Senior

Dat ik oud word, daar kan ik niks aan veranderen. Dat ik dit jaar zelfs 50 word, daar wil ik liever nog niet aan denken.

En toen zat deze morgen *dit* in mijn inbox.

“Beste 50-plusser, tanken was nog nooit zo goedkoop! ⛽

Dag autobestuurder,

Rijdt u ook zo graag met de wagen? Wat vindt u van de brandstofprijzen? Te hoog? Ontdek dan vandaag nog de Seniorenvoordeelkaart. Daarmee bespaart u jaarlijks al snel tot 120 euro op uw brandstofkosten. U tankt ermee in 1850 Belgische tankstations. En er is meer, u profiteert ook van volgende voordelen:

  • Korting in meer dan 1000 Belgische winkels en restaurants
  • Korting bij 200 Belgische webwinkels
  • Een welkomstgeschenk t.w.v. minimaal €100
  • Besparen op uw vaste lasten zoals: TV, internet, mobiele abbonementen en uw energiefactuur.

Neem gauw een kijkje op onze website en vraag de kaart nu aan met 50% korting!
U kunt een mooi centje overhouden door goedkoper te tanken en te besparen met onze exclusieve kortingen.

*Enkele voorwaarden:

  • €0,09 euro per liter korting bij Texaco, Esso, Lukoil en Q8.

  • €0,11 euro per liter korting bij Avia, Power, Gabriëls, G&V en DCB.

  • €0,12 euro per liter korting bij OCTA+ en Maes.

  • Korting geldt op de officiële prijs.

  • Alleen geldig met de Seniorenvoordeelkaart.”

Ik verslikte me prompt in mijn koffie,  mijn hele flanellen slaapkleed zat onder de vlekken, net zoals mijn pantoffels met roze pompons. Van  het verschieten waren de krulspelden in mijn lila kapsel losgeraakt en mijn vals gebit lag ergens een meter verder.

Nee, serieus, de stoom sloeg nog net niet uit mijn oren. En Bart, die toch ouder is dan ik, kreeg bijna de slappe lach.

Maar echt. Hier was ik nog niet klaar voor.

Echt.

*blaast verontwaardigd*

Nieuw projectje

Deze voormiddag zat ik, zo fier als een gieter en helemaal in mijn element, in een vergaderzaal van The White House,  Barts kantoor, met een eerste klant.

Klant, jawel.

Ik doe nu al een aantal jaar de website/sociale media/externe communicatie van de school en amuseer me daar eigenlijk wel mee. Door de jaren heb ik dan ook wel wat ervaring opgedaan. Ergens vorig vroeg Barbara, mijn nichtje en vooral ook vaste kinesist, of ik haar kon helpen om haar judoclub op Facebook te krijgen. Tuurlijk da: we maakten een afspraak en op een half uurtje tijd had de judoclub een eigen Fbpagina en had ik haar uitgelegd hoe ze alles moest onderhouden en posten en al. Zelf heeft ze wel een eigen FB, maar het is niet alsof ze daar veel mee doet.

Enfin, nichtje blij, ikke blij.

Ik vertelde dat enthousiast aan Bart, en toen begon er een ideetje te rijpen, vooral voor fiscale redenen, eigenlijk feitelijk. Waarom zou ik dat soort dingen niet vaker doen? Heel kleinschalig, mensen en mini bedrijfjes, zoals een bakker of een slager of een hobbyclub, helpen om op FB te gaan of om een eigen WordPresspagina aan te maken. Poepsimpel allemaal. Bon, Mediawijzer werd een feit, heel erg low key.

Intussen volgde ik als mediacoach van de school een opleiding rond recrutering van nieuwe leerlingen en kwam ik er een vroegere adjunct-directeur weer tegen, met wie ik vroeger dus een nieuwe website en infobrochure voor de school had gelanceerd. Ik had echt graag met hem samengewerkt, we hadden een klik.

De volgende ochtend contacteerde hij me: dat het deugd gedaan had om elkaar eens weer te zien en vooral te merken dat de vroegere drive nog steeds bestond. We raakten aan de klap en ik herhaalde mijn aanbod van vroeger nog eens: dat ik met plezier hem zou helpen om ook voor zijn nieuwe school – hij is intussen directeur – de sociale media op poten te zetten en vooral ook de teksten voor zijn website te herwerken. Die website is er, maar de teksten komen eigenlijk van interne visieteksten en zijn absoluut niet geschikt voor extern publiek, laat staan twaalfjarigen.
Hij aarzelde, en pas toen ik zei dat, als hij zich daar comfortabeler bij voelde, het ook tegen betaling kon, een klein bedrag, stemde hij volmondig toe.

