Tuinkist

Wolf was vrij categoriek vorige week, toen de kinderen samen de garage en het tuinhuis aanpakten: de tuinkussens moesten een andere plaats krijgen, bij voorkeur in een kist in de tuin.

Ik gaf hem geen ongelijk: momenteel liggen ze in de garage, en liggen ze in de weg als ik met mijn fiets moet passeren. Maar vooral: het is een ongelofelijk gedoe om ze binnen en buiten te leggen, en ik kan het zelf niet, ik moet telkens een beroep doen op de huisgenoten.

Gisteren sommeerde ik Kobe om mee een kist te halen in de Brico, of om op zijn minst toch eens te gaan kijken. Jawel, een exemplaar dat nét groot genoeg was, kon onze goedkeuring wegdragen en werd dan ook prompt door Kobe en een zeer bereidwillige medewerker van de Brico zelf weggedragen naar de auto. 130 euro armer en een half uurtje gepuzzel van Kobe later, stond er een kist te pronken in de tuin. De kussens kunnen er nét in, want we hadden de buitenafmetingen gerekend en niet gezien dat er binnenin een boord was van 5 cm rondom. Ach ja, het lukt.

En toen zag Merel de kist, gevuld met zalige zachte kussens, op een lekker warm plekje, en heeft ze ze meteen, zoals een heuse kat betaamt, geadopteerd als chill plekje. Als in: je gooit er een van de kussens uit, neemt je gsm mee, en installeert je in de kist met het deksel half dicht. Warm, zacht, afgezonderd en perfect van grootte.

Ik was haar meteen een uurtje kwijt, jawel.

Maar ik moet het toegeven: ’t is wel een gemak, die kist.

Scrapbooking

Merel was al een tijdje aan het knutselen geslagen met kaartjes en zo, en ze kwam me een pagina tonen die ze gemaakt had als vakantie-agenda, zo heel netjes overzichtelijk met kleuren en vakjes.

Meteen introduceerde ik haar in het concept scrapbooking en kreeg ze mijn bullet journal, iets wat ik een aantal jaren geleden gekregen had van Bart in de hoop mijn chaotische geest een beetje meer onder controle te krijgen, maar wat aan geen kanten werkt voor mij, integendeel, ik word er zenuwachtig van.

Er staan allerlei voorbeelden in van leuke kadertjes, titels, grafiekjes, en de blaadjes zelf hebben heel lichte puntjes zodat je perfect rechte lijnen kan trekken en dergelijke. Merel was meteen door het dolle heen: ze zag het helemaal zitten!

Ze ging meteen aan de slag en maakte al een paar pagina’s met het materiaal dat ze had. Woensdag reden we dan ook even tot aan de Action om er extra materiaal te halen, zoals stickertjes en vooral heel veel soorten washi tape.

Helaas doen we nu echt vrijwel niks, zodat er ook niks te scrapbooken valt, zoals bv de impressie en het toegangsticketje van een museum of zo. Ze maakt dan maar moodboards, zoals je hierboven kan zien. Eentje voor pasen, eentje in grijstinten, eentje voor een zeemeermin en een zomerimpressie.

En toen zat ze zonder inspiratie en deed ik haar een kort nonsensgedichtje aan de hand, en ging ze nog voor de herfst en de liefde ook.

Intussen is er weer papier voor zo’n heel klein fotoprintertje dat je rechtstreeks op je telefoon aansluit en kan ze ook daarmee aan de slag.

Ik heb echt wel het gevoel dat ons dochter een nieuwe hobby heeft ^^

 

Bekskes!

Toen Merel gisteren douchte, vroeg ze om haar nog halfnatte haar meteen in te vlechten, zo twee van die vikingvlechtjes. Op zich zijn die heel mooi, maar het was niet alsof ze buiten moest zijn, vandaag. Ze had echter een heel duidelijk doel voor ogen: bekskes! Zelf kende ze dat woord niet, maar mijn Gentse kuisvrouw zei dat toch ook meteen zo.

