Lectuur: “The Unicorn Hunt” (The House of Niccolò #5) van Dorothy Dunnet

Boek 1 en 2 van deze reeks gaf ik vier sterren, boek 3 en 4 vijf. Dit boek gaat terug naar de vier sterren: het leek me eerder een overgangsboek dan wat anders, en de plotopbouw kon me minder boeien.

Nicholas trekt, na de onthulling op het einde van boek 4, naar Schotland met een volledig plan in zijn hoofd. Alleen komen we als lezer absoluut nog niet te weten wat dat plan nu precies inhoudt, terwijl het voor de buitenwereld toch soms rare beslissingen oplevert. Hij trekt een tijd op met het frivole Schotse hof, komt nog maar eens in aanvaring met Simon, maar slaagt er ook in Anselm Adorne, een vroegere medestander, tegen zich op te zetten. Iets wat wellicht nog veel meer gevolgen zal krijgen dan in dit boek alleen al.

Uiteindelijk gaat hij op zoek naar een verloren lading goud, maar tegelijk ook naar zijn zoon, ook al is hij er nog steeds niet zeker van of die wel bestaat. Wellicht is dat dan ook de reden voor de titel: ook van de eenhoorn is het niet duidelijk of die bestaat. Die zoektocht brengt hem van Schotland naar Brugge, Tirol, Cairo, de Sinaïberg, opnieuw naar Cyprus en uiteindelijk Venetië voor een bloedstollende finale. Ondertussen heeft Nicholas blijkbaar ook een gave voor wichelen ontdekt, iets wat toch wat vreemd aandoet in de voor de rest hyperrealistische setting.

En toch…

Toch bleef ik wat op mijn honger zitten. Het gedoe met Gelis begint op de zenuwen te werken, de stapels personages maken het soms wat moeilijk, en af en toe doet Dunnet er gewoon te lang over.

Verfrissend was dan weer het personage van Katelijne Sersanders. Benieuwd wat daarmee gaat gebeuren. Wordt dit Lymonds’ Philippa uit deze reeks?

Bon, wordt duidelijk vervolgd, want er liggen massa’s plotlijnen open.

Lectuur: “Life of Pi” van Yann Martel

Deze stond op mijn lijst van te lezen klassiekers, vandaar. Ik kende de premisse al: jong gastje overleeft schipbreuk met een tijger in zijn bootje. De film had ik nog niet gezien, maar ik vroeg me al af hoe je in hemelsnaam anderhalf uur kunt vullen met tijger en bootje. Wel, vrij vlot, eigenlijk.

Het begint met de oudere Piscine – Pi dus – die het verhaal vertelt van zijn jeugd, en hoe hij op een schip terecht komt waarmee ook wilde dieren worden vervoerd. Een van de meer opvallende trekjes hierin is dat Pi blijkbaar zowel christen als moslim als hindoe is, en dat in India. Dat zorgt uiteraard voor de nodige problemen, en ik snap ook nog steeds niet helemaal de relevantie hiervan. Ja, Pi zal in zijn bootje troost putten uit zijn geloven, maar dat is het wel zowat. Misschien om aan te tonen dat hij over nogal wat fantasie beschikt?

Enfin, de dierentuin van Pi’s vader sluit en het gezin verhuist naar Canada. De dieren worden verkocht en sommige daarvan, waaronder dus de tijger, gaan mee op het schip. Om onduidelijke redenen zinkt het schip halverwege de reis en Pi is de enige overlevende, samen met oorspronkelijk een tijger, een hyena en een gewonde zebra. Oh, en een orang-oetang, dat ook. Na verloop van tijd blijft enkel de tijger over, en eigenlijk is dat, ondanks alle gigantische problemen die dat met zich meebrengt, wel Pi’s redding geweest: het is maar dankzij Richard Parker dat hij de wil behoudt om te overleven.

Na 227 dagen spoelen ze eindelijk aan in Mexico, waarbij de tijger zonder omkijken in de jungle verdwijnt en zo Pi’s hart breekt. Zijn vader had het hem in het begin nochtans nog gezegd: je kan geen vriendschappelijke relatie opbouwen met een wild dier…

In het begin vond ik het boek wat langdradig, maar vreemd genoeg, zodra ze op zee zitten en er eigenlijk dus vrijwel niks te beleven valt, is dat niet meer het geval. Martel kan schitterend vertellen, de spanning in kleine details steken en je soms gewoon ook ontroeren. Af en toe verliest hij zich in (pseudo-)filosofische bespiegelingen, dat wel.

