Môh, u hier!

Ik zat al een paar dagen verlekkerd naar het mooie weer te kijken. Toen gisteren Merel dan ook afkwam met de boodschap: “Mama, Nathan heeft mijn lievelingsdiadeem in twee gebroken, en nu is hij mijn liefje niet meer!”, was het voor mij hét ideale excuus om met de fiets even tot aan de Hema te rijden. Om een nieuwe diadeem, jawel. Elk excuus is goed :-p Ik kon dan meteen iets kleins eten in de Wok Away of zo.

Enfin, ik rond een uur of een, na een productieve ochtend, dus op de fiets, om via het Gaardenierspad en de gelijknamige brug naar ’t stad te rijden. Toen ik de Zuivelbrug overstak, viel mijn frank dat ons ma ginder met een vriendin in Korenlei Twee had afgesproken, en dat ik evengoed even goeiedag kon gaan zeggen. Ik had voornoemde vriendin al lang niet meer gezien, vandaar. Ik keerde dus letterlijk mijn kerre, en zag toen ons ma prinsheerlijk, maar wel moederziel alleen in de zon op het terras zitten. Môh! Blijkbaar was er een misverstand met de vriendin, en was die dus niet afgekomen. Ons ma was dan maar alleen aan het eten. Ik schoof bij, kon nog net op de valreep ook het dagmenu bestellen, en genoot intens van de onverwachte babbel in de karige lentezon, daar buiten op het terras.

IMG_3808

We liepen daarna nog even rond, gingen wel degelijk om de nieuwe diadeem in de Hema (Merel stond letterlijk te springen van contentement toen ze hem kreeg), en toen moest ik alweer naar huis omdat de kinderen gingen thuiskomen. Maar man, wat een onverwacht fijne middag, en wat een heerlijk vakantiegevoel zeg! Dat het maar rap lente wordt, ik zeg het u!

Pamperloos?

Die dochter van mij, dat is toch een karaktertje…

Gisteren verkondigde ze plots met grote stelligheid tegen Bart: “Papa, vanavond ga ik slapen zónder pamper, en dat zal lukken!” Ik geef het toe, mijn linkerwenkbrauw schoot ongeveer een halve meter de hoogte in. Mijn meisje, dat nog elke ochtend een kletsnatte pamper heeft, zomaar ineens zonder pamper? Ik zweeg, maar haalde al verse lakens en een vers slaapkleedje uit de kast en legde ze klaar, kwestie van niet midden in de nacht nog in die kast te moeten grabbelen.

Zo fier als een gieter ging ze slapen, vol zelfvertrouwen.

Rond half twaalf heeft Bart haar nog eventjes uit bed gevist en op het toilet gezet: beter voorkomen dan staan wassen.

En deze morgen? Toen kwam een klein blond geval, vrolijk springend en hupsend en met een grijns die de halve wereld meteen van hun ochtendhumeur zou afhelpen, in mijn bed gekropen. Droog.

En toen was niet alleen zij zo fier als een gieter.

Koppig mormel, dat kind van ons. Ze weet maar al te goed wat ze wil, zoveel is duidelijk, ja. Nu maar hopen dat dit blijft duren, want dan zijn we eindelijk definitief uit de pampers. Het wordt stilaan tijd, zo na elf jaar…

 

Vechtersbaas

Toen Wolf vorige week donderdag thuis kwam na school, kwam hij met een nogal bedremmelde blik naar me toe. Hij had blijkbaar gevochten op school, en zijn T-shirt was kapot.

Mijn wenkbrauwen schoten de hoogte in. Wablieft??

