Kapper

De rug is al genoeg gebeterd – lang leve de kine – dat ik vandaag voorzichtig met Merel naar de kapper kon gaan. Mijn haar moest dringend af, en ook Merels haar moest grondig worden bijgeknipt. Daarnaast kreeg ze ook opnieuw highlights (baléage) voor haar lentefeest.

Zelf had ik het mijne al opnieuw gekleurd, maar het was veels te lang geworden.

En toen was het dringend tijd om opnieuw te gaan platliggen. Maar ik ben wel blij dat het gelukt is en dat de rug toch zo ver nog wilde meewerken. Oef.

Kleine ramp vermeden

Toen ik gisterenvoormiddag uit de tuin binnenkwam, stormde een radeloos huilende Merel op me af.

Ze had haar lange blonde lokken willen brushen met een ronde borstel, maar die dingen zijn vreselijk gevaarlijk: als je eerst in de ene richting draait, en dan in de andere richting zonder dat je je haar hebt losgemaakt uit de borstel, krijg je een gigantische knoop. Merel had geprobeerd het los te maken, en het werd alleen maar erger.

Ik heb geen foto van het haar met de borstel erin, ik denk dat Merel me dan helemaal dood had gedaan. Maar ik heb haar wel gerustgesteld en gezegd dat het goed zou komen, al was ik daar eigenlijk helemaal niet zeker van. De borstel zat namelijk echt compleet vast, en ik weet dat je soms niks anders kan dan het haar knippen. Hmmmmm….

Na eventjes contempleren – en innerlijk dus ook een beetje panikeren, al merkte Merel daar niks van – besloot ik om met een kniptang alle sprietjes van de borstel af te knippen, zodat ik tenminste dat uit haar haar kon krijgen. Ik heb natuurlijk af en toe ook wat van haar haar mee gehad, en het was een geduldwerkje, maar een twintig minuten later was Merels haar toch al borstelloos.

Alleen… Hoe ging ik die knoop er nu uitkrijgen? Gelukkig was Arwen hier, die een antiknoopmiddel bij had. Ik heb Merels haar heel grondig ingespoten daarmee en ben voorzichtig, lokje per lokje, beginnen uitkammen. Ik haalde er ook wel wat afgeknipt haar uit, jammer genoeg. Na een half uur zag het er zo uit:

Nog wat later was het leed geleden, al is ze wel wat haar kwijt. Gelukkig heeft ze een volle haarbos en was het niet helemaal vooraan, zodat de schade eigenlijk niet zichtbaar is. Oef.

Lang leve de anti-klitspray en het geduld en de kniptang van moeder.

Aards Paradijs

Ha, eindelijk! We hebben een zaal voor Merels lentefeest!

Ik was eerst op zoek naar iets tussen Gent en Ronse, maar dat bleek een bijzonder moeilijke opgave op een zondagmiddag voor 20 personen, met een tuin en een deftig niveau van eten.

Uiteindelijk is het het Aards Paradijs in Merendree geworden, het restaurant van Lieven Lootens waar we ooit zelfs nog een etentje van het toenmalige Netlash hebben gehouden. Het heeft een heel fijn terras, een tuin die ideaal is voor pakweg kubben, maar niet voor voetballen. Tot vorig jaar had het ook een Michelinster, maar die is intussen verdwenen. Het eten is dus wel degelijk nog steeds op niveau.

Merel en ik zijn vandaag naar ginder gereden en hebben het menu besproken: aperitief met hapjes, iets met langoustines, dan iets met asperges, dan eendenborst en dan een dessert met aardbeien en chocolade. En voor de kinderen garnaalkroketjes, biefstuk met frieten en sla en hetzelfde dessert.

Hij ging ons eerst in het restaurant zelf zetten, maar besloot daarna toch om ons aan de andere kant van de ingang en de bar te zetten, in de tuinkamer met heel erg veel licht en een eigen tuin. Dik in orde!

Merel zat te glunderen, ze zag het helemaal zitten. En duindoornbessap is blijkbaar bijzonder lekker, zo verzekerde ze me. Ik kreeg een koffie en at ook de meeste hapjes erbij op :-p

En uiteraard moesten we daarna nog een enkele geocache oppikken, dat was ze me wel verplicht, toch?

De kleren maken de vrouw

In de krokusvakantie waren Merel en ik al een eerste keer gaan kijken voor kleren voor haar lentefeest. Heel veel hadden we toen niet gevonden: enkel een broek voor haar.