En het einde? Dat is gewoon mooi…

Enfin, geen dikke aanrader, maar zeker geen slecht boek.

 

Lectuur: “Scales of Gold” (The House of Niccolò #4) van Dorothy Dunnet

Boek vier in de reeks, en Dunnet slaagt er opnieuw in het hoge niveau van het vorige boek aan te houden. Net zoals bij The Lymond Chronicles speelt elk boek zich op een andere plaats af.

In boek 1 ontpopt Claes zich tot Nicholas en legt hij de funderingen van The House of Niccolò in Brugge en Firenze. In boek 2 zit hij in de oosterse sferen van Trebizond, boek 3 speelt zich af op Rhodos en vooral Cyprus.

Boek vier neemt Nicholas mee naar Afrika, en meer bepaald via de westkust naar Timboektoe. Het is eigenlijk zijn bedoeling om via het westen een route te vinden naar Ethiopië, maar dat kost hem bijna zijn leven. Nu, dat leven is wel meermaals in gevaar, soms door inheemse stammen, soms door zijn aartsrivaal in de Afrikaanse wateren.
En dan is er nog steeds zijn vader Simon de St. Pol die hem, nu ja, niet genegen is.

Nicholas komt meerdere malen in gevaar, moet herstellen in Timboektoe en blijft daar dan ook meerdere maanden alleen achter, bij zijn vriend Loppe, aka. Umar. Hij is er in goede handen, maar doet vooral aan introspectie.
Op die manier is hij een veranderd man wanneer hij uiteindelijk terug in Brugge aankomt. Is dat ten goede of ten kwade? Dat kom je in dit boek niet echt te weten.
Maar dat zijn persoonlijke leven een heel nieuwe wending neemt, dat is bijzonder duidelijk op het einde van het boek. Ik ben benieuwd hoe hij daarop zal reageren, en dus, ja, een cliffhanger voor het volgende boek.

Het zijn steengoeie boeken, meesterlijk geschreven, en toch… toch… Intussen weet ik wat het probleem is: Nicholas is niet sympathiek. Je leeft niet met hem noch met een van de andere personages echt mee. In The Lymond Chronicles leefde je echt mee met Crawford, hoe leep en geslepen en moordlustig die soms ook was. En er was ook altijd Jerott, of Philippa, die je niet anders dan sympathiek kón vinden.

Maar dit, dit ontbreekt hier. Misschien dat het nog komt, maar na een dikke 2500 bladzijden is het er alvast nog steeds niet.

 

Lectuur: “Eleanor Oliphant is completely fine” van Gail Honeyman

Wolf vroeg me of ik hem dit boek kon bezorgen, want hij had het nodig voor Engels. Meteen heb ik het dan zelf ook maar gelezen, en ik was onder de indruk. Ik zou het zelfs willen voorstellen voor de leesclub, als we die volgend jaar weer van de grond krijgen.

Ik geef het eerlijk toe: in het begin heb ik me een paar keer afgevraagd of ik wel ging verder lezen. Het hoofdpersonage – het boek is in de ik-vorm – spreekt zeer afgemeten, en mijn eerste indruk was dat ze zwaar autistisch is. Niet meteen de meest boeiende lectuur, een zeer repetitief leven: elke dag dezelfde kleren, hetzelfde eten, hetzelfde werk.

(Pas op: minor spoilers. Had je al gepland om het zelf te lezen, dan lees je best niet verder. Wil je een reden hebben om het te lezen? Dan kan het wel, denk ik.)

Maar dan komt het beetje bij beetje naar boven dat Eleanor eigenlijk een zeer, zeer zware jeugd heeft gehad. Dat ze een zeer ongezonde relatie heeft met haar moeder.
Door een stom toeval wordt ze uit haar routine en haar isolement gerukt en daar geeft ze beetje bij beetje aan toe, schoorvoetend. En dan wordt duidelijk – voor mij toch – dat ze eigenlijk niet autistisch is, maar zwaar getraumatiseerd en totaal sociaal onaangepast. Ze heeft, om kort te gaan, nooit leren leven, nooit leren omgaan met mensen, nooit geleerd hoe mensen eigenlijk in elkaar zitten.

Ja, ik was redelijk ondersteboven van dit boek. En eigenlijk ongelofelijk blij om te lezen dat het eigenlijk wellicht, met vallen en opstaan, wel goed zal komen met Eleanor. Ook al weet ik dat ze een fictief personage is.

En die afgemeten stijl? Het boek kon eigenlijk niet anders geschreven zijn.

