365 – 16 november 2014 – T-shirts. Veel.
365 – 15 november 2014 – te koop
En toen was ze ziek, onze kleine meid
Het begon plots vannacht: ik schoot recht in mijn bed omdat Merel plots aan het gillen ging, en jawel, ze had net zichzelf en haar dekens ondergekotst.
Ik riep Bart uit bed, en die kalmeerde en douchte zijn dochter, terwijl ik het bed ververste en een proper donsdeken uit de kast haalde. We waren ongeveer gelijktijdig klaar, en dus zette ik een emmer naast Mereltjes bed, en stopte haar weer netjes in, in de hoop dat het de clementijn was die op haar maagje was blijven liggen, en die ze dus had overgegeven.
Niet dus.
Toen ik haar ’s morgens om zeven uur uit haar bed wilde halen, had ze opnieuw gekotst, maar had ze blijkbaar ook zware diarree gehad. Ze had me alleen niet durven roepen, denk ik, omdat ze weet dat een pamper enkel nog dient om in te plassen. Enfin, ze ging opnieuw de douche in, en ik ververste nog maar eens het ganse bed. Ze wou echter niet meer slapen, en kwam mee naar beneden. Ik was blij dat ze nog een emmer naast zich had staan, en dat ik haar een verse pamper had aangedaan, in plaats van een onderbroekje, want het bleek effectief een stevige buikgriep, het arme kind. Na nog een viertal verse emmers en verse pampers stak ik haar rond tien uur toch in haar bed, ondanks het protest dat ze liever in de zetel wilde blijven liggen. Ik stopte haar stevig onder haar dekens, liep naar beneden om de emmer te halen, en tegen dat ik, een tiental seconden later, opnieuw naast haar bed stond, sliep ze al.
Dat heeft ze gedaan tot kort na de middag, en toen zag ze er al meteen een heel pak beter uit, en wilde ze zelfs een glaasje water.
Bart was intussen ook thuis gekomen: ook hij voelde zich niet meteen lekker, en hij had meteen ook eten voor me meegebracht, want het was niet alsof ik het huis uit kon. Onze plannen om samen ergens te lunchen en dan naar het SMAK te gaan, zullen dus voor een andere keer zijn. Soit.
In elk geval zag ik haar zienderogen beter worden, en tegen de avond ging er zelfs een yoghurtje in. Ze was ook weer volop aan het spelen, en niet langer het hoopje ellende van ’s morgens. Intussen was Bart ook half geveld, en gaf dat het volgende beeld in de woonkamer tegen ’s avonds:
Allemaal zeer sociaal bezig dus, en Merel bij haar broer, daar waar ze zich volkomen veilig voelt.
Tegen morgen zal ze wellicht wel weer in orde zijn, mijn kleine muis.
365 – 13 november 2014 – zieke Merel is ziek
En dan het familiefeest
Merel had vrijdag haar verjaardag op school, zaterdag kwamen de vriendinnetjes spelen, zondag kreeg ze dan de cadeautjes van ons, en vandaag kwam de familie. Het kind gaat niet kunnen zeggen dat ze niet gevierd werd…
Ze wilde wel heel graag aardbeientaart, maar die kan je niet meer kopen in november, blijkbaar. Maar gewone aardbeien waren er, tot mijn verbazing, wél nog. En dus stonden Merel en ik deze voormiddag aardbeientaart te maken, volgens recept van Jeroen Meus. Het kruimeldeeg was lekker, maar véél te veel en dus te dik. Tsja. Ik had met dezelfde hoeveelheid deeg nochtans nog een tweede taartvorm bekleed, voor een druiventaartje dan maar. Ook van de gele crème was er meer dan genoeg voor beide taarten, en dan had ik nog niet eens de slagroom erbij gedaan. Gelukkig waren ze wel lekker, ja.
Merel kreeg massa’s cadeautjes, amuseerde zich te pletter met haar twee nichtjes Liv en Marie-Julie, en maakte van haar netjes opgeruimde kamer opnieuw een puinhoop. Tsja.
Veel foto’s zijn er niet, want die heeft Dirk gemaakt. Ik heb alleen heel even mijn camera genomen, toen mijn ma met Bo begon te spelen, en die dat blijkbaar fantastisch vond.
