veranderd is. Veel van mijn medestudenten zijn nu docent of prof, dat wel, en ik had daar dus grappige anekdotes over. Anderzijds kon hij dan weer sappige dingen vertellen over studentenraden en de Klassieke Kring en het forum enzoverder.

Ik geloof dat we twee uur gekletst hebben, en we amuseerden ons allebei kostelijk, daar in dat koude lokaal waar nog niet eens een glaasje water voorzien was voor de moeite.

Na afloop nam hij me nog even mee doorheen het gebouw waar toch wel, na dertig jaar, een paar dingen gemoderniseerd waren, maar waar tegelijk de lokalen nog steeds ongelofelijk vertrouwd aandoen.

Nostalgie ten top! Een verloren middag, maar eigenlijk een ongelofelijk toffe middag, met vooral veel dank aan Brian, een bijzonder fijne student Klassieke Talen. Ik heb het hem al gezegd: als hij ooit zijn stage wil doen in het onderwijs, is hij meer dan welkom!

En het is nog maar eens duidelijk: Blandino’s FTW!

Battle Karting en geocaching

Net zoals vorig jaar plant Bart dit jaar een reeks van activiteiten, en hij wilde graag nog eens gaan karten. Dat werd op zeer instemmend geknik bij de jongens onthaald – juichen is niet meer van deze tijd, toch?

Toen Bart opperde om te gaan Battle karten, werd het zelfs nog iets enthousiaster. Battle Kart is met digitale projecties en sensoren, alsof je in een computerspel zit. De karts reageren op bepaalde dingen, alsof je in Mario Kart met bananenschillen gooit of in een olievlek rijdt. Dubbel zo amusant, natuurlijk. We moesten er alleen voor naar Moeskroen rijden, maar ach, dat is nu ook weer geen ramp.

Zelf zag ik het, na die doodmisselijke keer in 2018, totaal niet meer zitten om mee te rijden. Ugh! Maar het landschap is hier prachtig en er lagen wel wat geocaches, of wat had u gedacht?

Een dik uur later stond ik terug op de karting, waar ze net klaar waren. Merel had met verve de eerste ‘heat’ (zo heet een beurt) meegereden, maar was toen in een halve paniek geslagen en had de tweede beurt dan maar overgeslagen. In de plaats daarvan heeft ze filmpjes genomen ^^

Tripje Ronse en Huise

Nelly klaagde erover dat ze al zo lang de kinderen niet gezien had, en gelijk had ze! Maar er was altijd wel eentje op kamp of zo, of we waren zelf op zwier, en met die corona is dat ook niet zo evident.

Soit, vandaag pakten we ons samen, ondanks mijn mottig gevoel, en reden we naar Ronse. Zij had koffie, wij hadden de taart mee. Eigenlijk had ze ons willen uitnodigen om er ’s middags te blijven eten, maar het restaurant is blijkbaar niet open op maandag. En de rest van de vakantie is zo goed als volgeboekt, vrees ik.

Maar koffie was dus ook meer dan oké, en het was echt wel gezellig. We hebben gewoon zitten kletsen, Nelly was voor een keertje ook absoluut niet zenuwachtig en dus ook zeer aangenaam, en we zijn er bijna een uur blijven hangen. Dik in orde!

Daarna zijn we ook nog even tot in Huise gereden – het is bijna geen omweg, als je van Ronse komt – tot bij nonkel Staf. Die zit nu daar in een WZC, maar dat valt ook best mee, heb ik het gevoel. Hij was in elk geval druk bezig met zijn boekhouding, toen we daar onaangekondigd toestuikten. We mogen maar met twee tegelijk op zijn kamer, zodat we eigenlijk onmiddellijk verhuisden naar de cafetaria. Daar werd respectievelijk cola en Wortegemsen gedronken, en Staf was “in zijne vertel”. Alleen is het jammer dat 1) hij plat Kruishoutems spreekt 2) zijn tanden niet meer passen 3) hij van nature al mompelt.

Het resultaat was dat de kinderen er eigenlijk totaal geen barst van begrepen en ik regelmatig moest vertalen. Ha ja, boers is boers, en dat is in de grond niet zo verschillend van Zomergems. En ik ben, leraar zijnde, wel wat mompelaars gewend. Ik denk dat we er ook drie kwartier hebben gezeten, terwijl Staf vertelde over hoe hij gewond was geraakt door een stier, en ik dan ook het stierenverhaal uit mijn kindertijd vertelde. Oh, en Staf is echt nog wel bij de pinken. Ik vertelde dat ik dus als kind op de strozolder van bevriende boeren aan het spelen was en plots tussen twee balen stro door schoot. Zo rap of kijken mompelde hij; “Ja, ’t zou vandoage gelijk zo rap nie meer goan, als ik eu zie”. Zijn monkeltje en de twinkelingen in zijn ogen waren goud waard, zeker toen hij mijn gezicht zag. En de kinderen? Die hadden het niet verstaan, natuurlijk.

Enfin, een namiddagje familie met een goed gevoel. En met een deftige foto van oma met kleinkinderen.

Geocachen in Eke

Jawel, voor ne keer dat het eigenlijk niet regent, moet ik ervan profiteren. Véronique is blijkbaar dezelfde mening toegedaan: toen ik haar voorstelde om nog eens te gaan cachen, ging ze meteen akkoord. Maar dan wel liefst gewoon met ons tweetjes.

