Latijnse wikipedia. Jawel.

Iets wat ik eigenlijk nog nooit gedaan heb: een complete blogpost van een ander overnemen. Maar deze keer kon ik wel niet anders. Michel, de onvolprezen Michel, schreef vandaag namelijk een zàlige post:

Ik was op de Latijnse Wikipedia aan het kijken, en ik kwam op het lemma voor België uit, onder het kopje Divisiones administrativae:

Belgica est omnis divisa in partes tres, quarum unam incolunt Flandri (Flandriam, ubi Batavice loquuntur), aliam Vallones (Regionem Vallonicam, ubi Francogallice), tertiam qui ipsorum lingua Bruxelles, nostra ‘Bruxellae’ appellantur (Regionem Bruxellensem, in qua maior incolarum pars sermone Francogallico utitur, sed secundum leges bilinguis habetur).

In orientalibus regni partibus exstat regio administrativa cuius incolae sermone Theodisco utuntur.

Mwaha. En zo wijs.

Deze moét ik gewoon doorgeven aan mijn collega’s. En mijn derdejaars. En mijn anderejaars. Enfin, u begrijpt vast wel wat ik bedoel. Ik lag gewoon plat!

Meisje meisje

Ik blijf dat dus bizar vinden hoe Merel zo een typisch meisje is. De jongens liggen hoegenaamd niet wakker van hun kleren, hebben het liefst dat ik ze koop en ze klaarleg, en als ik hen niet tegenhoud, zouden ze vijf dagen aan een stuk hetzelfde dragen.

Merel dus niet. Deze morgen deed ik haar een lichtblauw Tshirt met lange mouwen aan, een bijpassende kousenbroek, en daarover een wollen kleedje zonder mouwen in blauwtinten, dat ze nog niet eerder had aangehad. Het was een beetje kort, maar het kon ermee door, en ze protesteerde niet.

Toen ik na mijn douche beneden kwam, lag ze languit op de grond in de woonkamer te mokken. Toen ik mijn wenkbrauwen optrok, kreeg ik te horen dat ze zelfs niet gegeten had. Bart vermoedde dat het iets met haar kleren te maken had. Hmm. Ik riep haar bij me, en vroeg wat er scheelde. Stilte.

“Is er iets met je kleedje, meisje?”

Een diepe zucht volgde: “Jaaaaah.”

“Vind je het niet mooi? Wil je een rokje aan”

Haar ogen begonnen op slag te blinken: “Jaah!”

Ik heb haar dan maar een rokje aangetrokken dat bij de lichtblauwe kleren paste, en ze straalde. Ze heeft meteen ook nog drie boterhammen binnengespeeld.

Zucht. Zo eentje dus. Soms vraag ik me af of ze wel mijn dochter is.

Popjes

Ik weet niet waar ze het gehaald heeft, want het is niet alsof onze jongens dat veel deden, maar Merel is dus zot van haar poppen. Ze kookt vanalles in het keukentje, en dan komt ze het me laten proeven. Of ze voedert haar poppen, en steekt ze dan in bed, bijvoorbeeld. En man, enig idee hoe vaak zo’n pop in de verbeelding van een klein meisje kaka kan doen of kan overgeven in een uur? Sommige dagen doe ik niets anders dan haar helpen met kleertjes aan, kleertjes uit, pamper aan, pamper uit… Ze vindt het zàlig.

Deze fotootjes zijn getrokken op een moment dat ze het gewoon niet door had…

pop01

pop02

365 – 24 maart

365-083

For the record: dit is wel degelijk vandaag, 24 maart, getrokken, en geen oude foto. Vier centimeter, jawel.

iPad

Als iemand zich afvraagt of zo’n iPad moeilijk is, dan wel instinctief te gebruiken: Merel is twee jaar en vier maanden.

Uitslapen

Uitslapen, het is iets dat ik eigenlijk niet echt meer kan. Toch niet zoals vroeger, wanneer je als student gemakkelijk tot na de middag in je bed kon liggen.

Ik hoor dat wel vaker van mensen, dat ze, sinds ze werken en kinderen hebben, niet echt langer meer kunnen slapen, ook al zijn ze moe. Mij lukt het geregeld om tot negen uur te slapen in ’t weekend, als de kinderen stil genoeg zijn uiteraard. Alleen moet Wolf elke zaterdag om 8.30u op de muziekschool staan, dus dan heb ik sowieso pech.

Vandaag was er afgesproken dat Bart ging opstaan voor de kinderen. Wolf was weg op scoutsweekend, er waren er dus al maar twee meer. Rond half tien ben ik wakker geschoten van een huilende Merel, en ben ik gaan kijken. Bart zat net in de douche, en Kobe had een schaar afgepakt van Merel, want die mag daar uiteraard nog niet mee spelen. Gevolg: bleiting, natuurlijk. Tsja, nu ik toch op was, heb ik maar ontbeten met hen. En daarna vond ik dat ik eigenlijk toch nog wel een uurtje terug in bed kon kruipen, Bart had alles onder controle, ging boodschappen doen, en ging koken.