Hij kon het uitleggen, zei hij. Er is een jongen op school die eigenlijk al langer een pestkop is, en die daarom ook wel in de gaten gehouden wordt. Die dag was hij in de clinch gegaan met een paar vrienden van Wolf, was hen aan het uitschelden en blijkbaar zelfs aan het schoppen. Andere jongens waren Wolf komen halen omdat die blijkbaar een van de weinigen is die kan praten met de jongen in kwestie. Wolf ging er dus fysiek tussen staan en zei hem dat hij zijn vrienden met rust moest laten. Daarop greep de knul Wolf vast aan zijn T-shirt, begon te trekken en te sleuren, te slaan, en te roepen. Wolf heeft gewoon afgeweerd, is zelf niet fysiek geworden, maar is wel – zowel volgens hemzelf als volgens de vriendjes – ongelofelijk kwaad geworden, is beginnen roepen en tieren, hem beginnen toeroepen dat het nu eens moest gedaan zijn, wie hij wel dacht dat hij was, dat hij een pestkop was en dat hij met zijn poten van zijn vrienden moest afblijven, en nog wel een paar van die dingen. Op dat moment zijn de leraars tussengekomen en hebben ze hen uit elkaar gehaald. Helaas heeft Wolfs T-shirt het dus niet gered, en zag ook een van de vingers van zijn rechterhand behoorlijk blauw.

IMG_3341

Blijkbaar heeft het wel indruk gemaakt, want amper een kwartiertje later had ik al bericht van twee mama’s van zijn beste vrienden: dat ze Wolf nog nooit zo boos gezien hadden, en of alles oké was, en dat de kinderen behoorlijk onder de indruk waren.

Mja.

Stiekem ben ik wel trots op hem: hij is niet zomaar beginnen vechten, is zelf ook niet beginnen slaan – wat ikzelf gegarandeerd wél had gedaan – maar is opgekomen voor zijn vrienden en wilde hen verdedigen.

Wolf een vechtersbaas. Wie had dàt ooit gedacht? Ikzelf in elk geval niet…

 

 

Gekke foto’s

Af en toe nemen de kinderen zelf het fototoestel ter hand, en dan ontdekt ik plots, bij het overzetten naar mijn computer, een aantal foto’s die ik niet herken. Bij deze een selectie…

IMG_3303 IMG_3283 IMG_3297 IMG_3296 IMG_3292 IMG_3300 IMG_3282 IMG_3281 IMG_3277 IMG_3276 IMG_3241

Maandag taartdag

De “maandag taartdag” lukt precies niet altijd, toch zeker niet zoals het vorig jaar “vrijdag taartdag” was, maar het is niet alsof we te klagen hebben :-p Vandaag ging het er zelfs compleet over.

Vorige vrijdag hadden we effectief het eerste uur cake, omdat Leen de dag erna verjaarde en heerlijke cake met stukjes chocolade mee had.

IMG_3311

Maar toen ik vandaag binnenkwam om 15.25u, viel mijn mond open. Er stond een ganse stapel borden, met lepels, en er stonden drie schalen tiramisu. Jawel.

IMG_0926

Ik heb netjes lesgegeven (het was toch het grootste deel een uitleg, zonder noteren), en intussen is er tiramisu op borden geschept en opgelepeld. En ja, het smaakte! Merci Noortje! En gelukkige verjaardag vandaag!

 

Spionnen in het dorp!

De kinderen verveelden zich, dus stelde ik voor om de kartonhuisjes nog eens uit te halen, samen met het tafelhuis.

Dat werd op hoera-geroep onthaald, en al gauw ontpopte het gedoe met de huisjes zich tot een heus spionnenspel. Ze waren inderdaad naar boven getrokken, maar ik heb al lang geleerd me daar niks van aan te trekken, en gewoon te genieten van de plotse stilte hier beneden. Tot ze plots al fluisterend hier beneden op kousenvoeten door de woonkamer slopen, en ik daarna de volgende foto kon trekken:

IMG_3327

En toen hadden ze hun hoofdkwartier in hun tafelhuis gebouwd, en hadden ze elk daarnaast een eigen huisje. Dat van Kobe was nogal klein, maar ik had nog een extra doos, en we hebben die met elkaar verbonden bij wijze van “appartement”, zodat ze een gans dorp hadden.

IMG_3328

De rest hebben ze opgeruimd, maar ik heb plechtig moeten beloven dat het dorp mocht blijven staan tot morgen, ook al komt Omaly. Tsja, die kan maar haar hoofd schudden, zeker?