Het resultaat was… overweldigend, vond ik. Wat een bos haar!

Ze was apetrots en ik was pokkejaloers.

En ze is van plan om vaker in de loop van de zondag te douchen en het mij dan te laten invlechten, zodat ze op maandag zo naar school kan.

ijdeltuit!

Van fietsen en andere rommel

Merel is nooit een held geweest in fietsen. Correctie, ze kàn fietsen, maar ze durft gewoon niet. Allez ja, toch tot voor kort. Want ze is veel veranderd de laatste tijd – ik knik richting psycholoog – en heeft veel meer zelfvertrouwen gekregen.

De voorbije dagen heeft ze doorgebracht in het stralende weer bij haar vriendinnetjes in de Lange Velden, met de fiets. Ik ben maandag nog met haar meegereden, heen en terug, net zoals vorige woensdag, en zag dat ze dat prima deed. Op het enige plekje waar ze zich niet zeker voelt, heb ik haar geleerd dat ze beter gewoon afstapt, te voet oversteekt, en dan verder fietst.

Gisteren is ze alleen gegaan, met een heel bang hartje, maar ze heeft dat fantastisch gedaan.

Vandaag wilde ik met haar eerst tot aan de bibliotheek fietsen en daarna helemaal tot in Mariakerke, naar de Action. Ze heeft namelijk een nieuwe hobby, scrapbooken – later daarover meer- en kon dus wat extra knutselspullen gebruiken.

Alles ging prima tot we ongeveer ter hoogte van de Delhaize waren, op een ambetant, druk stuk zonder fietspaden, en toen sloeg ze plots in paniek. Ik was een tiental meter achter haar – vergeet eens uw elektrische fiets aan te zetten, dan geraakt ge geen meter vooruit – en ze was me kwijt. Enfin, een beetje verder gereden, zij al huilend, en dan had ze kramp in haar rechtervoet toen we iets of wat voorbij de Groenestaakstraat waren. Ik probeerde haar te troosten en vroeg haar om nog een klein beetje verder te rijden, zodat we op een bankje konden zitten aan het dienstencentrum. Koppig als haar moeder ging ze dan maar meteen ook de brug over en hadden we een kwartiertje – ook de Action is op afspraak – op een bankje aan ’t veld. En toen kwam het er plots allemaal uit: dat ze zelf naar Lieze was gefietst, maar dat er in het klein straatje een eikel haar omver had getoeterd en had geroepen naar haar, en dat ze helemaal haar kluts was kwijt geweest. Yup. Omdat een klootzak in een ministraatje geen tien seconden langer kan wachten – het straatje is misschien vijftig meter lang – en een meisje van tien op een kleurige fiets per se moet voorbijsteken. Ik wens hem veel jeuk en korte armpjes.

Bon, toen kalmeerde ze helemaal, gingen we vrolijk een ganse bak knutseldinges kopen en fietste ze vrolijk – jawel! – met mij terug via de Lange Velden, langs autoluwe en autovrije straten.

Ze was moe van die tien kilometer, haar poep deed pijn van het zadel, maar eigenlijk heeft ze dat fantastisch gedaan, die dochter van mij. En ja, ik weet dat veel kinderen op hun tiende veel verder fietsen, maar dan hebben ze niet die ongelofelijke onzekerheid van de mijne, en fietsen de ouders wellicht ook zelf meer.

En morgen? Morgen gaat ze wellicht weer op haar eentje naar Lieze of Julie. En steekt ze een denkbeeldige middelvinger op naar idioten in kleine straatjes.

Merel wil een simkaart

Merel heeft eigenlijk al lang een eigen GSM, een afdankertje van ons. Alhoewel, ‘afdankertje’ is misschien niet helemaal het juiste woord bij een iPhone 7 of zoiets. Maar als Bart nu eenmaal als een freak de nieuwe iPhonemodellen verzamelt, vaart de rest van het gezin daar wel bij, ja. Je hoort mij niet klagen.

