Terugweg door Leuven
Op onze weg terug van de Ardennen wil het al wel eens lukken dat we in de file staan. Om dat te vermijden – er zijn werken op de E40 – wilden we dik voor de spits thuis zijn, ook al omdat we nog het ganse weekend weg zijn ook. Buiten was het toch mistig as hell, en veel was er dus niet te zien.
We ruimden op, kuisten, en waren om kwart over tien warempel al weg. GPS zei kwart voor twaalf in Leuven, dus meer dan tijd genoeg om uitgebreid te lunchen en te geocachen ginder in ’t stad. Helaas…
Hadden we maar de route via Eupen genomen, in plaats van Malmedy: anderhalf uur hebben we voor Verviers in de file gestaan. Gelukkig zijn er dan nog spelletjes en veel onnozeliteiten om te doen in de auto als ge u verveelt. Zoals foto’s trekken van elkaar…
Enfin, tegen kwart over twee waren we in Heverlee, en zijn we gewoon de afhaalPizzaHut daar binnengewaaid, en hebben gegeten in het middenbermparkje daar. Nog nooit een pizza zo snel zien verdwijnen, overigens.
En daarna? Cachen, uiteraard. We reden naar het Begijnhof, en vonden er naast een mooie cache ook hele mooie straatjes en een kerk.
De spits indachtig pikten we enkel nog een cache op die we vorig jaar in handen hadden gehad, maar blijkbaar niet herkend. Na een bevestiging van de legger zijn we hem nu dus wél gaan loggen, yay!
Een klein beetje file op de ring zorgde nog voor twintig minuten extra, maar al bij al waren we om half vijf thuis, en was om vijf uur alles al netjes uitgepakt en op zijn plaats. We rule. Files niet.
Reinhardstein en natte voeten.
Ze hadden vooral in de namiddag regen voorspeld, dus wilden we van de voormiddag nog iets maken. Na al die jaren wilden we eigenlijk ook de binnenkant van Reinhardstein eens zien, en dus gingen we eindelijk eens voor een rondleiding, om half twaalf. Ze duurt een uur en een kwartier, volgens de brochure, en da’s ideaal om daarna nog snel te koken. Kwart voor één klaar, om één uur thuis, kwart over eten op tafel. Moet kunnen, want rijst koken en volauvent opwarmen. Strak plan.
Wij dus met de auto naar het kasteel, en ondertussen pikten we eerst nog een mysterycache op in het centrum van Robertville, eentje waarvan ik de meerwaarde absoluut niet inzie, maar bon. Daarna reden we verder tot aan een prachtige kapel, verscholen tussen het groen, waar je de gegevens kreeg voor een cache iets verderop. Daar hebben we lang staan zoeken tussen de tengels, maar niks gevonden. Wel een prachtige kapel, dat wel, en daarom mochten de kinderen er van mij zelfs een kaarsje branden. Ze vroegen goed weer voor de namiddag. Juist ja.
We liepen verder – de wandeling is bijna pittiger vanop de parking dan van aan de stuwdam, en zeker minder mooi – en kwamen aan het intussen redelijk vertrouwde kasteel. Een Nederlandstalige gids nam ons op sleeptouw, eerst naar een losse zijtoren en een heel mooi zicht op het kasteel, daarna door het kasteel zelf. Helaas was net de elektriciteit uitgevallen, en was het overal nogal donker, maar eigenlijk droeg dat wel bij tot de sfeer. Alleen jammer dat we nu ook de verzameling kruisbogen niet echt goed zagen.
Het harnas heeft een detail van een slang die een baby redt, en dat is blijkbaar het wapen van Milaan, en ook terug te vinden in het logo van Alfa Romeo. Ne mens leert al eens bij ^^
Lag het nu aan het gebrek aan licht, of aan de vele vragen? Feit is dat we pas rond waren met de rondleiding om kwart over één, en dat we alle vier behoorlijke honger hadden. Intussen was de frituur aan de kerk wél open, en dat maakte de beslissing vrij simpel natuurlijk.
