Lectuur: “Notes from a small island” van Bill Bryson

Het is dat ik niet graag opgeef, want anders had ik dit boek wellicht nooit uitgelezen. Ik ben erin begonnen in juni 2022, jawel. En toen ik, met wat moeite, halverwege zat, is het tijden blijven liggen. Het werkte ook op mijn zenuwen dat het daar maar bleef staan, in mijn currently reading op Goodreads. Waarom ik het dan begonnen was? Omdat het in de BBC-lijst staat, op 74. En ja, vanuit een Brits perspectief snap ik dat wel: het is het relaas van de Amerikaanse Bryson die al tijden in Groot-Brittannië woont en hoofdzakelijk met de trein en te voet van het ene dorpje naar de volgende stad reist en daar een redelijk snedige commentaar bij geeft. Ja, het is grappig om te zien hoe hij als buitenstaander naar van die typische Engelse landschappen en gewoontes kijkt, maar zelf buitenstaander zijnde, is het wat lastiger om te lezen. Bryson kan bij momenten repetitief en langdradig zijn, en ik had er echt wel moeite mee.

En toch, toen ik het eenmaal opnieuw ter hand had genomen, heb ik het eigenlijk best wel snel nog uitgelezen. Een aanrader zou ik het dus niet noemen, tenzij je echt een Anglofiel bent.

Lectuur: “Last Act in Palmyra” (Marcus Didius Falco #6) van Lindsey Davis

Mja, deze aflevering van Marcus Didius Falco vond ik wat meer bij het haar getrokken. Ja, het is nog steeds lectuurfastfood, en nog steeds amusant om te lezen, zeer zeker.

Maar deze keer moet Falco undercover richting de Decapolis, een regio van tien geromaniseerde steden in het toenmalige Syrië, nu zowel Syrië, Jordanië als Israël. Hij vindt een smoes om in die richting te trekken en sluit zich zowaar aan bij een toneelgezelschap, iets wat voor Romeinen echt zowat de laagste status was die iemand kon bereiken.

Je trekt ook niet zomaar eventjes op een dergelijke reis, zeker niet wanneer je vriendin van senatoriale afkomst ook mee gaat. Maar bon, als je dat even terzijde laat, is dit alweer een knap in elkaar gestoken stukje detectivewerk. Er valt menig dode en er valt, zeker in het begin, geen touw aan vast te knopen. Maar Davis weet beetje bij beetje haar tips te lossen, al is het sarcasme er soms wat over, vind ik dan. Het hoofdpersonage is nogal vol van zichzelf en die arrogantie durft na een tijdje wel op de zenuwen te werken.

Ik ga nog verder lezen in deze reeks, maar ik denk dat ik daarna toch even een pauze ga inlassen en iets anders lezen. En dan wel weer eens terugkomen naar Falco, want ja, het blijft aangename tussendoorlectuur.

Lectuur: een overzicht van 2024

Dit jaar moest ik me nog reppen om aan 52 boeken te geraken – eigenlijk heb ik het laatste maar uitgelezen op 1 januari – goed voor 22.146 bladzijden met een gemiddelde van 425 bladzijden per boek.

Een overzicht:

1. The Olympian Affair (The Cinder Spires, #2) van Jim Butcher – fantasy
2. Lord of Chaos (Wheel of Time #6) van Robert Jordan – fantasy
3. The Lightning Thief (Percy Jackson and the Olympians, #1) van Rick Riordan – fantasy, young adult
4. The Sea of Monsters (Percy Jackson and the Olympians, #2) van Rick Riordan – fantasy, young adult
5. The Titan’s Curse (Percy Jackson and the Olympians, #3) van Rick Riordan – fantasy, young adult
6. A Crown of Swords (Wheel of Time #7) van Robert Jordan – fantasy
7. The Path of Daggers (Wheel of Time #8) van Robert Jordan – fantasy
8. Snow: The Prologue to Winter’s Heart (Wheel of Time, part of #9) van Robert Jordan – fantasy
9. The Wolf Den (Wolf Den Trilogy, #1) van Elodie Harper – Romeins historische fictie
10. The House with the Golden Door (Wolf Den Trilogy, #2) van Elodie Harper – Romeins historische fictie
11.  The Temple of Fortuna (Wolf Den Trilogy, #3) van Elodie Harper – Romeins historische fictie
12. The Battle of the Labyrinth (Percy Jackson and the Olympians, #4) van Rick Riordan – fantasy, young adult
13. Snapshot van Brandon Sanderson – fantasy
14. Winter’s Heart (The Wheel of Time, #9) van Robert Jordan – fantasy
15. The Handmaid’s Tale  van Margaret Atwood – leesclub
16. Crossroads of Twilight (The Wheel of Time, #10) van Robert Jordan – fantasy
17. Dirty Laundry: Why Adults with ADHD Are So Ashamed and What We Can Do to Help  van Rick Pink – non-fictie
18. Knife of Dreams (The Wheel of Time, #11) van Robert Jordan – fantasy
19. The Gathering Storm (The Wheel of Time, #12) van Robert Jordan – fantasy
20. Towers of Midnight (The Wheel of Time, #13) van Robert Jordan – fantasy
21. A Memory of Light (Wheel of Time, #14) van Robert Jordan – fantasy
22 – 34: de reeks van Alex Verus door Benedict Jacka – fantasy
35. Light Bringer (Red Rising Saga, #6) van Pierce Brown – fantasy
36. Sixth of the Dusk van Brandon Sanderson – fantasy
37. The Lost Metal (The Mistborn Saga #7) van Brandon Sanderson – fantasy
38. Before the Coffee Gets Cold (Before the Coffee Gets Cold, #1) van Kawaguchi, Toshikazu – leesclub
39. The Silver Pigs (Marcus Didius Falco, #1) van Lindsey Davis – Romeins historische fictie
40. Shadows in Bronze (Marcus Didius Falco, #2) van Lindsey Davis – Romeins historische fictie
41. De Levens van Lanya van Mirjam Oldenhave – Kleine Cervantes
42. Venus in Copper (Marcus Didius Falco, #3) van Lindsey Davis – Romeins historische fictie
43. The Iron Hand of Mars (Marcus Didius Falco, #4) van Lindsey Davis – Romeins historische fictie
44. Poseidon’s Gold (Marcus Didius Falco, #5) van Lindsey Davis – Romeins historische fictie
45. Hij komt terug van Frederik Hautain – Nederlands, kennis
46. Last Act in Palmyra (Marcus Didius Falco, #6) van Lindsey Davis – Romeins historische fictie
47. Notes from a Small Island van Bill Bryson – klassieker
48. Time to Depart (Marcus Didius Falco, #7) van Lindsey Davis – Romeins historische fictie
49. Jona van Anna van Praag – Kleine Cervantes
50. Dead Things (Eric Carter, #1) van Stephen Blackmoore – fantasy
51. Hungry Ghosts (Eric Carter, #3) van Stephen Blackmoore – fantasy
52. Broken Souls (Eric Carter #2) van Stephen Blackmoore – fantasy

Opnieuw is het voornamelijk fantasy geworden, maar dat is nu eenmaal mijn favoriete genre: lezen is voor mij pure ontspanning en dat moet zo blijven. 23/52. Vreemd genoeg zat er nu zo goed als niks van de BBC leeslijst en de Big Read tussen, doorgaans klassiekers: amper eentje. Daarnaast ben ik wel in de Romeinse detectiefjes en aanverwanten geslagen: 10/52. Er waren er ook twee voor de leesclub, twee voor de Kleine Cervantes en eentje geschreven door een kennis van Bart. Er zit warempel zelfs een non-fictie tussen over ADHD dat me toch wel wat inzichten heeft verschaft.

Wat opvalt, is dat het zoals altijd voornamelijk Engelstalige boeken zijn, maar dat er deze keer maar 3 Nederlandstalige tussen zaten en zelfs geen enkel Franstalig. Dat laatste ga ik toch proberen remediëren.

Mja. Ik heb mezelf opnieuw als doel 52 boeken gesteld voor 2025, een boek per week. Daar staat onder andere Alkibiades tussen, waarvan ik al een goeie 400 bladzijden gelezen heb en waar ik dus eens in verder moet doen, als mijn hoofd daar naar staat. Want een Alkibiades lees je niet zoals je een Agatha Christie leest, geloof me: ik moet daarvoor in de juiste stemming zijn. Daarnaast zijn er nog drie jeugdboeken in het Nederlands voor de Kleine Cervantes en wellicht nog twee voor de leesclub, waaronder een Franstalige klepper…

Ach, we zien wel weer. Zo lang het lezen me maar plezier blijft geven…

Lectuur: “Hij komt terug” van Frederik Hautain

Af en toe komt Bart thuis met een boek van iemand die hij kent, en als dat dan een roman is, dan wil ik die wel lezen, ja.