En dus hadden we het deze morgen drie uur lang over positionering, logo’s, doelgroepen, recrutering, flyers, merkbekendheid en merkwaardering en uiteindelijk ook over de concrete teksten.

Hij zei dat hem een en ander nu veel duidelijker voor ogen stond, dat zijn doel meer afgelijnd was, en dat hij me nog teksten ging doorsturen.

En ik, ik had er echt een goed gevoel bij. Ikigai, als het ware.

Nieuwe schoolbrochure

Vorig jaar gooiden we op school het concept voor onze schoolbrochure helemaal om: weg met de krant die uiteraard vol tekst stond, welkom aan de modernere, lichtere brochure met meer sfeer.

Ik ben geen grafica, maar ik vond dat het er best wel oké uitzag. Dat vonden we eigenlijk allemaal nog steeds, en dus werd deze brochure, waar ik vorig jaar echt wel veel tijd heb ingestoken, gewoon geüpdatet. De tekst werd hier en daar lichtjes gewijzigd waar nodig, maar meer eigenlijk niet.

Het enige dat ik wel een beetje veranderde, waren de foto’s. De foto’s bleven op zich wel dezelfde, maar na de fotografiestage schafte ik me LightRoom aan en bewerkte ik de foto’s. Niet veel, ik ben – zoals bij al dat soort dingen – een echte prutser, maar ik maakte ze allemaal net dat ietsje warmer. En, om eerlijk te zijn, het maakt echt wel een verschil. Oordeel zelf.

Stom eigenlijk, hé, wat een verschil in uitstraling dat kleine beetje maakt. En dan heeft Monica me het eigenlijk nog niet eens uitgelegd, maar heb ik gewoon gekeken wat ze precies deed.

Ik heb een bloedhekel aan instructiefilmpjes, dat werkt niet voor mij, maar ik denk dat ik toch eens iemand ga betalen om me een avondje wegwijs te maken in LightRoom. En InDesign ook, for that matter.

Iemand kandidaat?

Dakdak

Jaren geleden had Merel – ze moet toen een kleuter geweest zijn – een “dakdak” gezien. Alleen kon ze ons nooit helemaal uitleggen wat ze daarmee nu precies bedoelde. Het was een camionette of zoiets, maar dan met een extra verdiepje. Ik dacht meteen aan zo’n mobilhome met boven de bestuurder een stukje waarin je kan slapen, maar dat bleek het niet te zijn.

Zo’n verhoogde camionette, dat was het ook niet volgens haar, want het moest vooraan iets platter zijn. Tsja. We hadden er geen idee van wat ze precies bedoelde en al jaren duiden we elke rare camionette met een of andere uitbouw of rare mobilhome aan, maar nope, geen “dakdak”.

Tot we vandaag naar de blokfluitles reden en Merel plots uitriep: “Kijk mama! De Dakdak!” Euh? Blijkbaar stond de dakdak geparkeerd langs de Wiedauwkaai, en het was wellicht zelfs het identieke exemplaar want in hetzelfde rood als degene die ze zich herinnerde van vroeger.

Wel, in het terugkeren ben ik even langs de kant gaan staan en hebben we een foto genomen.

De enige, échte Dakdak! En inderdaad moeilijk te beschrijven, dat geef ik toe.

Wespenfluisteraar?

Ik denk dat ik mezelf ga hernoemen tot “wespenfluisteraar”: er zitten in de buurt van de school een of meerdere wespennesten en we vinden ze niet. De brandweer is al komen zoeken, en de leerlingen wisten me te vertellen dat er ook al mensen van ’t unief waren geweest omdat er een zeldzame soort zou tussen zitten.

Soit, af en toe komt er dus een wesp de klas binnenvliegen, consternatie alom. Geen idee hoe het komt, maar dan spreek ik het beest streng toe, zeg dat het buiten moet en wijs naar de openstaande ramen. En, bijzonder bizar, die beesten vliegen gewoon terug naar buiten. Hilariteit alom. En dat is nu al een keer of zes gelukt, de leerlingen vinden het zalig.

Iemand trouwens enig idee hoe dat komt??

Die oogjes

Elke avond steek ik Merel in bed, toch als ik thuis ben. Vaak reageer ik dan verwonderd: “Hoe, moet ik jou in bed steken, of wa?” En dan zet ze haar grote smekende oogjes op. Ook Bart probeerde dat even uit, maar kon zijn lach niet inhouden.

Maar wanneer je dat gezichtje ziet, dan kan je toch geen nee zeggen? Toch?

