Vandaag kwamen er liefst 400 zesdestudiejaartjes bij ons over de vloer, en ik heb de hele dag dus lesjes gegeven aan die kleintjes. Doodvermoeiend, maar voor Latijn wel bijzonder belangrijk.
De vijfdes en zesdes hadden gewoon les, maar één tot en met vier had afstandsonderwijs, aka. de hele dag taken thuis. Er waren effectief 18 leerkrachten les aan het geven de hele dag, met ondersteuning links en rechts, en vooral: we hadden de lokalen nodig.
Merel deed plichtsgetrouw haar taken, en eentje daarvan was een opdracht voor LO: ze moesten er met de fiets op uit en foto’s nemen met 10 verschillende voorwerpen, waaronder een postbus, een blauwe auto, hun favoriete plekje, een grote boom, en een paard. Jawel, een paard. In dit weer staan er nauwelijks van die beesten buiten momenteel, het is veel te nat.
Ik zag gisteren al op de facebookgroep van Wondelgem de vraag passeren of iemand een paard wist staan, en ik moest lachen. Maar nee, er werd een ezel gesignaleerd wat verderop, maar geen paard.
Vanmiddag sprak ik de collega LO er al lachend op aan, dat ze wel wat teweeg had gebracht met haar vraag voor een paard. Ze moest zelf lachen, en zei dat ze daar zo niet had bij stilgestaan, maar dat een knuffel van een paard ook goed was, of een schaap of zo. En nog wat later kwam ze zelf al lachend af: haar dochter zit ook in het tweede, en die had haar een bericht gestuurd: “Mama, weet jij waar er een paard staat???”
Enfin, Merel en Lieze hadden het creatief opgelost: er staat namelijk een namaakpaard op ware grote bij de (vroegere) brillenwinkel, en ze hadden dat dan maar gefotografeerd.
Maximum van de punten, overigens.