Het verhaal draait rond Oskar Metsiers, een toch wel behoorlijk getraumatiseerde jongeman met sterke OCD, zeker als het op tellen aankomt.

Dat trauma is ook niet verwonderlijk: Hautain springt voortdurend heen en weer doorheen drie periodes in Oskars leven: Oskar die als kleine jongen zijn ouders verliest door een ongeval met een hert en dan noodgedwongen bij zijn grootouders gaat wonen. Mensen met zeer goede bedoelingen, die helaas niet in staat zijn emoties te uiten en dan de dood van Oskars ouders maar negeren, waardoor zelfs de begrafenis een kille bedoening wordt.

Wanneer zoveel jaar later ook oma sterft, besluiten Oskar en zijn grootvader om de dood geen kans te geven, om de dood buiten spel te zetten door onopspoorbaar te verdwijnen. Ze nemen nauwelijks afscheid, Oskar laat zijn werk als statisticus van de ene dag op de andere in de steek en verdwijnt naar Vlieland, zonder duidelijk plan.

Daar wordt hij opgevangen door een taxidermist die net als hij buiten het leven staat en verdwijnt hij inderdaad. Ook zijn trauma’s, zijn angsten, zijn obsessies verbleken.

En dan moet Oskar toch nog een aantal losse eindjes zien op te ruimen en keert hij terug naar de bewoonde wereld, met alle gevolgen vandien.

Hautain beschrijft het allemaal met aan de ene kant weidse beschrijvingen die soms zeer raak zijn, soms de bal volledig mis slaan, aan de andere kant met een koude afstandelijke stijl die perfect past bij de gedachtegang van zijn hoofdpersonages. De expliciete seksscène had bijvoorbeeld niet gehoeven voor me, maar past wel perfect bij hoe Oskar zelfs seks benadert.

Ik lees niet vaak in het Nederlands, omdat dat vaak stroef overkomt, maar hier past het wonderwel.
Vond ik het een aanrader? Goh, het is niet meteen mijn stijl. Maar het blijft wel hangen, en dat is meer dan je van veel andere boeken kan zeggen. Ik heb er zeker geen spijt van dat ik het gelezen heb.

Extra verjaardagscadeautje

Vorige week kwam er plots nog een extra cadeautje toe: een pakket van het Poëziecentrum. Marleen wilde ons drieën ook een cadeautje geven voor onze verjaardagen en wat anders dan poëzie?

Mij gaf ze een prachtig boek van Rumi, een middeleeuwse Perzische dichter met prachtig intense gedichten. Vorig jaar, op gedichtendag 2023 had ze me er een gedicht van voorgelezen, en ze was blijkbaar niet vergeten dat ik dat zo mooi had gevonden. Bart heeft het intussen al op zijn bureau gelegd en leest er af en toe in:

Daarnaast was er de Poëziekalender, een scheurkalender met elke dag een gedicht, en daar kijk ik nu al naar uit, om eerlijk te zijn.

En dan was er nog een boek voor Merel. Een prachtig boek, daar niet van, maar hetzelfde als wat ze vorig jaar gekregen had. Op zich is het geen probleem: ik heb het netjes in de verpakking gelaten en ik ga het wel eens wisselen in het Poëziecentrum, Marleen heeft er zelfs al naartoe gebeld en het hen laten weten.

Maar ik vind het vooral ongelofelijk lief: gewoon hele fijne extra cadeautjes. Want ja, poëzie leest nog altijd het gemakkelijkst en het aangenaamst op papier, toch?

Lectuur: “Poseidon’s Gold” (Marcus Didius Falco #5) van Lindsey Davis

In het vijfde deel van Falco komt hijzelf deze keer zwaar in de problemen wanneer er een oud-legionair die met zijn intussen overleden broer diende, zijn geld van een investering komt opeisen. Alleen heeft Falco geen idee waarover het gaat, kan hij het uiteraard niet aan zijn broer vragen, heeft hij het geld niet, en wordt tot overmaat van ramp die legionair ook nog eens vermoord teruggevonden. En wie is er de hoofdverdachte? Juist ja.