Ze kon dat ding echter alleen maar gebruiken als ze wifi had, want een simkaart, nee, dat zat er nog niet in. Hangouts met de vriendinnen? Uren aan een stuk, jawel. Maar eigenlijk wou ze zeer graag ook op Whatsapp kunnen, en op Snapchat, en ook ergens anders online gaan, en zo.

Op kousenvoetjes kwam ze ons dat vragen, en Bart repliceerde laconiek: “Kobe heeft, toen hij naar de Slimste Mens wilde kijken, een presentatie gemaakt met zijn argumenten. Doe maar.”

Iet of wat beteuterd maar ook wel hoopvol verdween ze weer. En plots, ’s avonds, stond ze hier met haar computer, klaar om aan te sluiten op het tv-scherm. Ze had zich zelfs, zoals het hoort in haar wereld, speciaal omgekleed in wat het dichtst een ‘zakenvrouw’ benadert.

De tekst op de slides is hilarisch…

Ze had zelfs badges gemaakt om rond onze nek te doen, zoals bij een echte verkiezing. Tsja.

En dus is er momenteel een nieuwe simkaart in behandeling bij Mobile Vikings. Je had haar moeten zien stralen…

Eén hobby…

Merel heeft het er bij momenten wel lastig mee, met die “één hobby” regel per kind.

Voor de inhuizige pubers was er minder een probleem: Wolf doet al een tijdje geen muziekles meer, en de rugbytraining is op zich wel weer opgestart in kleinere groepen, maar Wolf vindt het sop de kool niet waard. Hij vindt het veel te risicovol om daar met compleet onbekende mensen full contact te gaan, en ik geef hem daarin gelijk. Ze trainen wel, maar er is toch geen competitie momenteel.

Kobe doet geen sport meer, maar fagotles mag gelukkig wel omdat dat apart is en de leraar afstand kan houden. Het wordt trouwens ook gezien als les, niet als hobby. Zijn orkest, het GEJO, staat dan weer al bijna een jaar on hold: dat kan natuurlijk niet doorgaan met al die spelers in één ruimte die dan nog eens enthousiast aan het toeteren zijn.  Scouts doet hij intussen wel, als enige activiteit: twee keer per maand buiten in een groepje van tien, dat is netjes afgemeten en geregeld.

Maar Merel heeft het er wel lastiger mee. Muziekles mag nog omdat ze maar met tien zijn onder de twaalf jaar. De twee iets oudere krijgen apart les, niet in groep. Ook haar blokfluitles mag doorgaan: twintig minuten in plaats van een uurtje, dus apart en niet met drie samen. Tsja. Niet zo erg. En zoals gezegd telt dit niet als hobby maar als les.

Maar daarnaast doet ze nog een uurtje dans op vrijdag en normaal gezien op zondag de scouts. Aangezien dit wel in groep is, mag ze maar eentje kiezen, en dat is dans geworden. Dat doet ze met haar beste vriendinnen, en die scouts, daar zitten die vriendinnen ook wel in, maar da’s in een grotere groep en altijd buiten en dus een pak kouder. Eén vriendinnetje heeft atletiek gekozen in plaats van dans en volgt de les van thuis uit. Dat dat kan, vind ik fantastisch: de juf zet ook daar een camera op en ze kunnen volgen.

Een andere vriendin heeft twee keer dans en twee keer scouts gekozen, maar Merel wilde toch liever gewoon dans. Allez, liever allebei, maar dat kan nu niet. Ik ben al lang blij dat ze ook de muziekles en blokfluit mag blijven doen.

Zucht.

Ik heb zo’n medelijden met de kinderen en jongeren momenteel. Onbezorgd kind of puber zijn zit er niet in. Ugh.