Zeepreventorium

Facebook geeft me altijd herinneringen van dingen die op die dag, zoveel jaar geleden, gebeurd zijn.

Deze week zaten daar vooral berichten over het Zeepreventorium bij: blijkbaar was het op 16 april drie jaar geleden dat we Wolf voor het eerst daar achterlieten.

Hij was vol goeie moed, dat wel, maar voor ons was het toch ook met een bang hartje: zou het wel goed komen met hem? Hij was fragiel, uitgeput, mentaal en fysiek bijna gebroken en vooral futloos. Zouden we ooit nog ons gezonde, vrolijke, energieke kind terugkrijgen?

Vandaag is hij een gezonde kerel van 17 die met zijn maten rondhangt, die sport, die zijn voorlopige rijbewijs heeft, die alles doet wat een jonge gast in coronatijden doet.

Het is vooral vreemd dat dat amper drie jaar geleden is. Dat lijkt niks, en toch, in een puberleven, is dat een wereld van verschil. Vooral in het leven van Wolf is dat een wereld van verschil: hij lijkt in niets meer op de breekbare tiener van toen maar is intussen gewoon, tsja, volwassen geworden, breed in schouders, met een vierkante kaak en een ongelofelijk charmante grijns.

Drie jaar geleden had ik dat nooit durven hopen en ik kus mijn pollekes…

Opgeruimd staat netjes

Ik had de kinderen deze week gevraagd om even een uurtje mee te helpen opruimen hier beneden: gewoon de rommelhoekjes aanpakken en vooral ook het gerief voor het containerpark klaar te leggen. Het is niet dat het hier vuil ligt – daar hebben we gelukkig Chantal voor – maar gewoon… rommel. Dingen die blijven liggen. Je kent het wel: een schroevendraaier die gebruikt is om het bakje van iets open te vijzen, die lege batterijen die naar de box in de berging moeten, wat magazines die richting papierslag moeten verhuizen, ontsmettingsgel die op de kast is gezet maar in de berging moet…

Resultaat dik drie uur later, toen ze er eens in gevlogen waren: tuinhuis opgeruimd, garage opgeruimd, berging volledig opgeruimd, alles voor het containerpark klaar gezet, boekenkast in orde gezet, nog extra dingen netjes gemaakt en mijn rug steendood.

Oud zijn, veronderstel ik. Maar wel een ietsjes properder huis. Het zijn schatten.

Bekskes!

Toen Merel gisteren douchte, vroeg ze om haar nog halfnatte haar meteen in te vlechten, zo twee van die vikingvlechtjes. Op zich zijn die heel mooi, maar het was niet alsof ze buiten moest zijn, vandaag. Ze had echter een heel duidelijk doel voor ogen: bekskes! Zelf kende ze dat woord niet, maar mijn Gentse kuisvrouw zei dat toch ook meteen zo.

Het resultaat was… overweldigend, vond ik. Wat een bos haar!

Ze was apetrots en ik was pokkejaloers.

En ze is van plan om vaker in de loop van de zondag te douchen en het mij dan te laten invlechten, zodat ze op maandag zo naar school kan.

ijdeltuit!

Road trip

Een nieuwe reeks op Netflix, van de makers van La Casa de Papel, is Sky Rojo, en Barts team doet daar de promotie voor. Ze hebben een waanzinnige promo uitgedacht, waarbij je met je auto in een container rijdt, een stuk van de reeks te zien krijgt, en dan interactief met je pinkers bepaalde beslissingen neemt, waardoor je ofwel dood bent, ofwel kan ontsnappen.

Alleen… De container staat enkel dit weekend in de buurt van Amsterdam, en dus gingen Bart en ik op roadtrip. En als mijn echtgenoot iets doet, doet hij het goed. Heel goed. Overdreven goed, eigenlijk.

Want iets over één stapten Bart en ik in zijn elektrisch BMWtje richting Rijkevorsel, want voor de gelegenheid had mijnheer een auto gehuurd voor een dagje. Niet zomaar een auto, uiteraard. Bart had een Aston Martin gehuurd, een DB11, zo’n ongelofelijke sportmachine waar ook Bond mee rondrijdt. Allez ja, die reed rond met een lager model, I kid you not.

We zaten nog twee uur in de auto tot boven Amsterdam, Aalsmere, schoven een uur aan aan de ‘attractie’ die toch wel drie minuten duurde, en we reden terug.

Pas tegen half negen waren we terug thuis, waarbij ik nog serieus heb mogen hypermilen want eigenlijk zaten we op -6 kilometer :-p En zo’n elektrische auto zuipt batterij als je op de autostrade rijdt.

 

Puur een road trip dus, maar ik zat bijzonder comfortabel, ook wanneer Bart aan het stuur zat. En je hebt uiteraard ook ongelofelijk veel bekijks. Ik heb echt een paar keer moeten lachen, zoals toen een auto ons voorbijging, naast ons bleef hangen en het meisje in de passagierszetel met een grote grijns haar beide duimen in de lucht stak.

Yup, ik zat eigenlijk wel te glunderen, ja.

Onverwachte cadeautjes

Ik had het er eigenlijk nog niet over, maar in de krokusvakantie was ik even bij een collega langsgewaaid met een gigantische hoeveelheid kleren van Merel en Kobe die te klein waren geworden, maar wel nog perfect bruikbaar.
Zij woont in een van de minder gegoede wijken van Gent en heeft buren die, door een zwaar ziek kind, alle extraatjes wel kunnen gebruiken.

Zelf is ze behoorlijk creatief, en ik kreeg prompt een envelop in handen gestopt. Hmm? Een onverwacht cadeautje, zijnde allemaal verschillende handgemaakte enveloppen en envelopjes in allerhande formaten, en vooral ook een opbergertje voor een wegwerpmondmasker. We hadden er zo eentje gekregen van Scholengroep en dat had ze nagemaakt in een veel leuker motiefje.

Altijd fijn als je zomaar, onverwacht, zoiets leuks in handen wordt gestopt, toch?

Dankjewel, Isolde!

Phygital

Bart was gisterenavond nog eens een keertje het huis uit: het was lang geleden!
Op uitnodiging van BMW was hij naar een soort klein, coronaveilig autosalon: weinig mensen in een enorme hangar, met mondmaskers en afstand en alles erop en eraan. Op voorhand hadden ze gezegd dat ze geen diner konden geven, maar dat de gasten wel iets gingen meekrijgen om te eten. Goh, daar had Bart verder eigenlijk geen acht op geslagen: vaak zijn dat gewoon een paar wakke broodjes.

Groot was dan ook zijn én mijn verbazing toen hij thuis kwam met een grote koelzak, gevuld met een diner voor twee personen, van tweesterrenrestaurant La Paix! Echt!

Hadden we het geweten, we hadden die avond allebei niet gegeten, maar bon, gisteren was er dan tijd voor een tête-à-tête hier ten huize.

Alle verpakking was ook speciaal voor BMW gemaakt, alles in aparte dozen, met het menu erbij.

Als aperitief een gin met twee flesjes tonic erbij, en drie soorten hapjes. Als voorgerecht een visgerecht – ik ben het menublad kwijtgespeeld – dat eigenlijk meer dan voldoende was, en heel erg mooi ingepakt was. Ook het hoofdgerecht was een visgerecht, en dat is voor morgen op school :-p

En het dessert? Dat konden we niet laten liggen, ook al omdat het er zo ongelofelijk mooi uitzag. Gelukkig was de smaak evenredig.

Yup. Van mij mag Bart nog wel vaker naar zoiets gaan, ja.