Bon, alweer een geslaagde namiddag, medunkt.
365 – 11 november 2014 – feest
Vier jaar prinses
Merel,
vandaag ben je vier jaar geworden. Aan de ene kant lijkt het aan geen kanten zo lang, aan de andere kant ben je al altijd in ons leven, en kan ik me eigenlijk niet meer voorstellen dat je er niet was.
Als ik je moet beschrijven zoals je nu bent, zou dat zijn: een lief, vrolijk maar koppig en eigenwijs prinsesje. Laat ik het je even uitleggen.
Je bent in de eerste plaats echt wel lief. Je komt knuffelen, maar je zorgt ook voor ons. Als je iets gekregen hebt, ga je spontaan delen met je broers, zonder bezitterig te zijn of zo. Dat is bij vierjarigen eerder zeldzaam, heb ik me laten vertellen. En je bent oprecht bezorgd als iemand van ons zich pijn heeft gedaan, of ziek is.
Vrolijk: je zingt en danst de hele dag door. Al bij het opstaan krijg ik een gigantische grote glimlach van jou, en dan huppel je naar de badkamer. Papa en ik moeten echt soms zeggen dat je eens eventjes moet zwijgen, wanneer je hier in de woonkamer speelt: je speelt met je poppen en je knuffels, maar eigenlijk zing je hen gewoon toe. Dat is best wel leuk, maar soms ook heel vermoeiend. En als je eens slechtgezind bent, of je bent kwaad op ons, duurt dat nooit lang. Voor we het weten, zit je alweer te lachen. En – je broers zullen dat beamen – je hebt de meest fantastische lach die er is: ongelofelijk spontaan en aanstekelijk. Als jij begint te lachen, kunnen wij niet anders dan met je meelachen. En geloof me, je kan gigantisch schateren, zelfs tot je erbij omvalt, letterlijk.
Koppig ben je ook, helaas. Als je iets niet wil, dan wil je het niet, en dan moet ik je desnoods gewoon laten staan. Of als je dan begint te brullen, gewoon in de gang zetten tot je gekalmeerd bent. Vooral over kleren ben je bijzonder gedecideerd, en daarin ga ik je ook niet forceren. Je krijgt kleren langs alle kanten, en je hebt dus keuze te over. Je wil bijvoorbeeld geen lange broeken dragen. Rokjes en kleedjes, in de winter met een kousenbroek, en dat is dat. Soms heb ik zelfs moeite je te overtuigen om een rokje aan te doen, want je hebt je zinnen gezet op kleedjes. Soms snap ik gewoon niet dat jij mijn dochter bent, zó hard ben je een meisje-meisje, met je roze, je kleedjes, je prinsessen, je diademen, je lange blonde haar, en je kleine maniertjes. De jongens lachen zich soms een breuk met jou, en als je dan verontwaardigd reageert, lachen ze zo mogelijk nog harder. Maar jij, jij kan hen eigenlijk gewoon alles laten doen. Je windt hen rond je kleine kokette vingertje als geen ander, en zij beseffen het, en vinden het geeneens erg.
Eigenwijs, dat hangt een beetje samen met het vorige, lieverd. Je weet verdomd goed wat je wil, en op welke manier je het wil, en desnoods ga je het ons met handen en voeten uitleggen. Hoe vaak ik op een dag hoor: “Maar mama, zo niet!” Dan roloog je heel hard, en doe je netjes voor wat ik moet doen.
En ik, ik kan je soms achter het behang plakken, maar nog veel vaker zou ik je gewoon kunnen opeten, met je grote blauwe kijkers en je prachtige haar. Ik zie je zo ongelofelijk graag, meisje, en weet je wat nog het leukste is? Dat ik er honderd procent zeker van ben dat dat wederzijds is.
Gelukkige verjaardag, prinses van me!
365 – 09 november 2014 – vier jaar
Overvolle dag, en op een of andere manier toch stressvrij.