Intussen was het beginnen regenen, en reden we gewoon naar het huisje terug, om daar allemaal rustig te chillen, filmpjes te kijken, te lezen, en dat soort onzin. Maar we moesten nog brood halen en vooral ook een geldautomaat zien te vinden, en dat leidde ons onvermijdelijk naar Waimes, in de gietende regen. Omdat ik toch echt nog iets wou gedaan hebben, besloten we alsnog een tweetal caches te zoeken. We hadden regenlaarzen en regenjassen, dus waarom niet? Een wandeling van een kwartiertje bracht ons midden in de bossen, waar we een grote cache vonden met zelfs twee Travel Bugs.
Mijn laarzen waren door een misverstand niet mee, en Allstars zijn misschien wel fijne schoenen, maar niet meteen waterdicht. Juist ja.
We deden nog een klein ommetje om een cache op te pikken die normaal gezien een prachtig uitzicht beloofde, maar helaas…
Tegen dan was het half zeven, tijd om naar huis te gaan, op te warmen en te eten.
Maar eigenlijk feitelijk was het toch weer een goeie dag, ondanks het weer.
Geocachen doorheen het Ardeense landschap
Het duurt altijd even voor we op gang geraken, maar het is dan ook vakantie, we hebben geen zin om ons te haasten. Het was al tegen elven voor we het huis uit geraakten, en gingen meteen een eerste cache zoeken hier wat verderop aan het brugje. Nooit gezien dat er een wandelpaadje was naar boven, met zelfs een bankje bij!
We reden verder, en probeerden een cache te vinden met een prachtig uitzicht, zo beloofde de omschrijving ons. Alleen vonden we nu niet bepaald het paadje ernaartoe: we probeerden een paar mogelijkheden, maar moesten telkens op onze stappen terugkeren. Ik wilde echter niet opgeven, en reed een toertje met de auto. En jawel, plots zagen we een obscuur paadje! We parkeerden, deden een tochtje door de bossen, en kwamen bij een prachtig plekje uit, met uitzicht over het meer, en een allerschattigste cache.
We reden verder in de richting van de Hoge Venen, en stopten bij een cache aan een compleet verlaten Alpijnse skipiste, compleet met twee skiliften. Het uitzicht was adembenemend, en ik kan me voorstellen dat er inderdaad best wel fijn te skiën valt.
Dat is dus het fantastische aan geocachen: je komt op plekjes waar je anders nooit zou komen, en het zijn altijd bijzondere plekjes, want anders zou er geen geocache zitten.
De tocht ging verder, voorbij het Signal du Botrange. Vorig jaar hadden we er nog lang staan zoeken naar een geocache die niet te vinden bleek, nu zat hij op een ander plekje en hadden we hem binnen de paar minuten. De hoogste cache van België, voilà!
Kobe ging even op het trappetje staan, en nam een foto van de vrouwen.
Vijf minuten later stonden we aan de Mont Rigi, waar we nu al het vierde jaar op rij gaan eten, maar voor het eerst konden we niet buiten zitten op het terras. Goh ja, we mochten wel hoor, maar het was net aan het druppelen en amper 12°, we zaten dus toch liever binnen. Vorige jaren liepen we duidelijk rond in echte zomerkleren. Tsja… Het eten was gelukkig wél nog altijd prima.
We wilden de standaard toer over de houten paadjes doen, en startten vol goeie moed, maar… Blijkbaar is er een stuk ingestort en dus ontoegankelijk, en zijn ze nu het hele houten parcours aan het afbreken en vervangen door steenslagpaadjes. Meh. Het waren juist die houten paadjes die zoveel charme hadden. De multicache en de aparte cache die er liggen, waren dus niet bereikbaar. Jammer, maar volgend jaar beter, zeker? We hebben toch een dik uur gewandeld in een poging er te geraken, maar tevergeefs. En toen begon het nog te regenen ook.
We hebben nog net de cache gezocht van een multi die we vorig jaar hebben gelopen, en waarvan we enkel nog het einde moesten doen, en zijn toen binnen gaan opwarmen met een warme choco, respectievelijk koude fristi.