Een aanrader, echt wel. Echt. Wel.

Lectuur: “Race of Scorpions” (The House of Niccolò #3) van Dorothy Dunnet

Was ik bij de eerste twee boeken van deze reeks nog enigszins gereserveerd, dan vond ik dit boek wél weer helemaal top. Het hoofdpersonage Nicholas eist steeds meer zijn plaats op als leider, positioneert zich nadrukkelijk aan het hoofd van zijn compagnie en zijn beslissingen zijn des te intrigerender.

Dunnet heeft het duidelijk voor personages die geniaal zijn: ook hier is Nicholas een rekenwonder, maar vooral een genie in het plannen, bedenken, intrigeren en manipuleren. Hij beheerst een massa talen, maar dat blijkt in die periode geen uitzonderlijk feit te zijn.

Na de bijna-dood-ervaringen in Trebizond verzeilen Nicholas en een deel van zijn compagnie in Cyprus, aanvankelijk dik tegen zijn zin. Maar tegen sommige tegenstanders zeg je nu eenmaal best geen nee, als je wil blijven leven.

Op Cyprus moet Nicholas zich voorzichtig een weg zoeken tussen twee rivaliserende koningen – enfin, halfbroer en halfzus – die beiden aanspraak maken op de troon, want hij zit wel aan het hof van de ene, maar zijn er in zijn omgeving dan geen mensen die eigenlijk voor de ander werken?

Uiteindelijk heeft Nicholas ook hier een massa doden op zijn geweten, zij het weer onrechtstreeks. En ja, dat leidt duidelijk tot enig trauma, zelfs als hijzelf fysiek redelijk ongeschonden wegraakt uit Cyprus. Een stevig pak rijker, dat wel.

Dunnet slaagt er deze keer wel in – het kan ook volledig aan mij liggen – om het bij moment razend spannend te maken. Haar hoofdpersonage is ook veel gelaagder, gecompliceerder en net daardoor ga je sterker meeleven.

Yup.

Mijn volledige goedkeuring.

Lectuur: “The Spring of the Ram” (The House of Niccolò #2) van Dorothy Dunnet

Bij de nummer 1 van deze reeks had ik mijn bedenkingen: Dunnet schrijft schitterend, maar in vergelijking met haar vorige reeks The Lymond Chronicles viel deze wat lichter uit. Het probleem zat hem vooral in het hoofdpersonage: waar je eigenlijk meteen als een blok viel voor Francis Crawford, heeft Nicholas Van Der Poele lang niet diezelfde aantrekkingskracht. De plots zitten nochtans even vernuftig in elkaar, het verhaal is exotisch en goed geschreven, en toch…

Maar ik moet het toegeven: Nicholas wordt intrigerender naarmate het verhaal vordert. Is hij in het eerste boek nog de weesjongen die zich opwerkt van leerjongen tot baas van de ververij, dan krijgt hij hier veel meer vrij spel. Ja, zijn verleden achtervolgt hem nog steeds keihard, hij moet opboksen tegen vooroordelen en achterdocht, maar er komt meer en meer vlees aan het personage. Nicholas en zijn kompanen – of waren het nu toch babysitters? – verzeilen met enige omwegen in Trebizond – het huidige Trapzon in Turkije – dat zowat het laatste Byzantijnse bolwerk is. Hij moet opboksen tegen zijn rivalen en doet dat op een geniale, zij het bij momenten zeer gewaagde manier.

Het grote verschil met Lymond is dat die zich meteen “entitled” voelde, de macht nam en voor de directe aanpak koos. Nicholas heeft helaas dat privilege niet: hij wordt er steeds aan herinnerd dat hij van zeer lage komaf is en dus sociaal geen enkele status heeft. De directe aanpak zou hem meteen de doodstraf opleveren, en hij moet dus indirect te werk gaan. Steeds vraag je je als lezer af: was dit nu zo gepland, of is dit een samenloop van omstandigheden? Is Nicholas nu echt zo geslepen, of is hij toch nog naïef? Of ben je zelf als lezer nu naïef aan het zijn? Heeft hij nu de dood van bepaalde mensen op zijn geweten of niet?

Bij de Lymond Chronicles was het beste boek veruit hetgeen zich in de Levant afspeelde, aan het hof van sultans en emirs. Ook hier kan Dunnet zich helemaal laten gaan in het beschrijven van de Oosterse omgeving, al gaat ze niet zo ver als de vorige keer.

Al bij al levert het een intrigerend, bijzonder goed geschreven verhaal op. Maar, nog steeds: Lymond it ain’t.

