Zondag, en dus cachedag met mijn pa. Maar eigenlijk was het gewoon te warm om lang rond te lopen in de zon, en daarbij, om twee uur moesten we mijn allerliefste, maar ook vuile dochter ophalen aan het station. Ze was blij ons terug te zien, maar blijkbaar ook behoorlijk moe. Môh, wie had dat gedacht…
We dropten haar in de douche, lieten haar daarna spelen met Wolf, Kobe en Arwen, en ik ging met ons pa op stap. Bart was gisteren al de hele tijd op zijn nieuwe kantoor, want dit weekend is de grote verhuis. Alle bureaus moeten voorzien zijn van bureaulampen die nog volledig in elkaar moeten gezet worden, en alle schermen moeten van hun vaste poot af en gemonteerd worden op een beweegbare arm. Bart had er al bleinen van op zijn vingers.
Ons pa was bijzonder curieus en ik ook, en dus reden we naar dat nieuwe kantoor. We kregen de volledige rondleiding mét deskundige uitleg, en waren allebei serieus onder de indruk. En ik zwol van trots, dat ook. Da’s wel degelijk mijne vent die dat allemaal doet he!
Eerst waren we langs de Offerlaan gepasseerd om daar een cache op te pikken en aan mijn vader het executieoord te laten zien. Hij kende dat helemaal niet…
Na ons bezoekje aan het kantoor reden we naar de Peperbus op de Isabellakaai om ook daar naar een cache te zoeken. Ik had er al eens gestaan, maar toen niks gevonden. Ook vandaag leek het een vruchteloze speurtocht te worden, maar dankzij een hulplijntje naar een bevriende cacher hadden we hem alsnog in handen. Aansluitend begaven we ons naar de Coupure om er een van mijn caches te herstellen. Die was losgetrokken door iemand die niet gezien had dat hij moest draaien, en dus foetsie.
Ik toonde ons pa meteen ook even de oude sluis daar, het sluiswachtershuisje, én het mooie monument voor de Joodse oorlogsslachtoffers.
Toen was het welletjes, ook al vrij laat, en reden we naar huis. Aangezien het al voorbij etenstijd was, vroeg ik ons pa maar meteen om te blijven eten, en dat aanvaardde hij met graagte. We posteerden de tafel in de schaduw, en dat was doenbaar.
Tegen negen uur brachten Wolf en ik Arwen naar huis, en reden we via Vinderhoute terug om daar in de vallei van de Oude Kale, jawel, nog een cache te zoeken in de prachtige velden. We genoten allebei van de invallende schemering, de frisse lucht, en de heerlijke zomerse geuren.
Een mooie afsluiter voor een typische zondag.