We pikten nog een cache op aan een kruisbeeld, en eentje aan het vroegere stationnetje van Sourbrodt, waar nu nog een oud locomotiefje staat, en je de sporen kan zien van een draaipunt voor locomotiefs. Wijs.
Enfin, aan het meer van Robertville zochten we nog snel de cache van een gisteren opgelost SMS-raadsel, en waren tegen vijf uur terug in een snel opwarmend huisje. Mja, 12° buiten, dan heb je helaas ook verwarming nodig binnen. Gelukkig zorgen de lachsalvo’s en de slappe lach hier ook voor de nodige opwarming.
En uiteraard schijnt intussen weer de zon, maar blijft het frisjes. Benieuwd welk weer het morgen wordt, en wat we dus nog kunnen doen.
Van kastelen, cascades en caches
We kunnen hier niet komen zonder op zijn minst eens het kasteel van Reinhardstein gedaan te hebben. De binnenkant hebben we nog nooit gezien, maar de wandeling ernaartoe, van aan de dam van Robertville, is een hele leuke. En aangezien er plots een viertal geocaches in de buurt zijn opgedoken, konden we dat niet mankeren, vonden we. Het meer zelf blijft trouwens magisch…
We parkeerden aan de stuwdam, en begonnen de standaard wandeling van amper twintig minuten. Maar toen bleek dat een van de geocaches op een ander wandelpad zat, en zijn we dat maar beginnen volgen, met prachtige resultaten. We hebben nogal wat afgeklauterd over grote stenen en boomwortels en smalle paadjes met touwen aan de zijkant omdat het anders te steil was, maar het was schitterend, en de kinderen vonden het heerlijk. Merel vond de cache, trouwens.
En eindelijk kwamen we via dit pad uit bij de beroemde waterval van Reinhardstein, die we al drie jaar tevergeefs zoeken. Het is de hoogste waterval van België, naar ’t schijnt, en ze is wel mooi, ja, maar nu niet bepaald spectaculair. De cache in de buurt was wat moeilijker te vinden, maar we zaten dan ook op het verkeerde pad. Enfin, we klauterden verder, kwamen opnieuw op een ander pad, en kwamen plots uit bij het kasteel.
Daar werden soepjes gedronken, want intussen waren we niet het geplande half uurtje later, maar wel bijna twee uur, en was het al één uur ’s middags. Tegen half twee stonden we weer aan de auto, en we hadden onze zinnen gezet op frietjes. Dat was helaas buiten de gesloten frituur in Robertville gerekend. We moesten wel lachen allemaal, want daar hebben ons ma en pa twee jaar geleden voor het eerst frieten gegeten van het frietkot. Zeggen ze toch. Ook plan B viel in het water, want beide bakkers in Robertville waren gesloten. Juist ja. We zijn dan maar naar Weywertz gereden om brood en een croissant voor elk, en hebben thuis boterhammetjes gegeten, en dan gewoon wat rustig gezeten.
Maar het is zonde om de hele tijd gewoon binnen te zitten, en dus reden we even naar de Warche en het dammetje. Vorig jaar en twee jaar geleden hebben de kinderen er zelfs nog gezwommen en hielp mijn pa mee om te dammen, dit jaar was het amper 14° en was dat niet echt een goed idee. De jongens zijn wel met hun laarzen in het water gestapt, en binnen de kortste keren waren ze allebei drijfnat. Zucht.
We zijn na een half uurtje dan maar terug naar het huisje gereden voor verse droge kleren, en dan nog wat geocaches gaan zoeken. Rond het kasteel hebben we er twee gevonden, en vlak bij de bakker zat er ook nog eentje waar we vorig jaar een dik half uur staan zoeken hebben, en die we nu toch gevonden hebben met een tip van de eigenaar, maar het duurde toch ook nog wel een kwartiertje. Goed verstopt, die cache!
Maar bon, we moesten toch naar de Delhaize in Waimes, en dus reden we wat verder naar een pakkend monument voor een ganse pak Amerikaanse krijgsgevangenen die daar zonder pardon zijn neergeschoten door de Duitsers.
