Lectuur: “Perdido Street Station (New Crobuzon #1)” van China Miéville

Ik weet eigenlijk niet of ik dit onder fantasy of science fiction zou zetten. Een beetje de twee, denk ik zo. Want de wereld die Miéville in dit boek schetst, is op zijn minst vreemd te noemen. Veel fantasy blijft dicht bij de werkelijkheid, met misschien wel wat magie, of een andere wereld of zo, dat wel, maar herkenbaar.

Miéville gooit het radicaal over een andere boeg. Nee, het is geen ruimte fiction, helemaal niet, maar de wereld is duidelijk helemaal alien. De wereld van Crobuzon is bevolkt met mensen, maar daarnaast ook khepri, een wezen uit de Egyptische mythologie met een scarabee als hoofd, vodyanoi, een soort uit de kluiten gewassen kikker, cactacae, wandelende cactusmensen, en gharuda, geantropomorfiseerde roofvogels. Er zijn nog andere wezens, maar deze vijf soorten leven min of meer vredevol samen.

Hoofdpersonage is Isaac, een geflopte wetenschapper. Geflopt wegens niet betrouwbaar genoeg, te chaotisch, te weinig de regels volgend… Maar Isaac stoot op een nieuwe manier van energie opwekken, een baanbrekend onderzoek, en laat intussen ook per ongeluk een wezen ontsnappen dat de ondergang kan betekenen van niet alleen de stad maar uiteindelijk zowat het hele continent. Hij probeert het heft in eigen handen te nemen en een oplossing te bedenken en krijgt daarbij gelukkig de hulp van het meest onwaarschijnlijk stelletje, goh, vrienden kan je het zelfs niet noemen. Maar het loopt – uiteraard – bij momenten grondig fout, en Miéville schuwt de weerzinwekkende beschrijvingen niet. De stad is grauw, groezelig, ademt een steampunk-sfeertje uit en is duidelijk niet aangenaam om in te leven.

De auteur springt van het ene personage naar het andere qua vertelpunt en schetst een wonderlijk coherente wereld met een bizarre maar al bij al aannemelijke plot.

Ik heb vrij lang gedaan over het boek, maar het liet me ook niet echt los. Ga ik de volgende boeken in de reeks lezen? Wellicht wel, maar nu nog even niet. Daarvoor ligt het me iets te zwaar op de maag.

Lectuur: “De Schaduw van de Wind” van Carlos Ruiz Zafón

“Het lot staat meestal om de hoek te wachten. Alsof het een pooier is, een hoer, of een loterijverkoper: de drie meest gebruikte incarnaties. Maar waar het niet aan doet, zijn huisbezoekjes. Je moet er zelf achteraan gaan.”

Na de immense stapel pagina’s van Dorothy Dunnett wilde ik toch weer even terug naar een klassieker, eentje van de BBC-lijst. Mijn keuze viel op dit boek, en jawel, terecht een klassieker. Ik heb het bijzonder graag gelezen, al vragen de stijl en de inhoud wel een beetje inspanning.

Daniel Sempere wordt als jongen meegenomen door zijn vader, een boekhandelaar, naar het Kerkhof der Vergeten Boeken om daar een boek te vinden dat zielsverwant is met hem. De jonge Daniel haalt er De Schaduw van de Wind van ene Julian Carax uit de rekken, en haalt zich daarmee een hoop problemen op de hals. Want wanneer hij wil achterhalen wie die Carax eigenlijk was, komt hij te weten dat er iemand is die alle boeken van Carax opkoopt, zoekt, steelt en vernietigt. Hmm? Het houdt Daniel niet tegen om zich te verdiepen in de verdwenen Carax en diens leven te proberen reconstrueren. Maar net daardoor verzeilt hij zelf in een onoverzichtelijk kluwen waarbij zijn eigen leven een parallel lijkt te vormen met dat van Carax.