Vandaag reden we naar Lochristi: de volledige Antwerpsesteenweg is daar één grote galerij van winkels, en vooral: het was er niet echt druk. We gingen opnieuw winkel in, winkel uit, maar deze keer vonden we het geen van beide zo erg. En jawel: score! In de JBC paste ze iets anders en griste ik in het passeren nog een T-shirtje mee naar de paskamer: bingo! Een heel eenvoudig, poepsimpel zwart croptopje met korte mouwen, maar dat was precies wat ze wilde!

We keken verder en vonden voor mij warempel ook nog een kleedje, in zwart-wit. We weten dus al wat het thema zal zijn ^^ Merel kreeg ook nog haarknijpers die eindelijk groot genoeg waren en nog een paar kleine dingen, en ze was helemaal opgewekt! Nu enkel nog schoenen, en ze is er.

Morgen gaan we ook kijken voor een zaal, al heb ik die eigenlijk al min of meer vastgelegd, aangezien ik er zeker van ben dat het in orde zal zijn.

Enfin, voor een keer een bevredigende namiddag shoppen zonder dat we er allebei een slecht gevoel en koppijn aan overgehouden hebben.

Nu nog de zaal, de schoenen, het kapsel, de foto’s en de uitnodigingen. We hebben nog een goeie maand…

Junior journalist

Net zoals Kobe in 2018 deed ook Merel dit jaar mee aan de Junior Journalist wedstrijd van het lokale Davidsfonds. Alle vijfde- en zesdejaars van haar school deden mee, net zoals de zesdes van de andere lagere school, in totaal zo’n 200 kinderen, vermoed ik. Op zich was het niet zo’n prestatie om bij de winnaars te zijn: per klas zijn er 5 winnaars die elk een boek krijgen, en Merel is nogal taalvaardig, zou je kunnen stellen.
De vraag was alleen: de hoeveelste zou ze in het totaal zijn?

Na een korte toespraak van de schepen van Onderwijs Elke De Cruyenaere kwam die spannende prijsuitreiking, en tot haar grote verbazing – maar iets minder die van ons – bleek ze toch wel te winnen, zeker? Ze was helemaal haar kluts kwijt en zag het dan ook niet zitten om zelf haar verhaal voor te lezen. Ik heb dat dan maar gedaan voor haar, terwijl zij naast mij stond.

En dat verhaal? Dat vind ik, om eerlijk te zijn, ook écht wel goed.

Hoi mijn naam is Merel!
Als je dit leest, ik kom uit de toekomst.
2053 om precies te zijn.
Het leven is heel wat anders nu, Covid 19 is nog steeds bezig en je zou zeggen dat het goed is, dat ze betere technologie hebben, maar dat is niet echt het geval. Het is een beetje gek geworden. Als je minstens 50 keer hoest of niest per dag gaat er een alarm af en dan moet je in isolatie voor 14 dagen. Dus ik zou opletten als je een verkoudheid hebt.

Je wil waarschijnlijk wel weten hoe een normale dag bij er bij mij uitziet. Wel, mijn dag begint zoals altijd, mijn wekker gaat. Bob (mijn persoonlijke robot) komt mij mijn ontbijt brengen, de virtuele kast kiest mijn outfit en ik stap in de zelfrijdende auto. Terwijl de auto zachtjes begint te rijden, klap ik mijn agenda open om te kijken welke vergadering ik vandaag heb.
Oja, ik was vergeten te vertellen wat ik mijn job is. Ik ben baas van een bedrijf dat robot katten maakt. Het bedrijf heet “create your own cat”. Je kan je eigen kat instellen hoe je maar wilt, ze eten of drinken niet en ze voelen net echt. Cool toch?
Maar goed waar was ik? Ah ja ik was mijn agenda aan het bekijken. Terwijl ik dat doe, parkeert de auto in de parkeer plaats. Ik loop naar binnen en doe de deur open met de chip in mijn hand. In die chip zitten al mijn gegevens opgeslagen, bijvoorbeeld: mijn bankkaart, mijn covid safe ticket voor mijn 17e vaccin en natuurlijk de sleutels van mijn huis en werk.