Daarna reden we naar een cache aan een bijzondere en blijkbaar beschermde linde, dan naar een Mariagrot, een kruis – waarmee het hier overigens vol staat – en uiteindelijk een mooi kapelletje.
Tegen half zeven konden we de lasagne opwarmen, en nog wat later lag Merel baby te wezen in het park, en speelden Wolf en ik Cthulhu via Skype, maar wel zonder beeld, want dat kon de wifi blijkbaar niet trekken.
Enfin, een goed gevulde en fijne dag in d’Ardennen dus, met een voet die nu toch wel wat protesteert na al het geklauter. Maar dat heb ik ervoor over.
Pre-Gentse Feesten
Ze beginnen eigenlijk pas vanavond, maar de kinderen en ik hadden zin om vandaag al even tot in de stad te gaan: mooi weer, pokemon die moesten gevangen worden, caches die moesten gelogd worden, en een cache die moest verstopt worden: reden genoeg dus.
Merel op de aanhangfiets, Wolf vooraan, en Kobe daartussen, op een manier die verschillende keren mijn hart deed stilstaan. Technisch gezien kan hij fietsen, maar hij heeft duidelijk nog niet de focus om zich in het verkeer te handhaven. Man man man!
Enfin, we fietsten vrolijk de Gaardeniersbrug af, nadat we er een cache hadden verstopt, sloegen onmiddellijk rechts af langs het nieuwe park aan de achterkant van het gerechtsgebouw, en reden het Begijnhof in. Daar lagen twee caches die we gans in het begin al hadden gedaan, maar waarvan we de bonus nooit genoteerd hadden. We pikten nog de extra cache mee, en reden toen maar naar de Damass. Ha ja, want tradities zijn er om in ere te houden. Verder fietsen binnen de feestenzone was gewoon niet te doen, dus parkeerden we aan de fietsenparking aan de Hema. Kobe en Merel aten een ijsje, en Wolf en ik waren lastig en wilden liever eentje van de Australian, dus wandelden we vrolijk verder. We deden intussen ook een verwoede poging om een nieuw regenjasje voor Kobe te vinden, want hij is zijn vorige, chique exemplaar kwijt 🙁 Winkel in, winkel uit dus, en intussen maar pokemon vangen :-p
De bonus van de geocache ligt blijkbaar in de Sint-Niklaaskerk en is een heuse zoektocht, maar de GPS wilde niet meewerken, en dus lukte de projectie niet echt. Enfin, ik keer later wel eens terug, en ga dan rustig op zoek.
We liepen nog wat rond, kochten een kleedje voor Merel in de Yak en Yeti, en nestelden ons op het terras van de Starbucks. De jongens wilden dat ook eens gedaan hebben, vandaar.
We haalden de fietsen op, en gingen nog tot aan de Primark. Normaal gezien probeer ik die winkel te mijden, maar een regenjasje voor Kobe was echt nergens meer te vinden. En jawel, hier had ik prijs, gelukkig maar. En intussen liepen we ook nog Vallery en Bo tegen het lijf.
Enfin, we waren pas tegen kwart over zeven terug thuis, met 1 gevonden en 1 verstopte cache op ons conto, een hoop Pokemon, zere voeten en een plat gat. Mooie vangst!
Van kappers, klimplanten en caches. En Pokémon, dat ook.
Om in het thema van de week te blijven, reden we deze voormiddag allemaal samen naar Sint-Amandsberg, waar Marie-Jeanne al ongeveer 25 jaar mijn vaste kapper is. De jongens trokken er meteen op uit met mijn telefoon in de hand, en Merel bleef wachten tot mijn haar netjes bijgeknipt was, zodat ook haar puntjes onder handen konden genomen worden. Blijkbaar had Lieze haar al verteld dat dat af en toe nodig was bij lang haar, en dus maakte ze er geen punt van. Gegarandeerd was het anders drama geweest :-p
We reden min of meer door ’t stad – ik was vergeten dat de feesten morgen al starten en dat er dus vandaag al dingen afgesloten zijn – om nog wat extra pokemon op te pikken, en gingen naar huis om te eten.
