Niet-Newtoniaanse vloeistof

Kobe prutst al ne keer graag: zo was hij màànden bezig met zijn slijmtoestanden.
Vandaag was hij met een grote grijns komen vragen of hij een doosje maïzena mocht hebben. Euh, ja hoor.

En nog wat later zaten ze met zijn drieën in de niet-Newtoniaanse vloeistof te prutsen: sla of druk er hard op, en het voelt als steen. Steek er zonder duwen je vingers in en je gaat er probleemloos door. Met wat druk kan je er perfect balletjes van rollen, maar zodra je die loslaat, stroomt het weer weg.
Ongelofelijk wijs! Probeer gerust zelf maar: water en maïzena, en in dit geval ook nog wat groene kleurstof.

Aardbeien

Gisteren stond hier plotseling, en vooral heel onverwacht, een jongeman voor de deur met een kistje aardbeien. Kistje als in: 8 bakjes ofwel 4 kilo. Euh? Het was een bedanking voor het werk voor Hadewig en dus ook zeer geapprecieerd, maar wat doe je plots met vier kilo prachtige eetaardbeien? Confituur maken vond ik zo zonde, eigenlijk feitelijk, daarvoor waren ze veel te mooi.

Bart verwerkte er een aantal in een fruitsla, Kobe verwerkte minstens een bakje in zijn maag, en ik maakte aardbeienmilkshake en aardbeienijs en aardbeientaart…

Recept van Jeroen Meus, met zelfgemaakte kruimeldeeg – je smaakt echt het verschil – en een hele dikke banketbakkerscrème, omdat ik het geduld niet had er nog slagroom bij te doen en vier uur te wachten tot alles opgesteven was. Tsja. Maar wel heel erg lekker, een aanrader.

Enfin, ik zal nog zien wat ik met de rest doe, maar ik heb er intussen wel vertrouwen in dat ze zullen verdwijnen voor ik de kans krijg er confituur van te maken. Dik in orde, en bedankt, Hadewig!

Opruimfee

Merel kon de gigantische chaos op mijn bureau niet langer aanzien, en begon met goeie moed op te ruimen. Veel dingen kon ze wel al wegdoen: al mijn oorringen en kettingen op hun plaats, alle muntjes in een bak, alle kaarten op een stapeltje, dat soort dingen. En voor de rest schakelde ze ook mij in, redelijk streng ook: “Mama, nu doe jij je papieren, en ik zal je er wel bij helpen. Je zegt maar in welke kast alles moet.”

Euh… Vooruit dan maar, zeker? Maar het resultaat is echt wel schitterend:

Die dochter van me: ik denk dat ik ze ga houden.

Jefferson

Wie is dat nu weer, hoor ik u denken tot hier?

Wel…

Ik was zaterdag naar de Aveve geweest om croissants en om surfinia’s: dat zijn mijn favoriete bloembakbloemen die ik elk jaar opnieuw staan heb. Standaard koop ik de Blue Sky variant, en die hebben ze niet in de Brico, vandaar. Al vond ik het wel jammer dat er geen zwarte waren, want die vond ik de max.

Maar bon, gisteren wilde ik die dus uitplanten en vroeg ik aan Wolf om in het tuinhuis de zak met teelaarde te halen: die is te zwaar voor mij. Wolf, lief als hij is, liep naar het openstaande tuinhuis. En toen klonk er een vreemde gil en kwam een opgewonden Wolf teruggelopen: “Mama mama mama, er zat een egel in die zak met aarde, en die sprong eruit, en ik denk dat hij dood is, maar ik weet het niet zeker, en ik ben mij dood verschoten, en kunt ge eens komen kijken?”

Ik ben uiteraard mee gaan kijken, en inderdaad, een mooie grote egel die zich niet verroerde, maar wel duidelijk aan het ademen was. Ik gaf hem een duwtje en hij kroop onder een rek. Ah bon?

Maar egels worden niet verondersteld in tuinhuizen te zitten, dus Wolf legde wat kattenvoer in kleine hoopjes om hem naar buiten te lokken, en installeerde zelfs een heus egelplekje buiten in het achtertuintje, met bladeren en een donker hoekje en een kartonnen doosje en een afdakje.

Een paar uur later was het beest inderdaad verdwenen van dat plekje, maar hij kon evengoed ergens anders onder gekropen zijn, dus lieten we het tuinhuis nog gewoon even open, om zeker te zijn.

Vandaag wilden Merel en ik in de namiddag opnieuw gaan fietsen, en Merel tilde in de garage een grote plastiekzak op, met opnieuw een ietwat vreemde kreet: Jefferson – want zo hadden de jongens hem intussen gedoopt – was onder die plastiekzak gekropen. Euh, geen goed idee, beest! Ik heb een kartonnen doos genomen, hem daar voorzichtig ingerold, nog een vastgesteld hoe schattig zo’n luizenbeest eigenlijk wel is, en hem dan buiten gezet aan dat egelplekje.

We hebben hem sindsdien helaas niet meer gezien, en ook het kattenvoer wordt niet meer aangeraakt, hoewel hij de eerdere hoopjes had opgegeten.

Tsja.

Het was wel leuk geweest, zo’n egel in de tuin. Al was het maar om alle slakken op te vreten die standaard aan mijn aardbeien zitten.

Hadewig

Bij het begin van de coronacrisis vroeg Bart me een gunst: of ik het zag zitten om een vriendin van vroeger te begeleiden bij haar nieuwe blog? Concreet ging het om Hadewig, iemand die ook economie heeft gestudeerd en ik dus nog ken van in onze studententijd. Hey, ik ben zelfs nog een paar keer in haar studio geweest en zo.

Intussen is ze CEO van het Sint-Janziekenhuis, het grootste ziekenhuis in Brussel, en maakt ze dus van héél dicht bij de crisis mee. Je moet het haar nageven: ze heeft haar drie kinderen ondergebracht bij familie en vrienden omdat het risico en de werkdruk te groot zijn, en houdt contact online. Heel bewust dus, ook al mist ze hen keihard. En nee, onderstaand is een still, geen filmpje. Daarvoor moet je verder lezen.

Intussen heeft ze dus een blog opgezet over deze vreemde tijden. Ze neemt elke dag zelf een kort filmpje op, telefoneert elke dag met een ghost writer die haar gedachten in tekst omzet, en haar zus Katelijne maakt er zo goed als elke dag een “beeld” bij: een tekening, een gedachte, een foto.

Ik zet het filmpje en de dagtekening online en begeleid alles zo’n beetje, en verwonder me elke dag weer. En bewonder. Ze wil uitleg geven, een steun zijn in bange dagen, laten zien dat er ook hoop is.

Ik zou zeggen: ga eens kijken, ga eens lezen. Hadewig.be. De moeite.