De dag begon eigenlijk, achteraf gezien, toch wel behoorlijk stressvol. Ik wilde om half negen op de rugby zijn voor een vergadering met ontbijt, maar ben pas rond twintig over acht wakker geschoten. Kobe was me namelijk om zeven uur komen wakker maken, en ik had hem gezegd dat hij om acht uur moest terug komen. Niet dus. Bon, ik kan gerust op tien minuten klaar zijn, maar Kobe was nog rustig in pyjama op zijn iPad aan het spelen. Hij moest zich nog aankleden, zijn gerief samen zoeken en ontbijten, en hij is zo al niet van de rapste in dat soort dingen. Zucht.
We waren dus behoorlijk te laat op die vergadering. Kobe ging meteen spelen op het veld, hij had later match. Ik kreeg gelukkig nog een samenvatting te horen, speelde twee zalige koffiekoeken naar binnen, en zag toen Gwen met haar twee meisjes binnenwandelen. We kletsen wat, en gingen toen naar de matchen kijken. Ik geef het toe: ik heb van Kobes team niet zo veel gezien, omdat de U8 eigenlijk nog maar wat aanmodderen, en de U12 toch al echt rugby spelen, met posities en al. Wolf speelde niet eens mee, maar Ernest wel, en ik heb Gwen dan maar de basis van het spel uitgelegd.
Na een tijdje verdween zij richting Bleau voor de klimtraining van de meisjes, maar kwam haar schoonvader iets later supporteren. Ik heb Frans dan ook maar de basis van rugby uitgelegd ^^
Het zalige weer zorgde ervoor dat ik helemaal ontspannen thuiskwam. Bart had voor eten gezorgd, en ik moest enkel nog Merel helpen haar kamer op te ruimen, slingers op te hangen, boodschappenlijstjes op te stellen, het huis meisjesproof te maken, en mezelf mentaal voor te bereiden op vier gillende vier- (en vijf-)jarigen. Want ja, morgen wordt Merel vier, en dus mocht ze drie vriendinnetjes uitnodigen voor een feestje. Er waren dus vier prinsessen: Lieze en Flore, haar allerbeste vriendinnen, en Oona, Flores zusje van een jaartje ouder.
Man, er is gegiecheld, gegierd, gegild, gegieberd, en bij momenten was het onheilspellend rustig. Merels kamer was na afloop een even groot slagveld als voordien, en toen was het gewoon niet te overzien.
Er waren cadeautjes, en er was taart en fruitsap, op prinsessenborden.
Ze speelden buiten in het zalige weer.
Tussendoor ben ik – Bart was aan het koken voor ’s avonds en was dus thuis – nog naar de Zeeman gereden om vier roze T-shirtjes, om ze te kunnen versieren met textielstiften, iets wat de dametjes blijkbaar zalig vonden. En toen we met een bord poffertjes aan kwamen zetten, zo tegen vijf uur, heb ik nog nooit zo’n bord zó snel leeg zien worden.
Merel was pompaf, maar dolcontent, en meer moet dat niet zijn.
Rond half vier was Sarah nog toegekomen, met Marne en Nand, om Merel een gelukkige verjaardag te wensen, en een ongelofelijk schattig kleedje cadeau te geven. Die bleef gezellig kletsen, terwijl ik dessert maakte voor ’s avonds. Het voorgerecht moest even wachten, want Bart was van de winkel teruggekomen met de boodschap dat hij geen Sint-Jacobsvruchten had gevonden. Ik was eerder, tussen het meisjesgegil door, al gaan kijken in Lidl en Colruyt, zonder succes. Dus toen Sarah rond half zes doorging, reed ik nog snel naar de viswinkel in de Bevrijdingslaan, waar ze nog net vijf stuks liggen hadden. Oef.
Tegen half zeven was ik terug, net op tijd om het voorgerecht te maken, het huis vrij van verjaardagsfeestjessporen te maken, mezelf om te kleden, alles gezellig te maken, en om kwart voor acht Gwen en Erik te ontvangen.
De rest van de avond was zonder meer bijzonder fijn. We kletsten, discussieerden, aten lekker, staken de draak met elkaar, en hadden een avond zoals je die alleen met oude vertrouwde vrienden hebt.
Al bij al best vermoeiend, zo’n dag, maar wel zalig.