En in de namiddag, toen kon ik Wolf overhalen om samen met mij de ladder uit te halen, en me te helpen om enerzijds de woekerende kamperfoelie wat in te tomen, en anderzijds een hoop gaten in de gevel te boren en draadjes te spannen voor nog meer klimplanten. Ik vind dat zo mooi, ik heb het er voor over, maar die kamperfoelie moet wel uit de goten blijven, vooral uit die van de buren.
Het duurde niet lang of de jongens stonden ook op de ladder, vooral toen die helemaal uitgeschoven was, en ze allebei een kijkje op het dak konden nemen. Wolf hielp me met het aangeven van materiaal, en vooral met het verplaatsen van de ladder. Ik moet zeggen, ik sta vol schrammen en plekken, maar ik ben wel zeer tevreden van het resultaat: de kamperfoelie is een pak ingeperkt, en er zijn quasi onzichtbare draden over de hele gevel, zodat de wisteria zich een weg kan banen. Ik ben nu eenmaal zot van zo’n plant…
’s Avonds was het vooral ook nog prachtig weer, en ik kon er de jongens van overtuigen nog even mee te gaan – alweer veel te laat, eigenlijk – om die vervloekte tiende onvindbare cache daar in Drongen te gaan zoeken, en dan aansluitend de bonuscache erbij te nemen. We hebben met zijn drieën twintig minuten gezocht, als het niet meer was, en net toen ik het wilde opgeven, voelde ik de cache liggen. Oef!
We reden dus wat verder naar de locatie van de bonus, en dat bleek een goed verborgen paadje naar een meertje te zijn! Moh! Mooi!
Enfin, we hebben genoten van de zonsondergang op deze warme zomeravond, en toch weer twee caches gevonden!
Pokémon!
Pokemon Go!, ook hier ontsnappen we er niet aan. Ik was niet bij de allereerste, nee, maar het leek zo aanstekelijk te zijn, dat ik het alsnog op mijn telefoon installeerde, en uitlegde aan Wolf. Resultaat: deze morgen gingen plots de drie kinderen samen een wandelingetje maken, zomaar :-p
Nog iets later gingen ze alle drie netjes mee naar de Delhaize, kwestie van ook daar te kijken wat er rondliep aan pokémon. En toen zat er plots een pidgy in mijn auto :-p Enfin, er waren gelukkig wel de ingrediënten voor een fijne pizza, dat ook.
Maar intussen heeft Wolf ook al ettelijke fietstochtjes gemaakt, een hoop pokémon gevangen, en zich te pletter geamuseerd. We konden toch niet echt iets samen doen, want Kobe is nog doodop van zijn kamp en van de voetbal gisterenavond, en heeft gewoon drie uur liggen maffen in de zetel.
Bart kwam intussen ook nog thuis met een mooi bosje bloemen:
En deze avond, na het avondeten, zijn Wolf en ik samen de fiets opgesprongen om naar de Lange Velden te rijden, of, zoals ik intussen weet, het Ter Durmenpark. We waren al lang van plan om er eens een korte multi uit te werken, en dat is dan ook wat we gedaan hebben. Veel pokkebeesten zaten er niet, maar het tochtje was wel mooi, met vier waypoints en een cache. En toch wel een paras op Wolfs schouder.
Enfin, alweer een fijne pokkedag dus.
Van Turkse buurten en avondwandelingen
Het plan was eigenlijk geweest om Wolf gisteren al te laten kortwieken, maar onze fietstocht leidde ons naar andere paden, die vooral veel te laat werden. Vandaag hebben we dan maar de auto genomen richting Wondelgemstraat en kapper Erkan. Normaal gezien gaat dat daar aan een gigantisch tempo, maar vandaag stond er maar eentje alleen in het salon: de andere twee zaten respectievelijk in Italië en Turkije. Groot gelijk, maar het zorgde er wel voor dat Wolf meer dan een uur moest wachten. Merel en ik lieten het niet aan ons hart komen, en gingen vrolijk winkels kijken in een stukje Gent dat aandoet als het zonnige buitenland, en meer bepaald effectief een Turkse marktstraat. Je loopt er van de ene ‘bazar’ naar de andere ‘market’, ondertussen gekruist door vrouwen in alle mogelijke staten van haarbedekking, en mannen variërend van strak pak tot djellaba en gehaakt mutsje.