Lectuur: “Niccolò Rising” (The House of Niccolò #1) van Dorothy Dunnet

Mja.

Het is geen Lymond.

Maar eigenlijk is dit echt wel weer een steengoed boek van Dorothy Dunnet. Het speelt zich iets vroeger af dan The Lymond Chronicles, en meer bepaald zelfs in Brugge, wat het wel een extra charme geeft, ja. Dunnet heeft, net zoals bij de vorige boeken, zeer grondige research verricht, zoveel is zeker.

Alleen… ook hier duurde het minstens 200 bladzijden voor ik wat in het verhaal kwam, moet ik toegeven. Ze wisselt weer complete slapstickmomenten – een race doorheen de straten van Brugge op een kaalgeplukte struisvogel, iemand? – af met behoorlijk spannende passages, maar misschien ben ik te snel na de Lymonds om hieraan te beginnen. Het lijkt wel meer van hetzelfde, opnieuw een jong knap hoofdpersonage – maar wel met een compleet andere achtergrond – dat zich een recht op een eigen leven moet banen doorheen stapels tegenslagen en persoonlijke vijanden, met een buitengewone intelligentie. De plot zit opnieuw zeer ingenieus in elkaar, met onverwachte maar niet onlogische wendingen, politieke intriges doorheen gans Europa, persoonlijke vetes en Brugse besognes.

Maar vooral: Nicholas, hoe charmant hij ook moge zijn, is geen Francis Crawford of Lymond. Claes is gewoon te braaf, te… Ja, braaf is echt wel het woord. Hij steekt stommiteiten uit maar vooral, hij bijt niet van zich af, waar Lymond veel harder was.

Ga ik de reeks verder lezen? Ja, echt wel, het blijven steengoeie boeken, geschreven op een hoog niveau. Maar Lymond Chronicles it ain’t…

Lectuur: “Alice in Wonderland” van Lewis Carroll

In één woord: nee.

Ugh.

Ik kende het verhaal uiteraard, van tekenfilms en andere dingen, maar, ugh, nee. Geen idee wat die mens gepakt had toen hij dit schreef, maar het was zelfs geen goeie trip. De tekenfilm van Disney heeft er eigenlijk nog het beste van gemaakt, want het is niet eens zo boeiend geschreven. Uiteraard is het verhaal behoorlijk onlogisch want een droom, maar mijn dromen zijn beter.

Eigenlijk kan ik hier kort over zijn: geen idee waarom dit als een absolute klassieker gerekend wordt. Het taalgebruik is kinderlijk – wellicht inderdaad op kinderen afgestemd –  en het hele verhaal kon me voor geen meter boeien. Best dat het een kort verhaal is, want ik zou het anders gewoon niet uitgelezen hebben, denk ik.

Meh.

Next!

Lectuur: “Checkmate” (Lymond Chronicles #6) van Dorothy Dunnet

Eerlijk? Ik was een beetje teleurgesteld in dit laatste boek van The Lymond Chronicles. Mijn verwachtingen waren wellicht veel te hoog gespannen, achteraf gezien, en het is en blijft een magistraal boek, maar om het op Goodreads nu een hogere score te geven dan Pawn in Frankincense? Nah…

Wat is er dan anders dan in de vorige boeken? Goh…

(Minor spoilers, ik kan niet anders, vrees ik.)

Na alle perikelen wil Lymond nog steeds malgré tout terug naar Rusland, zelfs wanneer hij hoort dat Vishnevetsky Voevoda geworden is in zijn plaats, en hij zelf vogelvrij is verklaard ginder. Hij ziet voor zichzelf absoluut geen toekomst in Frankrijk of Schotland.

Alleen… hij is op papier nog steeds getrouwd met Philippa en daar wordt hij genadeloos mee gechanteerd. Alleen als hij een jaar lang zijn diensten aanbiedt aan Frankrijk, kan dat huwelijk geannuleerd worden. Samen met zijn officieren – welkom terug, Jerott! – neemt hij dus opnieuw dienst in het Franse leger en slaagt hij erin om zelfs Maréchal te worden, jawel. Het boek bevat dus behoorlijk wat politieke intrige, want Lymond zit midden in de oorlog tussen Philips (de zoon van Karel V) van Spanje/Duitsland/de lage landen die getrouwd is met Mary Tudor van Engeland, en Henri van Frankrijk, die getrouwd is met Catherina De Medici en wiens zoon trouwt met Mary Queen of Scots. Jawel, heeft u het nu al moeilijk om te volgen? Er zijn massa’s historische personages en historische veldslagen, maar dat maakt het niet altijd makkelijk om te volgen.

