Toen Marie-Julie verjaarde, stelden Merel en ik een pakketje samen: allerlei kleine spulletjes in een mooi mandje. Ze had niks verwacht, dus de verrassing was des te groter toen ze iets vond op opa’s livingtafel. Ze was echt blij met de kleine dingetjes: onder andere een theelichtglaasje, een paar gezichtsmaskertjes, een paar bruisballen, een setje pastelmarkeerstiftjes, enkele schriftjes, een haarspeld en vooral ook een klein potje met aarde en zaadjes voor een klavertje vier.
Waarom schrijf ik daar nu pas over? Omdat Marie-Julie me een update had gestuurd op 09 mei:
En dan vooral ook een nieuwe update op 13 mei:
Geen idee of het nog verder gelukt is, maar ik vermoed van wel. En vooral: het feit dat ze de moeite neemt om het door te sturen, denk ik dat ze het wel leuk vond, ja, en daar gaat het toch om.
Onze Cthulhucampagne gaat door bij de Dungeon Master in de buurt van het station, in een appartementsblok uit begin vorige eeuw. Er zijn in bijvoorbeeld de traphal nog verschillende art nouveau-elementen te bespeuren, verschillende huizen in de buurt zijn zelfs volledig in die stijl.
Nu moest hij een van ons nog iets meegeven dat in zijn kelder stond, en liet hij terloops, langs zijn neus weg, vallen dat er een halve bunker onder het gebouw zat, een echte schuilkelder uit de wereldoorlogen. Dat moest hij geen twee keer zeggen natuurlijk: wij met zijn allen de kelder in!
En ja, die kelder wordt nog steeds onderhouden: proper, droog, met extra verstevigingen bij de deur en de luiken, met ijzeren balken en al. De max, gewoon! Kijk zelf:
Ik heb het hier al een paar keer gehad over UGent Racing, het team dat vanaf nul een heuse volledig elektrische racewagen bouwt. Wolf heeft daar de voorbije weken gigantisch veel tijd in gestoken: met carbon fiber heeft hij de volledige stoel gebouwd, maar ook een deel van de beplating rondomrond.
Vandaag was er de officiële roll-out in Flanders Expo en konden we eindelijk het resultaat bewonderen. En ja, ik was onder de indruk. Het is sowieso een wijs project, maar het ziet er intussen ook mega cool uit, met gigantische sprongen vooruit tegenover vorig jaar. Wolf is terecht trots, maar gaat volgend jaar van mechanical composites naar autonomous drive, iets wat veel meer in lijn ligt met zijn studies.
Ergens in de paasvakantie zag ik een item passeren op AVS over een Romeinse opgraving in Merendree. Dat interesseert me sowieso, maar ik vond het nog véél leuker toen ik zag dat de geïnterviewde archeoloog in kwestie een oud-leerling van ons was, een Griekje dan nog.
Maar Lucie, mijn collega Latijn en vooral Grieks, had dat ook gezien en was meteen in actie gekomen: ze had een mailtje gestuurd naar het bedrijf om Maartens gegevens te vragen en had dan ook Maarten de vraag gesteld of hij het zag zitten om op zijn oude school tijdens de lessen Latijn te komen spreken over die opgraving.
En Maarten, die twijfelde blijkbaar geen moment en zei onmiddellijk ja. Vandaag stond hij dan ook op school, bij de derdes van Sam en mijn tweedes, dus nog geeneens bij leerlingen van Lucie. En ja, hij deed dat bijzonder goed. De verlegen, stille leerling van bij ons was intussen een zelfzekere dertiger die het echt kon uitleggen met een passie. En vooral: hij had vanalles meegebracht, een aantal stukken die wel al door hen gecatalogeerd waren, maar die hij daarna naar de Technologiecampus van de UGent ging brengen om ze te laten behandelen door de afdeling chemie tegen oxidatie en ander bederf. Het doet ook gewoon raar om voorwerpen in uw handen te hebben die een Romein een kleine tweeduizend jaar geleden heeft vast gehad. Ik vond het helemaal de max en ging erin op als een kind in een snoepwinkel. Maar zo wijs, gewoonweg! En Maarten komt nog eens terug in mei voor de vierdes, de vijfdes en de eerstes van de vier uur. Echt serieus, zalige kerel intussen!