We vonden er een vrolijk gebloemd paar schoenen (van die stoffen, turnsloefachtig) voor tien euro, en ze hield ze meteen aan. We keken rond, snuffelden, informeerden, en haalden Wolf eventjes uit de wachtrij om een vieruurtje te kopen bij de Turkse bakker.
En toen, toen had ik een propere, gekortwiekte Wolf terug, en reden we naar huis.
Maar ’s avonds was het een prachtige avond, en had ik zin om nog een paar geocaches te doen, meer bepaald een wandeling van vijf kilometer op Drongense aardewegen, met in totaal tien caches. Het was al bijna half acht toen we vertrokken, maar ik liet het aan mijn hart niet komen. Merel huppelde, Wolf zocht, klom in bomen, dook in struiken, en Merel zong. En ik, ik genoot met volle diepe teugen, en had een puur vakantiegevoel.
Tegen half tien waren we pas rond, en Merel had nog geen enkele keer gezaagd of gezegd dat haar voeten pijn deden of dat het lang duurde. Heerlijk kind, echt waar.
Wolf en ik wilden nog de tiende cache van de reeks ook meepikken, maar die lag wat verderop, en daar namen we dus de auto voor. Merel was op die paar minuten in slaap gevallen: ze had zich onder een gilet van mijn genesteld, en sliep. Wolf en ik hebben dan nog een dik half uur staan zoeken in een struik tot het begon te schemeren en we het gewoon opgaven. En rond tienen belde Bart, een beetje ongerust. Enfin, tegen half elf lagen beiden in hun bed, en hadden we allemaal een bijzonder fijne avond gehad. Geocache for the win!
Geocaching en spelletjes
In de voormiddag moesten we ons feitelijk nog haasten, Merel en ik, om op tijd bij de dokter te zijn. Zij heeft namelijk behoorlijk veel last van waterwratjes, en daar wilden we iets aan doen. Waar de dokter bij Kobe ze ‘uitlepelde’, wilde deze dokter ze bevriezen. Ik weet niet of het effectief zal zijn, maar ik weet wel dat het pijn deed…
Intussen vloekte en ketterde ik op het weer, want ze hadden stralende zon beloofd, en volgens de radio was dat ook zo. Alleen zag het er hier net iets anders uit:
Maar bon, in de namiddag namen we het risico, en fietsten Wolf, Merel en ik richting ’t stad: geocaching én spelletjes halen. Wolf wilde met nog wat communiegeld heel graag extra gezelschapsspelletjes kopen, en zijn meester (die zelf massa’s spelletjes heeft) raadde de Spelgezel aan, op de Rooseveltlaan. We zijn dus op ’t gemak naar ’t stad gefietst, hebben links en rechts een cache opgepikt, ook een ijsje gegeten – want dat hoort zo, als we in ’t stad gaan –
en meteen ook drie spellen gekocht. Nog een chance dat ik grote fietszakken heb! We wilden ook nog dobbelstenen voor Wolf, maar die had de Spelgezel niet. Ook de Games Workshop had dat blijkbaar niet, en dus zijn we meteen ook maar doorgefietst tot aan World’s End, in de Ketelvest. Het ziet er van buiten nogal onherbergzaam uit, met een poort en een duistere trap naar beneden, maar binnenin kom je in een grote, grote ruimte met aan de zijkant allemaal zithoekjes en grote ramen die uitkijken over het water. Het is niet alleen een spelwinkel, het is ook en vooral een café, denk ik, en eigenlijk zeer gezellig. Eentje om te onthouden dus.
Tegen dan was het al echt laat, en zijn we snel naar huis gefietst. Hele fijne dag, 17 kilometer gefietst, 5 caches gevonden, en gelukkig geen regen. Oef!