Water

Note to self: het is géén goed idee om de kraan van het afwaswater open te draaien, en terwijl het water loopt nog snel iets in de PDMzak te gaan gooien. Want voor je het weet, heb je vastgesteld dat die zak eigenlijk meer dan uitpuilt, en ben je bezig het boeltje op te ruimen, de zak dicht te maken, een nieuwe zak op te hangen in de zakhouder, en de volle zak buiten te zetten.
En dan kom je terug in de keuken, waar het water nog steeds rijkelijk aan het stromen is. Gelukkig zit er een overloopsysteem in de pompbak (dat weten we trouwens dan ook alweer), en is het water niet op de grond gelopen, alleen de gigantische kluit schuim.

Indeed, note to self. Argh.

Droom

Goh, plots herinner ik het me weer. Ik heb vannacht gedroomd van Huug, en Michel kwam er ook efkes in voor. Bizar bizar. Zeker als je weet dat ik beide heren nog nooit in levenden lijve gezien heb (bijkans omver rijden telt niet mee).

Bart en ik zaten in een soort cinemazaal, maar de voorstelling was nog niet begonnen. Plots stoot Bart me aan: “Kijk ne keer achter u? Daar zijn ze bezig met Bill, de androgyne zanger van TH (kwestie van hier geen slapende honden wakker te maken). Hij had genoeg van dat imago en van de beschuldiging dat hij in feite tóch een vrouw is, en ze zijn hem aan het bijwerken”. Er was een legertje mensen met hem bezig, en uiteindelijk zag hij eruit als een student die van een cantus komt, veels te weinig slaapt en veel te veel drinkt: kort zwart haar, een papperig bleek gezicht, pukkels, een brilletje, en nogal nerdy kledij. Hij trok eigenlijk aan geen kanten nog op het origineel. Hij was allesbehalve sexy, en dat vond Bart ook.

“Moh”, riep ik uit terwijl ik recht sprong, “Ik vraag me af of hij nu (nog) in de smaak zou vallen bij homo’s. Eens gaan vragen aan Huug”. Die lag blijkbaar op een groot geel bed naast de middengang achteraan in de zaal languissant te wezen, maar bleek bij nader inzien bijzonder vrolijk. Naast hem zat – in een gewone cinemazetel – Michel, maar die stond op om iets te halen toen ik aan kwam lopen, en zei nog in ’t voorbijgaan tegen mij: “Pas op voor die groene hé!” (Geen idee trouwens waar dat op sloeg.)

Ik stelde Huug de vraag wat hij vond van de vernieuwde Bill, maar het antwoord daarop weet ik niet meer, want toen nam mijn droom een totaal andere wending.

Hmm. Iemand een droomverklaring? Dit zou ik wel eens willen weten…

Auw.

Ik heb net, bij het inpakken van een kerstcadeautje, met een plakkertje een stuk uit mijn lip getrokken. Straffe plakdinges, die lakskes. En nee, vraag me niet wat dat lakske aan mijn mond zat te doen, ik vraag het me eigenlijk ook nog af.

Stom zijn doet geen zeer, zeggen ze, awel, deze keer wel.