Pictionary

Ons witbord hier in de keuken wordt voor vanalles gebruikt: de veertiendaagse gezinskalender, het ophangen van alle mogelijke briefjes, het tekenen van skere kaarten van Europa om iets uit te leggen, het noteren van een telefoonnummer, dat soort onzin.

Soms wordt er ook pictionary op gespeeld, jawel. Merels twee vriendinnetjes kwamen spelen, hadden zich al geamuseerd met allerhande andere dingen die prepubermeisjes op hun kamers uitspoken, kwamen toen een vieruurtje halen en bleven hangen aan het bord. En mama, mama mocht dingen verzinnen om te tekenen, zoals jeansshortjes, springtouwen, mezenbollen…

Er zijn tranen gelachen met sommige tekeningen en sommige suggesties, en ik vond het zalig om vanuit mijn zetel – waar ik een poging deed om te werken – vast te stellen hoe hard ze konden giechelen.

Zo’n witbord in uw keuken, ik kan het alleen maar aanraden.

Eerste prik voor Merel

Het was met een bang hartje – eentje dat duidelijk nogal snel klopte – dat Merel naast me in de auto richting vaccinatiecentrum zat. Spuitjes, nee, ze is er geen held in.

Ter plaatse zag ze de stroom kinderen die ernaartoe gingen en terugkwamen, en ja, ze leefden warempel nog allemaal. Ze kneep in mijn hand en stapte dapper verder. Aan de ingang stond een koppel tropenreizigers ons op te wachten met een antibacteriële gel, achter hen stond een heuse olifant en wat verderop lag een tijgerin met kittens. Ah bon? Jawel, de hal was omgetoverd tot een halve jungle, “Let it go” schalde door de boxen en Merel kreeg zelfs een potloodje en een tekenspelletje in de hand gedrukt. Intussen werd haar ID-kaart gescand en dergelijke, maar zelfs mijn zesdestudiejaartje was afgeleid, en dat was perfect, ze had het niet eens door. Helaas, op de evenwichtsbalk werd ze wel krokodillenvoer…

Een meer dan vriendelijke, zeer professionele dame stelde haar nog wat later op haar gemak, legde geduldig uit wat ze precies ging doen, en gaf haar zonder problemen haar inenting. Merel opgelucht, ik opgelucht.

We wachtten nog een kwartiertje in de wachtzaal, terwijl een al even vriendelijke assistente vrolijk kwam kletsen. Ze wist te vertellen dat ze de vorige weken, bij de boosterprikken van de volwassenen, tot meer dan 6000 prikken per dag gaven, minder dan 1 minuut per persoon bij de verpleegkundige van dienst. Als volwassene heb je net graag dat het snel en efficiënt gaat. Bij de kinderen hadden ze in dezelfde tijdsspanne 900 prikken voorzien: veel meer tijd dus om alle kinderen op hun gemak te stellen. En als het een uur duurt om eentje een prik te geven, dan is dat maar zo.

Merel huppelde nog net niet naar buiten, deed nog snel even een limbo aan de uitgang, en zag dat het goed was.

Die tweede prik, dat wordt een fluitje van een cent. Dankjewel, Stad Gent, voor je helden!

Raamconcert

Een van de pedagogische doelen van het muziekonderwijs is ervoor zorgen dat de leerlingen regelmatig op een podium staan, dat ze geen podiumvrees meer hebben. Nu, in deze coronajaren valt zo goed als alles weg, ook de hele kleine luistermomentjes voor de ouders.

Tomma, Merels blokfluitlerares, organiseert regelmatig klasconcertjes waarbij de ouders kunnen komen luisteren. Vorig jaar op het einde van het jaar hadden we zo’n concertje in een grote tent in de binnentuin, ook coronaveilig dus.

Nu was Tomma zelf ziek, maar haar vervangster, Rein, ging voor een raamconcert. De blokfluitklas heeft grote ramen en het was de bedoeling dat wij als ouders met een mondmasker op straat kwamen luisteren. Op het moment zelf bleek het nog iets praktischer om het venster aan de binnentuin te gebruiken, aan een ander klaslokaal. Alleen had de leerkracht niet helemaal door, vermoeden we, dat er rondom de binnentuin nog andere ramen openstonden met andere instrumenten, zoals een zeer enthousiaste drum en en twee toeterende trompetten. Een blokfluit of twee kan daar moeilijk tegenop, maar bon.