Succulent

Een succulent, dat is zo’n gezellige vetplant in rozetvorm. Vorig jaar na kerstmis had ik er bij de lokale bloemenzaak eentje gekregen dat deels in glitter gespoten was en dat ze nu toch niet meer konden verkopen.

Ik heb dat mooi in een potje gezet en laten staan, en blijkbaar houdt het wel van onze living. Het was namelijk bijzonder vrolijk aan het groeien, tot iemand het omgooide en het topje afbrak. Ik was behoorlijk pissed, maar kreeg het niet over mijn hart om het plantje weg te gooien en liet het dus staan. En tot mijn grote verbazing kreeg het niet één, maar gewoon vier nieuwe kopjes, met een heel leuk effect. Met andere woorden: wilt ge een speciale variant van de succulent, breek het kopje eens af :-p

What the hell was me dat, zeg?

Bon, ik ben compleet overstresst geraakt vandaag ^^

Het begon allemaal maandag: een leerlinge van het zesde vroeg of we mee konden doen met We Wear Skirts, een actie waarbij zowel jongens als meisjes gevraagd wordt een rok te dragen: de meisjes om te tonen dat ze wel degelijk vrouw mogen zijn zonder bang te zijn, de jongens om te tonen dat ze niet bang hoeven te zijn van hun vrouwelijke kant, en eigenlijk ook omdat gendertypering gewoon belachelijk is. Bottom line: iedereen moet kunnen dragen wat hij of zij wil.

Goh, had ik gezegd, dat moet je aan de directie vragen. En die had achteloos, zonder nadenken gezegd:” Tuurlijk, dat moet kunnen, zet maar op de website en FB en zo, waarom niet?”

Euhm.

Ik zet dat gisteren dus op de website en dergelijke met de oproep om allemaal in rok naar school te komen. Een dik uur later krijg ik telefoon van Het Laatste Nieuws editie Gent met een aantal vragen en dus een artikeltje online, nog wat later heeft ook Het Nieuwsblad het nieuws overgenomen. Wij waren oprecht verbaasd: zo raar is dat toch niet? Maar blijkbaar hadden we conservatief Vlaanderen een beetje onderschat. Want om half tien ’s avonds loopt via via nog de vraag binnen van De Gentenaar of ze mochten komen foto’s nemen en interviewen. Euh, onder code oranje mogen er geen derden op de school binnen, maar bon, we wilden wel wat vraagjes beantwoorden. En ik ging zelf wel foto’s maken om elf uur, ik wilde die wel gerust doorsturen.

Bon, deze morgen dus. Ik moest gelukkig maar beginnen lesgeven om tien over tien, want kwart voor negen bleek De Gentenaar ondanks de afspraak toch aan de schoolpoort te staan en kreeg ik de vraag of ze leerlingen konden spreken. Euh, nee? De les is al begonnen? Of ik dan misschien een paar leraars in rok naar buiten kon sturen? Zucht, zo werkt een school niet, nee. Maar ze kregen toch nog een paar laatkomers te pakken, met een gans artikel met foto’s en al tot gevolg.

Iets later: telefoon van de directie: of Radio 2 de initiatiefneemster kon interviewen? Een en ander geregeld, Josefien mocht gebeld worden vijf over elf. Nog iets later opnieuw de directie aan de lijn: dat AVS wilde komen filmen. Maar opnieuw: geen derden op schoolterrein. Dan maar geregeld dat de leerlingen en de initiatiefneemster om kwart over één naar het park gingen komen, daar kon en mocht gefilmd worden.

Intussen nog eens Het Laatste Nieuws: of ik nog wat extra foto’s had, want ook HLN nationaal wilde publiceren. En intussen had ook het VRT NWS een en ander overgenomen op zijn website.

Ik was compleet dolgedraaid, geloof me, want ik moest tussendoor ook nog wel lesgeven en toetsen afnemen en eten en zo.

En dan wil je de reacties en de bagger nog niet weten die we over ons heen kregen: homo’s, travestieten, ontaarden waren nog een paar van de vriendelijker uitlatingen. Ik ben gestopt met lezen, ik werd er slecht van.

Maar vooral ben ik trots dat niemand van ons de hetze had voorzien: jongens in een rok moet bij ons op school eigenlijk perfect kunnen, en wij hadden daar niks controversieels in gezien. Onze adjunct-directeur had eerst gezegd dat hij ook een rok ging aandoen, maar was later teruggekrabbeld. Ik had gezegd dat ik dat prima vond, maar dat ik toch een rok voor hem ging meebrengen. Hij staat dus links op de foto mét rok, gewoon om de leerlingen te steunen.

Het verslag van de dag met alle linkartikels en dergelijke staat hier op onze schoolwebsite.