Ben ik wakker geworden om 14.15u. Echtig waar. Nooit gedacht! Maar ik was wel fijn uitgeslapen nu, natuurlijk ^^

Euh… Dàt was snel!

Ik ben eigenlijk nog steeds een beetje mijn kluts kwijt: op een kwartier tijd zijn we vandaag plots verhuisd, compleet onverwacht.

Laat het me uitleggen.

Gisteren kwam, tot mijn grote vreugde, de architecte langs met een stapel papier: de definitieve bouwaanvraag! Plannen, foto’s, hemelwaterbekommernissen, whatever: alles wat officieel bij Stedenbouw moet ingediend worden om eindelijk te kunnen en mogen verbouwen. Ze kwam onze handtekeningen halen – zo’n dertig stuks de man, vermoed ik – om alles in te dienen, ergens tussen twee afspraken door. En toen stelde ik voor dat ik dat zelf ging indienen: ik moet op woensdag toch geen les geven, en dan was het zeker en vast in orde.

bouwaanvraag

Dus stond ik rond half elf op de Zuid (bleek dat ik eigenlijk in Mariakerke had moeten staan, maar bon, het was ook daar te regelen) en had ik vijf minuten later de bevestiging in handen dat mijn bouwaanvraag officieel was ingediend.

Juicht ende jubelt met mij, gij allen!

Toen dacht ik er plots aan, dat we ook van plan waren een adreswijziging aan te vragen: het hele huis is geörienteerd naar de Kineastlaan, niet alleen qua voordeur, ligging, garage, maar zelfs met de water- en elektriciteitsaansluiting. Het zou dan ook bijzonder logisch zijn, mochten we ook de brievenbus in de Kineastlaan mogen zetten en ons adres kunnen wijzigen, zodat niet langer iedereen naar de voordeur loopt te zoeken.

Bon, ik vraag dat dus aan de vriendelijke dames van Stedenbouw, die elkaar verbouwereerd aankijken. Euh… Wat geblader in de stadsgids later blijkt dat een zaak voor de dienst bevolking te zijn. Iets wat ik kan regelen in Wondelgem zelf, maar wat, gezien mijn ervaring met de ongelofelijk verregaande competentie aldaar, misschien toch een poging op de Zuid zelf waard is. Ik word doorverwezen naar de tweede verdieping, alwaar ik even wacht, en een buitenkomend jongmens in zijn nekvel grabbel.

Huisnummerwijziging? Ja, dat was bij hem, ja. De jongeman keert terstond op zijn schreden terug, en noodt mij aan zijn bureau. Wanneer ik uitleg wat ik wil, kijkt hij mij geamuseerd aan: het komt blijkbaar zelden voor dat mensen zélf een adreswijziging willen, meestal worden ze door de omstandigheden gedwongen. Bon, hij opent de grondplannen op zijn scherm, ik leg uit hoe de oriëntering van het gebouw is, en hij moet zelfs de plannen niet zien, hij snapt het volledig. Wanneer dan ook nog blijkt dat de Kineastlaan pas begint met nummer zes, en er dus geen twee en vier bestaat, grijnst hij me toe: welk nummer wil ik? Twee of vier?

Ietwat verbouwereerd kijk ik terug. Huh? Euh? “Twee dan maar, zeker? We zijn per slot van rekening het hoekhuis” stamel ik.

Tien minuten en een hoop computergetokkel later overhandigt hij me een papier: het attest dat ik vanaf nu op de Kineastlaan 2 woon, en niet langer in de  Waterhoenlaan op nummer 24. En wrijft hij me nog eens meesmuilend in dat nu pas alle rompslomp en papierwerk begint om die adreswijziging door te geven.

Even later sta ik buiten. Niet met wat info over hoe ik de ellenlange papierwinkel rond een adreswijziging moet aanpakken, maar met een nieuw adres.

Serieus zeg.

Knuffelbeesten

In de museumshop van het Afrikamuseum hadden ze heel schattige knuffels van chimpansees en jachtluipaarden. De jongens stonden te bedelen, maar ik zei nee omdat ze toch al veel te veel knuffels hebben en er nooit mee spelen.

Wolf zei 40, ik gokte op minstens 50 stuks.

Vandaag heeft hij ze allemaal naar beneden gehaald en netjes tentoongesteld. 76 stuks staan er op de foto, maar toen heb ik op Merels kamer nog een aantal gevonden die hij niet gezien had, en kom ik aan 89 knuffelbeesten. En dan zijn ze verwonderd dat ze er geen meer krijgen.

knuffels