Gwens ouders hebben sinds oktober een pracht van een appartement op de zeedijk in Oostende. Ruim, grote open keuken, drie slaapkamers, twee badkamers, twee aparte toiletten en een klein balkonnetje. En vooral een prachtig uitzicht.
10.45 uur:
12.25 uur:
Merel en ik hadden blijkbaar de ideale dag uitgekozen om te gaan, want het was de eerste keer, zei Gwen, dat ze ongestoord op het strand konden zitten zonder dat het echt te koud was. Merel en ik hadden ons grondig voorbereid: twee campingstoelen, een parasol, badlakens, zelfs het windzeil – dat we niet opgezet hebben. In de voormiddag – allez ja, what’s in a name, we waren om kwart voor elf – hebben Gwen en ik gekletst, zoals gewoonlijk, en Merel en Lena-Mare een spel gespeeld. Die twee zien elkaar niet vaak en dat is soms wat awkward in het begin, maar dat betert wel altijd.
We gingen wat verderop garnaalkroketten eten en installeerden ons daarna op het strand. Dat ontlokte Gwen en mij trouwens een gigantische slappe lach, want we zagen onszelf daar al zitten, onder ons parasolletje, in onze campingstoelen, net twee ouwe meten van in de zeventig. Tranen gelachen! En ondertussen gingen onze meisjes – er was nog een vriendinnetje bijgekomen – zwemmen.
De zee werd zilver, de bries werd wat strakker en we pakten tegen zes uur in, nadat we eerst nog hadden zitten schrijven in het natte zand. Geocachegewijs, snapt u.
En toen hebben Gwen en ik nog pannenkoeken gebakken – ze hebben zo’n wreed wijze aparte bakplaat op het appartement – en waren we tegen negenen thuis.
Oh, btw: 19.54 uur.