We spraken af vlak naast de N60, aan de kerk van Eke, om daar “Milo’s toertje” te doen, een aantal stuks van de geo-art Scott en Whisky en een paar losse caches. Ik zag het wel niet zitten om dat hele eind te wandelen, maar wilde fietsen, en met die fietsendrager kan ik twee fietsen meenemen. Kobe had me hier thuis geholpen om de fietsen op te laden: eerst de mijne, en dan die van mijn ma. Dat is de fiets die ik vroeger gebruikte voordat ik een elektrische had, die Arwen dan gebruikte, en die sinds vandaag Merels fiets is geworden ^^

Ik vind geocachen met de fiets eigenlijk ook gewoon leuker, al is het wel lastiger: je ziet veel meer, maar op en af en telkens die fiets stallen is wel lastig, na verloop van tijd.

Enfin, we gingen op trot en Véro moest me gelijk geven: cachen met de fiets is eigenlijk echt wel leuker.

Het was warm, het bleef droog, er waren puddinkjes en koekjes en thee, en vooral de caches van Scott and Whisky waren heel erg mooi. Hopelijk lukt het binnenkort om ook de rest van de ronde af te werken.

Yup, zo’n cachemaatje met wie je volledig op dezelfde lijn zit, da’s fijn. Jammer dat we intussen zo ver uit elkaar wonen, maar dat laten we niet aan ons hart komen.

Geocachen in Leest

Toen we hier vorige week aan het knutselen waren met de Vossen, had ik meteen concreet met Mireille afgesproken dat ik tot bij haar ging komen om eindelijk eens samen te geocachen in de buurt. Nu ik een deftige fietsendrager heb op mijn auto, kan dat een stukje vlotter dan vroeger.

Tegen half drie stond ik voor haar deur, iets later stond er een deftige koffie voor mijn neus ^^

Tegen drie uur zaten we op de fiets om een rondje “In Leestse Velden” te fietsen en nog een paar losse caches mee te pikken.

Op zich is dat niet veel kilometer, maar hier en daar hebben we vrij lang staan zoeken, en uiteindelijk was het bijna zeven uur tegen dat we terug waren. Het was ook meer dan voldoende: mijn rug vond het welletjes, en Mireille heeft serieus last van long-covid en was doodop. Maar het was een prachtige namiddag met vrij mooi en eigenlijk behoorlijk warm weer, schitterende landschappen, fijn gezelschap…

Toen was het te laat om nog naar huis te rijden voor het avondeten, ben ik maar blijven eten, was er daarna nog een fijn dessert en kreeg ik nog de zonsondergang vanuit hun tuin.

Moe, maar echt een vakantiegevoel. Dankuwel, Mireille!

Triënnale in Brugge

Bart en ik maakten er een dagje van voor ons twee: gezellig rondlopen in Brugge en de beelden of kunstwerken van de Triënnale bekijken. Als echte toeristen. De kinderen hadden geen zin om mee te gaan, en eerlijk? We vonden dat niet erg.

Pas toen we Brugge binnenreden, merkte Bart op: “Goh, we hadden eigenlijk de fietsen kunnen meenemen!” Yup, zo ver gewoonweg niet gedacht. Goed bezig.

Maar bon, we parkeerden achter het station en wandelden de stad binnen, waar we de kunstwerken combineerden met caches en labcaches.

We meanderden door de stad, baanden ons een weg langs de andere toeristen, en aten iets op de Burg.

Toen merkten we al dat alle kunstwerken, ook die in het noorden van de stad, een beetje te hoog gegrepen gingen zijn, maar bon, niks aan te doen. We kuierden verder, en ik kwam, tot mijn grote vreugde, langs een aantal straten en gebouwen die een rol spelen in de reeks boeken die ik nu aan het lezen ben.

Bon, we dronken nog een koffie om de voeten even te laten rusten, en zaten iets over vier opnieuw in de auto, na een cultuurvolle maar vooral ook rustige dag in eigen land.

Fröbelen met de Vossen

Met de Vossen willen we al eens iets in elkaar knutselen voor de larp. De laatste keer, bij Hanneke, leerde Mireille ons dreads maken. Een keertje spraken we allemaal samen af bij Danny om te leren werken met Eva foam. in 2019 maakten we met zijn allen lederen tasjes. Het grootste project was in 2012, toen we met zijn allen hebben gewerkt aan een leren tuniek voor mij. Héérlijke dagen.

Nu moest onze nieuwste vos nog aangepluimd worden: Jarne heeft een masker gekocht als sjamaan, maar uiteraard moet dat versierd worden. Hij dacht aan rasta’s in alle mogelijke kleuren wol met daarin kralen en pluimpjes. Mireille kwam gisteren na haar revalidatie in Sint-Niklaas, Jarne fietste na zijn werk tot hier, en we zaten de rest van een uiteindelijk toch droge en zelfs aangenaam warme avond buiten te knutselen. Of, zoals Bart zei, te “fröbelen”. Ik kreeg het haast :-p

Enfin, het ziet er eigenlijk wel goed uit, vond ik. Het is nog niet klaar, we moeten nog een stuk verder doen, hebben we gemerkt, maar bon, dat is niet erg.

Het vervolg is voor ergens binnen twee weken, en ik ben nu al benieuwd naar het eindresultaat.