Uiteindelijk wordt het hele mysterie opgelost door een lange brief – ja, dat had wel eleganter gekund, ja – van een van de personages waardoor je eindelijk te weten komt wat er vroeger allemaal is gebeurd met Carax. En dan moet Daniels leven zelf nog opnieuw op de sporen geraken natuurlijk.

Zafón schrijft vooral een bijzonder bloemrijke taal, die wat doet denken aan Márquez, maar dat komt uiteraard ook door het magisch realisme dat beide auteurs aanhangen. De personages verliezen zich al eens in filosofische overpeinzingen en van de eerste tot de laatste hanteren ze dezelfde barokke taal, maar dat stoorde me eigenlijk niet. En dat de plot een beetje deus ex machina-gewijs opgelost wordt, eigenlijk ook niet.

Ik heb alvast genoten van het boek, ja. En ik heb nog maar eens beseft dat ik dringend eens naar Barcelona moet. Al ben ik blij dat het daar nu niet meer zo grimmig is als ten tijde van de burgeroorlog.

 

Lectuur: “Gemini” (The House of Niccolò #8) van Dorothy Dunnet

Het laatste boek van de reeks, en allemaal rond de 800 bladzijden, en het spijt me nog dat het gedaan is.

Nicholas zit nu weer zowat het hele boek in Schotland en probeert daar eindelijk een deftig gezinsleven op te bouwen. Alleen is er nog steeds zijn grootvader Jordan die hem het leven probeert zuur te maken, en David Simpson, ook een van zijn standaard vijanden. Tegelijkertijd is er een sterk politieke inslag deze keer, met alles wat er gaande is aan het Schotse hof. Maar er zijn vooral ook nog een reeks andere ontknopingen, en ik had sterk het gevoel dat ik eigenlijk de hele reeks nog eens wil herlezen. Aan de andere kant: er zijn zoveel goeie boeken, en ik wil eigenlijk de Malazan reeks ook eens herlezen, en…

Op het einde komt er wel een mooie link naar de Lymond Chronicles, en die heb ik eigenlijk nog liever gelezen. Zoals een andere lezer op Goodreads het ook zei: Lymond bleef in mijn hoofd hangen, ook al was ik niet aan het lezen, terwijl ik me niet zo kon inleven in het personage van Nicholas. Dat neemt niet weg dat het steengoeie boeken blijven en dat je niet anders kan dan bewondering hebben voor de schrijfster.

Is het een aanrader? Jazeker, maar zorg dat je er tijd voor vrijmaakt, want het is al gauw rond de 6000 bladzijden…

Lectuur: “Caprice and Rondo” (The House of Niccolò #7) van Dorothy Dunnet

Aangezien het hier momenteel vooral all work and no play is, valt er niet zoveel te beleven en val ik terug op boekbesprekingen. Nu, ik zat daar toch serieus mee achterop, dus dat is niet zo erg.

Deel zeven van deze reeks krijgt opnieuw van mij vijf sterren. Het blijven kleppers van boeken, maar Dunnet weet opnieuw van begin tot einde te boeien. Nicholas is verbannen uit Schotland, niet alleen door de heersers maar eigenlijk ook door zijn eigen familie en vriendenkring: hij is grandioos over de schreef gegaan. Hij bevindt zich dan ook als een bijna andere persoon in Polen, tot hij Julius en Anna opnieuw tegenkomt en quasi gedwongen wordt opnieuw Nicholas te worden. Hij trekt met Anna zelfs naar Rusland, al was het maar om ver weg van zijn familie te blijven en hen niet in gevaar te brengen. Helaas, de nodige verwikkelingen brengen hem toch terug naar Vlaanderen, waar hij uiteindelijk een reeks ontdekkingen en onthullingen doet die een groot deel van de overkoepelende plot oplossen en die me af en toe met open mond naar mijn scherm deden staren. Serieus zeg! De ‘vijand’ blijkt een compleet onverwacht iemand te zijn, en gelukkig heeft hij nu wél Gelis aan zijn kant.