Falco moet noodgedwongen opnieuw contact zoeken met zijn vader die er twintig jaar eerder vandoor is gegaan met een andere vrouw en dus zijn gezin in de steek heeft gelaten. En uiteraard is hij nu nog minder dan voorheen een geschikte echtgenoot voor zijn senatoriale geliefde…

Soit, meer van hetzelfde dus: een vlot geschreven detective in het Rome van Vespasianus, een Rome met veel geweld, diefstal, moord, vuil, lawaai en nog meer van dat soort realistische dingen.

Yup, nog steeds fun.

Lectuur: “The Iron Hand of Mars” (Marcus Didius Falco #4) van Lindsey Davis

Als ne mens dan toch bezig is met een reeksje en dat bevalt hem, dan kan hij even goed verder gaan, toch?

Deel vier van Marcus Didius Falco werd dus een feit: Falco moet op undercover missie in Germanië, officieel om een trofee te gaan overhandigen, onofficieel om gesprekken te gaan voeren met een priesteres. Onder andere.

Uiteraard loopt het allemaal niet meteen van een leien dakje, wordt Falco meermaals in elkaar geslagen, loopt zijn leven gevaar, is ook zijn liefdesleven er bij momenten aan voor de moeite en krijgt hij uiteindelijk niet de beloningen die hem verzekerd waren.

Maar opnieuw is dit best aangename lectuur: Davis kent haar materiaal, heeft duidelijk zowel Caesar als Tacitus gelezen en kent geen gebrek aan sarcasme.

Zoals al eerder gezegd: geen toplectuur, maar het leest fijn weg. Soms moet dat niet meer zijn.

Lectuur: “Venus in Copper” (Marcus Didius Falco #3) van Lindsey Davis

Die Romeinse detectiefjes lezen vlot en momenteel kan mijn brein iets als Alkibiades even niet aan, dus lezen we daarin vrolijk verder.

In deze aflevering blijft Falco grotendeels in Rome zelf en probeert hij een gold digger te ontmaskeren: ze heeft al twee dode rijke echtgenoten achtergelaten en is nu verloofd met een hele rijke self made man. Alleen wordt die dood teruggevonden vooraleer ze getrouwd zijn en zij daar dus niks mee te winnen heeft. En wat heeft die papegaai daarmee te maken? En die taartenverkoper?

Soit, opnieuw een goed in elkaar gestoken, simpel detectiveverhaal in het oude Rome van Vespasianus. Nee, het is geen Agatha Christie, maar zo was er effectief maar eentje, dus dat is moeilijk te evenaren. Maar het blijft vlot geschreven, al werkt de interactie tussen Falco en zijn senatoriale vriendin af en toe wel stevig op de zenuwen. Serieus, gast, grow a pair!

Maar verder? Aangename lichte lectuur.

Leesclub

Officieel loopt mijn ziekteverlof tot morgenvroeg, maar ik kon het niet laten om vandaag toch al om half vier naar school te gaan voor de leesclub. Oorspronkelijk ging ook een reeks collega’s meelezen, maar helaas, de directie had alsnog enkele dingen ingepland en dus haakte iedereen af. Jammer, maar helaas.

Soit, het was eigenlijk wel een succes, ja.

Ik schreef het volgende voor de schoolwebsite, deels wat ik hier ook al schreef als eigen bespreking:

Sinds vorig jaar is onze leesclub – opgericht in 2015 – nieuw leven ingeblazen onder impuls van enkele leesgrage leerlingen. Waar in het begin vooral leerkrachten deelnamen, is dat nu duidelijk verschoven naar de leerlingen zelf. Zij waren dan ook degenen die, toen de datum een paar keer verschoven moest worden wegens andere schoolse activiteiten, er toch op aandrongen om alsnog een bespreking te hebben voor de kerstvakantie: zo konden we immers een nieuw boek lezen tegen na die vakantie.

Op het einde van vorig schooljaar stelden ze Before the coffee gets cold voor, een kort boek, origineel in het Japans, maar vertaald naar het Engels. Of het Nederlands.