Wanneer ik binnenstap, komt Leonie, één van mijn werknemers, naar me toe en zegt dat we een probleem hebben. “ De katten slaan op hol, overal hebben we klachten gekregen dat de katten hun baasjes bespringen en verwonden.” zegt ze.
In paniek ga ik samen met Leonie naar mijn bureau om het probleem te bespreken. Ik heb de hele dag gedacht, en veel overlegd met mijn collega’s. Blijkbaar waren er nog meer robots stuk, niet alleen bij ons is dat een probleem. Over de hele wereld zijn er problemen met de technologie. Al snel wist heel de wereld wat er aan de hand was. Alles begon langzaam kapot te gaan zelfs gloednieuwe dingen. Het probleem was dat niemand wist waarom en hoe we het opgelost kregen. Mijn bedrijf en ik gingen razendsnel aan de slag met oplossingen te bedenken. Misschien konden we nieuwe dingen bedenken, want natuurlijk wou niemand nog robot katten kopen, wat betekende dat ons bedrijf heel snel failliet kon gaan. We lieten wetenschappers komen om onze katten te laten onderzoeken maar niks bleek te helpen en dus besloot ik, zoals veel andere mensen dat doen, ons bedrijf tijdig te sluiten. Ondertussen werk ik nu een laboratorium om oplossingen te zoeken voor het wereldwijde probleem. Veel van onze nieuwe uitvindingen zijn kapot, maar we denken dat we een speciaal soort materiaal gebruikt hebben en dat dat de reden is waarom alles op hol geslagen is. Na een paar lange nachten hebben we eindelijk een oplossing gevonden. In het nieuwe metaal dat we gebruikten, zat er een vloeistof die er voor zorgt dat er kortsluitingen komen, wat leidt tot dit. Het is goed nieuws dat we weten wat er aan de hand is, maar wat we eraan gaan doen weten we nog niet.

Een paar weken zijn gepasseerd. De wereld stort nu pas echt in. We zijn hopeloos, het voelt alsof we een oorlog voeren met de technologie. Alles waar we aan gewerkt hebben in deze 30 jaar is weg. Ik heb al lang niet meer goed geslapen, ik lig wakker na te denken over hoe we dit gaan oplossen.
Plots heb ik het, de oplossing! Ik kruip uit bed, trek mijn kleren aan en ga naar het laboratorium. Ik zit de hele nacht te werken aan mijn idee tot plots iemand binnenstormt, het is Louise, mijn beste vriendin en collega.
Ze kijkt heel verward. “Wat in hemelsnaam doe jij hier?” vraagt ze. Ze verschiet wanneer ik roep: “Ik heb het! Ik weet hoe we dit kunnen oplossen!” “Wat? Hoe dan?!” vraagt ze.
Ik vertel haar hoe ik een vloeistof heb, en dat als je die mengt met de oude vloeistof, alles weer normaal wordt of zelfs beter.
We gillen het uit van vreugde maar dan stop ik haar. Ik zeg: “ Ik ben nog niet zeker of het eigenlijk echt werkt.”
Louise en ik werken samen verder totdat de andere binnenkomen, iedereen kijkt naar ons alsof we totaal gek geworden zijn. Ik vertel wat er gebeurd is en opeens ben ik omringd door duizenden mensen. We werken allemaal super hard aan dit project, alles is ineens super gek geworden. Ik kom op het nieuws, iedereen juicht wanneer ik binnenkom en duizenden mensen vragen mijn handtekening. Maar ik weet niet of ik het wel echt verdiend heb, ik ben nog steeds niet zeker of het wel echt gaat lukken. Ik bedoel, iedereen heeft wel hoop dat er iets gaat gebeuren maar wat als het niet lukt? Dan ben ik een totale loser. Ik werk nog steeds super hard aan het project. Ik heb pas echt hoop wanneer de eerste 4 tests eindelijk werken, iedereen is zo trots op mij.

Een week later is het eindelijk gelukt. Het middel werkt! Ik ben nog nooit zo blij geweest!
En voor ik het weet is alles terug normaal.
Niet helemaal natuurlijk, want ik ben wereldberoemd geworden. Iedereen van over de hele wereld kent mij. Ik werk ook niet meer in mijn bedrijf, Leonie is de baas nu. Ik heb nu een nieuwe job, ik werk in een labo waar ze nieuwe technologie proberen uit te vinden. Ik vroeg Leonie zelf of ze het bedrijf wilde overnemen, ik denk gewoon dat deze job veel beter bij me past en ik vind ze ook gewoon veel leuker. Ik kan nog steeds niet geloven dat dit me allemaal is overkomen, daarom heb ik er een verhaal over geschreven. Ja dat is dit verhaal. Ik hoop dat jullie er van genoten hebben.