Opnieuw weet Dunnet er de spanning meer dan in te brengen, maar vooral: een hele hoop losse draadjes worden hier opgepakt en aan elkaar geknoopt, irrelevante details uit de vorige boeken blijken dan toch belangrijk te zijn, en het personage van Nicholas wordt eindelijk volwassen en krijgt meer diepgang.

De moeite waard? Meer dan.

Lectuur: “To Lie with Lions” (The House of Niccolò #6) van Dorothy Dunnet

Na het intermezzo van The Broken Earth Trilogy en een klassieker en een lectuurlijstboek ben ik toch weer teruggegaan naar The House of Niccolo van Dorothy Dunnet. Die boeken zijn een stevige tijdsinvestering, maar zo goed…

Was het vijfde boek uit de reeks een overgangsboek dat “maar” vier sterren kreeg van mij, dan ga ik hier voluit weer voor de vijf sterren. Wat. Een. Intrige! Wat. Een. Spanning!

Nicholas bevindt zich opnieuw in Schotland, waar hij ook zijn jonge zoontje én zijn vrouw heeft geïnstalleerd. Gelis vindt het niet fijn, maar heeft geen keuze. Alleen blijkt het Schotse hof niet voldoende voor Nicholas: hij trekt naar IJsland met alle gevaren en problemen van dien, een paar prachtige beschrijvingen en een bloedstollend avontuur. Echt, je waant je in het landschap en je leeft bijzonder intens mee. Dunnet op haar best!

Het spel tussen Nicholas en Gelis gaat ook verder, op soms behoorlijk boosaardige wijze, en waar het me de vorige keer nog irriteerde, wordt het hier gewoon intrigerend. Het is ook onvoorstelbaar hoe ver Nicholas gaat en hoe meedogenloos hij kan zijn in het bereiken van zijn doelen.

Het enige jammere is dat Nicholas blijkbaar een wonderkind is dat in bijna niks niet de beste is: hij spreekt talloze talen, kan vechten en paardrijden als de beste, tekent prachtig, zingt op goddelijke wijze, en dan spreken we nog niet over zijn bovennatuurlijk talent met cijfers. Soms werkt dat wel eens op de zenuwen, ja.

Maar verder? Niks dan lof voor deze reeks. Echt.

 

Lectuur: “Vissen praten niet” van Tine Bergen

Ik schrijf deze bespreking dik 2.5 maanden nadat ik het gelezen heb, en ik had al geen flauw idee meer waarover het ging. Op zich zegt dit eigenlijk genoeg, als je weet dat ik van sommige boeken jaren na datum nog perfect de hoofdpersonages en de plot kan opsommen.

Ik heb het dus weer even opgezocht: Flo is een kleuterjuf wier man gestorven is, en daar blijft ze het – logischerwijs – moeilijk mee hebben. Het boek begint wanneer de politie aan haar deur staat in verband met de dood van de vader van een van haar kleuters. Blijkbaar had ze meer contact met die vader dan ze eerst laat uitschijnen. Arthur, zijn zoontje en een van haar kleuters, staat namelijk regelmatig vol blauwe plekken. Dat had ze dus in het voorjaar ontdekt en dat kon ze niet zomaar naast zich neerleggen. Meer nog, het lot van het kleutertje wordt een ware obsessie voor haar, met stalkerneigingen en dergelijke tot gevolg.

Het verhaal speelt zich grotendeels af als flashback vanop het politiekantoor: beetje bij beetje kom je te weten wat Flo die zomer allemaal heeft uitgespookt aan zee, met haar vriendin, en hoe haar man gestorven is.

Is het spannend? Bij momenten wel, ja, en het einde is ronduit verrassend. Maar Flo is zo’n vervelend mens dat je niet de neiging hebt je in het personage in te leven. De setting is wel heel herkenbaar: aan de Vlaamse kust, of in een Vlaams appartement, en dat is wel fijn.