Ik schreef er het volgende over op de schoolwebsite:
Toen mevrouw Heymans, leraar Klassieke Talen, op AVS plots oud-leerling uit de richting Grieks-Latijn Maarten Praet hoorde praten over spectaculaire vondsten uit de Romeinse periode in Merendree, kon ze niet anders dan hem contacteren, toch?
Maarten stemde toe om op school te komen praten over die bewuste vondsten, voorzag een heuse powerpoint en had een hele resem voorwerpen mee. Hij legde uit wat Group Van Vooren precies doet, hoe een archeoloog te werk gaat en wat er zoal te vinden is daar in de vicus, de Romeinse wijk van Merendree. Daarnaast had hij een aantal interessante artefacten mee: onder andere een dakpan met de afdruk van een hondenpootje, maalstenen, potscherven met terra sigillata en vooral ook enkele van de 65 gevonden fibulae, Romeinse mantelspelden. Die laatste zijn zelfs nog niet gepubliceerd en gingen na de uitleg rechtstreeks naar de afdeling chemie van de Universiteit Gent om daar behandeld te worden tegen oxidatie. De leerlingen luisterden, keken toe, mochten de voorwerpen – de meeste toch – betasten en vonden het bijzonder interessant.
En het fijne? Maarten komt in mei nog even terug, want nu hebben enkel de tweedes en de derdes de uitleg gehad, en dan kunnen ook de andere jaren zijn uitleg horen. Nog eens bedankt, Maarten!
Een kleine fun fact: elke keer dat ik pizza bestel bij de Pizza Hut – zo’n twee keer per jaar – valt het me elke keer weer op en ik moet telkens opnieuw gniffelen:
Toen Wolf enkele maanden geleden af kwam met het feit dat hij de marathon ging lopen, schudde ik ongelovig mijn hoofd. Het idee alleen al! Maar blijkbaar zou hij hem lopen samen met Tiemen – diens moeder had hen uitgedaagd – Arend-Jan en Toon. Van die laatste wist ik al dat hij dat uiteindelijk niet zou doen, en Arend-Jan is vorige week stevig gevallen met de fiets en was geblesseerd. Ook voor Wolf was het nog onzeker: in december waren we naar de orthopedist gegaan omdat Wolfs heup pijn deed bij het lopen, en hij had toen steunzolen gekregen. Alleen zorgden die bij de training voor nog meer problemen, zodat hij die op aanraden van zijn kinesist nog even achterwege liet. Het resultaat was namelijk dat zijn ene voet echt wel veel pijn begon te doen, zodat hij een tijdje zelfs moeten stoppen is met lopen.
Maar vandaag, vandaag stond hij er. Snipverkouden, dat wel, maar verder topfit, en met een haalbare voet, kuit en heup, zei hij. Hij had wel nog nooit meer dan 20 kilometer gelopen, maar dat is een zaak van mind over matter, verklaarde hij, en hij is koppig genoeg. Van wie zou hij dat hebben, hmm?
Enfin, Bart bracht hem naar zijn kot, en vandaar ging hij met de fiets naar de start. 15.000 lopers, je kon niet in de buurt komen met een auto, vandaar.
Bart en Merel gingen hem een eerste keer aanmoedigen aan frituur Lily, op de Vlaamse Kaai. Ik was niet mee, ik ging intussen opa ophalen.
Na het middageten reden we – Merel, opa, Bart en ik – naar Barts kantoor aan de Foreestelaan. De marathon passeerde namelijk langs de Moutstraat, een vijftigtal meter verder. We parkeerden, deden opa een klein eindje wandelen, en Bart nam twee plooistoelen mee uit het kantoor.