Nieuwe pull, en wat voor eentje!

Elk jaar maken onze zesdes een trui in het thema van hun uitvaart (100 dagen, in het katholieke circuit). Aangezien ik de begeleidende leerkracht van die uitvaart ben, kon ik op de voet volgen welke kleur en slogan het dit jaar ging worden, en ik vond het prachtig! Want ze hebben gestemd, en het werd “Ik KAM (we zitten op het Koninklijk Atheneum Mariakerke, het KAM dus), ik zag, ik overwon”, een variante op de onsterfelijke woorden van Julius Caesar dus. De trui was dan nog eens in het rood, met een witte lauwerkrans rond de slogan. Ge ziet van hier dat ik jaloers was. Toen ik echter vroeg of ik er soms ook eentje mocht kopen, zeiden ze tot mijn grote verbazing ja. Zij hebben allemaal geopteerd voor een kaploze versie, ik draag liever een echte hoodie, met kap en buidel dus, en die hebben ze dan apart voor mij besteld.

Ik heb er een postje op het schoolblog over geschreven, mét foto’s, maar dan uiteraard niet van mezelf. Ik heb een gans contingent 18jarige schonen ter mijner beschikking, zeg nu zelf! En onderstaande foto is mijn klas Latijn, met helaas één zieke. Fijne groep!

IMG_3310

Ik loop nu dus al de ganse dag te glunderen in een felrood exemplaar, eentje dat ik als leerkracht van het KAM nog lang ga kunnen dragen, mag ik hopen.

Ik vind hem in elk geval prachtig.

 

Van verloren rijden, lunchen, boeken, en tandartsen.

Ik moest nog snel wat stof halen in de Sleepstraat, deze voormiddag, en had me geparkeerd in een zijstraatje, het Godshuishammeke. Ik sta wel vaker daar, en dan doe ik gewoon een blokje rond, tot ik weer de Sleepstraat kan uitrijden. Vandaag moest ik naar de Sint-Pietersnieuwstraat, en reed ik gewoon de straat verder. Ha, dacht ik, ik kom uit in Nieuwland blijkbaar, dat komt dan uit op de kleine ring, ideaal. Alleen bleek mijn richtingsgevoel me daar in de steek te laten, want eigenlijk had ik gewoon verder moeten rijden.  Tot mijn grote verbazing kwam ik dus plots uit op de Achterleie (ja, ik heb de straatnamen opgezocht, ik geef dat toe), aan de overkant van de brug aan het MIAT. Verloren gereden in mijn eigen stad, komt dat tegen!
Ik bleef even staan, en sloeg dan maar de Blekersdijk in, alweer een straat die ik wel kende, maar waar ik nog nooit doorgereden had. Vanaf de Ham wist ik uiteraard wel weer mijn weg, maar serieus zeg, centrum Gent, en dan nog verloren rijden!

Een tweede verbazing overviel me toen ik me parkeerde in de Plateaustraat Rozier (dank u Veerle, ik wist dat er iets niet klopte, ik heb die twee altijd al door elkaar gehaald): die is niet alleen in twee geknipt met paaltjes, er staan ook zinnen op de grond geschreven. Ik heb geprobeerd ze te vatten, maar dat lukte niet echt met mijn gsm.

IMG_0917

Bon, ik spoedde me naar het Salon, waar ik afgesproken had met een vriendin. Ik had nog altijd haar nieuwste boek niet, ook al is dat al een tijdje uit, en dat had ze voor me meegebracht, gesigneerd en al. “Parket Magistraal”, ik weet u nog te zeggen wat ik er van vind.

1507-1

Enfin, we hielden een heerlijke babbel bij een fijne lunch. Een aanrader trouwens: quiche met spinazie en brie. Een gewone basis quichevulling met spinazie, daarop een klein laagje tomaat, en dan volledig afdekken met repen brie. Lekker, jong!