Is het een aanrader? Meh. Waarom ik het dan gelezen heb? Wel, Wolf moest het lezen voor Nederlands, en dan lees ik gewoon mee. Tsja. Maar als je houdt van Nederlandstalige thrillers, dan is deze zeker niet slecht.

Lectuur: “Cold Comfort Farm” van Stella Gibbons

Dit boek stond op mijn leeslijst der klassiekers en werd daarom ook toegevoegd, al had ik er nog nooit van gehoord, om eerlijk te zijn.

Achteraf gezien verwondert me dat ook niet: ik vind het niet bepaald een topper. Niet slecht, uiteraard niet, maar ook zeker niet wow. Maar voor een boek uit 1932 is het nog verrassend actueel, eigenlijk.

Flora Poste is een verwend kind van een jaar of 19 dat wees wordt, en dan niet goed weet waar of bij wie ze gaat wonen en op wiens kosten ze zal leven en haar uitgebreide sociale leven zal onderhouden. Na een aantal humoristische overwegingen trekt ze in bij een boerenfamilie die blijkbaar verwanten zijn, maar die ze voor de rest van haar noch pluimen kent.

Zodra ze de Cold Comfort Farm betreedt, maakt ze het tot haar missie om de mensen daar op te voeden en vooral een goede hygiëne aan te leren. Al bij al slaagt ze erin om tegen het einde van het boek alle personages op het juiste (of toch een beter) pad te krijgen en een beter leven te bezorgen.

Het boek is duidelijk een parodie op pakweg Far from the madding crowd van Hardy, of al die romans uit die tijd die het boerenleven schetsen en de high society van het toenmalige Engeland. De personages zijn karikaturen, de plot voorspelbaar, maar alles is gedrenkt in een fijne humor, dat wel, en dat maakt het heel leesbaar. Maar om het te bestempelen als een klassieker? Hmm…

Lectuur: “The Stone Sky” (The Broken Earth #3) van N.K. Jemisin

Oi, ik zit precies een beetje achter met mijn boekbesprekingen. Vooruit met de geit dus!

The Stone Sky is het derde boek van de Broken Earth Trilogie die ik hier al gedeeltelijk besproken heb, en waarbij ik dus verder ga op die besprekingen.

In dit derde boek krijg je drie hoofdpersonages uit wier standpunt je de gebeurtenissen meemaakt: nog steeds Essun, die intussen een Tienring of hoger is, en haar dochter Nassun die minstens even sterk is maar absoluut niet formeel getraind. Daarnaast krijg je nog een derde verhaal dat – en het duurt eventjes voor je dat ook echt door hebt – de oorsprong van de hele samenleving en het probleem vertelt, aan de hand van een personage dat duizenden jaren later wel degelijk nog rondloopt en een impact heeft op beide hoofdpersonages.

Waar boek twee een overgangsboek was, brengt boek drie echt alle losse draadjes samen en breit die tot een fantastisch mooi, consistent geheel. De emoties gaan diep, het voelt, ondanks het science fictiongehalte, ook allemaal heel echt aan, en het geeft ook een ongelofelijk mooi beeld over moeder- en vaderschap.

Alle vragen die zich stelden in de eerste twee boeken, worden hier beantwoord en het is een pracht van een finale. Het boek bleef ook nog echt lang in mijn systeem hangen, ook al was ik intussen al lang in een ander boek bezig. Mijn gedachten keerden regelmatig terug naar de verhaallijnen, de emoties, de pijn, tsja, alles eigenlijk.

En dat, dat definieert in mijn ogen toch wel een goed boek, ja.

Lectuur: “The Obelisk Gate” (The Broken Earth #2) van N.K. Jemisin

Boek twee van The Broken Earth, en de wereld is uiteraard zoals ik hem hier heb beschreven.

Hoewel… (Spoiler alert!)

Alabaster Tenring heeft in het vorige boek de wereld, euh, kapot gemaakt, als die al niet kapot was. Hij heeft namelijk The Fifth Season of all seasons veroorzaakt door het continent in twee te scheuren, met een verwoestende reeks uitbarstingen en aslaag tot gevolg.