De premisse is echt wel knap: in Tokio, in een kelder, zit een oud café waar altijd een dame in het wit op dezelfde stoel een boek zit te lezen. Eén keer per dag staat ze op om naar het toilet te gaan. Dat kan uiteraard niet, en dat klopt, want zij is een spook. In de korte tijd dat ze weg is, kan iemand anders op haar plaats gaan zitten, een koffie drinken, en in het tijdsbestek dat die koffie koud wordt, naar het verleden teruggaan. Klinkt spectaculair, maar er is een hele reeks beperkingen die het eigenlijk net interessant en fascinerend maken. Je mag namelijk niet van je stoel komen, je kan dus alleen naar het verleden in datzelfde café en als je dus iemand nog eens wil ontmoeten, moet die persoon ook in het café geweest zijn. En… wat je ook zegt, wat je ook doet, je kan het verleden niet veranderen: wat gebeurd is, is gebeurd.

Dat zorgt ervoor dat het hele café lang niet zo populair is als je zou denken.

Het boek verloopt in vier verhalen, telkens van cafégangers die enkel met elkaar verbonden zijn door het feit dat ze in het café komen en elkaar daardoor (vluchtig) kennen. Kawaguchi heeft hier een heel mooi uitgangspunt in handen, maar eigenlijk blijft het daar een beetje bij: er zijn heel veel dingen die hij niet uitlegt, die eigenlijk gewoon gaten in het verhaal zijn, en het is vooral ook bij momenten nogal voorspelbaar en clichématig.

Tegelijk stoort ook het taalgebruik: driekwart van de zinnen begint met het onderwerp, iets wat blijkbaar standaard is in het Japans maar na verloop van tijd op de zenuwen begint te werken. De vertaler is iemand die duidelijk in de eerste plaats Japans spreekt, want dat Engels was redelijk brak en af en toe zelfs gewoon fout. Tsja.

De algemene teneur van de groep – zes leerlingen, één leerkracht en één medewerkster van het CLB – was dan ook dat het geen slecht boek was, maar ook niet echt goed: je bleef in veel gevallen op je honger zitten. Zoals Kaat het verwoordde: ze werd er warm noch koud van, had er eigenlijk geen mening over, en dat is jammer natuurlijk. Sommigen vonden het voorspelbare net goed, anderen vonden dat dan weer een domper op de leesvreugde. De personages waren ook niet altijd even consequent: als je je leven lang tegen iets verzet, waarom zou je dan plotseling, zonder veel nadenken, toch van gedacht veranderen? Dat soort dingen dus.

En tot slot konden we ook niet anders dan elkaar de vraag te stellen: als jij terug kon naar het verleden en iemand kon en mocht spreken, in die hele korte tijdsspanne, iemand die je persoonlijk kent of hebt gekend, wie zou je dan willen spreken? De meesten spraken over een oma, een opa, een familielid… Eentje zei zelfs dat ze heel graag haar oma, die ze nooit heeft gekend, zou willen ontmoeten omdat ze daar zo veel verhalen heeft over gehoord en dat dat een fantastisch mens lijkt.

Genoeg stof om over na te denken, dat wel, maar een aanrader? Niet bepaald, toch niet volgens deze leesclub.

Na enig gedebatteer over verschillende suggesties voor een volgend boek, kwamen we uit bij ‘Tout le bleu du ciel’ van Mélissa Da Costa: een Franstalig boek dat je uiteraard ook in het Nederlands kan lezen. Het krijgt een excellente score op Goodreads en heeft de volgende synopsis: “Nadat bij Emile jong-alzheimer werd vastgesteld, besluit hij het ziekenhuis en het medeleven van zijn familie en vrienden te ontvluchten. Stiekem koopt hij een camper en plaatst een advertentie voor een reisgezel. Hij ontvangt een antwoord van Joanne, een mysterieuze jonge vrouw. Het is de start van een adembenemend mooie roadtrip.”

We waren meteen allemaal geïntrigeerd, hapten even naar adem toen het om maar liefst 650 pagina’s bleek te gaan, maar besloten om toch door te zetten.

U weet alvast wat u kan beginnen lezen deze vakantie. Mevrouw Vermeire, leerkracht Frans, heeft het al gelezen en vond het schitterend.

We stellen voorlopig dinsdag 18 februari 2025, om 15.30 uur voorop, behoudens alle mogelijke andere activiteiten die alsnog gepland worden. Maar noteer het alvast toch maar. En ja, alle leerlingen vanaf het vierde jaar zijn welkom, maar ook collega’s, oud-leerlingen, ouders, grootouders, broers en zussen.