Ik vond dat Wolf er nog redelijk fris uitzag, maar hij vertelde achteraf dat hij al rond kilometer 13 pijn begon te krijgen in heup en onderrug, en dat hij meermaals aan opgeven had gedacht. Maar daar was hij te koppig voor, en zijn supporters hielpen ook wel: Arwen stond hem samen met Elin op een viertal plaatsen op te wachten, en ook zijn maten stonden diverse keren op het parcours. Aan de eindmeet stond er zelfs een man of tien hen op te wachten.
In totaal deed hij er 4.15 uur over, Tiemen klokte af op 3.26 uur. Chapeau. Ze zijn nog met zijn allen naar de McDonalds gegaan en rond vijf uur ben ik hem gaan ophalen. Hij was stikkapot, alles deed pijn, maar trots!
Is het voor herhaling vatbaar? Niet echt, vond hij: apesaai. Tiemen is overigens dezelfde mening toegedaan. Maar ze hebben nu wel bewezen dat ze het kunnen, dat ze er staan. Ik kan alleen maar bewondering tonen.
Eigenlijk had ik geen kaarten voor deze voorstelling van de Cultuurcel, maar een collega moest verstek geven en ik was de eerst aangewezen vervanger. Ik zei niet nee.
Ik heb daar zó hard geen spijt van gehad! De perstekst schreef het volgende:
Op de tonen van experimentele rockmuziek bewegen acht acrobaat-dansers zich als tandwielen van een collectief lichaamsmechaniek. Samen gaan ze op zoek naar quasi onmogelijke balansen en dagen elkaar én de zwaartekracht uit.
Met de strak georchestreerde chaotische bewegingslandschappen van Foreshadow zet Alexander Vantournhout een nieuwe stap in zijn onderzoek naar de relaties tussen zwaartekracht, beweging, balans en ruimtelijkheid. Naast de vloer, die in SCREWS en Through the Grapevine telkens een prominente rol kreeg, wordt nu ook de muur een danspartner.
Ik wist dus niet goed wat te verwachten, en als ik eerlijk ben: de eerste tien minuten vreesde ik het ergste. Zonder muziek bewogen de acht dansers (acrobaten? Acrogymnasten?) zich in vaste patronen, met heel veel draaibewegingen en telkens ook tegen de muur botsend, bijna als een caleidoscoop. Vreemd.
Geleidelijk aan kwam er muziek opzwellen, maar of dat een verbetering was, dat laat ik in het midden. Mij leek het eerder free jazz dan experimentele rockmuziek en ik kreeg er koppijn van, iets wat de leerlingen achteraf ook bevestigden. Gelukkig kwam er ook nog andere muziek aan te pas. Maar beetje bij beetje werden de bewegingen complexer en gewaagder, tot ik op een bepaald moment met open mond zat te kijken. Dit kón toch niet? Kan een menselijk lichaam dit aan? Hoe kom je in hemelsnaam op zo’n choreografieën, en hoe gek moet je zijn als danser om die ook nog te willen uitvoeren? De vergelijking met een ingewikkelde mechanische constructie is niet te vergezocht, geloof me, en de dansers moeten vooral een grenzeloos vertrouwen in hun eigen lichaam én in dat van hun mededansers hebben. Af en toe hoorde je het publiek collectief naar adem happen en dacht je dat het nu toch gegarandeerd fout zou lopen. Maar nee, foutloos – of zo kwam het toch over – sprongen, tuimelden, hingen en dansten de acrobaten zich doorheen het stuk.
Foto Bart Grietens
Foto Bart Grietens
De staande ovatie na afloop was dan ook niet verwonderlijk: dit toont een meesterlijke beheersing van het menselijk lichaam en het aftasten van de grenzen ervan. Chapeau!