En nu, nu moet Essun uiteraard met de gevolgen leven, zeker wanneer Alabaster haar als mogelijke opvolger probeert op te leiden om diezelfde wereld toch maar te redden.

En intussen is er de tegenwerking van de guardians en vooral ook het lot van haar dochter, een zo mogelijk nog sterkere orogene met een heel eigen willetje.

Het verhaal meandert tussen de twee personages, waarin al van in het begin duidelijk is dat die twee plotlijnen elkaar onlosmakelijk beïnvloeden en ook zullen samenkomen. De wereld blijft geniaal in elkaar zitten, met alle twijfels en problemen die een uiteenvallende samenleving met zich meebrengt. Het ecologische en racistische thema blijft sterk aanwezig, maar toch opnieuw net onderhuids.

Helaas is dit vooral een overgangsboek: alles uit het eerste boek wordt nu in stelling gebracht voor de grote finale in boek drie. Je voelt de richting waarin het zal gaan, maar qua einde kan het nog alle kanten uit, want Jemisin is niet bang om een personage te laten sterven, of haar hoofdpersonages onpopulair te maken door hen zelf ook ganse dorpen te laten uitmoorden.

Intrigerende lectuur, en eigenlijk loopt het dus naadloos over in boek drie. Later meer, dus.

Lectuur: “The Fifth Season” (The Broken Earth #1) van N.K. Jemisin

Geen idee meer hoe of wat, maar het was Jonas die dit aan het lezen was, behoorlijk goed vond, en waardoor ik dan maar dit als volgende reeksje las.
Stevige science fiction, die wel zwaar op de maag ligt.

De premisse is dat de aarde kapot is: er is – voor zover we weten – maar één continent meer, dat voortdurend geteisterd wordt door aardbevingen, vulkaanuitbarstingen en tsunami’s. Om de zoveel tijd is één van die uitbarstingen gewoon zodanig groot dat het het hele ecosysteem van de aarde verstoort, en zelfs het leven van de mensen in gevaar brengt: een fifth season. Winters die jaren duren, aslagen die vrijwel alle begroeiing onmogelijk maken, gebrek aan licht waardoor sowieso niks meer groeit…

Maar de dieren zijn geëvolueerd, waardoor de meeste soorten erin slagen deze catastrofale periodes te overleven. En ook de mens is blijkbaar geëvolueerd, want er bestaan nu orogenes, mensen die de vijandelijke aarde kunnen beïnvloeden, aardschokken tegen gaan en uitbarstingen stil leggen. Alleen kunnen ze die dan ook veroorzaken, wat hen letterlijk levensgevaarlijk maakt, en waardoor ze vaak, zodra het geweten is dat ze een orogene zijn, gelyncht worden. De meeste worden meegenomen door guardians om een formele opleiding te krijgen tot ze ongevaarlijk zijn voor de maatschappij en ingezet kunnen worden waar nodig.

Bon, dat is dus de wereld, en dat is behoorlijk wat.

We volgen drie personages: eentje in het heden, eentje in het verleden en eentje in de jij-vorm geschreven, wat soms wel vreemd aandoet. Maar geloof me, daar is een reden voor en die wordt in de loop van het boek wel duidelijk.
Jemisin ontrolt haar wereld beetje bij beetje door de ogen van de drie personages die alle drie orogenes zijn: een kind, een jonge vrouw en een moeder die haar zoontje kwijtspeelt.

Meer kan ik eigenlijk niet vertellen zonder echte spoilers, maar het is een op zijn minst intrigerende wereld. Jemisin schrijft vlot met telkens een licht andere stijl per personage. En de wereld zit bijzonder goed in elkaar, ik heb in elk geval geen hiaten ontdekt. En uiteraard is dit een commentaar op racisme, ecologie, overlevingsstrategie, maar dat ligt er niet vingerdik op.

Ik heb alvast genoten en begin meteen aan deel twee.