IMG_0918

Tegen drie uur zat ik dan bij de tandarts: vrijdag is er een stukje tand afgebroken van een al geabimeerde kies, en dat moest uiteraard bijgewerkt worden. Mijn tandarts is er eentje van de goeie soort: snel, efficiënt, pijnloos en zonder blabla. Ik ben er zelfs niet meer zenuwachtig of gespannen, stelde ik bij mezelf vast, zelfs niet wanneer ze aan het boren is. Twintig minuten later stond ik buiten, netjes op tijd om de kinderen op te vangen.

Fijne dag, voorwaar. Nu nog tijd vinden om de stof te verwerken en het boek te lezen. Dat zal nog wat anders zijn…

Rustig dagje met een hectisch einde

Het begon allemaal zeer rustig: donderdag is mijn vrije dag, en ik deed vooral administratie, voorbereidingen en dat soort dingen. Tussendoor hielp ik Chantal met opruimen, deed ik boodschappen, en tegen half een begon ik te koken. Ik ben er zelfs in geslaagd om, voor ik de kinderen moest halen, een kwartiertje met een koffietje te zitten lezen in de zetel, terwijl het buiten aan het gieten was.

En toen ging het mis.

Want omdat het nog zo aan het regenen was, ging ik de kinderen ophalen met de auto, en dan meteen in het terugkeren nog een brief posten en de boeken binnensteken in de bibliotheek. Alleen hebben de kinderen en ik blijkbaar andere definities van “hard regenen”: ik kwam hen namelijk tegen in ’t klein straatje, nat maar vrolijk. “Bon”, riep ik, “ga maar naar huis, ik ga snel die boeken binnendragen, en ik ben daar”. En dus reed ik fluks naar de bibliotheek. En toen ik daar aankwam, stelde ik tot mijn verbazing vast dat de schoenmaker, die ik al een paar weken kwijt was wegens winkel plots verdwenen, nu in een pand naast de bib zat. Ik was zodanig aan het gapen naar ’s mans etalage, dat ik eigenlijk zonder meer tegen de bordure reed met mijn rechtervoorband. Oi! Ik dacht zelf nog dat het gelijk een beetje hard was, en bij het uitstappen ging ik naar de betreffende band kijken. Al was dat laatste niet echt nodig: een omineus gesis waaide me tegemoet. Jawel, een ganse scheur in mijn vijf maanden oude band. Blah! En binnen de kortste keren sjiekeplat natuurlijk, dus geen enkele mogelijkheid om nog te rijden. Hoe stom kunt ge zijn, zeg!

Ik belde dan maar naar de VAB – dat abonnement heeft zijn geld al opgebracht – en sprak met hen af dat ik naar huis ging wandelen, dat de pechdienst mij dan thuis ging oppikken, naar mijn auto brengen, en die slepen. Afhankelijk van het uur ging ik dan ook een reservewagen krijgen. Maar ze waren daar veel sneller dan geanticipeerd, eigenlijk, en tegen kwart na vijf stond ik met auto en al in de bandencentrale op de Wiedauwkaai, waar ze meteen de band gingen vervangen. Enfin, ja, meteen… Het probleem was intussen dat Wolf, in die tien minuten dat ik thuis was, me wist te melden dat zijn schoenen van nog geen twee maand oud (10 november, nagekeken) finaal naar de knoppen waren: ze waren gewoon losgescheurd van de zool! Allez jong! Maar morgen moet hij wel naar school, en zijn scoutsschoenen zijn echt smerig. Hmmm. Ik heb, toen ik vertrok uit de garage, naar hem gebeld dat hij klaar moest staan, en ben nog met hem om tien voor zes naar de Brantano geraced. Ze waren gelukkig open tot half zeven, en dus heeft hij een nieuw paar schoenen. Maar ik heb wel van mijn oren gemaakt aan de kassa over zijn “oude” schoenen, en ze gaan ze laten lijmen. Ik ben benieuwd.

Enfin, ik ben dus nogal dolgedraaid thuisgekomen, met een nieuw paar schoenen, een nieuwe band, en zonder bibliotheekboeken.

Missie geslaagd. Oyoo.