Maar eigenlijk feitelijk is dit, na vijf boeken, een rasecht romantisch drama. Lymond wordt voor het eerst écht verliefd, alleen kan hij dit aan zichzelf niet toegeven en probeert hij daar tegenin te gaan, met desastreuze gevolgen. Hij kan totaal niet om met emoties en gaat daaraan ten onder.

Bij momenten lijkt het wel alsof je in een Jane Austen zit, en hoewel ik zeer graag Austen lees, had ik dat hier niet bepaald verwacht.

Enfin, all’s well that ends well, om even Shakespeare te citeren, het verhaal van zes boeken krijgt een happy end, en hoewel dat aan de ene kant deugd doet, is het ook een beetje jammer: het doet af aan de tragische, cynische held die Lymond eigenlijk is.

Het blijft magistraal geschreven, het blijft bij momenten onwaarschijnlijk spannend en het niveau is gigantisch hoog, en toch… Dit boek verdient in vergelijking met zowat alle andere boeken nog steeds vijf sterren, maar toch vind ik het minder dan de voorgaande. Ik snap dan ook niet dat dit boek op Goodreads gewoon nog hoger scoort dan Pawn in Frankincense, dat op absolute eenzame hoogte stond, vond ik.

Maar bon.

Ook dit blijft een prachtig boek, en ook al is het intussen drie dagen geleden dat ik het gelezen heb, de reeks blijft in mijn hoofd en in mijn dromen hangen.

Yup.

Lezen. Nu!

Lectuur: “The Ringed Castle” (Lymond Chronicles #5) van Dorothy Dunnet

Van boek 3 uit deze reeks was ik helemaal ondersteboven: wow! Lag het nu daaraan dat mijn verwachtingen extreem hoog gespannen bleven?

Deze ‘Ringed Castle’ vond ik net iets minder goed dan de vorige, al blijft de hele reeks wel op een onvoorstelbare hoogte staan.

(Let op, lichte spoilers!)

Lymond is weggeraakt uit Turkije, maar waar de rest van zijn gezelschap terugkeert naar Europa, gaat hij meteen richting Rusland. Dat is een onontgonnen terrein voor iemand met zijn capaciteiten en zo hoeft hij ook zijn familie niet onder ogen te komen.

In Rusland slaagt hij erin, met een aantal van zijn officieren uit St. Mary’s, zich op te werken tot de absolute generaal van de Russische strijdmachten, de Voevoda Bolshoia. Zoiets kan je niet zonder de nodige genadeloosheid, gewetenloosheid en keihard optreden, en Lymond wordt van zijn hardste kant geportretteerd. Hij kan ook moeilijk anders, in een land dat geregeerd wordt door een zeer onvoorspelbare tsaar en waarin de hele mentaliteit grondig verschilt van de Europese. Gelukkig is er Güzel, zijn Turkse maîtresse die hem een soort thuishaven aanbiedt en die het hele Russische avontuur voor hem geregeld heeft. Hier en daar wordt pijnlijk duidelijk dat hij wel degelijk nog een menselijke kant heeft.

Lymond heeft dan ook geen enkele ambitie om terug te keren naar Schotland of Frankrijk, laat staan Engeland, ook al wordt een groot deel van het verhaal gespendeerd aan de Muskovy Company, de Engelse handelsorganisatie die een permanente handelsroute wil oprichten tussen Engeland en Moskou. En dan vindt de tsaar dat Lymond zijn handelsbelangen in eigen persoon moet verdedigen in Engeland. Dik tegen zijn zin aanvaardt Lymond die commissie – hij kan moeilijk weigeren – en dan loopt het grondig, maar echt grondig mis.

Dunnet schetst een prachtig Moskou met alweer enkele bijzonder spannende scènes – die slederace! – en knap uitgewerkte personages, maar toch… Het verslavende van Pawn in Frankincense is net is minder. Er komt ook een pak meer politiek aan te pas en lange discussies.  Nog steeds is Lymond zelf geen point of view maar blijven we hem en de hele situatie zien door de ogen van zijn medestanders.

Ook Lymonds personage wordt iets meer gedefinieerd, zeker door het aangaan en het daaropvolgende verlies van bepaalde vriendschappen, de band met zijn familie…

Nog steeds ongelofelijk het lezen waard, maar in vergelijking met de vorige wat mij betreft toch net iets minder.